Inbreng verslag schriftelijk overleg : inbreng verslag van een schriftelijk overleg over de implementatie van de herziene Detacheringsrichtlijn (Kamerstuk 29861-149)
2024D44933 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
In de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid bestond bij enkele fracties
de behoefte een aantal vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister van Sociale
Zaken en Werkgelegenheid over de op 28 oktober 2024 ontvangen brief De Implementatie
van de Herziene Detacheringsrichtlijn (Kamerstuk 29 861, nr. 149).
De voorzitter van de commissie,
Tielen
Adjunct-griffier van de commissie,
Van den Broek
Inhoudsopgave
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de NSC-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie
II Antwoord/Reactie van de Minister
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben met interesse en verwondering kennisgenomen
van de brief over de implementatie van de Herziene Detacheringsrichtlijn (de Richtlijn).
Deze leden zijn van mening dat een wettelijke bepaling om de inleners-cao van toepassing
te verklaren op alle werknemers die in en naar Nederland gedetacheerd worden wenselijk
is. Zij hebben hier nog enkele vragen en opmerkingen bij.
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie lezen dat de Minister er niet voor kiest om
een wettelijke bepaling te maken om de arbeidsvoorwaarden van gedetacheerden in en
naar Nederland gelijk te trekken met de arbeidsvoorwaarden van werknemers in datzelfde
bedrijf. Deze leden zijn van mening dat deze bepaling de positie van arbeidsmigranten
zou versterken, evenals gedetacheerden in Nederland zelf. Kan de Minister aangeven
waarom hij van mening is dat de baten niet opwegen tegen de lasten? Hoe kan deze inschatting
gemaakt worden als niet in te schatten valt hoeveel binnen- en buitenlandse werknemers
baat zouden hebben bij deze uitbreiding? Hoe kijkt hij naar het signaal dat de vakbonden
geven dat er wel degelijk een groep buitenlandse gedetacheerde werknemers is die baat
zou kunnen hebben bij een dergelijke ingreep? Ziet hij de kwetsbare positie die deze
werknemers op onze arbeidsmarkt hebben? In welke sectoren werken de werknemers die
baat zouden hebben bij deze ingreep?
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie zijn verbaasd dat de Minister geen einde wil
maken aan concurrentie op arbeidsvoorwaarden voor buitenlandse gedetacheerde werknemers,
met name omdat de Minister heeft aangegeven directe dienstverbanden van belang te
vinden. Hoe rijmen deze standpunten volgens de Minister? Is hij het eens met deze
leden eens dat het concurreren op arbeidsvoorwaarden door een dergelijke wettelijke
bepaling lastiger zou worden?
In het ambtelijke onderzoek lezen de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie dat het
moeilijk zou kunnen zijn om de vergewisbepaling tot stand te brengen in onderhandelingen
aangezien werkgevers misschien weinig voordeel in de bepaling zien. Deze leden vinden
het juist daarom van belang dat er wél een wettelijke bepaling komt. Ziet de Minister
het risico dat als hij de cao-partners dit laat uitonderhandelen de kans bestaat dat
er dus geen stap verder wordt gezet naar gelijk loon voor gelijk werk? Hoe beoordeelt
hij in dat licht zijn beslissing?
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie lezen dat de informatievoorziening via postedworkers.nl
loopt. Deze leden maken zich zorgen of de doelgroep deze website kan vinden. Hoe vindt
een gemiddelde arbeidsmigrant bijvoorbeeld in de bouw zijn weg naar deze site? Begrijpen
zij dan ook allemaal wat daar staat? Begrijpt de arbeidsmigrant in de bouw dat er
een algemeen verbindend verklaarde cao van toepassing is en dat hij dus naar de inleen-cao
moet vragen?
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie maken zich grote zorgen over detachering van
derdelanders via landen als Polen en Litouwen naar Nederland. Met deze route wordt
hard geconcurreerd op arbeidsvoorwaarden. Werknemers krijgen een werkvergunning in
een ander Europese Unie-land en worden dan (vrijwel) meteen gedetacheerd naar Nederland.
Zij kunnen daarbij ook weer doorgedetacheerd worden naar een andere dienstontvanger
binnen of buiten Nederland. De Richtlijn poogt doordetachering enigszins in goede
banen te leiden, maar bepaalt niet of doordetachering überhaupt mogelijk zou moeten
zijn. Is het onder de Richtlijn mogelijk om doordetachering door middel van een wettelijke
bepaling te verbieden? Hoe kijkt de Minister hiernaar?
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie zien het nut van buitenlandse detachering
in sommige gevallen, maar zien problemen ontstaan wanneer puur arbeid wordt verhandeld
onder de Richtlijn. Hoe kijkt de Minister ernaar om er in de EU voor te pleiten om
puur ter beschikking stellen van arbeid, en dus uitzendbureaus, onder de Richtlijn
onmogelijk te maken?
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie maken zich zorgen over de doordetachering van derdelanders
via de detacheringsmogelijkheden die het vrij verkeer van personen in de Europese
Unie biedt. De EU-lidstaten hebben de nationale competentie om werkvergunningen te
verstrekken aan mensen van buiten de EU. Deze mensen kunnen vervolgens na een korte
periode in dit land te hebben gewerkt via EU-landen doorgedetacheerd worden naar Nederland.
Deze leden vragen of de Minister bereid is om landen die veelvuldig meewerken aan
deze constructies zoals Litouwen en Portugal aan te spreken op het feit dat zij veelvuldig
werkvergunningen verstrekken aan derdelanders. Welke maatregelen gaat de Minister
nemen om te voorkomen dat deze constructie wordt gebruikt en misbruikt om derdelanders
hier in Nederland te laten werken?
De leden van de VVD-fractie vragen of de Minister bereid is om de Richtlijn aan te
passen zodat alleen mensen die minstens 130% van het wettelijk minimumloon verdienen
gebruik kunnen maken van een doordetachering via een ander EU-lidstaat. Zo nee, waarom
niet? In welke wetgeving zou dit moeten worden aangepast? Welke stappen kan de Europese
Commissie nemen wanneer Nederland besluit om wetgeving aan te passen zodat alleen
mensen die minstens 130% van het wettelijk minimumloon verdienen gebruik kunnen maken
van een doordetachering via een ander EU-lidstaat?
De leden van de VVD-fractie vragen of de Minister bereid is om de Richtlijn aan te
passen zodat alleen mensen die minstens vijf maanden hebben in de EU-lidstaat die
de werkvergunning heeft verstrekt aan een derdelander. Zo nee, waarom niet? In welke
wetgeving zou dit moeten worden aangepast? Welke stappen kan de Europese Commissie
nemen wanneer Nederland besluit om wetgeving aan te passen zodat alleen mensen die
minstens vijf maanden hebben verbleven in de EU-lidstaat die de werkvergunning heeft
verstrekt aan een derdelander?
De leden van de VVD-fractie vragen wat de Minister gaat doen met het advies van de
Europese Commissie om meer in te zetten op handhaving bij doordetachering met derdelanders,
vooral in sectoren waar veel derdelanders werken.
De leden van de VVD-fractie lezen dat de Europese Commissie informatievoorziening
van groot belang acht voor adequate bescherming van gedetacheerde werknemers, dat
het kabinet deze conclusie onderschrijft en dat deze informatievoorziening met name
verloopt via postedworkers.nl. Deze leden zijn benieuwd welke inspanning de Minister
levert om deze informatiebron overtuigend zichtbaar te maken bij de gedetacheerde
werknemers. Daarnaast vragen deze leden via welke andere bronnen de informatievoorziening
verloopt.
De leden van de VVD-fractie lezen dat de Europese Commissie wegens zorgen over de
praktische toepassing adviseert de Europese Arbeidsautoriteit (ELA) een belangrijke
rol te geven over de samenwerking over en handhaving van regelgeving over grensoverschrijdende
detachering, met mogelijk een betrokkenheid voor de sociale partners. Deze leden vragen
welke vorm deze betrokkenheid van de sociale partners mogelijk zou krijgen.
De leden van de VVD-fractie lezen dat 29% van de opdrachtnemers van mening is dat
de handhaving van de IHD versterkt moet worden. Dit zou het belangrijke verbeterpunt
zijn. Deze leden vragen wat de huidige handhavingsstrategie is en wat de opdrachtnemers
zien als de belangrijkste mogelijkheden tot verbetering.
Vragen en opmerkingen van de leden van de NSC-fractie
De leden van de NSC-fractie vinden het van groot belang dat er meer grip komt op arbeidsmigratie
en misbruik van arbeidsmigranten wordt tegengegaan. Er moet beter samengewerkt tussen
de Nederlandse en Europese toezichthouder om grip te houden op arbeidsmigratie en
arbeidsmigranten te beschermen. Daarom hebben deze leden de volgende vragen over de
Herziene Detacheringsrichtlijn.
De leden van de NSC-fractie constateren dat bij werknemers die langer dan 12 of 18
maanden werken vrijwel alle wettelijke bepalingen van toepassing zijn, behalve voor
het aanvullende bedrijfspensioen. Aanvullend pensioen maakt echter een omvangrijk
deel uit van het totale beloningspakket en daarom hebben vakbonden eerder gepleit
om de gedetacheerde werknemer hiervoor te compenseren. Is het kabinet voornemens om
dit standpunt ook in de EU te verdedigen en ziet het kabinet mogelijkheden om de richtlijn
op termijn aan te passen?
De leden van de NSC-fractie constateren dat in de praktijk veel arbeidsmigranten verzekerd
zijn via hun werkgever. In het onderzoek van Panteia over de doelmatigheid van de
Herziene Detacheringsrichtlijn staat dat bij 27% van de onder de Richtlijn vallende
werknemers, door de opdrachtnemer kosten ingehouden worden op het loon (37% in meting
1). Hieronder vallen ook zorgverzekeringskosten. Toch zijn er veel berichten over
onverzekerde arbeidsmigranten. Er zijn subsidieregelingen voor onverzekerden maar
dit is geen structurele oplossing. Welke structurele maatregelen gaat het kabinet
nemen om ervoor te zorgen dat arbeidsmigranten niet langer onverzekerd zijn voor ziektekosten?
De leden van de NSC-fractie constateren dat de Richtlijn voorziet in een uitbreiding
van de «harde kern» van arbeidsvoorwaarden naar huisvestingsvoorwaarden. In de praktijk
staat de teller op ongeveer 6000 dakloze arbeidsmigranten. Hoe reflecteert het kabinet
op deze maatregel uit de Richtlijn en op deze hoge aantallen daklozen onder arbeidsmigranten?
De leden van de NSC-fractie constateren dat Europese detachering een veel gebruikte
route is om werknemers van buiten de EU te werven via lidstaten met een liberaal toelatingsbeleid.
Welke publiek handhavingsmandaat kent de Nederlandse Arbeidsinspectie voor cao-lonen?
De leden van de NSC-fractie constateren dat de Europese rechter in het verleden in
discussies over de vergunningsplicht voor gedetacheerde derdelanders veel belang gehecht
aan het beginsel van vrij verkeer van diensten. De afgelopen jaren is de toon in EU
veranderd omdat duidelijk is dat de lidstaten niet de noodzakelijke bescherming kunnen
bieden aan deze derdelanders. Welke mogelijkheden zijn er – nu het vrij verkeer van
diensten voor derdelanders steeds minder stringent is – om handhavings-en vergunningensystemen
in te voeren om de positie van de derdelander te beschermen?
De leden van de NSC-fractie constateren dat veel gedetacheerde werknemers, waaronder
derdelanders, nu onwetend zijn over hun rechten en plichten. Uit het onderzoek van
Panteia volgt dat het helpt om rechtstreeks informatie te verschaffen aan de werknemer
in plaats van via de werkgever. De Minister geeft aan in zijn brief dat hij wil onderzoeken
of dit kan, mede gelet op de privacy. Binnen welke termijn zal dit onderzoek afgerond
zijn? En waarom is privacy een mogelijk struikelblok terwijl het gaat om beperkte
gegevensverwerking die nodig is om de gedetacheerde werknemer te beschermen?
De leden van de NSC-fractie constateren dat goede samenwerking tussen nationale toezichthouders
en de Europese toezichthouder cruciaal is om de positie van gedetacheerde werknemers
te verbeteren. Specifiek voor derdelanders is het echter zo dat de toezichthouders
van de doorzendende lidstaat niet altijd ontvankelijk is voor samenwerking, omdat
de lidstaat zelf garen spint bij de detachering van derdelanders. Doorzendende lidstaten
zoals Polen, innen immers vaak de sociale premies. Hoe wil de Minister ervoor zorgen
dat de uitzendende lidstaten beter met de Nederlandse en Europese toezichthouder zal
samenwerken?
De leden van de NSC-fractie lezen dat de Minister in de brief aangeeft dat ook sociale
partners betrokken kunnen worden bij het bevorderen van de naleving van de regels.
Voor welke (handhavings)bevoegdheden en op welke manier zullen sociale partners betrokken
worden?
De leden van de NSC-fractie constateren dat de Europese Commissie overweegt dat de
lange onderaannemingsketen een belangrijke uitdaging is voor lidstaten bij de bestrijding
van ongewenste arbeidsmigratie. Eerder constateerde de Adviesraad Migratie dat de
lange detacheringsketen van verschillende partijen zorgt voor onduidelijkheid. Sommige
EU-landen, waaronder België, Frankrijk en Italië, hebben een plafond gesteld aan het
aantal onderaannemingsniveaus binnen de keten. Nederland kent deze beperking niet.
Is het kabinet voornemens om ook hier ook beperkingen aan te stellen, waarom wel of
niet?
De leden van de NSC-fractie constateren dat de bouwsector erom bekend staat dat met
grote aantallen (buitenlandse) werknemers wordt gewerkt die wisselen per bouwproject.
In de evaluatie van Panteia wordt opgemerkt dat een Bouwplaats-ID uitkomst kan bieden.
Dit is een bouwplaatsregistratiesysteem waarin de onderlinge relaties zichtbaar worden
op de bouwplaats. In hoeverre wil de Minister inzetten op een bouwplaats-ID of een
equivalent daarvan, zodat er beter overzicht is wie op welke plaatsen werkzaamheden
worden verricht?
De leden van de NSC-fractie constateren dat uit het onderzoek van Panteia blijkt dat
veel werknemers/werkgevers moeite hebben om de looncomponenten in de verschillende
landen te bepalen en vergelijken. Toegankelijke informatie is in dat kader essentieel.
Hoe wil de Minister dit verbeteren? Eén van de mogelijkheden is de Europese remuneratiën-calculator.
Wil het kabinet in Europees verband inzetten op de ontwikkeling van een dergelijke
calculator zodat informatie eerder en beter ter kennis kan worden gebracht?
De leden van de NSC-fractie constateren dat een veelgehoord probleem is dat op papier
soms alles goed geregeld lijkt maar de praktijk anders is. Zoals ook in het onderzoek
van Panteia wordt opgemerkt werken gedetacheerde werknemers soms meer arbeidsuren
dan op papier is afgesproken. Handhaving kan dan alleen effectief zijn als de toezichthouder
niet uitgaat van de papieren-werkelijkheid. Hoe wil het kabinet de handhaving inrichten
zodat ook deze gevallen opgespoord kunnen worden?
De leden van de NSC-fractie lezen dat de Europese Commissie constateert dat handhaving
van de Richtlijn lastig kan zijn. Eerder is door de Adviesraad Migratie geadviseerd
om een zwarte lijst van malafide werknemers op te stellen, maar het kabinet vond dit
vooralsnog niet nodig. Nu ook dit rapport laat zien dat handhaving moeilijk is: is
de het kabinet wel voornemens om een zwarte lijst op te stellen van malafide ondernemingen?
De leden van de NSC-fractie constateren dat uit het onderzoek van de Europese Commissie
blijkt dat derdelanders kwetsbaar zijn, omdat deze in hoge mate afhankelijk zijn van
de werkgever. Als de werkgevers hen ontslaat dan verliezen zij ook hun verblijfsrecht,
waardoor zij vaak illegaal blijven hangen in het land waar ze het laatst verbleven.
Op het advies van de Adviesraad Migratie gaf de vorige Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid aan dat het in de rede ligt dat de arbeidsmigrant terugkeert naar
de lidstaat waar hij een werkvergunning heeft gekregen. Hoe gaat het kabinet ervoor
zorgdragen dat de arbeidsmigrant niet illegaal in Nederland verblijft? Hoe gaat het
kabinet ervoor zorgen dat de EU-lidstaat die de verblijfsvergunning verstrekt ofwel
de werkgever die de arbeidsmigrant heeft aangenomen meer verantwoordelijkheid gaat
nemen voor ontslagen gedetacheerde werknemers?
De leden van de NSC-fractie lezen in het werkdocument van de Europese Commissie dat
lidstaten naast de overheidssites ook moeten inzetten op andere vormen van communicatie,
bijvoorbeeld flyers in verschillende talen, het opzetten van hulplijnen. Naar aanleiding
van deze bevindingen: gaat het kabinet naast de verbetering op de overheidssite ook
inzetten op andere vormen van communicatie om de arbeidsmigranten te bereiken zoals
bijvoorbeeld bij Registratie Niet-ingezetenen (RNI-)loketten, en zo ja, welke en wanneer?
Uit het onderzoek van de Europese Commissie volgt andermaal dat derdelanders moeite
hebben om rechten te claimen, zowel in het land waar de derdelanders werken als het
land waar zij de verblijfs- of werkvergunning hebben gekregen. Uit het werkdocument
van Europese Commissie blijkt dat er daarom een breed netwerk van sociale partners
en NGO’s moet worden ingezet om de noodzakelijke hulp te bieden. Welke netwerk bestaat
er nu al in Nederland voor derdelanders die hun rechten willen claimen, is dit voldoende
effectief en hoe wil de het kabinet dit netwerk versterken?
Uit het werkdocument blijkt dat er een verschil van inzicht bestaat tussen lidstaten
in het nemen van er additionele maatregelen voor derdelanders. Deze leden vinden het
juist belangrijk dat Nederland in Europees verband zich er hard voor maakt dat de
afspraken rondom derdelanders strenger en duidelijker worden. Wat is het standpunt
van het kabinet en hoe wil zij in Europees verband haar doel bereiken?
In het ambtelijk onderzoek lezen de leden van de NSC-fractie dat een doorkruising
van de huidige cao-systematiek zodanig ingrijpend is dat deze niet in verhouding staat
tot de beperkte baten van een wettelijke optie. Zijn er volgens het kabinet daadwerkelijk
juridische gevolgen verbonden als deze cao-systematiek in lichte mate wordt doorkruist?
Of gaat het meer om het principe? In het ambtelijk onderzoek worden enkele problemen
aangekaart die kunnen opkomen als een niet algemeen verbindend verklaarde cao via
een wettelijke optie van toepassing worden verklaard op gedetacheerde werknemers.
In hoeverre zijn deze problemen vergelijkbaar met een wel algemeen verbindend verklaarde
cao? Daarbij spelen toch dezelfde problemen?
Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie
De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de brief van de Minister van Sociale
Zaken en Werkgelegenheid en de bijhorende onderzoeken. Deze leden hebben hier een
vraag over.
De leden van de SP-fractie hebben zijn recentelijk een situatie tegengekomen in de
Botlek, waar arbeidsmigranten uit landen buiten de EU, zoals Wit-Rusland, Moldavië
en Nepal, gedetacheerd door Poolse en Letse bedrijven maandenlang als vrachtwagenchauffeur
in Nederland werken. Zij slapen die tijd in hun cabine en hebben vaak geen toegang
tot sanitaire voorzieningen zoals een douche of toilet. Ook breken deze bedrijven
de cabotageregels door alleen binnenlands vervoer te regelen, de vrachtwagens rijden
niet terug naar Polen. Door het detacheren van medewerkers van buiten de EU via Polen
ontstaat er een driestrijd tussen Nederlandse vrachtwagenchauffeurs, arbeidsmigranten
uit de EU en gedetacheerde arbeidsmigranten van buiten de EU. Omdat de gedetacheerde
werknemers akkoord gaan met lagere lonen en slechtere arbeidsomstandigheden dan de
Nederlanders en EU-arbeidsmigranten wordt de vrachtvervoer goedkoper, maar wordt de
kwaliteit van de werkomstandigheden slechter en vermindert de werkgelegenheid. Hoe
wil de Minister hiertegen optreden, zodat gedetacheerde werknemers van buiten de EU
niet meer uitgebuit worden en de arbeidsomstandigheden worden verbeterd?
II Antwoord/Reactie van de Minister
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.Z.C.M. Tielen, voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid -
Mede ondertekenaar
E.E. van den Broek, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.