Voorstel van wet : Voorstel van wet
36 680 Wijziging van de Wet kinderopvang in verband met het niet indexeren van de maximum uurprijs over het berekeningsjaar 2026
ARTIKEL I
ARTIKEL II
Nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de indexatie van de maximum
uurprijs voor de kinderopvangtoeslag over het berekeningsjaar 2026 achterwege te laten,
gelet op de noodzaak tot houdbare en bestendige overheidsfinanciën in het licht van
de omvangrijke verruimingen van de publieke vergoeding voor het gebruik van kinderopvang
in het recente verleden en de nabije toekomst;
Zo is het dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen
overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden
en verstaan bij deze:
ARTIKEL I
Aan artikel 1.9 van de Wet kinderopvang wordt een lid toegevoegd, luidende:
3. Het eerste lid vindt met ingang van 1 januari 2026 eenmalig geen toepassing voor
de bedragen, bedoeld in artikel 1.7, tweede lid.
ARTIKEL II
Deze wet treedt in werking met ingang van 1 januari 2026.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries,
autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering
de hand zullen houden.
Gegeven
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.