Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over o.a. Voortgangsbrief beschikbaarheid geneesmiddelen (Kamerstuk 29477-918)
2025D02627 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
In de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport bestond bij enkele fracties
                  behoefte een aantal vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister van Volksgezondheid,
                  Welzijn en Sport over de stand van zakenbrief van 12 december 2024 inzake Tekortenbesluiten
                  van geneesmiddelen (Kamerstuk 29 477, nr. 917) en brief van 12 december 2024 inzake Voortgangsbrief beschikbaarheid geneesmiddelen
                  (Kamerstuk 29 477, nr. 918).
               
De voorzitter van de commissie,
Mohandis
Adjunct-griffier van de commissie,
Sjerp
Inhoudsopgave
I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de NSC-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de SGP-fractie
II. Reactie van de Minister
I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
               
Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie
De leden van de PVV-fractie hebben de brief inzake de tekortenbesluiten van geneesmiddelen
                  en de voortgangsbrief beschikbaarheid geneesmiddelen met belangstelling gelezen en
                  hebben hierover nog enkele aanvullende vragen en opmerkingen.
               
Bij het overzicht van de activiteiten lezen genoemde leden dat de Minister ondanks
                  de forse bezuinigingsopgave, voor de periode van 2025 tot en met 2027 € 20 miljoen
                  extra budget heeft vrijgemaakt voor de verbetering van de beschikbaarheid van geneesmiddelen.
                  En voor de jaren daarna € 30 miljoen. Waar wordt dit geld specifiek voor gebruikt
                  en is dit afdoende om alle kosten te dekken?
               
De Minister heeft de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) een aanwijzing gegeven
                  om tijdens een geneesmiddelentekort tijdelijk niet handhavend op te treden. Hoelang
                  is «tijdelijk» en blijft deze maatregel van kracht totdat de Geneesmiddelenwet definitief
                  is aangepast?
               
In de brief staat ook geschreven dat Europese samenwerking belangrijk is om als Europese
                  landen sterker en onafhankelijker te worden van de rest van de wereld zodat er goede
                  afspraken kunnen worden gemaakt over wie wat gaat produceren in Europa. Zijn er al
                  afspraken gemaakt welke geneesmiddelen Nederland gaat produceren en om welke geneesmiddelen
                  gaat het dan?
               
De opzet van het Operationeel Team Geneesmiddelentekorten (OTG) wordt blijvend geëvalueerd.
                  Alle betrokken partijen is gevraagd naar hun ervaringen met het OTG en de conclusie
                  is dat het OTG een meerwaarde heeft. Ondanks deze conclusie staat er ook dat er bij
                  de partijen onduidelijkheid bestaat over de rol en taken van het OTG. Daarom vragen
                  genoemde leden of deze twee conclusies niet tegenstrijdig zijn. Wat is nu het precieze
                  doel en de meerwaarde van het OTG?
               
De Corona Crisisvoorraad (CCV) is ook buiten crisissituaties van toegevoegde waarde
                  in het voorkomen van beschikbaarheidsproblemen van essentiële geneesmiddelen. Waarom
                  heeft de Minister de ziekenhuizen dan gevraagd om het huidige niveau van de CCV slechts
                  tot de zomer van 2025 in stand te houden? Bent u voornemens om deze tijdsperiode te
                  verlengen en waar is dit van afhankelijk?
               
In augustus 2024 was er een kritisch tekort van het kankermedicijn Etopiside door
                  problemen bij de productie en distributie bij de fabrikanten. Ook vanuit het buitenland
                  kon onvoldoende worden geïmporteerd. Wat waren de oorzaken van deze productie en distributieproblemen
                  en zijn die nu opgelost? Is de levering van het medicijn Etopiside voor de toekomst
                  gegarandeerd?
               
In de brief staat vermeld dat de groep mensen die geneesmiddelen nodig heeft de komende
                  tijd flink toeneemt. Doelt men hier op de vergrijzing of zijn er nog andere oorzaken?
               
Bij de uitwerking van de verbeteropties voor het preferentiebeleid staat dat monopolisering
                  soms lijkt bij te dragen aan de beschikbaarheid van geneesmiddelen. Kunt u dit specificeren
                  en hoe voorkomt u oplopende prijzen door de monopolisering?
               
De leden van de PVV-fractie hebben veel waardering voor de inzet om het geneesmiddelentekort
                  tegen te gaan. Toch werd december 2024 en januari 2025 gekenmerkt door een groot tekort
                  aan Ventolin inhalators. Wat was hier de oorzaak van? Werken de oplossingsrichtingen
                  niet?
               
Bij de herziening farmawetgeving staat dat de Europese Commissie een voorstel heeft
                  gepubliceerd om farmaceutische bedrijven te verplichten om gedetailleerde plannen
                  in te dienen om geneesmiddelentekorten te voorkomen. Omdat de administratieve lasten
                  bij de uitvoering van dit voorstel erg groot zijn vindt Nederland dat die verplichting
                  alleen moet gelden voor de belangrijke en kwetsbare geneesmiddelen. Kunt u aangeven
                  om welke belangrijke en kwetsbare geneesmiddelen het precies gaat?
               
De kosten voor aanpassing van rioolwaterzuivering uit de herziene Richtlijn Stedelijk
                  Afvalwater (de Urban Waste Water Treatment Directive (UWWTD) komen voor rekening van
                  producenten die geneesmiddelen en cosmetica op de markt brengen. Producenten betalen
                  dit uit hun winstmarge of het doorberekenen aan de gebruiker, de patiënt dus. Vindt
                  de Minister dat deze kosten vanuit de winstmarge moet worden betaald in plaats van
                  dat het direct doorberekend wordt aan de gebruiker? Ziet u juridische mogelijkheden
                  om dit op deze manier te regelen? Hoe gaat de Minister ervoor zorgen dat medicatie
                  voor de gebruiker betaalbaar blijft? Wat zijn de landelijke kosten voor het aanpassen
                  van de rioolwaterzuiveringen? Krijgt Nederland subsidie van de Europese Unie, voor
                  het aanpassen van de rioolwaterzuiveringen? Zo ja, hoe wordt er dan gewaarborgd dat
                  deze subsidie eraan bijdraagt medicatie betaalbaar en beschikbaar te houden? Of verdwijnt
                  deze subsidie op de begroting van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat
                  (IenW)? Kan de Minister aangeven welke EU-landen ervoor gekozen hebben hun waterzuiveringen
                  niet aan te passen?
               
In een eerdere kamerbrief uit 20221 werd al gewaarschuwd dat de Uitgebreide Producenten Verantwoordelijkheid (UPV) leidt
                  tot extra kosten voor de medicijnproducenten en het mogelijk doorrekenen naar patiënten.
                  Het kabinet hanteert het uitgangspunt dat beschikbaarheid en betaalbaarheid van medicijnen
                  voor patiënten niet in geding mag komen. Het kabinet gaf toen al aan kritisch te zullen
                  kijken hoe de extra administratieve lasten voor lidstaten en producenten tot een minimum
                  beperkt kunnen worden. Hoe gaat dit alles gewaarborgd worden?
               
Nederland begint met een proef waarbij er geen bijsluiters meer nodig zijn in de verpakkingen
                  van ziekenhuisgeneesmiddelen. Als deze proef met de digitale bijsluiter bij ziekenhuisgeneesmiddelen
                  een succes is, gaat u de proef dan uitbreiden naar de wijkapotheken? Bijvoorbeeld
                  bij patiënten die al jarenlang hetzelfde geneesmiddel gebruiken?
               
Tot slot lezen genoemde leden dat de samenwerking met China en India wordt versterkt,
                  kan de Minister aangeven wat de risico’s zijn van verre samenwerking met die landen
                  op dit vlak? En hoe weerhoudt deze samenwerking zich met de doelstelling om minder
                  afhankelijk te worden van het buitenland als het gaat om de productie van geneesmiddelen?
               
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben met veel interesse kennisgenomen van
                  de voorliggende stukken over de tekortenbesluiten van geneesmiddelen. Zij hebben hierover
                  enkele vragen.
               
De leden van GroenLinks-PvdA-fractie hebben zorgen over de gevolgen van de medicijntekorten
                  voor patiënten en de toegenomen onrust na de recente uitspraak van de Raad van State.
                  Ook achten zij het van groot belang dat zorgverleners niet met extra administratieve
                  lasten te maken krijgen. Het is wat de betreffende leden betreft dan ook van groot
                  belang dat de Geneesmiddelenwet zo snel mogelijk aangepast wordt. Wanneer kan de Kamer
                  de reparatiewet verwachten? In de Kamerbrief lezen deze leden dat die uiterlijk in
                  het eerste kwartaal van 2025 wordt gedeeld, hoe staat het hiermee en verwacht de Minister
                  deze deadline te halen?
               
Daarnaast hebben de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie enkele vragen over de aanwijzing
                  die de Minister de IGJ heeft gegeven om onder voorwaarden niet handhavend op te treden
                  tegen een overtreding van de handelsvergunningsplicht. Hoe pakt de aanwijzing in de
                  praktijk uit? Welke juridische risico’s kleven er aan de aanwijzing en op welke manier
                  worden die ondervangen? Heeft de aanwijzing tot gevolg dat de praktijk van voor de
                  uitspraak van de Raad van State onverminderd doorgaat?
               
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben daarnaast zorgen over of de tekortenbesluiten
                  tijdig worden genomen. Uit het veld krijgen deze leden signalen dat de benodigde informatie
                  om een tekortenbesluit te nemen lang niet altijd tijdig bij de desbetreffende instanties
                  op tafel ligt. Deelt de u deze zorgen en erkent deze Minister dit probleem, zoals
                  haar voorganger deed? Is de Minister bereid te inventariseren welke knelpunten het
                  veld ervaart en hoe deze kunnen worden aangepakt? Welke rol neemt de Minister hierin
                  en hoe gaat zij ervoor zorgen dat de benodigde informatie om tijdig een tekortenbesluit
                  te nemen ook daadwerkelijk gedeeld wordt met de betreffende instanties?
               
Om nijpende situaties te voorkomen is het van belang dat tekortenbesluiten genomen
                  kunnen worden bij een dreigend tekort, dus niet pas wanneer er een daadwerkelijk tekort
                  is. De GroenLinks-PvdA-leden vragen of dat nog andere normen vraagt voor het aanleveren
                  van informatie over (dreigende) tekorten van medicijnen. Kan de Minister hier nader
                  op ingaan? En kan de Minister aangeven hoeveel meer eerdere tekortenbesluiten nu genomen
                  worden dan voorheen?
               
Tot slot willen de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie graag van de Minister weten
                  hoe de motie Bushoff c.s. over bewerkstelligen dat dreigende tekorten aan geneesmiddelen
                  eerder gemeld worden zodat er tijdig een tekortenbesluit kan volgen, wordt meegenomen
                  in de verduidelijkende beleidsregel over de meldplicht van verwachte tijdelijke leveringsonderbrekingen
                  van geneesmiddelen. Worden beide verzoeken van de motie in de beleidsregel meegenomen,
                  ook het verzoek aan de regering om te bewerkstellingen dat het preferentiebeleid bij
                  een dreigend tekort eerder dan nu het geval is wordt verruimd, opgeschort of aangepast?
               
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de stand van zakenbrief over
                  de tekortenbesluiten en de voortgangsbrief beschikbaarheid geneesmiddelen. Deze leden
                  waarderen de inzet van de Minister om geneesmiddelentekorten te voorkomen en op te
                  lossen, maar zijn niet overtuigd van de te verwachten effecten. Zij hebben daarom
                  nog vragen aan de Minister.
               
De uitspraak van de Raad van State over tekortenbesluiten heeft inderdaad grote impact
                  op patiënten en zorgverleners. Hoewel de leden van de VVD-fractie het snelle handelen
                  van de Minister door het geven van een aanwijzing aan de IGJ om niet handhavend op
                  te treden, op prijs stellen, is dit geen structurele oplossing. Hoe lang is deze aanwijzing
                  van kracht en komt de Minister vóór het verlopen van de aanwijzing met een voorstel
                  voor aanpassing van de Geneesmiddelenwet- en -regelgeving? Op welke termijn is het
                  RIVM-onderzoek naar tekortenbesluiten en het effect daarvan op de beschikbaarheid
                  van geneesmiddelen afgerond? Deze leden zien graag dit onderzoek en een kabinetsreactie
                  tegemoet, op welke termijn is dat mogelijk?
               
In 2023 steeg het aantal medicijntekorten tot een recordhoogte2. De leden van de VVD-fractie zijn benieuwd naar de cijfers over 2024 en vragen de
                  Minister om deze cijfers naar de Kamer te sturen met een toelichting, waarin ook wordt
                  ingegaan op welke maatregelen uit de afgelopen jaren effect hebben gehad op de ontwikkeling
                  van de tekorten.
               
De leden van de VVD-fractie lezen dat de Minister € 20 miljoen extra vrijmaakt voor
                  de beschikbaarheid van geneesmiddelen en structureel € 30 miljoen voor de periode
                  na 2027. Genoemde leden kunnen niet goed beoordelen wat met deze bedragen beoogd wordt
                  en of dat haalbaar en doelmatig is. Zij vragen daarom welke concrete ambities de Minister
                  hiermee voor ogen heeft en wat met de miljoenen wordt gedaan.
               
De leden van de VVD-fractie zien dat er diverse werkgroepen, teams en taskforces in
                  het leven zijn geroepen om geneesmiddelentekorten te onderzoeken, signaleren, voorkomen
                  en/of op te lossen. Deze leden vragen de Minister of al die separate groepen nodig
                  zijn of dat er overlap zit in de taken, werkzaamheden en leden van deze groepen. Bovendien
                  willen zij weten of deze groepen vooral adviezen en overzichten aanleveren of dat
                  deze groepen ook besluiten nemen. De Minister noemt dat ze onder andere de rol van
                  het OTG wil verduidelijken. Deze leden willen graag weten of de Minister bereid is
                  kritisch te kijken naar alle betrokken groepen etc. en waar nodig groepen samen te
                  voegen of in te lijven.
               
De leden van de VVD-fractie benoemen frequent de noodzaak voor strategische autonomie
                  op Europees niveau. Genoemde leden zijn verbaasd dat de Minister «het belangrijk vindt
                  om in kaart te brengen hoe we ons als Europese landen sterker en onafhankelijk kunnen
                  maken van de rest van de wereld». Zij gingen ervan uit dat dit «in kaart brengen»
                  allang in gang is gezet en vragen de Minister hierop te reageren.
               
De leden van de VVD-fractie strijden tegen verspilling van onder meer geneesmiddelen
                  en hebben eerder gepleit voor het verlagen van de standaarduitgifte-periode van medicijnen3. Kan de Minister in het licht van haar brief ook hierop een concrete reactie geven?
                  Kan de Minister ook een overzicht geven van de concrete stappen naar aanleiding van
                  de aangenomen motie Tielen over een Nationale apothekerskast?4 In deze motie wordt onder andere gesproken over een evenwichtiger preferentiebeleid.
                  In de brief geeft de Minister aan wat er niet kan, maar wanneer kan de Kamer concrete
                  voorstellen voor het preferentiebeleid die wel kunnen, verwachten?
               
Vragen en opmerkingen van de leden van de NSC-fractie
De leden van de NSC-fractie hebben kennisgenomen van de stand van zakenbrief over
                  de tekortenbesluiten en de voortgangsbrief beschikbaarheid geneesmiddelen. Zij hebben
                  daarover nog enkele vragen en opmerkingen.
               
De leden van de NSC-fractie merken op dat er 4 weken extra voorraad salbutamol wordt
                  aangelegd. Kan de Minister toelichten wanneer de voorraad salbutamol, volgens het
                  nieuwe besluit, structureel op orde zal zijn? Is de uitbreiding van de voorraad met
                  vier weken voldoende, gezien het langdurige tekort aan salbutamol? Kan de Minister
                  waarborgen dat het aanleggen van deze extra voorraden niet ten koste gaat van de beschikbaarheid
                  van salbutamol bij apotheken, aangezien deze leden signalen ontvangen dat mensen met
                  een longziekte nog steeds moeite hebben om dit middel te verkrijgen? Daarnaast blijkt
                  uit onderzoek van het Longfonds dat 66% van de mensen met een longziekte de jaarlijks
                  afgesproken herhaalinstructie voor hun medicatie niet krijgt. Deze leden maken zich
                  zorgen over de gevolgen hiervan, omdat het een risico met zich meebrengt dat patiënten
                  hun inhalatiemedicatie niet correct gebruiken en daardoor afhankelijker worden van
                  salbutamol. Overweegt de Minister om initiatieven te intensiveren die het juiste gebruik
                  van medicatie bevorderen, zoals voorlichting en herhaalinstructies?
               
De leden van de NSC-fractie lezen dat preferentiebeleid sneller aangepast moet worden
                  bij (dreigende) tekorten, wat acties van alle stakeholders vereist. Deze leden vragen
                  of het stimuleren van afspraken tussen stakeholders de enige en meest effectieve stap
                  is die de Minister kan nemen om dit te realiseren. Kan de Minister aangeven of er
                  ook andere maatregelen mogelijk zijn?
               
De leden van de NSC-fractie lezen dat het voorkomen van monopolisering doordat alle
                  zorgverzekeraars dezelfde producten aanwijzen weinig effect zal hebben, aangezien
                  het slechts gaat om een klein aantal producten. Daarnaast wordt gesteld dat monopolisering
                  soms zelfs kan bijdragen aan de beschikbaarheid. Kan de Minister aangeven of er empirische
                  gegevens of analyses beschikbaar zijn die deze bewering ondersteunen? Zijn er situaties
                  waarin monopolisering heeft geleid tot negatieve gevolgen, zoals hogere prijzen of
                  minder keuze voor patiënten? Ook zien deze leden dat wordt beweerd dat zorgverzekeraars
                  al de ruimte hebben om monopolies te voorkomen door dakpansgewijs te contracteren.
                  Genoemde leden vragen of er concrete voorbeelden zijn waarbij dakpansgewijs contracteren
                  door zorgverzekeraars heeft geleid tot een betere beschikbaarheid van geneesmiddelen.
                  Kan de Minister aangeven of dergelijke voorbeelden bestaan en welke impact dit heeft
                  gehad op de beschikbaarheid?
               
De leden van de NSC-fractie constateren dat er taken zijn toegewezen aan de Taakgroep
                  Preferentiebeleid. Kan de Minister verduidelijken wie er deel uitmaken van deze taakgroep
                  en welke specifieke verantwoordelijkheden zij dragen? Wat wordt er precies van hen
                  verwacht in de aanpak van monopolisering? Is hun rol adviserend of hebben zij een
                  uitvoerende taak?
               
De leden van de NSC-fractie vinden het belangrijk dat de besluitvorming van zorgverzekeraars
                  rondom de aanwijzing van voorkeursmiddelen in het preferentiebeleid transparant en
                  goed onderbouwd is. Kan de Minister aangeven hoe de transparantie gegarandeerd wordt?
               
Daarnaast hebben de leden van de NSC-fractie nog enkele vragen rondom de zorgplicht
                  van de zorgverzekeraar. Kan de Minister een opsomming geven van de concrete maatregelen
                  die zorgverzekeraars nemen om te voldoen aan hun zorgplicht bij geneesmiddelentekorten
                  of leveringsproblemen? Op welke wijze wordt preventief gecontroleerd of zorgverzekeraars
                  hun zorgplicht daadwerkelijk nakomen? Kan de Minister ook een overzicht geven van
                  het aantal gevallen in 2024 waarbij zorgverzekeraars bij geneesmiddelentekorten of
                  leveringsproblemen hun zorgplicht niet zijn nagekomen?
               
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie danken de Minister voor het informeren over de stand van
                  zaken en voortgang van beschikbaarheid van geneesmiddelen.
               
Tekorten van medicijnen raken veel Nederlanders in hun dagelijks bestaan. Het niet
                  kunnen beschikken over het juiste medicijn waardoor je de dag wel op een goede manier
                  door kunt komen, geeft terecht veel zorgen. Daarbij zien deze leden dat Nederland
                  ook een kwetsbare positie heeft. Nederland is te afhankelijk van landen buiten Europa
                  zoals China of India. Wat deze leden betreft, is het echt noodzaak om ook op Europees
                  vlak aan de slag te gaan met een toekomstbestendig plan om Europa en Nederland te
                  kunnen voorzien van medicijnen. Daartoe hebben genoemde leden een aantal vragen.
               
De leden van de D66-fractie lezen dat de Minister aan de slag gaat met het verbeteren
                  van het melden van de tekorten. Deze leden vragen of de Minister, naast de genoemde
                  actie aan de kant van de handelvergunninghouders, ook wil kijken naar hoe informatie
                  en signalering vanuit apothekers kan worden meegenomen bij een tekortenbesluit. Voorts
                  vragen deze leden naar de betrokkenheid van patiëntenorganisaties bij het Operationeel
                  Team Geneesmiddelentekorten. Kan de Minister aangeven op welke wijze de communicatie
                  naar veldspelers verbeterd kan worden, waarbij expliciet aandacht is voor communicatie
                  met patiëntenorganisaties?
               
Genoemde leden lezen in de brief dat het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu
                  (RIVM) een onderzoek uitvoert naar het tekortenbesluit en de effecten hiervan op de
                  beschikbaarheid van geneesmiddelen. Deze leden vragen of hierin ook wordt gekeken
                  naar andere instrumenten en tijdelijke maatregelen die import versnelt mogelijk kunnen
                  maken. Kan de Minister de tijdlijn bij dit onderzoek duiden en aangeven wanneer de
                  Kamer wordt geïnformeerd over de resultaten van het onderzoek?
               
De leden van de D66-fractie maken zich zorgen om de kwetsbare positie en afhankelijkheid
                  van derden landen zoals China en India in de toegang tot medicijnen. Deze leden lezen
                  dat de Minister aan de slag gaat met een kwetsbaarheid analyse maar dat de resultaten
                  niet openbaar kunnen worden gedeeld met de Kamer. Kan de Minister dit nader motiveren
                  en aangeven of het wel mogelijk is om deze analyse in beslotenheid te bestuderen.
                  Voorts vragen genoemde leden of de Minister de Kamer kan informeren over de tijdlijn.
               
De leden van de D66-fractie vinden het een goede zaak dat de Minister samenwerkt met
                  de Ministeries van Buitenlandse Zaken en van Economische Zaken binnen de Taskforce
                  Strategische afhankelijkheden. Kan de Minister uitgebreid toelichten waar het staat
                  met de voortgang van de kabinetsaanpak risicovolle strategische afhankelijkheden ten
                  aanzien van medicijnen? Deze leden vragen de Minister hierbij in te gaan op de doelstelling
                  en bijbehorende tijdspaden. Voorts vragen zij of de Minister kan toelichten hoe deze
                  plannen in lijn liggen met de critical medicines alliance, de samenwerking tussen
                  lidstaten, industrie en koepels om beschikbaarheid van medicijnen voor heel Europa
                  te verbeteren.
               
De leden van de D66-fractie begrijpen dat de Minister verder wil inzetten op het versterken
                  van de productie dichtbij huis en het aanleggen van de actieve farmaceutische ingrediënten
                  (API) voorraden. Kan de Minister toelichten welke concrete acties hiertoe zijn ondernomen.
                  Voorts vragen deze leden of de Minister Europa of enkel Nederland bedoelt met «dichtbij
                  huis». Tot slot, vragen deze leden welke maatregelen de Minister neemt om de productiecapaciteit
                  van geneesmiddelen op te schalen in geval van calamiteiten, zoals een pandemie.
               
Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie
De leden van de BBB-fractie hebben kennisgenomen van de stand van zakenbrief over
                  de tekortenbesluiten en de voortgangsbrief beschikbaarheid geneesmiddelen. Genoemde
                  leden hebben de volgende vragen aan de Minister.
               
De Minister stelt in haar voortgangsbrief dat zij wil zorgen dat alle partijen in
                  de geneesmiddelenketen elkaar beter kunnen vinden. Dit wil zij doen door de overlegstructuren
                  onder de loep te nemen om samenwerking te verbeteren. Genoemde leden zien het nut
                  van deze stappen volledig, maar zijn ook bang voor een paradoxale werking, helemaal
                  omdat de Minister weinig uitleg geeft over hoe ze haar stappen vorm wil geven. In
                  het verleden heeft het analyseren en hervormen van overlegstructuren vaak gezorgd
                  voor het opstellen van analyseplannen en adviesraden die veel tijd en geld kwijt zijn
                  aan adviezen die ongelezen in een laadje verdwijnen of zelfs leiden tot overlegstructuren
                  die in theorie effectief zijn maar in de praktijk nog stroperiger. Hoe gaat de Minister
                  ervoor zorgen dat het analyseren van de effectiviteit van overlegstructuren niet zal
                  leiden tot lange, ineffectieve analyses en adviesgroepen?
               
Ook spreekt de Minister over het belang van solidariteit tussen de Europese lidstaten.
                  Hoewel de leden van de BBB-fractie solidariteit en samenwerking van harte aanmoedigen,
                  zien zij ook belang in onafhankelijkheid, met name wat betreft de voorraad van kritieke
                  geneesmiddelen. In hoeverre is en wordt Nederland afhankelijk van andere Europese
                  lidstaten voor de voorraad kritieke geneesmiddelen? Ziet de Minister, net als deze
                  leden, het belang om ook binnen eigen land een basale noodvoorraad te hebben, onafhankelijk
                  van andere landen?
               
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van beide brieven over geneesmiddelen
                  en maken graag van de gelegenheid gebruik om enkele aanvullende en verduidelijkende
                  vragen te stellen over de voortgangsbrief beschikbaarheid geneesmiddelen.
               
De leden van de CDA-fractie hebben de brief met belangstelling gelezen. Zij vinden
                  het positief dat de Minister alle mogelijkheden aangrijpt om de beschikbaarheid van
                  medicijnen voor patiënten te vergroten maar hebben hierover ook een opmerking of een
                  vraag bij. Zowel internationaal als nationaal is er sprake van veel overleg met allerlei
                  (relevante) veldpartijen. Deze leden lezen over taskforces, regiegroepen, onderzoeksgroepen
                  etc. Denkt de Minister dat al die verschillende groepen elkaar op een gegeven moment
                  niet gaan «bijten» of elkaar in de weg zitten waardoor de noodzakelijke voortgang
                  op dit dossier bemoeilijkt wordt, ongeacht ieders goede bedoelingen? Hoe maakt de
                  Minister hier een afweging in?
               
De leden van de CDA-fractie vinden het ook belangrijk dat het aantrekkelijk blijft
                  om magistraal te kunnen bereiden. De Minister stelt dat ze dit jaar nog in gesprek
                  gaat met de zorgverzekeraars om de signalen nader te duiden en bekijkt daarna welke
                  vervolgacties nodig zijn. Bijvoorbeeld door het faciliteren van een gesprek tussen
                  de zorgverzekeraars en apotheken. Genoemde vinden gesprekken een goede start maar
                  vragen van de Minister iets meer regie op dit punt. Wat kan de Minister nog meer doen?
               
De Minister stelt dat de beleidsregel magistraal bereiden wordt uitgesteld omdat tijdens
                  de recente fase van consultatie vraagstukken naar boven zijn gekomen die impact kunnen
                  hebben op hoe het beleid uitpakt in de praktijk. Welke vraagstukken bedoelt de Minister
                  precies en wat is er precies naar boven gekomen? Hoe ziet het vervolgtraject eruit
                  en aan welk tijdsbestek denkt de Minister, de Kamerbrief dateert immers uit 2019.
                  Deze leden begrijpen dat de coronacrisis de boel vertraagd heeft maar het duurt wel
                  al lang.
               
De leden van de CDA-fractie lezen vervolgens dat de Minister stelt dat de motie van
                  de leden Dijk en Krul is afgedaan en dat de Minister in overleg is gegaan met het
                  bedrijfsleven. Maar de motie is wat breder geformuleerd en verzoekt de regering tevens
                  een plan uit te werken om de productie van deze geneesmiddelen zo veel als mogelijk
                  te organiseren in eigen land, en indien dit niet mogelijk is Europees, door bijvoorbeeld
                  collectief meerjarige afspraken te maken met farmaceutische bedrijven. Kan de Minister
                  toelichten hoe het met het tweede deel van de motie staat? Of staat dit in de wacht
                  gezien het Europese overleg? Graag een uitgebreide reactie van de Minister op dit
                  punt.
               
De leden van de CDA-fractie missen in de brief een reactie op de motie-Inge van Dijk
                  over het onderzoeken van alternatieve bekostiging van farmaceutische zorg waarmee
                  «ontpillen» niet langer ontmoedigd wordt. Deze leden zijn benieuwd hoe deze motie
                  wordt uitgevoerd en wanneer de Kamer hier meer over te horen krijgt.
               
Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie
De SP-fractie heeft kennisgenomen van de twee brieven over het geneesmiddelenbeleid.
                  Zij hebben hierover nog verschillende vragen en opmerkingen.
               
De leden van de SP-fractie vragen hoe de Minister op langere termijn omgaat met de
                  uitspraak van de Raad van State die het verbiedt om schaarse medicijnen uit het buitenland te importeren. Kan de Minister aangeven hoe
                  de IGJ reageerde op de oproep om deze uitspraak niet te handhaven? Hoe staat het met
                  het aanpassen van de Geneesmiddelenwet als onderdeel van de Verzamelwet VWS 2024 om
                  het verbod ongedaan te maken? Kan de Minister aangeven wat voor invloed deze uitspraak
                  na 25 februari gaat hebben op artsen die straks per patiënt moeten beargumenteren
                  dat het medicijn geïmporteerd moet worden door middel van een artsenverklaring? Hoe
                  verhoudt zich dit tot de toenemende administratieve lasten voor artsen en apothekers?
                  De leden van de SP-fractie lezen dat het langer moeten wachten op een medicijn kan
                  leiden tot ernstige situaties zoals ziekenhuisopnames of zelfs het overlijden van
                  een patiënt. Wat gaat de Minister doen om dit te voorkomen?
               
Het aanpassen van de beleidsregel om tekorten van geneesmiddelen te melden is een
                  stap in de goede richting. Het is echter onduidelijk of het een voornemen van de Minister
                  is om deze regel te verduidelijken of ook om het zo aanpassen van de beleidsregel
                  dat tekorten op een eerder moment al gemeld worden. Kunt u daarop ingaan? Wanneer
                  kan de Kamer het onderzoek van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) verwachten dat
                  zij doen naar de inspanningen van de zorgverzekeraars om geneesmiddelentekorten te
                  voorkomen?
               
De leden van de SP-fractie lezen dat er vorig jaar in slechts 2% een apotheekbereiding
                  een oplossing was. Waarom is dit percentage zo laag? Met welke regels en normen hebben
                  zij te maken? Is de Minister bereid om te kijken of dit percentage verhoogd kan worden
                  door aanpassingen in beleid? Bent u bereid om dingen die magistrale apotheekbereidingen
                  op dit moment tegen kunnen houden, zoals niet-kostendekkende tarieven en declaratieonzekerheid,
                  op te lossen? Zo ja, op welke manier bent u hiermee bezig? Genoemde leden lezen dat
                  de regering in gesprek gaat, maar vinden «ergens dit jaar» te lang duren. Is de Minister
                  van plan om dit gesprek zo snel mogelijk te plannen?
               
De leden van de SP-fractie lezen dat de Minister in gesprek is met zowel publieke
                  als private partijen over hun rol om de beschikbaarheid van geneesmiddelen op de kritieke
                  middelenlijst te borgen. Kunt u aangeven wat voor soort partijen dit zijn?
               
De leden van de SP-fractie lezen dat de Minister verkent hoe er extra voorraden aangelegd
                  kunnen worden. Hoe staat het hiermee? Waarom is er vooralsnog alleen een extra voorraad
                  aangelegd voor essentiële antibiotica en salbutamol? Op dit moment geldt er een algemene
                  voorraadverplichting voor 6 weken bij leveranciers en twee weken bij de groothandels.
                  Is de regering bereid deze algemene voorraadverplichting aan te passen zodat er voor
                  een langere tijd een voorraad is in plaats van alleen voor specifieke geneesmiddelen
                  zoals de motie Dijk (29 477-872) beoogd? De leden van de fractie van de SP lezen dat de kosten hiervoor bij de regering
                  een grote rol spelen, terwijl er tegelijkertijd mensen in het ziekenhuis kunnen belanden
                  of overlijden aan medicijntekorten. De leden van de SP vragen de Minister wat voor
                  hen zwaarder weegt.
               
De Minister geeft aan dat groothandels subsidie hebben aangevraagd voor het opslaan
                  en koel houden van geneesmiddelen. De leden van de SP-fractie vragen of er hierbij
                  rekening wordt gehouden met de financiële situatie van individuele bedrijven. De Minister
                  zou moeten voorkomen dat er (extra) winst wordt gemaakt door de grotere voorraden.
               
De leden van de SP-fractie lezen mooie voornemens en vooral veel overleggen over het
                  versterken van productie van geneesmiddelen dichtbij huis, maar halen er geen concrete
                  plannen uit. Kan de Minister aangeven wat zij concreet doet om meer geneesmiddelen
                  te produceren in Nederland? Welke geneesmiddelen worden door de inzet van deze Minister
                  nu überhaupt, in grotere getallen of op een betere manier geproduceerd? Kunt u precies
                  aangeven hoe de aangenomen motie van de leden Dijk en Krul over de productie van geneesmiddelen
                  die essentieel zijn voor Nederlandse patiënten zo veel mogelijk in eigen land te organiseren
                  wordt uitgevoerd?
               
De Minister heeft een aantal verbeteropties uitgewerkt van het preferentiebeleid.
                  De leden van de SP-fractie lezen onder andere dat het sneller aanpassen van het preferentiebeleid
                  kan bijdragen aan de beschikbaarheid van dreigende geneesmiddelentekorten, maar dat
                  de Minister slechts het afspraken maken «stimuleert». Op welke manier kan de Minister
                  hier nog meer op aandringen of welke andere stappen kunnen zij wettelijk zetten? Kan
                  de Minister verder toelichten waarom zij denkt dat het niet nodig is om monopolisering
                  te voorkomen?
               
Vragen en opmerkingen van de leden van de SGP-fractie
De leden van de SGP-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de brieven over
                  de geneesmiddelentekorten. Zij vinden het zorgelijk dat bepaalde geneesmiddelen in
                  Nederland al zo lang schaars zijn. Veel patiënten hebben hier elke dag mee te maken.
                  Genoemde leden stellen hierover graag een aantal vragen aan de Minister.
               
De leden van de SGP-fractie steunen het besluit van de Minister om de IGJ een aanwijzing
                  te geven om tijdelijk niet handhavend op te treden tegen een overtreding van de handelsvergunningsplicht.
                  Zij lezen dat de Minister werkt aan een wijziging van de Geneesmiddelenwet en daarnaast
                  andere mogelijke oplossingsrichtingen onderzoekt. De leden van de SGP-fractie vragen
                  of inmiddels duidelijk is of de Geneesmiddelenwet aangepast moet en kan worden en
                  zo ja, of het lukt om deze wetswijziging nog in het eerste kwartaal van 2025 in te
                  dienen bij de Kamer. Voorts vragen zij nader toe te lichten welke andere oplossingsrichtingen
                  de Minister verkent, in het bijzonder voor de periode ter overbrugging tot de wijziging
                  van de Geneesmiddelenwet. Tot slot vragen zij wanneer het RIVM-onderzoek naar tekortenbesluiten
                  en het effect op de beschikbaarheid van geneesmiddelen afgerond wordt.
               
De leden van de SGP-fractie lezen dat in de Joint Action CHESSMEN ervaringen zijn
                  uitgewisseld over parallelimport en -export van geneesmiddelen. Kan de Minister concreet
                  aangeven hoe zij de inzichten uit andere EU-landen meeneemt bij aanvullende stappen
                  die zij kan zetten om geneesmiddelentekorten te voorkomen? Zouden parallelhandelaren
                  volgens de Minister een bijdrage kunnen leveren bij verminderen van het tekort aan
                  geneesmiddelen en zo ja, hoe?
               
De leden van de SGP-fractie vragen de Minister om nader in te gaan op de zorgplicht
                  van zorgverzekeraars voor wat betreft de beschikbaarheid van medicatie. Betreft die
                  zorgplicht alleen het preferent aangewezen geneesmiddel, of gaat de zorgplicht van
                  verzekeraars verder dan dat? Hoe wordt toegezien dat zorgverzekeraars aan hun zorgplicht
                  voldoen? Spreekt de Minister zorgverzekeraars hier ook op aan? Graag horen de leden
                  van de SGP-fractie of dit aspect ook onderdeel zal uitmaken van de bestuurlijke afspraken
                  die de Minister wil gaan maken met alle partijen over het bevorderen van beschikbaarheid
                  van geneesmiddelen.
               
II. Reactie van de Minister
               
          Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
M. Mohandis, voorzitter van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport - 
              
                  Mede ondertekenaar
E.M. Sjerp, adjunct-griffier 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.