Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag schriftelijk overleg over het Ontwerp-Besluit erkenningen wegverkeer (Kamerstuk 29398-1134)
2024D49134 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat hebben verschillende fracties
de behoefte om vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister van Infrastructuur
en Waterstaat over het Ontwerpbesluit erkenningen wegverkeer (Kamerstuk 29 398, nr. 1134).
De voorzitter van de commissie,
P. de Groot
Adjunct-griffier van de commissie,
Meedendorp
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Inleiding
De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van het Ontwerpbesluit erkenningen
wegverkeer (hierna: Ontwerpbesluit) en willen de Minister nog enkele vragen voorleggen.
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben kennisgenomen van de stukken en op
dit moment geen vragen.
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de stukken die horen bij het
schriftelijk overleg Ontwerpbesluit erkenningen wegverkeer van 11 december 2024 en
hebben hierover nog enkele vragen en opmerkingen.
PVV-fractie
Allereerst merken de leden van de PVV-fractie op dat er risico’s bestaan rondom het
gebruik van handelaarskentekens. Daarbij stellen deze leden dat een uitbreiding van
de handelaarskentekenerkenning kan leiden tot mogelijk misbruik. Dit standpunt wordt
gedeeld in de internetconsultatie. Deze leden vragen aan de Minister om deze mogelijke
risico’s te bundelen en tevens te voorzien van potentieel mitigerende maatregelen
die een potentieel risico zo klein als mogelijk houden.
De leden van de PVV-fractie merken op dat het droogleggen van voertuigen een belangrijk
onderdeel van demonteren is en dat dit in beginsel alleen mag door bedrijven die op
grond van de Omgevingswet die bevoegdheid hebben verkregen. Deze leden merken desondanks
op dat het Ontwerpbesluit in beginsel ook aan andere bedrijven de demontage-erkenning
kan toekennen. Deze leden vragen of het niet efficiënter is om de demontage-erkenning
enkel toe te kennen aan bedrijven die het gehele demontageproces kunnen doorlopen.
De leden van de PVV-fractie stellen vast dat artikel 17 van het Ontwerpbesluit toeziet
op de bescherming van het eigendomsrecht op voertuigen in eigendom van leasemaatschappijen
maar die op naam van een lessee staan. Tevens stellen deze leden vast dat de leasemaatschappij
met de erkenning voorbehoud en verplichtingen de mogelijkheid wordt geboden om, in
samenspraak met de lessee, onderdelen van de overeenkomst in het kentekenregister
te laten opnemen. Deze leden vragen welke soort gegevens er in het kentekenregister
opgenomen kunnen worden en of deze gegevens onderhevig zijn aan privacywetgeving.
De leden van de PVV-fractie stellen vast dat leasemaatschappijen met de erkenning
voorbehoud en verplichtingen in staat zijn om de gemaakte afspraken, met de lessee,
in het kentekenregister te laten opnemen. Daarbij merken deze leden op dat dit over
afspraken omtrent voertuigverplichtingen gaat. Zij vragen wat in het kader van artikel
17 wordt verstaan onder voertuigverplichtingen en of er voertuigverplichtingen zijn
die dwingend toebehoren aan één van de partijen én waarvan dus niet afgeweken kan
worden per overeenkomst. Deze leden zouden graag een allesomvattende lijst ontvangen.
De leden van de PVV-fractie constateren dat enkele punten in het Ontwerpbesluit op
detailniveau zijn geregeld. Daarbij leggen deze leden de nadruk op de complexiteit
en de duur waarmee die bepalingen in de toekomst kunnen worden aangepast. Deze leden
vragen of deze vorm van hoge regelgeving wel recht doet aan de snelheid waarmee de
sector ontwikkelt en of het systeem daarmee wendbaar genoeg is.
VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie zien dat met dit Ontwerpbesluit toekomstige RDW-erkenningen
worden vereenvoudigd, wat goed is voor het gehele stelsel van verlenen, handhaven
en toevoegen van erkenningen en het zorgt ervoor dat de autosector efficiënter kan
werken.
De leden van de VVD-fractie lezen dat de invoering van de nieuwe Wet MERK en het Ontwerpbesluit
gepland staat op 1 juli 2025. Zij constateren dat het traject van de Wet MERK wordt
gekenmerkt door veel vertraging en vinden het belangrijk dat dit niet langer wordt
uitgesteld. De sector wacht naarstig op dit nieuwe kader. Deze leden vragen de Minister
of hij garanties kan geven over deze invoeringsdatum.
Ook vragen de leden van de VVD-fractie hoe de branche bij de verdere uitwerking van
de specifieke erkenningsregelingen, bijvoorbeeld in ministeriële regelingen, betrokken
zal worden. Zij heeft immers veel kennis van de uitvoeringspraktijk. Door deze kennis
in te zetten bij de uitwerking kan ervoor gezorgd worden dat de regelgeving goed aansluit
bij de praktijk. Graag een toelichting op de wijze waarop de verschillende branches
bij de verschillende uitwerkingen betrokken worden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
P.C. (Peter) de Groot, voorzitter van de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat -
Mede ondertekenaar
M. Meedendorp, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.