Verslag (initiatief)wetsvoorstel (nader) : Verslag
36 616 Wijziging van enkele wetten van met name het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in verband met verscheidene technische en kleine beleidsmatige wijzigingen (Verzamelwet SZW 2025)
Nr. 5
VERSLAG
Vastgesteld 9 oktober 2024
De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid, belast met het voorbereidend
onderzoek van voorliggend wetsvoorstel, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen
van haar bevindingen.
Onder het voorbehoud dat de in het verslag opgenomen vragen en opmerkingen afdoende
door de regering worden beantwoord, acht de commissie de openbare behandeling van
het wetsvoorstel voldoende voorbereid.
Inhoudsopgave
I.
Algemeen
1
1.
Inleiding
2
2.
Klein beleid
2
3.
Uitvoering
3
4.
Advies en internetconsultatie
3
5.
Regeldruk
4
6.
Andere gevolgen (privacy, doenvermogen, gendergelijkheid, mkb, enzovoorts)
4
II.
Artikelsgewijs
4
I. Algemeen
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het voorliggende wetsvoorstel.
1. Inleiding
2. Klein beleid
§2.1 Diverse wetten (Wijze van bekendmaking van landen waarnaar export van uitkeringen
mogelijk is)
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie vragen of de stelling klopt dat met de voorliggende wijziging inhoudelijk niets verandert.
§2.4 Artikel V Arbeidswet BES 2000
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie vragen of er signalen zijn dat de regels rondom arbeidstijden worden nageleefd. Deze
leden vragen op welke manier handhaving is vormgegeven.
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie merken op dat het taalgebruik waarmee de verschillende
arbeidstijden worden gereguleerd voor mensen van 13 of 14 jaar («niet voor 7.00 uur
en na 19.00 uur») en voor mensen van 15, 16 en 17 jaar («verboden tussen 19.00 uur
en na 7.00 uur») van elkaar afwijkt. Deze leden vragen wat de reden hiervoor is en
of de regering het eens is dat het beter is om één formulering te kiezen.
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie vragen of de arbeidstijden met het invoeren
van de voorgenomen wijziging voor alle leeftijdsgroepen gelijk is aan de situatie
in Nederland. Zo lezen deze leden in de artikelsgewijze toelichting dat de formulering
meer ruimte geeft aan het gelijkstellen van arbeidsmogelijkheden van 15-jarigen, in
plaats van het gelijkstellen zelf. Deze leden vragen daarom ook specifiek om een toelichting
hierop.
Ook vragen de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie op welke andere gebieden de wetgeving
rondom arbeidsomstandigheden voor de BES-eilanden voor personen onder de 18 jaar afwijkt
van de situatie in de Europese delen van Nederland.
De leden van de SGP-fractie vragen onder welke omstandigheden 13- en 14-jarigen mogen werken, volgens de huidige
wetgeving voor Europees Nederland. Wat wordt specifiek verstaan onder werkzaamheden
die lichamelijk of geestelijk geen hoge eisen stellen? Welke mogelijkheden biedt de
wet voor het zijn van bezorger van een krantenwijk door 13- en 14-jarigen? Als de
wet hier op dit moment geen ruimte voor ziet, welke opties ziet de regering om de
wet op dit punt te verruimen en wat zijn daarvan de voor- en nadelen?
§2.6 Artikel X Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie vragen wat de inkomenseffecten zijn voor de mensen die worden getroffen door de maatregel.
Ook vragen de leden van GroenLinks-PvdA-fractie zich af hoeveel mensen in een vergelijkbare
situatie zitten als de appellant in de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep (CRvB)
van 16 november 2022. In hoeverre is deze interpretatie in lijn met de conclusie van
de CRvB dat in dergelijke situaties geen sprake is van herziening van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering
(WAZ-)uitkering? Kan de regering bevestigen dat de uitleg die de regering geeft aan
voornoemde uitspraak voor uitkeringsgerechtigden de minst gunstige uitleg is?
§2.7 Artikel XI Wet financiering sociale verzekeringen
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie vragen om een overzicht van de hoogte van het rentehobbelvermogen c.q. staartlastvermogen
sinds het bestaan van de rentehobbelopslag. Deze leden vragen daarnaast om een overzicht
van onttrekkingen uit en toevoegingen aan dit vermogen, in ieder geval per jaar. Deze
leden vragen of er nog voor andere redenen dan het dekken van de lasten van de lopende
WGA-uitkeringen van eigenrisicodragers.
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie vragen of is overwogen om het negatieve staartlastvermogen
op te laten gaan in het arbeidsongeschiktheidsfonds. Deze leden vragen naar de voor-
en nadelen hiervan ten opzichte van de huidige gekozen richting, namelijk het opnemen
in de werkhervattingskas.
Ook vragen de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie wat het gevolg van deze maatregel
is voor de premie. Deze leden vragen daarnaast om een beschouwing van de effecten
op de groep eigenrisicodragers en niet-eigenrisicodragers van dit voorstel. Ook vragen
deze leden of er gevolgen zijn te verwachten in de keuze voor eigenrisicodragerschap
en niet-eigenrisicodragerschap als gevolg van prikkels die ontstaan door premieverschuiving.
Ten slotte vragen de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie wat voor overige financiële
gevolgen dit voorstel heeft, bijvoorbeeld voor de Rijksbegroting.
De leden van de SGP-fractie lezen dat deze wijziging ertoe kan leiden dat de WGA-premie voor werkgevers licht
stijgt. Deze leden vragen de regering inzicht te geven in de verwachte premiestijging.
Hoe zal de WGA-premie zich in de komende jaren naar verwachting ontwikkelen, met en
zonder deze wijziging? Welke directe of indirecte financiële gevolgen voorziet de
regering als gevolg van deze wetswijziging? En kan de regering nader toelichten welke
werkgevers dit raakt?
3. Uitvoering
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie lezen dat de Nederlandse Arbeidsinspectie (NLA) heeft aangegeven dat de herschikking
van de nummering leidt tot een nog niet in te schatten aantal wijzigingen van documenten
en dat de regering dit desalniettemin doorzet. Deze leden vragen of deze inschatting
inmiddels gemaakt is en op welke manier dit probleem tijdig opgelost kan worden.
4. Advies en internetconsultatie
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie lezen dat het voorstel dat een melding van de bedrijfsarts of andere deskundige personen
altijd wordt opgepakt door de NLA niet in deze verzamelwet wordt opgenomen, maar verder
wordt uitgewerkt. Deze leden vragen de regering wanneer de Kamer dit voorstel kan
verwachten.
5. Regeldruk
6. Andere gevolgen (privacy, doenvermogen, gendergelijkheid, mkb, enzovoorts)
II. Artikelsgewijs
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie vragen of de term die wordt vervangen onder Artikel VIII nu uit alle Sociale Zaken
en Werkgelegenheid (SZW-)wetgeving is geschrapt.
De voorzitter van de commissie, Tielen
Adjunct-griffer van de commissie, Van den Broek
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.Z.C.M. Tielen, voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid -
Mede ondertekenaar
E.E. van den Broek, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.