Nota van wijziging : Nota van wijziging
36 547 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafrecht BES en andere wetten in verband met de modernisering van de strafbaarstelling van mensenhandel en de introductie van de zelfstandige strafbaarstelling van ernstige benadeling en van voordeeltrekking (Wet modernisering en uitbreiding strafbaarstelling mensenhandel)
Nr. 7 NOTA VAN WIJZIGING
Ontvangen 24 oktober 2024
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel I, onderdeel A, komt te luiden:
A
In artikel 71, onder 3°, wordt «artikel 251 en de artikelen 284 en 285c» vervangen
door «de artikelen 251, 273fa, 273g, 284 en 285c».
B
Artikel I, onderdeel B, vervalt.
C
In artikel I, onderdeel E, wordt in artikel 273g «een gevangenisstraf» vervangen door
«gevangenisstraf».
D
In artikel I, onderdeel F, artikel 273h, eerste lid, onderdeel a, vervalt aan het
slot van de subonderdelen 1° en 2° «of».
E
In artikel II, onderdeel A, wordt artikel 286f als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «de controle over die persoon» vervangen door «de controle
over een persoon».
2. In het vierde lid wordt «wordt mede begrepen» vervangen door «wordt begrepen».
3. In het vijfde lid wordt achter de aanhef een dubbele punt geplaatst.
F
In artikel II, onderdeel C, wordt in artikel 286g «een gevangenisstraf» vervangen
door «gevangenisstraf».
G
In artikel II, onderdeel D, vervalt in artikel 286h, eerste lid, onderdeel a, aan
het slot van de subonderdelen 1° en 2° «of».
H
Artikel IV komt als volgt te luiden:
ARTIKEL IV
De Wet arbeid vreemdelingen wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 9, eerste lid, onderdeel m, onder 1°, wordt na «artikel 273f,» ingevoegd
«273fa of 273fb».
B
In artikel 12b, onderdeel b, onder 1°, wordt na «artikel 273f» ingevoegd «,273fa of
273fb».
I
Na artikel IV wordt een artikel ingevoegd, luidende:
ARTIKEL IVA
Indien het bij geleidende brief van 5 augustus 2022 aanhangig gemaakte voorstel van
wet van de leden Paulusma, Becker, Westerveld, Van Nispen en Kostic tot wijziging
van het Wetboek van Strafrecht en enige andere wetten in verband met het strafbaar
stellen van handelingen gericht op het veranderen of onderdrukken van de seksuele
gerichtheid of genderidentiteit (Wet strafbaarstelling conversiehandelingen) (Kamerstukken
36 178) tot wet is of wordt verheven en artikel I, onderdeel A, van die wet eerder in werking
is getreden of treedt dan artikel I, onderdeel A, van deze wet, komt artikel I, onderdeel A,
van deze wet te luiden:
A
In artikel 71, aanhef en onder 3°., wordt «artikel 251 en de artikelen 284, 285ba,
eerste lid, en 285c» vervangen door «de artikelen 251, 273fa, 273g, 284, 285ba en
285c».
Toelichting
A
Artikel 71 Sr regelt de aanvang van de verjaringstermijnen voor het recht tot strafvordering.
Hoofdregel is dat die verjaringstermijn aanvangt op de dag na die waarop het feit
is gepleegd. Artikel 71, aanhef en onder 3°, Sr bevat uitzonderingen op die hoofdregel.
In dit onderdeel gaat het om delicten die tegen minderjarigen zijn gepleegd en waarvan
het doen van aangifte, bijvoorbeeld vanwege een bestaande afhankelijkheidsrelatie
met ouders of andere familieleden, in veel gevallen niet vanzelfsprekend is. Voor
die gevallen voorziet artikel 71, eerste lid, onderdeel 3°, Sr in een aangepast verjaringsregime.
Met de inwerkingtreding van de Wet seksuele misdrijven (Stb. 2024, 59) per 1 juli 2024 is de redactie van de bepaling gewijzigd. Daardoor klopt de wijzigingsopdracht
van artikel I, onderdeel A, niet langer. Dat wordt hiermee hersteld.
B
Artikel 77d Sr bevat, ten opzichte van de artikelen 70 en 71 Sr, een bijzondere verjaringsregeling
voor feiten die worden gepleegd door minderjarige plegers. In dat geval worden de
verjaringstermijnen genoemd in artikel 70 Sr in de regel tot de helft ingekort (artikel 77d,
eerste lid, Sr). Inkorting van de verjaringsregeling is niet aan de orde in de gevallen
die zijn omschreven in artikel 77d, tweede lid, Sr. Het gaat om specifieke misdrijven
gepleegd door een persoon die ten tijde van het begaan daarvan de leeftijd van zestien
jaren heeft bereikt, ten aanzien van een persoon die de leeftijd van achttien jaren
nog niet heeft bereikt. Op de misdrijven mensen- en kinderhandel (artikel 273f, eerste
en tweede lid) staat een wettelijke strafbedreiging van ten hoogste twaalf respectievelijk
vijftien jaren gevangenisstraf, zodat die misdrijven ingevolge artikel 70, tweede
lid, onderdeel 1, Sr nimmer verjaren. Daarom behoeven die misdrijven niet in artikel 77d,
tweede lid, Sr te worden opgenomen. Artikel I, onderdeel B, strekte ertoe de verwijzing
naar artikel 273f Sr in deze bepaling te schrappen. Met de inwerkingtreding van de
Wet seksuele misdrijven (Stb. 2024, 59) per 1 juli 2024 is dit evenwel reeds gebeurd. Daarom kan artikel I, onderdeel B,
komen te vervallen.
C, D, E, F en G
In de voorgestelde artikelen 273f en 273g Sr en 286f, 286g en 286h Sr BES worden met
deze wijzigingen een aantal technische onvolkomenheden hersteld.
H
Artikel IV betreft een wijziging van de Wet arbeid vreemdelingen. De voorgestelde
artikelen 273fa (ernstige benadeling) en 273fb (voordeeltrekking) Sr worden toegevoegd
aan de artikelen 9 en 12b van die regeling. Abusievelijk wordt verwezen naar artikel 9,
eerste lid, onderdeel j, van de Wet arbeid vreemdelingen. Dit moet onderdeel m zijn.
Daarnaast ontbrak in de wijziging van artikel 12b een komma. Met deze wijziging wordt
dit hersteld.
I
Zowel dit wetsvoorstel als het voorstel van wet van de leden Paulusma, Becker, Westerveld,
Van Nispen en Kostic tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht en enige andere
wetten in verband met het strafbaar stellen van handelingen gericht op het veranderen
of onderdrukken van de seksuele gerichtheid of genderidentiteit (Wet strafbaarstelling
conversiehandelingen) (Kamerstukken 36 178) beoogt de opsomming in artikel 71, aanhef en onder 3°, Sr te wijzigen. Om die reden
wordt aan het wetsvoorstel een samenloopbepaling toegevoegd, voor de situatie waarin
het genoemde initiatiefvoorstel eerder in werking zou treden.
De Minister van Justitie en Veiligheid, D.M. van Weel
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D.M. van Weel, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.