Voorstel van wet : Voorstel van wet
36 657 Wijziging van de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens ter vastlegging van de doelen van het gebruik van het Europees strafregisterinformatiesysteem
ARTIKEL I
ARTIKEL II
ARTIKEL III
ARTIKEL IV
Nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is dat de doelen van het
gebruik van het Europees strafregisterinformatiesysteem, in lijn met nieuwe Europese
regelgeving, worden vastgelegd in de wet;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen
overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden
en verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:
1. Aan onderdeel a wordt toegevoegd: «of persoonsgegevens die in het strafregister van
een andere lidstaat zijn vermeld en uit hoofde van artikel 2a worden verwerkt door
Onze Minister».
2. Aan het artikel wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel ad
door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:
ae. Ecris:
Het Europees strafregisterinformatiesysteem, bedoeld in artikel 1, onderdeel c, van
Kaderbesluit 2009/315/JBZ.
B
Artikel 2a, eerste en tweede lid, komt te luiden:
1. Onze Minister verzoekt de centrale autoriteit van een lidstaat via Ecris om doorgifte
van justitiële gegevens ten behoeve van:
a. de strafrechtspleging;
b. een verzoek van de betrokkene om een overzicht van de hem betreffende justitiële gegevens
als bedoeld in artikel 18;
c. het onderzoek in verband met de verklaring omtrent het gedrag als bedoeld in artikel
28;
d. het advies van het Bureau bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar
bestuur als bedoeld in artikel 9 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen
door het openbaar bestuur;
e. het onderzoek naar de geschiktheid van de aspirant-adoptiefouder, bedoeld in artikel
5, eerste lid, van de Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie;
f. de beslissing over de afgifte van een verklaring van geen bezwaar ten aanzien van
de pleegouder en inwonende van twaalf jaar en ouder, bedoeld in artikel 5.1, eerste
lid, onderdeel d, van de Jeugdwet;
g. de beoordeling van de criteria de openbare orde, de openbare veiligheid, of de nationale
veiligheid bij het nemen van beslissingen uit hoofde van de Vreemdelingenwet 2000;
en
h. de beoordeling van de criteria de openbare orde, de goede zeden, de veiligheid, de
veroordeling wegens een bepaald misdrijf, of de nationale veiligheid bij het nemen
van beslissingen uit hoofde van de Rijkswet op het Nederlanderschap.
2. Onze Minister raadpleegt Ecris-TCN overeenkomstig Verordening (EU) 2019/816 ten behoeve
van de in het eerste lid genoemde doelen.
C
In artikel 35, eerste lid, wordt «indien in de justitiële documentatie met betrekking
tot de aanvrager een strafbaar feit is vermeld» vervangen door «indien met betrekking
tot de aanvrager justitiële gegevens bestaan over een strafbaar feit».
ARTIKEL II
De Uitvoeringswet Handels- en Samenwerkingsovereenkomst EU – VK Justitie en Veiligheid
wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 11 komt te luiden:
Onze Minister verzoekt de centrale autoriteit van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië
en Noord-Ierland om doorgifte van justitiële gegevens ten behoeve van de doelen, genoemd
in artikel 2a, eerste lid, onderdelen a en c tot en met h, van de Wet justitiële en
strafvorderlijke gegevens, met uitzondering van de beoordeling van de criteria de
openbare orde of de nationale veiligheid bij het nemen van beslissingen uit hoofde
van artikel 3, eerste lid, onderdeel b, van de Vreemdelingenwet 2000.
B
Artikel 12 komt te luiden:
Onze Minister geeft op verzoek van de centrale autoriteit van het Verenigd Koninkrijk
van Groot-Brittannië en Noord-Ierland justitiële gegevens door indien die gegevens
worden verzocht ten behoeve van de doelen, genoemd in artikel 2a, eerste lid, van
de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens, met uitzondering van de beoordeling
van de criteria de openbare orde of de nationale veiligheid bij het nemen van beslissingen
uit hoofde van artikel 3, eerste lid, onderdeel b, van de Vreemdelingenwet 2000.
ARTIKEL III
Het Wetboek van Strafvordering wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 27b, zesde lid, wordt «derde lid» vervangen door «vierde lid» en wordt
«bedoeld in artikel 18, onderdelen a tot en met g» gewijzigd in «bedoeld in artikel
18, onderdelen a tot en met g, van de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens».
ARTIKEL IV
Deze wet treedt in werking op een bij Koninklijk Besluit te bepalen tijdstip.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries,
autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering
de hand zullen houden.
Gegeven
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid – Rechtsbescherming,
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.