Advies Afdeling advisering Raad van State en Nader rapport : Advies Afdeling advisering Raad van State van het Koninkrijk en Nader rapport
36 643 (R2202) Wijziging van de Paspoortwet in verband met de ontvlechting van de Nederlandse identiteitskaart
Nr. 4 ADVIES AFDELING ADVISERING RAAD VAN STATE VAN HET KONINKRIJK EN NADER RAPPORT1
Hieronder zijn opgenomen het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State
van het Koninkrijk d.d. 6 maart 2024 en het nader rapport d.d. 21 oktober 2024, aangeboden
aan de Koning door de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk is
cursief afgedrukt.
Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 29 januari 2024, nr. 2024000161,
machtigde Uwe Majesteit de Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk
haar advies inzake het bovenvermelde voorstel van rijkswet rechtstreeks aan mij te
doen toekomen. Dit advies, gedateerd 6 maart 2024, nr. W04.24.00013/I/K, bied ik U
hierbij aan.
De tekst van het advies treft U hieronder cursief aan, voorzien van mijn reactie.
Bij Kabinetsmissive van 29 januari 2024, no. 2024000161, heeft Uwe Majesteit, op voordracht
van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, bij de Afdeling
advisering van de Raad van State van het Koninkrijk ter overweging aanhangig gemaakt
het voorstel van rijkswet tot wijziging van de Paspoortwet in verband met de ontvlechting
van de Nederlandse identiteitskaart, met memorie van toelichting.
De Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk heeft geen opmerkingen
over het voorstel van rijkswet en adviseert het voorstel in te dienen bij de Tweede
Kamer der Staten-Generaal en over te leggen aan de Staten van Aruba, die van Curaçao
en die van Sint Maarten.
De vice-president van de Raad van State van het Koninkrijk,
Th.C. de Graaf
Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om in het voorstel van rijkswet alsnog een wijziging
op te nemen van artikel 4a van de Paspoortwet over het register vermiste of vervallen
reisdocumenten (hierna: het RVVR). Dat register wordt ondergebracht in het basisregister
reisdocumenten, dat op 1 januari 2021 is ontstaan. De datamigratie vanuit het RVVR
naar het basisregister reisdocumenten is op dit moment voltooid. Behalve datamigratie
is ook nodig dat de afnemers van het RVVR technisch worden aangesloten en juridisch
geautoriseerd om de gegevens voortaan verstrekt te kunnen krijgen vanuit het basisregister
reisdocumenten. De verwachting is dat dat proces halverwege 2025 zal zijn voltooid.
Voor het geval het onderhavige voorstel van rijkswet tot rijkswet wordt verheven en
eerder in werking treedt dan het moment waarop het proces van aansluiting is voltooid
en artikel 4a van de Paspoortwet dus kan vervallen, wordt voorgesteld om in artikel 4a
van de Paspoortwet, net als in de voorgestelde wijziging van artikel 4d over het basisregister
reisdocumenten, te bepalen dat het RVVR ook gegevens met betrekking tot de NIK bevat.
Het parallelle wetsvoorstel is ook aangepast, om de bestaande situatie in stand te
houden dat de autoriteiten, belast met de uitvoering van de Wet op de Nederlandse
identiteitskaart, aan Onze Minister van BZK de in het RVVR op te nemen gegevens met
betrekking tot de NIK verstrekken.
Voorts is het voorstel van rijkswet op enkele plekken aangepast in verband met het
behouden van de bestaande bevoegdheid van de Gouverneur van Aruba, Curaçao of Sint
Maarten om een NIK in te houden of definitief aan het verkeer te onttrekken en de
daarmee samenhangende aanduiding van autoriteiten waar documenten in bepaalde situaties
moeten worden ingeleverd. Per abuis was deze bevoegdheid impliciet geregeld in het
parallelle wetsvoorstel, terwijl die expliciet geregeld behoort te worden in de Paspoortwet;
bevoegdheden van de Gouverneur kunnen immers alleen in rijkswetgeving worden vastgelegd.
De betreffende bevoegdheden zijn nu expliciet opgenomen in artikel I, onderdelen AA
(wijziging van artikel 50b van de Paspoortwet) en CC (wijziging van artikel 57 van
de Paspoortwet) van het voorstel van rijkswet. Wetstechnisch gevolg van deze aanpassing
is de toevoeging van «de Paspoortwet» in artikel 4e, onderdeel b, van de Paspoortwet
(artikel I, onderdeel E, van het voorstel van rijkswet). Verder is in samenhang hiermee
in artikel I, onderdeel E2, voorgesteld om in artikel 5 van de Paspoortwet expliciet
op te nemen dat inlevering van een reisdocument ook kan geschieden bij de autoriteiten
die op grond van de Wet op de Nederlandse identiteitskaart bevoegd zijn om reisdocumenten
in te houden.
Ten slotte zijn enkele redactionele en wetstechnische verbeteringen doorgevoerd in
het voorstel van rijkswet en de memorie van toelichting, waaronder een samenloopbepaling
met het inmiddels bij de Tweede Kamer ingediende voorstel van rijkswet tot wijziging
van de Paspoortwet in verband met het schrappen van de geslachtsvermelding op de Nederlandse
identiteitskaart.2
Ik verzoek U het hierbij gevoegde gewijzigde voorstel van rijkswet en de gewijzigde
memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal, de Staten van Aruba,
de Staten van Curaçao, en de Staten van Sint Maarten te zenden.
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, F.Z. Szabó
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Th.C. de Graaf, vicepresident van de Raad van State -
Mede ondertekenaar
F.Z. Szabó, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.