Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over de Ontwerp-Regeling stimulering verkeersveiligheidsmaatregelen 2025-2030 (Kamerstuk 29398-1132)
2024D46406 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat hebben verschillende fracties
de behoefte om vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister van Infrastructuur
en Waterstaat over de Ontwerp-Regeling stimulering verkeersveiligheidsmaatregelen
2025–2030 (Kamerstuk 29 398, nr. 1132).
De voorzitter van de commissie,
Peter de Groot
Adjunct-griffier van de commissie,
Meedendorp
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Inhoudsopgave
Inleiding
PVV-fractie
VVD-fractie
NSC-fractie
Inleiding
De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van de beleidsbrieven omtrent de
Ontwerp-Regeling stimulering verkeersveiligheidsmaatregelen 2025–2030 (hierna: Regeling)
en willen de Minister enkele vragen stellen hierover.
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben kennisgenomen van de Regeling en hebben
hier op dit moment geen vragen bij.
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de stukken behorend bij de Regeling
en hebben hierover nog enkele vragen en opmerkingen.
De leden van de NSC-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de Regeling
en hebben daarover nog een enkele vraag.
PVV-fractie
De leden van de PVV-fractie stellen vast dat lokale (mede)overheden aanvragen voor
rijksbijdragen kunnen doen teneinde maatregelen te treffen die de verkeersveiligheid
ten goede komen. Deze leden vragen zich af wat alle specifieke criteria zijn die worden
gebruikt bij de beoordeling of een rijksbijdrage daadwerkelijk wordt toegekend.
De leden van de PVV-fractie constateren dat de Regeling als doel heeft om de verkeersveiligheid
op het wegennet te stimuleren. Deze leden vragen zich af op welke wijze de impact
van de uitgevoerde verkeersveiligheidsmaatregelen wordt gemeten.
De leden van de PVV-fractie constateren dat de Regeling loopt tot 1 januari 2030,
maar dat de maatregelen uiterlijk 31 december 2028 moeten worden gerealiseerd. Deze
leden vragen zich af hoe deze twee data zich tot elkaar verhouden.
De leden van de PVV-fractie stellen vast dat de medeoverheden een aanvraag voor een
rijksbijdrage enkel kunnen doen tijdens een aanvraagtijdvak. Deze leden vragen hoeveel
van dit soort aanvraagtijdvakken er zijn en hoe lang deze duren.
De leden van de PVV-fractie hebben waargenomen dat voor iedere provincie, waterschap
en gemeente een budgetplafond is vastgesteld. Deze leden vragen hoe deze budgetten
tot stand zijn gekomen en zouden graag een uitgebreid schema met alle criteria inzien.
VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie vinden dat het aantal verkeersdoden omlaag moet. We moeten
al het mogelijke doen om verkeersveiligheid te verbeteren en deze leden zijn daarom
blij dat er vanaf 2020 500 miljoen euro beschikbaar is gekomen voor het treffen van
verkeersveiligheidsmaatregelen. Omdat de meeste verkeersdoden vallen op het onderliggend
wegennet is het goed dat dit geld terecht komt bij provincies, gemeenten en waterschappen.
De leden van de VVD-fractie vragen de Minister hoe hij ervoor kan zorgen dat, zodra
aanvragen zijn gedaan, het geld zo snel mogelijk bij de provincies, gemeenten en waterschappen
terecht komt zodat er snel mogelijk maatregelen kunnen worden getroffen. Wat wordt
gedaan om snelheid te maken? Er is geen tijd te verliezen.
De leden van de VVD-fractie vragen hoe de Minister in gesprek is met de beheerders
van het onderliggend wegennet over verkeersveiligheid in het algemeen. En hoe wordt
ook over de toekomst gesproken, gezien het feit dat de wegen steeds drukker en voller
worden? Welk beeld van de toekomst heeft de Minister bij de verkeersveiligheidsmaatregelen
die moeten worden getroffen op het onderliggend wegennet en het hoofdwegennet?
De leden van de VVD-fractie lezen dat het Interprovinciaal Overleg (IPO) en de Unie
van Waterschappen hebben gevraagd om de realisatiedatum van de maatregelen op te rekken
van 31 december 2028 naar 31 december 2029 en dat het Ministerie van Infrastructuur
en Waterstaat (IenW) hier wegens hem moverende redenen geen gehoor aan heeft gegeven.
Deze leden vragen zich af hoe het besluit om de realisatiedatum niet op te rekken
zich verhoudt tot de uitdagingen op de infrastructurele portefeuille, zoals het gebrek
aan personele capaciteit. Deze leden hopen dat dit besluit er niet toe leidt dat verbeterende
maatregelen voor de verkeersveiligheid niet ten uitvoer gebracht kunnen worden, doordat
er geen capaciteit beschikbaar is en het tijdsbestek te gering is.
Daarnaast lezen de leden van de VVD-fractie dat de rijksbijdrage wordt verstrekt op
basis van cofinanciering en maximaal 50% van de uitvoerings- en infrastructurele kosten
van maatregelen dekt. Deze leden vragen zich af in hoeverre de Minister commitment
heeft gekregen van decentrale overheden dat zij in de positie zijn de overige 50%
van de kosten ter verbetering van de verkeersveiligheid te kunnen dekken, mede gelet
op de bredere financiële uitdagingen waar decentrale overheden mee moeten dealen.
NSC-fractie
De leden van de NSC-fractie vinden het goed dat er met deze Regeling wordt geïnvesteerd
in verkeersveiligheid en wijzen erop dat uit evaluatie blijkt dat elke geïnvesteerde
euro 1,7 keer wordt terugverdiend.
De leden van de NSC-fractie constateren dat het rijksbijdrageplafond verdeeld wordt
in verschillende plafonds per aanvrager. Deze leden vragen of bij de vorige tranches
alle aanvragers tot hun plafond gebruik hebben gemaakt van de cofinanciering van de
Regeling. Zo nee, vragen deze leden welke verklaring de Minister daarvoor heeft en
welke acties hij onderneemt om hier verandering in aan te brengen.
De leden van de NSC-fractie vragen hoe uitvoering is gegeven aan de aanbeveling van
het Instituut voor Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid (SWOV) om de menukaart
met maatregelen bij de derde tranche zoveel mogelijk te richten op de meest kosteneffectieve
maatregelen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
P.C. (Peter) de Groot, voorzitter van de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat -
Mede ondertekenaar
M. Meedendorp, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.