Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over de geannoteerde agenda van de Landbouw- en Visserijraad van 18 november 2024 (Kamerstuk 21501-32-1680)
2024D43092 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur hebben
de onderstaande fracties de behoefte vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister
en Staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur over de geannoteerde
agenda voor de Landbouw- en Visserijraad op 18 november 2024 (Kamerstuk 21 501-32, nr. 1680).
De voorzitter van de commissie,
Aardema
Adjunct-griffier van de commissie,
Van den Brule-Holtjer
Inhoudsopgave
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de NSC-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de PvdD-fractie
II Antwoord/ Reactie van de Minister en Staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid
en Natuur
III Volledige agenda
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie
De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda van het
schriftelijk overleg over de Landbouw- en Visserijraad.
Vangstmogelijkheden Oostzee 2025
De leden van de PVV-fractie vragen aandacht voor de beperkingen van de Nederlandse
vissers bij het akkoord op de vangstmogelijkheden in de Oostzee voor 2025.Deze leden
vragen dan ook grote aandacht voor deze probleemsituatie met eutrofiëring en zijn
voorstander van innovaties om deze het hoofd te bieden. Nederland heeft de plicht
om de Nederlandse vissers te helpen en de verplichting om voedselzekerheid te continueren.
Deze leden zijn positief over de stimulans van de Europese Commissie (EC) om innovatieve
projecten ten gevolge van de Oostzee te stimuleren, waaronder filteren van het water
door mosselen om zo het zuurstofgehalte omhoog te brengen.
Deze leden voelen het echter als een plicht dat de oorzaak van dit probleem moet worden
toegeschreven en aangepakt bij de bron. De huidige bemesting- en gewasbeschermingsactiviteiten
in Nederland zijn van matige invloed op eutrofiëring.
De leden van de PVV-fractie vragen zowel de Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid
en Natuur (LVVN) als staatsecretaris van LVVN in hoeverre er inzichtelijk is wat de
invloed van de bronnen op eutrofiëring is. Dit betreft bronnen als ongezuiverd en
gedeeltelijk gezuiverd afvalwater van huishoudens en industrie, riool overstorten,
regenval, de afspoeling van stedelijke gebieden, maar ook het vervuilde water wat
Nederland via rivieren en grondwater binnenkomt.
De leden van de PVV-fractie vragen of de Minister en de Staatssecretaris de mening
delen dat eutrofiëring ook aan andere bronnen is toe te schrijven en het niet weer
alleen de agrarische sector is die ook hiervoor moeten boeten.
Goedkeuring concept-Raadsconclusies Gemeenschappelijk Landbouwbouwbeleid na 2027
De leden van de PVV-fractie zijn zeer content dat de Nederlandse prioriteiten zoals
doelsturing, concurrentievermogen, kennis en innovatie, agrarisch natuurbeheer en
het beter belonen van publieke diensten voor natuur en milieu, uitvoerbaarheid, behoud
van het nieuwe prestatiemodel, een vitaal platteland en jonge boeren voldoende terugkomen
in de conclusies. Deze leden geloven dat landeigenschappen, kennis en kunde van zeer
grote invloed moeten zijn op de meerjarige strategie bij het landbouwbeleid.
De leden van de PVV-fractie zijn overtuigd van de kracht van de Nederlandse landbouw.
Onze landbouw is bewezen veelzijdig en diepgeworteld in innovatie, duurzaamheid en
een sterke exportpositie. Er zijn enkele kernfactoren die de Nederlandse landbouw
onderscheiden, versterken en van toegevoegde waarde moeten zijn bij het Gemeenschappelijk
Landbouwbeleid (GLB) na 2027. Dit behelst ten eerste technologische vooruitgang: wereldwijd
staat Nederland bekend om geavanceerde landbouwtechnologieën. Innovaties als precisielandbouw,
verticale landbouw, robotica, sensortechnologie, minimale milieu-impact en zeer efficiënte
voedselproductie. Ook betreft het efficiëntie en productiviteit: Nederland heeft de
meest productieve boeren ter wereld en is de tweede grootste exporteur van landbouwproducten
ter wereld. Ten derde gaat het om duurzaamheid en klimaatbewustzijn: het verminderen
van uitstoot, het gebruik van biologische bestrijdingsmiddelen, maatschappelijke en
economische drang naar duurzaamheid en innovaties als kringlooplandbouw. Vervolgens
de verbinding tussen kennisinstituten en bedrijven, waarmee Nederlandse boeren in
staat worden gesteld om te blijven innoveren en concurreren. De vijfde kernfactor
draait om exportkracht en netwerken: de wereldwijde integratie in markten, het netwerk
van de Nederlandse havens en het feit dat Nederland een belangrijke spil is in de
wereldwijde voedselvoorziening. Ten slotte komt de weerstand tegen klimaatverandering
aan bod, aangezien de Nederlandse landbouw relatief goed tot zeer bestand is tegen
klimaatschommelingen.
De leden van de PVV-fractie constateren dat de kracht van de Nederlandse landbouw
in haar flexibiliteit en onuitputtelijke vermogen om zich aan te passen en te innoveren
ligt, waardoor Nederland voorop kan blijven lopen in de mondiale landbouwsector.
De leden van de PVV-fractie vragen de Minister of zij de kracht van de Nederlandse
kernfactoren binnen de landbouw deelt.
De leden van de PVV-fractie zouden graag aan de Minister vragen om dit continue onder
gepaste aandacht te brengen bij de andere lidstaten. Lidstaten kunnen immers ook goed
profiteren van de Nederlandse landbouwsuccessen.
De leden van de PVV-fractie zouden afsluitend hier graag een reactie van de Minister
op willen.
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda
voor de Landbouw- en Visserijraad van 18 november 2024. Hierover hebben deze leden
vragen en opmerkingen.
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie lezen om te dat de marktsituatie in Europa
zich positief ontwikkelt. Deze leden vragen of de positieve ontwikkelingen regionaal
verschillen. Welke gevolgen heeft de stabiele situatie voor Nederlandse boeren? Is
er een groot verschil tussen de positie van Nederland ten opzichte van andere lidstaten?
Deze leden zijn ook benieuwd naar wat het kabinet schaart onder «negatieve gevolgen
als gevolg van dierziektes en de geopolitieke onrust» als risico’s voor een stabiele
landbouwmarkt. Kunt u meer zeggen over de risico’s die u op deze vlakken ziet? Welke
gevolgen kunnen er op korte termijn zijn die de landbouw raken? Op welke «specifieke
problemen als gevolg van dierziektes als blauwtong» gaat u tijdens het overleg aandringen?
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie lezen vervolgens over de bespreking over vangstmogelijkheden
van vis in de Atlantische Oceaan en de Noordzee in 2025. Het valt deze leden op dat
u het verduurzamen van de vloot niet noemt als deel van uw inbreng, terwijl dit een
integraal onderdeel is van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid (GVB). Welke maatregelen
wil Nederland nemen voor het herstellen van vispopulaties en het verduurzamen van
de vloot? Zijn deze in lijn met het GVB? Pleit Nederland expliciet voor het af- of
opschalen van bepaalde maatregelen op het gebied van duurzame visserij? Wat bedoelt
u precies met het meewegen van sociaaleconomische gevolgen bij het vaststellen van
vangstmogelijkheden? Hoe zorgt u ervoor dat de belangen van vissers en de belangen
van de natuur eerlijk worden afgewogen tegen elkaar? Dreigt u door de focus op maximale
vangst en de hoogst haalbare winst voor vissers het belang van de natuur niet achter
te stellen?
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie lezen tot slot met diepe verontrusting over
uw afwezigheid op de VN-biodiversiteitstop in Colombia. Deze leden vinden het van
het grootste belang dat Nederland haar verantwoordelijkheid neemt in het tegengaan
van soortenverlies en het herstellen van de natuur. Naar mening van deze leden is
de afwezigheid van Nederland op bestuurlijk niveau een stuitende blijk van onverschilligheid.
De door uzelf genoemde gevaren van soortenverlies verdienen uw aandacht, aangezien
u de natuurportefeuille beheert. Is het bijwonen van internationale politieke evenementen
die de natuur direct aangaan een onderdeel van uw werk? Waarom was u niet op de VN-biodiversiteitstop?
Kunt u redelijk onderbouwen waarom uw andere activiteiten voorrang hadden? Hoe heeft
u die afweging gemaakt? Hoe kan u onderhandelen, meebeslissen en een netwerk opbouwen
met andere landen over dit belangrijke onderwerp als u niet aanwezig bent?
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie vragen u dringend om zich actief te bemoeien
met internationale afspraken over de natuur. De gevolgen van soortenverlies en natuurschade
zal op termijn verwoestende gevolgen kunnen hebben voor Nederland. Het is uw politieke
verantwoordelijkheid om in de wereld een Nederlandse stempel te drukken op afspraken
die dat tegengaan. Welke mogelijkheid hadden individuele landen om een zienswijze
op plannen in te dienen? Heeft Nederland ieder van deze kansen benut? Met welke boodschap
is de ambtelijke afvaardiging namens Nederlandse regering op pad gestuurd? Voor welke
specifieke maatregelen heeft Nederland gepleit? Waar keert het kabinet zich juist
tegen voorstellen van het Colombiaanse voorzitterschap en andere landen?
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie vernomen met grote schrik dat het kabinet
het natuurplan, het National Biodiversity Strategy and Action Plan (NBSAP), dat samen
met wetenschappers en bedrijven is gemaakt niet heeft ingeleverd. Kunt u duidelijk
uitleggen waarom u dat niet heeft gedaan? Welke dingen staan er in dat plan die niet
in lijn zijn met het Hoofdlijnenakkoord en Regeerprogramma? Hebben die voorrang op
het natuurplan? Hoe geeft u uitvoering aan de belofte in het Regeerprogramma om zich
te committeren aan afspraken over biodiversiteit (Regeerprogramma, 13 september 2024
(https://www.rijksoverheid.nl/regering/regeerprogramma), p.46), als u het natuurplan niet indient? Wat is de toekomst van het natuurplan
en wanneer kan deze alsnog worden ingediend om de Nederlandse inzet kenbaar te maken
op het hoogste niveau? Deze leden vinden het een zeer zorgwekkende opstelling van
een Staatssecretaris die verantwoordelijk is voor de natuur. Zij verwachten een heldere
uitleg over de koers die u nu inslaat door verstek te laten bij de VN-biodiversiteitstop
en geen natuurplan in te dienen.
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie lezen dat u bedrijven en financiële instellingen
wil mobiliseren om bij te dragen aan betere biodiversiteit. Hoe denkt u dit te bereiken?
Op welke manieren kunnen bedrijven en financiële instellingen op een eerlijke manier
bijdragen aan de crisis in de biodiversiteit? Hoe denkt u hierover afspraken te maken
als u zelf niet aanwezig bent op evenementen waar dit wordt besproken? Bovendien zegt
u geen voorstander te zijn van een multilateraal fonds ten goede van de biodiversiteit.
Kunt u uitleggen waarom niet? Waarom beweren voorstanders dat huidige financieringsstructuren
niet genoeg zijn? Hoe weerlegt u dat?
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie lezen dat het kabinet de urgentie ziet voor
een vergaande aanpak tegen biodiversiteitsverlies. Het kabinet zegt dat Nederland
een betrouwbare verdragspartner te willen zijn. Hoe heeft u daar tijdens de VN-biodiversiteitstop
blijk van gegeven? Deze leden menen dat dit alleen gebeurt als u Nederland met een
groene boodschap op het wereldtoneel vertegenwoordigt. Hoe denkt u dat waar te maken
als u niet aanwezig bent? Hoe kijkt u zelf naar de diplomatieke gevolgen van uw afwezigheid?
Zal u bij de volgende VN-biodiversiteitstop wel zelf aanwezig zijn?
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
Geannoteerde agenda
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda voor de
Landbouw- en Visserijraad van 18 november 2024. Daarover hebben deze leden nog enkele
vragen en opmerkingen.
De leden van de VVD-fractie constateren in de agenda dat de marktsituatie na de invasie
van Oekraïne op de agenda staat. Het blijft, ook nu de markten lijken te stabiliseren,
cruciaal dat het kabinet zich maximaal inspant om de Oekraïense landbouwsector te
ondersteunen en Russische ondermijning van deze sector tegen te gaan. Daarom verzoeken
deze leden het kabinet de aangenomen motie van de leden Van Campen en Boswijk (Kamerstuk,
21 501-20; nr. 2075) uit te voeren en in te gaan of het tegengaan van Russische ondermijning ook op de
agenda staat.
Verslag van de Landbouw- en Visserijraad 21–22 oktober 2024 te Luxemburg
Onderhandelingen Gemeenschappelijk Landbouwbeleid na 2027
De leden van de VVD-fractie hebben via Europese media kennisgenomen van de vastgestelde
Voorzitterschapsconclusies over het GLB na 2027 (Politico, 22 oktober 2024, «EU farm
Ministers reject push to reform CAP spending» (https://www.politico.eu/article/farm-ministers-cap-spending-budget-over…). Deze leden vragen de Minister wanneer de daadwerkelijke onderhandelingen over het
nieuwe GLB gaan beginnen en wanneer zij een nadere uiteenzetting van de Minister over
haar inzet kunnen verwachten.
Vangstmogelijkheden in de Atlantische Oceaan en de Noordzee 2025
De leden van de VVD-fractie lezen dat het de inzet is om in december 2024 te komen
tot een politiek akkoord in de Raad over de vangstmogelijkheden in 2025. Deze leden
erkennen het belang van wetenschappelijk vastgestelde quota ten behoeve van duurzame
visstanden. Deze leden zien ook dat er grote schommelingen kunnen ontstaan bij deze
jaarlijkse vaststelling, zoals het geval was bij de tongquota. In het recente commissiedebat
Tuinbouw, Visserij en Biotechnologie van 3 oktober jongstleden gaf de de Staatssecretaris
aan om in gesprek te gaan met andere lidstaten over de mogelijkheid om vangstquota
voor een langere termijn vast te stellen, bijvoorbeeld een termijn van drie jaar,
om schommelingen te voorkomen. Hoe verlopen deze gesprekken? Verwacht de Staatssecretaris
deze inzet ook mee te kunnen nemen naar de onderhandelingen in december?
De leden van de VVD-fractie constateren dat de Staatssecretaris in een eerdere beantwoording
van vragen van deze leden (Kamerstuk 21 501-32, nr. 1669) zei in te zetten op een «meer holistische benadering, waarbij er naast de impact
van visserij ook rekening gehouden wordt met de andere aspecten die van invloed zijn
op de visstand, en met de sociaaleconomische impact.» Dit zou het doel dienen om «meer
stabiliteit te creëren bij het vaststellen van vangstmogelijkheden, met minder fluctuaties
van jaar tot jaar.» Zou de Staatssecretaris nader willen toelichten wat hij hier concreet
mee bedoelt? Hoe wil hij het belang van wetenschappelijk vastgestelde vangstquota
ten behoeve van duurzame visstanden samen laten gaan met het meewegen van de sociaaleconomische
gevolgen? Op welke manier is deze «holistische benadering» een andere benadering om
schommelingen te voorkomen dan de hierboven genoemde mogelijkheid om quota voor een
langere termijn vast te stellen?
Nederlandse Inzet voor de 16e Conferentie van Partijen (COP) voor het Verdrag Inzake
Biologische Diversiteit
De leden van de VVD-fractie zijn vergenoegd te vernemen dat Nederland zich tijdens
de COP als een betrouwbare verdragspartner zou hebben opgesteld binnen de context
van de afspraken daarover in de Europese Unie (EU). Deze leden juichen de overtuiging
van de Staatssecretaris van harte toe dat het stoppen van biodiversiteitsverlies urgent
en noodzakelijk is en dat dit tegelijkertijd alleen door internationale afspraken
daarover kan worden aangepakt. Juist vanwege die overtuiging begrijpen deze leden
niet goed waarom de Staatssecretaris ervoor heeft gekozen om verstek te laten gaan
bij de VN-biodiversiteitstop.
De leden van de VVD-fractie vragen welke andere prioriteiten de Staatssecretaris had
en welke acties op de top namens de Nederlandse regering zijn ondernomen om de eerdergenoemde
«overtuiging» kracht bij te zetten? Deze leden hebben met verontwaardiging begrepen
dat Nederland geen actieplan indiende op de wereldwijde VN-biodiversiteitstop. Klopt
de bewering van enkele Wageningse wetenschappers die in een open brief stelden dat
«Nederland klaar was met het plan waaraan ambtenaren van LVVN, kennisinstituten, natuurbeschermingsorganisaties
en bedrijven twee jaar hebben gewerkt»? Zo ja, welke argumenten had het kabinet om
dit plan niet in te dienen?
Vragen en opmerkingen van de leden van de NSC-fractie
De leden van de NSC-fractie hebben kennisgenomen van de stukken en hebben hier enkele
vragen over.
De leden van de NSC-fractie lezen dat verduurzaming en klimaatverandering uitdagingen
zijn voor verschillende landbouwsectoren. Deze leden vragen de Minister wat de inzet
van het kabinet is in Europa om deze uitdagingen in gezamenlijkheid op te pakken?
Voor welke landbouwsectoren spelen deze uitdagingen het meest? Welke landen binnen
EU-verband staan voor dezelfde uitdagingen en trekt de Minister daarmee op in de discussies?
De leden van de NSC-fractie vragen de Staatssecretaris welke rol er voor Natura 2000-gebieden
in de toekomst is in relatie tot de biodiversiteitsplannen? Hoe wordt geeft de Staatssecretaris
vorm aan het Hoofdlijnenakkoord om een sterk natuurnetwerk op te zetten? Welke overwegingen
voor het versterken van de biodiversiteit spelen hierbij een rol?
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de geannoteerde
agenda van de Landbouw- en Visserijraad van 18 november 2024. Deze leden hebben enkele
vragen dan wel opmerkingen.
De leden van de D66-fractie vragen de Minister in te gaan op de consequenties van
de winst van Donald Trump van de Amerikaanse presidentsverkiezingen voor de handel
van landbouwproducten met de Verenigde Staten. Hoe zullen de handelstarieven de Nederlandse
landbouw raken? Kan de Minister tevens een overzicht geven van de import van kunstmest
en krachtvoer, met daarin de landen van herkomst van deze producten? Deze leden erkennen
namelijk dat de Nederlandse landbouw erg efficiënt is, maar zij zijn ook benieuwd
hoe efficiënt deze is wanneer externe input wordt meegewogen. Kan de Minister daarom
een overzicht geven van de efficiëntie van de Nederlandse landbouw, inclusief het
buitenlandse grondgebruik, in vergelijking met boeren die niet of minder afhankelijk
zijn van geïmporteerde producten?
De leden van de D66-fractie lezen over de uitdagingen omtrent de fruit, groente en
olijfolieproductie. Eén van de uitdagingen zijn de effecten van klimaatverandering.
Ondertussen schiet het Nederlandse klimaatbeleid tekort en draagt ook de landbouw
onvoldoende bij aan het behalen van de klimaatdoelen. Net als deze leden hecht de
Minister veel waarde aan voedselzekerheid. Deelt zij de mening dat klimaatverandering
en de achteruitgang van biodiversiteit in Europa een significante drukfactor is op
de voedselzekerheid van Nederland en Europa? Zo ja, kan zij toelichten waarom het
kabinet ervoor kiest om ontoereikend klimaatbeleid te voeren, en in sommige gevallen
beleid te voeren dat klimaatverandering juist verergerd? Steunt zij het voorstel van
coalitiepartij BBB om gas terug te nemen op het klimaatbeleid? Zo nee, kan zij toelichten
welke stappen zij zal zetten om het te zorgen dat de landbouw een eerlijke bijdrage
levert aan het oplossen van de klimaatcrisis?
Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie
De leden van de BBB-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de geannoteerde
agenda van de landbouw- en visserijraad van 18 november aanstaande. Deze leden wensen
de Minister en Staatssecretaris veel succes, en willen nogmaals benadrukken dat de
bewindspersonen werken aan de goede relaties met de andere lidstaten. Naar aanleiding
van de geannoteerde agenda, en andere stukken, hebben deze leden nog een paar vragen
en opmerkingen.
Landbouw
De leden van de BBB-fractie worden graag geïnformeerd over de toelichting van de EC
over de vooruitzichten op de landbouwmarkten. Deze leden vragen of de verkiezingsoverwinning
van Trump wordt besproken en wat de EC daarvan verwacht met betrekking tot de vooruitzichten
op de landbouwmarkten. Deze leden hebben zorgen over de Chinese antidumping- en antisubsidieonderzoeken
en willen de Minister vragen of zij in kaart heeft wat de impact kan/zal zijn van
die Chinese antidumping- en antisubsidieonderzoeken voor Nederlandse bedrijven. De
EC heeft aangegeven een World Trade Organization (WTO)-zaak te zijn gestart, en dat
er brede steun in onder de lidstaten om steun te verlenen aan EU-producenten die gevolgen
ondervinden van deze onderzoeken. Graag vernemen deze leden hoe het daarmee staat.
De leden van de BBB-fractie lezen dat het Hongaars voorzitterschap het initiatief
heeft genomen om tot Raadsconclusies te komen over een op landbouwers gericht GLB
na 2027 om hiermee vanuit de Raad de EC politieke richting te geven. De Raad heeft
echter geen consensus kunnen bereiken over de conclusies, waardoor geen Raadsconclusies
zijn aangenomen. Wel zijn conclusies van het voorzitterschap gesteund door 26 lidstaten,
waaronder Nederland, vastgesteld. Kan de Minister verduidelijken wat dat betekent?
Voorts lezen deze leden dat er een discussie gaande is tussen lidstaten over volledige
externe convergentie. Kan de Minister dat nader toelichten, en deze leden vertellen
wat het standpunt van Nederland is wat betreft externe convergentie?
De leden van de BBB-fractie lezen dat tijdens de vorige Landbouw- en Visserijraad
de ambities omtrent toekomstige handelsverdragen is besproken. Deze leden willen de
Minister op het hart drukken dat we niet zouden mogen importeren wat we hier niet
zouden mogen produceren. Deze leden vragen aan de Minister of zij deze mening deelt
en of we deze insteek ook kunnen verwachten van de Minister. Kan de Minister voorts
een stand van zaken geven over het EU-Mercosur handelsverdrag?
De leden van de BBB-fractie lezen dat de EC wees op de vernietigende gevolgen van
plant- en dierziektes en daarom opriep meer aan bioveiligheid te doen (alle voorzorgsmaatregelen
die men kan nemen op het vlak van dier- en plantziektepreventie) en de noodzaak ziektes
vroegtijdig op te sporen. Deze leden horen graag welke kansen hier liggen voor Nederland.
Visserij
De leden van de BBB-fractie constateren dat zij achter de geadviseerde besluiten staan,
aangezien dit past in de visie «niet importeren wat we zelf niet mogen produceren».
Verder kijken deze leden erg uit naar wanneer de International Council for the Exploration
of the Sea (ICES) vangstadviezen voor 2025 beschikbaar zijn. Daarbij zouden deze leden
graag extra aandacht willen voor de vangstadviezen van het tongquotum. Vorig jaar
was er een enorme korting op het tong quotum, terwijl de jaren ervoor ook al enorme
kortingen op het tongquotum waren. Zo zijn de Nederlandse tongvissers in drie jaar
zo’n 90 procent van hun quotum zijn kwijtgeraakt, terwijl zo’n 50 procent van de vloot
was weggesaneerd. Hier is vorig jaar bij het vangstadvies helemaal geen rekening gehouden.
Ook is er in Mei 2024 een herijking geweest van de vangstadviezen. Waarbij de tongquota
twee en een half tot drie keer hoger werden ingeschat. Deze enorme variaties binnen
één van de belangrijkste vangstrechten van de Nederlandse vloot geeft weer dat hier
zeer scherp naar moet worden gekeken. Deze tussentijdse verhoging is niet bij de Nederlandse
vissers gecorrigeerd, terwijl dit voor de Belgische vissers wel het geval was. Deze
leden zouden graag zien dat dit wel wordt meegenomen in de vangstadviezen van dit
jaar.
Vragen en opmerkingen van de leden van de PvdD-fractie
De leden van de PvdD-fractie hebben kennisgenomen van de agenda voor de Landbouw-
en Visserijraad van 18 november 2024en hebben nog enkele vragen over de inzet van
Nederland.
De leden van de PvdD-fractie zien dat de uitdagingen op de landbouwmarkten wederom
de noodzaak van een fundamentele verandering in het landbouwbeleid onderstrepen. De
huidige afhankelijkheid van intensieve productiemethoden en import zorgt niet alleen
voor ecologische schade, maar vergroot ook de economische kwetsbaarheid van onze boeren
en biodiversiteit.
Hoge kosten en dalende consumptie van groenten en fruit
De leden van de PvdD-fractie constateren dat de hoge kosten voor landgebruik, energie
en arbeid, gecombineerd met de dalende consumptie van groenten en fruit, om actie
vragen. In plaats van sectorale interventies die de intensieve productiemodellen blijven
ondersteunen, zou moeten worden ingezet op structurele investeringen in duurzame en
lokale productie. Dit kan onder andere door het bevorderen van agro-ecologische landbouwmethoden
en korte voedselketens en het stimuleren van biologische productie die niet afhankelijk
is van chemisch landbouwgif. Op welke wijze gaat de Minister zich inzetten voor de
structurele verduurzaming van de sector, in plaats van tijdelijke interventies die
het huidige systeem in stand houden?
Financiering biodiversiteit na COP16
De PvdD-fractie constateert de recente mislukking van de COP16 om tot een akkoord
te komen over de financiering van biodiversiteit. Kan de Staatssecretaris aangeven
wat de inzet van Nederland was voor dit akkoord? Deze leden roepen op tot meer ambitie
en inzet van Nederland om een einde te maken aan schadelijke subsidies voor biodiversiteit.
Deelt de Staatssecretaris de constatering dat we ook als individueel land kunnen werken
aan het afschaffen van nationale subsidies die schadelijk zijn voor de biodiversiteit?
Is de Staatssecretaris bereid om een lijst naar de Kamer te sturen met alle subsidies
die schadelijk kunnen zijn voor de biodiversiteit en een plan hoe we die anders kunnen
inzetten? Is hij tevens bereid zich in Europees verband actief in te zetten voor het
realiseren van een biodiversiteitsfonds ter ondersteuning van natuurherstel en het
aanpakken van schadelijke landbouwsubsidies?
Toekomst van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB)
De leden van de PvdD-fractie zien de discussie binnen de raad over de toekomst van
het GLB als een kans om een fundamentele herziening van het GLB te bepleiten, waarbij
biodiversiteit, dierenwelzijn en duurzaamheid centraal staan in plaats van het in
stand houden van het vastgelopen landbouwsysteem. Subsidies zouden moeten worden gebruikt
voor de omslag naar een écht duurzame landbouw. Verder moet de focus verschuiven naar
kleinschalige boeren die werken volgens biologische en ecologische principes en naar
plantaardige productie die minder belastend is voor milieu en klimaat. Deze leden
zijn van mening dat het onacceptabel is dat publieke middelen worden ingezet voor
het stimuleren en in stand houden van de vee-industrie. Ook het bevorderen van vlees-
en visconsumptie via gesubsidieerde reclames met EU-geld haaks op de klimaatdoelen
en inspanningen voor gezonde en duurzame voedingspatronen. Hoe gaat de Minister zich
inzetten om deze noodzakelijke hervormingen binnen het GLB te realiseren?
II Antwoord/ Reactie van de Minister en Staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid
en Natuur
III Volledige agenda
Geannoteerde agenda Landbouw- en Visserijraad van 18 november 2024
Kamerstuk 21 501-32-(2024Z17526) – Brief Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, F.M. Wiersma,
d.d. 6 november 2024
Verslag van de Landbouw- en Visserijraad 21-22 oktober 2024 te Luxemburg, het voorstel
tot aanpassing Verordening 1026/2012 en reeds vastgestelde vangstmogelijkheden voor
2025
Kamerstuk 21 501-32-1679 – Brief Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, F.M. Wiersma,
d.d. 5 november 2024
Nederlandse Inzet voor de 16e Conferentie van Partijen voor het Verdrag Inzake Biologische
Diversiteit
Kamerstuk 26 407-152 – Brief Staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, J.F.
Rummenie, d.d. 9 oktober 2024
Nederlandse positie ten aanzien van het voorstel van de Europese Commissie om de toepassingsdatum
van de EU-verordening voor ontbossingsvrije producten met 12 maanden uit te stellen
Kamerstuk 22 112-3967 – Brief Staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, J.F.
Rummenie, d.d. 15 oktober 2024
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M. Aardema, voorzitter van de vaste commissie voor Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur -
Mede ondertekenaar
A. van den Brule-Holtjer, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.