Memorie van toelichting : Memorie van toelichting
36 613 XII Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (XII) voor het jaar 2024 (wijziging samenhangende met Miljoenennota)
Nr. 2
MEMORIE VAN TOELICHTING
A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL
Wetsartikelen 1 en 2
De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van
artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld
en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar
2024 wijzigingen aan te brengen in:
de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat;
de begrotingsstaat inzake de agentschappen van dit ministerie;
De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van
deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
B. Madlener
B. BEGROTINGSTOELICHTING
1 Leeswijzer
Algemeen
De opzet en structuur van de onderliggende suppletoire begroting voor Hoofdstuk XII
is gebaseerd op de Rijksbegrotingsvoorschriften van het Ministerie van Financiën.
Naar aanleiding van de aanbevelingen van het Bureau Onderzoek en Rijksuitgaven (BOR)
(Kamerstukken II, 2014–2015, 31 865, nr. 66) zijn in de Rijksbegrotingsvoorschriften 2024 de onderstaande uniforme ondergrenzen
opgenomen, die worden gehanteerd bij het toelichten van de budgettaire gevolgen van
beleid. De beleidsmatige mutaties en technische mutaties groter dan of gelijk aan
onderstaande tabel worden op het niveau van de totale verplichtingen en de financiële
instrumenten toegelicht. Dit houdt in dat financiële instrumenten waarbij het verschil
kleiner is dan de aangegeven norm niet worden toegelicht, tenzij deze beleidsmatig
toch relevant zijn.
Tabel 1 Ondergrenzen conform RBV
Omvang begrotingsartikel (stand ontwerpbegroting) in € miljoen
Beleidsmatige mutaties (ondergrens in € miljoen)
Technische mutaties (ondergrens in € miljoen)
< 50
1
2
=> 50 en < 200
2
4
=> 200 en < 1.000
5
10
=> 1.000
10
20
2 Beleidsartikelen
2.1 Artikel 11 Integraal Waterbeleid
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 2 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 11 Integraal Waterbeleid (bedragen
x € 1.000)
Stand eerste suppletoire begroting (incl. amendementen en NvW) (1)
Mutaties Suppletoire begroting september (2)
Stand suppletoire begroting september (3) = (1) + (2)
Art.
Verplichtingen
222.542
498
223.040
Uitgaven
85.533
– 2.672
82.861
11.1
Algemeen waterbeleid
56.969
– 852
56.117
Opdrachten
18.358
– 5.505
12.853
Partners voor Water (HGIS)
9.448
– 3.000
6.448
Overige HGIS opdrachten
1.752
– 198
1.554
Regie Innovatie
965
0
965
Overige opdrachten
6.193
– 2.307
3.886
Subsidies (regelingen)
18.661
2.913
21.574
Overige HGIS subsidies
6.500
398
6.898
Partners voor Water 5 (HGIS)
4.000
0
4.000
NGF NL2120
7.033
2.550
9.583
Overige subsidies
1.128
– 35
1.093
Bijdrage aan agentschappen
16.046
1.095
17.141
Bijdrage aan agentschap RWS
15.436
1.065
16.501
Bijdrage aan agentschap KNMI
610
30
640
Bijdrage aan medeoverheden
3.264
120
3.384
NGF NL2120
3.164
– 180
2.984
Overige bijdragen
100
300
400
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
640
525
1.165
Overige bijdragen
640
525
1.165
11.2
Waterveiligheid
2.432
0
2.432
Opdrachten
2.432
0
2.432
Waterveiligheid
2.225
0
2.225
Overige opdrachten
207
0
207
11.3
Grote oppervlaktewateren
939
– 44
895
Opdrachten
939
– 44
895
RWS Zuid-Westelijke Delta
425
0
425
Overige opdrachten
514
– 44
470
11.4
Waterkwaliteit
25.193
– 1.776
23.417
Opdrachten
5.795
667
6.462
Noordzee en oceanen
1.782
336
2.118
Overige opdrachten
4.013
331
4.344
Subsidies (regelingen)
17.177
– 2.525
14.652
NGF GPWT
15.980
– 2.540
13.440
Overige subsidies
1.197
15
1.212
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
2.221
82
2.303
Overige bijdragen
2.221
82
2.303
Ontvangsten
0
250
250
Toelichting
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget wordt met € 0,5 miljoen verhoogd. De verplichtingenmutaties
zijn lager dan de voorgeschreven ondergrens en worden daarom niet toegelicht.
Uitgaven
Artikel 11.01 Algemeen Waterbeleid
Opdrachten
De verlaging van dit instrument met per saldo € 5,5 miljoen wordt met name veroorzaakt
door de volgende mutaties:
Loonbijstelling: de toedeling van de ontvangen loonbijstelling (– € 1,1 miljoen) die wordt ingezet
bij de bijdrage aan agentschappen op dit artikelonderdeel.
Kasschuif PvW opdrachten: door de kasschuif (– € 3,0 miljoen) zal het kasritme aansluiten met het werkplan
(afstemming met partners) waardoor de continuïteit van het programma minder in het
geding raakt. Er wordt met RVO gesproken om te sturen op lagere uitputting om deze
kasschuif te kunnen faciliteren
Diverse mutaties: tot slot zijn er diverse kleine mutaties die het resterende verschil van (– € 1,1
miljoen) verklaren.
Subsidies
De verhoging van dit instrument met per saldo € 2,9 miljoen wordt met name veroorzaakt
door de volgende mutaties:
Kasschuif NGF-subsidies NL2120: de uitwerking van het NGF-project NL2120 heeft geleid tot een gewijzigd ritme waarin
de middelen aan de consortiumpartners beschikbaar worden gesteld. Met deze mutatie
(€ 2,6 miljoen) wordt er kas vanuit latere jaren naar voren geschoven.
Diverse mutaties: tot slot zijn er diverse kleine mutaties die het resterende verschil van (€ 0,3 miljoen)
verklaren.
Bijdragen aan agentschappen
De verhoging van dit instrument met per saldo € 1,1 miljoen wordt met name veroorzaakt
door de hierboven genoemde mutatie van de loonbijstelling (€ 1,1 miljoen).
Artikel 11.04 Waterkwantiteit
Subsidies
De verlaging van dit instrument met per saldo – € 2,5 miljoen wordt met name veroorzaakt
door de volgende mutatie:
Kasschuif NGF-subsidies Groeiplan Watertechnologie (GPWT): de uitwerking van het NGF-project GPWT heeft geleid tot een gewijzigd ritme waarin
de middelen aan de consortiumpartners beschikbaar worden gesteld. Met deze mutatie
(– € 2,5 miljoen) wordt er kas naar latere jaren geschoven.
Ontvangsten
De ontvangstenmutaties zijn lager dan de voorgeschreven norm en worden daarom niet
toegelicht.
Wettelijke grondslag subsidieverlening
In de tabel Budgettaire gevolgen van beleid bij dit beleidsartikel is een bedrag van
maximaal € 3.600.000 aan subsidieverplichtingen voor het jaar 2024 opgenomen. Een
bedrag van maximaal € 3.600.000 heeft betrekking op de mogelijke verlening van een
subsidie voor de bemensing van het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer (DAW) (en daarbij
het faciliteren van gebiedsprocessen, kennisuitwisseling en communicatie om te werken
aan voldoende, schoon en ecologisch gezond water in agrarische gebieden, conform de
doelstellingen van het Deltafonds,) aan de Stichting LTO Programma’s en projecten.
Deze begrotingsvermelding vormt de wettelijke grondslag voor de hier bedoelde subsidieverlening
als bedoeld in artikel 4:23, derde lid, onder c, van de Algemene Wet Bestuursrecht.
2.2 Artikel 13 Bodem en Ondergrond
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 3 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 13 Bodem en Ondergrond (bedragen x
€ 1.000)
Stand eerste suppletoire begroting (incl. amendementen en NvW) (1)
Mutaties Suppletoire begroting september (2)
Stand suppletoire begroting september (3) = (1) + (2)
Art.
Verplichtingen
210.248
– 3.478
206.770
Uitgaven
144.063
– 3.478
140.585
13.4
Ruimtegebruik bodem
144.063
– 3.478
140.585
Opdrachten
30.336
– 7.345
22.991
Bodem en STRONG
17.444
– 111
17.333
RWS Leefomgeving
2.740
0
2.740
Fysieke Leefomgeving Omgevingswet (FLOW)
7.427
– 7.270
157
Overige opdrachten
2.725
36
2.761
Subsidies (regelingen)
27.685
0
27.685
Bedrijvenregeling
16.000
0
16.000
Subsidie Caribisch Nederland
10.335
0
10.335
Overige subsidies
1.350
0
1.350
Bijdrage aan agentschappen
8.385
559
8.944
Bijdrage aan agentschap RWS
4.154
286
4.440
Bijdrage aan agentschap RIVM
4.231
273
4.504
Bijdrage aan medeoverheden
77.649
3.316
80.965
Meerjarenprogramma Bodem
77.649
1.852
79.501
Bijdragen aan Caribisch Nederland
0
1.464
1.464
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
8
– 8
0
Overige bijdragen
8
– 8
0
Ontvangsten
0
1.500
1.500
Toelichting
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget wordt met € 3,5 miljoen verlaagd. Dit wordt verklaard door
de hieronder toegelichte uitgavenmutaties.
Uitgaven
Artikel 13.04 Ruimtelijk gebruik Bodem
Opdrachten
De verlaging van dit instrument met per saldo – € 7,3 miljoen wordt met name veroorzaakt
door de volgende mutaties:
– BZK overboeking DSO-LV (– € 4,4 miljoen): dit betreft een overboeking naar BZK voor beheer DSO LV. Op grond
van de beheerovereenkomst Digitaal Stelsel Omgevingswet-Landelijke Voorziening en
het Informatiepunt Leefomgeving (DSO-LV en IPLO).
BZK overboeking IPLO (– € 2,2 miljoen): dit betreft een overboeking naar BZK voor de extra kosten van
het Informatiepunt Leefomgeving (IPLO) Helpdesks vanwege het uitstellen van de inwerkingtreding
van de Omgevingswet.
– BZK overboeking STR (– € 1,9 miljoen): dit betreft een overboeking naar BZK voor het Service Team Rijk.
Dit is een bijdrage die volgt uit het meerjarenbegroting jaarplan conform afspraken
in de stuurgroep Omgevingsrecht. Over de daadwerkelijke kosten vindt jaarlijks nacalculatie
plaats conform de vastgestelde systematiek.
– Teruggave bijdrage sanering EMK terrein: betreft een teruggave van provincie Zuid-Holland aan het Rijk omtrent de bijdrage
(€ 1,5 miljoen) voor de sanering van het EMK-terrein. Om deze middelen te behouden
voor het project wordt deze ontvangst gedesaldeerd en als uitgavebudget weer toegevoegd
aan dit artikel.
– Diverse mutaties: tot slot zijn er diverse kleine mutaties die het resterende verschil € 1,1 miljoen
verklaren.
Bijdragen aan medeoverheden
De verhoging van dit instrument met per saldo € 3,3 miljoen wordt veroorzaakt door
de volgende mutaties:
– Teruggave reservering bijdrage Oekraïne (€ 2,9 miljoen): bij de Voorjaarsnotabesluitvorming is door alle directies een reservering
getroffen voor een bijdrage aan Oekraïne. Deze bijdrage aan Oekraïne ging niet door,
waardoor de middelen terugvloeien naar de directies.
– LVVN overboekingen milieuplan Caribisch Nederland (€ 1,8 miljoen): dit betreft twee overboekingen van LNV naar IenW voor afvalwaterbeheer
(€ 1,5 miljoen) en regenwaterbeheerplannen (€ 0,3 miljoen) op de eilanden. Het gaat
hier om extra Coalitie akkoord middelen (Rutte IV) die zijn toegekend voor de uitvoering
van de eerste fase van het Natuur en milieubeleidsplan Caribisch Nederland.
– Defensie overboeking PFAS (– € 1,0 miljoen): dit betreft een overboeking naar het Ministerie van Defensie voor
de saneringsafspraak afhandeling PFAS-verontreiniging te Soesterberg.
– Diverse mutaties: tot slot zijn er diverse kleine mutaties die het resterende verschil € 1,1 miljoen
verklaren.
Ontvangsten
De ontvangstenmutaties zijn lager dan de voorgeschreven ondergrens en worden daarom
niet toegelicht.
2.3 Artikel 14 Wegen en Verkeersveiligheid
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 4 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 14 Wegen en Verkeersveiligheid (bedragen
x € 1.000)
Stand eerste suppletoire begroting (incl. amendementen en NvW) (1)
Mutaties Suppletoire begroting september (2)
Stand suppletoire begroting september (3) = (1) + (2)
Art.
Verplichtingen
615.160
– 6.705
608.455
Uitgaven
572.609
– 97.183
475.426
14.1
Netwerk
39.782
– 7.536
32.246
Opdrachten
21.233
– 8.031
13.202
Wegverkeersbeleid
7.029
– 220
6.809
Voertuigen en Digitale Infrastructuur
5.938
– 495
5.443
Overige opdrachten
8.266
– 7.316
950
Bijdrage aan agentschappen
9.340
0
9.340
Bijdrage aan agentschap RWS
7.659
0
7.659
Overige bijdragen
1.681
0
1.681
Bijdrage aan medeoverheden
8.301
0
8.301
Bijdrage aan Caribisch Nederland
8.194
0
8.194
Regionale bijdrage MIRT
107
0
107
Bijdrage aan ZBO's/RWT's
908
495
1.403
Overige bijdragen
908
495
1.403
14.2
Verkeersveiligheid
48.198
– 10.211
37.987
Opdrachten
3.910
68
3.978
Opdrachten Verkeersveiligheid
3.910
68
3.978
Subsidies (regelingen)
12.039
0
12.039
Veilig Verkeer Nederland (VVN)
4.391
0
4.391
Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid (SWOV)
4.447
0
4.447
Overige subsidies
3.201
0
3.201
Bijdrage aan agentschappen
743
0
743
Bijdrage aan agentschap RWS
743
0
743
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
33
0
33
Overige Bijdragen
33
0
33
Bijdrage aan ZBO's/RWT's
1.973
721
2.694
Bijdrage aan CBR
1.973
– 79
1.894
Overige bijdragen
0
800
800
(Schade)vergoeding
29.500
– 11.000
18.500
Stint
29.500
– 11.000
18.500
14.3
Slimme en duurzame mobiliteit
484.629
– 79.436
405.193
Opdrachten
76.434
– 17.532
58.902
Innovatie en Intelligente Transportsystemen
11.820
– 4.108
7.712
Klimaatakkoord
10.434
– 10.434
0
Verkeersemissies
584
243
827
KF: Laadinfra wegverkeer
1.981
– 1.315
666
Programma Vergroening Reisgedrag
8.751
– 2.050
6.701
Verduurzaming logistiek
0
7.646
7.646
NGF: Dutch Metropolitan Innovations (DMI)
22.142
– 3.000
19.142
KF: Laadinfra bouw
2.521
– 2.521
0
Overige opdrachten
18.201
– 1.993
16.208
Subsidies (regelingen)
351.692
– 72.567
279.125
Duurzame Mobiliteit
24.599
– 5.900
18.699
Elektrisch Vervoer
151.659
– 9.000
142.659
Laad en AanZET
68.000
– 1.250
66.750
Bronmaatregelen Stikstof
49.106
– 15.000
34.106
KF: Laadinfra wegvervoer
0
11.805
11.805
KF: Laadinfra Bouw
54.822
– 53.222
1.600
Overige Subsidies
3.506
0
3.506
Bijdrage aan agentschappen
26.943
– 112
26.831
Bijdrage agentschap RWS
4.584
50
4.634
Bijdrage agentschap NEA
5.572
– 378
5.194
Bijdrage agentschap RVO
16.404
216
16.620
Bijdrage aan agentschap RIVM
383
0
383
Bijdrage aan medeoverheden
26.166
10.300
36.466
Duurzame Mobiliteit
11.150
10.300
21.450
Mobiliteit en Gebieden
1.000
0
1.000
KF – Laadinfra
0
14.016
14.016
Overige bijdragen
14.016
– 14.016
0
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
120
125
245
Overige bijdragen
120
125
245
Bijdrage aan ZBO's/RWT's
3.274
350
3.624
Overige bijdragen
3.274
350
3.624
Ontvangsten
5.782
– 163
5.619
Toelichting
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget wordt met € 6,7 miljoen verlaagd. Dit wordt verklaard door
de hieronder toegelichte uitgavenmutaties.
Uitgaven
Artikel 14.01 Netwerk
Opdrachten
De verlaging van het opdrachtenbudget met – € 8,0 miljoen wordt met name veroorzaakt
door:
– Advies-Roemer rijonderwijs (– € 1,0 miljoen): voor de uitvoering van het advies-Roemer (Kamerstuk 29 398, nr. 1110) over de kwaliteitsverbetering van de rijschoolbranche wordt budget vrijgemaakt.
Hiervoor wordt een deel van de prijsbijstelling ingezet.
– Teruggave reservering bijdrage Oekraïne (€ 2,3 miljoen): bij de Voorjaarsnotabesluitvorming is door alle directies een reservering
getroffen voor een bijdrage aan Oekraïne. Deze bijdrage aan Oekraïne ging niet door,
waardoor de middelen terugvloeien naar de directies.
– Boordcomputer Taxi (BCT) (– € 1,3 miljoen): de ILT voert de controle op de Boordcomputer Taxi (BCT) uit. Hiervoor
wordt vanuit artikel 14 en 16 een bijdrage gedaan. Met deze mutatie wordt budget overgeboekt
naar artikel 16, waaruit het in één keer wordt overgemaakt naar de ILT (artikel 24).
– Kasschuif CER/NIS2 en opdrachten KNMI en ILT (– € 6,0 miljoen): voor de dekking van de implementatie van de Europese richtlijnen
CER en NIS2 en enkele opdrachten aan het KNMI en de ILT wordt budget in de juiste
jaren gezet middels een kasschuif (uit 2024 en 2025 naar 2026 – 2029).
– Diverse mutaties: tot slot zijn er diverse kleine mutaties die het resterende verschil van € 2,0 miljoen
verklaren.
Artikel 14.02 Verkeersveiligheid
(Schade)vergoedingen
De verlaging van het budget voor (schade)vergoedingen met – € 11,0 miljoen wordt veroorzaakt
door:
– Stint (– € 11,0 miljoen): voor de afhandeling van het tweede deel van de schadevergoeding
wordt nog een proces gestart. De uitkomst hiervan brengt mogelijk kosten met zich
mee. De kosten worden dan volgend jaar pas verwacht. Hierdoor zal een deel van het
budget pas na de jaarwisseling mogelijk tot uitkering leiden.
Artikel 14.03 Slimme en Duurzame Mobiliteit
Opdrachten
De verlaging van het opdrachtenbudget met – € 17,5 miljoen wordt met name veroorzaakt
door:
– Overboeking vanuit MF voor campagne «Kort Ritje dat is zo Gefietst» (€ 2,0 miljoen): voor de uitvoering van de campagne «Kort Ritje dat is zo Gefietst»,
inclusief bureau- en mediakosten, wordt budget overgeboekt vanuit de getroffen reservering
op het MF.
– Kasschuif Vergroenen reisgedrag (– € 1,5 miljoen): bij de 1e suppletoire begroting 2024 zijn de tweede tranche middelen
Vergroenen opgevraagd met het kasritme waarmee ze op de AP stonden. Er is op basis
van dat kasritme een bestedingsplan opgesteld dat niet geheel gerealiseerd kan worden,
mede door capaciteitsgebrek. Hierdoor is het noodzakelijk om de middelen naar latere
jaren te schuiven.
– Kasschuif verduurzaming logisitiek (– € 1,0 miljoen): een deel van de middelen voor opdrachten voor de verduurzaming
van logistiek worden doorgeschoven van 2024 naar 2025, omdat een aantal grote inkoopopdrachten
dit jaar starten, maar achteraf gefactureerd worden.
– Kasschuif Innovatie deelmobiliteit (– € 1,5 miljoen): voor deelmobiliteit is € 2,8 miljoen toegevoegd bij de 1e suppletoire
begroting 2024. De uitvoering en de aanbestedingen van de onderliggende opdrachten
vergen meer tijd, waardoor een deel van de middelen in 2025 wordt besteed.
– Kasschuif NGF-project Dutch Metropolitan Innovations (DMI) (– € 3,0 miljoen): dit betreft een verschuiving van middelen van 2024 naar 2025,
omdat de contracten later zijn gesloten dan verwacht, waardoor een deel van de uitgaven
doorschuift naar 2025.
– Kasschuif Klimaatfonds Laadinfrastructuur Bouw (– € 2,5 miljoen): het budget moet nog naar het juiste financiële instrument worden
overgeboekt voor het subsidiespoor laadinfrastructuur van SSEB. De verwachting is
dat dit gebeurt bij VJN2025.
– Kasschuif Klimaatfonds Zero emissie zones (– € 1,3 miljoen): het budget voor ondersteuning bij het invoeren van zero-emissiezones
is later benodigd en moet nog naar het juiste financiële instrument worden overgeboekt.
De verwachting is dat ditgebeurt bij VJN2025.
– Kasschuif Reservering Klimaatakkoord (– € 5,4 miljoen): dit betreft een kasschuif van de gereserveerde kasmiddelen voor
de opdrachten elektrisch vervoer en verduurzaming in logistiek. Het betreft onder
andere kasuitgaven voor opdrachten die reeds zijn vastgelegd of nog in 2024 worden
vastgelegd met een meerjarige betalingsverplichting.
– Diverse mutaties: tot slot zijn er diverse kleine mutaties die het resterende verschil van € 3,3 miljoen
verklaren.
Subsidies
De verlaging van het subsidiebudget met – € 72,6 miljoen wordt met name voorzaakt
door:
– Kasschuif Subsidie Touringcar (– € 1,0 miljoen): voor de subsidie Touringcar wordt budget van 2024 naar 2025 geschoven.
Hiermee worden de middelen in lijn gebracht met de raming van de RVO, waarbij wordt
verwacht dat de facturen voor € 1,0 miljoen in 2025 plaatsvinden.
– Kasschuif Subsidie SWIM (– € 5,0 miljoen): voor de subsidie Waterstof in mobiliteit (SWIM) wordt budget van
2024 naar 2025 geschoven. De SWIM-regeling, gefinancierd uit de klimaatakkoordmiddelen,
wordt als tenderregeling verplicht. De uitvoering loopt enige vertraging op, waardoor
de betalingen voor een deel naar volgend jaar verschuiven.
– Kasschuif subsidie SEBA (– € 9,0 miljoen): voor de aanschafsubsidie Emissieloze Bedrijfsauto's (SEBA) wordt
budget van 2024 naar 2025 geschoven. Hiermee worden de middelen in lijn gebracht met
de raming van de RVO.
– Kasschuif subsidie bronmaatregelen stikstof (– € 15,0 miljoen): voor de subsidies Schoon en Emissieloos Bouwmaterieel SEBB en
Topsector Logistiek (TSL) wordt budget van 2024 naar 2025 geschoven. Hiermee worden
de middelen in lijn gebracht met de raming van de RVO.
– Kasschuif Subsidie Private Laadinfrastructuur (– € 41,4 miljoen): de middelen voor de Subsidieregeling Private Laadinfrastructuur
bij bedrijven (SPRILA) zijn afkomstig uit het Transitiefonds. Het doel van deze regeling
is het stimuleren van investeringen gericht op versnelling van de uitrol van private
laadinfrastructuur voor elektrische voertuigen. De middelen zijn aanvankelijk één
op één overgeboekt naar het financiële instrument subsidies. De meest actuele inschattingen
van de RVO en de wijze van verdelen van de subsidiemiddelen conform de gepubliceerde
regeling leiden ertoe dat de kasmiddelen over de jaren heen moeten worden herverdeeld,
zodat deze beter aansluiten de verwachte kasuitgaven.
– Overboeking naar MF Vrachtwagenheffing (– € 1,3 miljoen): dit betreft een overboeking naar het MF voor de uitvoeringskosten
van de RVO voor de Vrachtwagenheffing.
– Diverse mutaties: tot slot zijn er diverse kleine mutaties die het resterende verschil verklaren.
Bijdragen aan medeoverheden
De verhoging van de bijdragen aan medeoverheden met € 10,3 miljoen wordt met name
veroorzaakt door:
– EZK Nationale Agenda Laadinfrastructuur (€ 13,0 miljoen): het Rijk en decentrale overheden werken samen aan het stimuleren
van emissieloze mobiliteit via reigonale samenwerkingsverbanden, daarom worden via
deze interdepartementele budgetoverboeking middelen aan IenW overgeboekt.
– Bijdrage medeoverheden DuMo (– € 2,7 miljoen): dit betreft het verplaatsen van middelen van 2024 naar 2025 voor
de SPUK naar de gemeenten voor de schone brom- en snorfiets. Deze SPUK valt onder
de SPUK Schone Lucht Akkoord, waarmee de scooterinruilregeling mogelijk wordt gemaakt.
Ontvangsten
De ontvangstenmutaties zijn lager dan de voorgeschreven norm en worden daarom niet
toegelicht.
2.4 Artikel 16 Openbaar Vervoer en Spoor
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 5 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 16 Openbaar Vervoer en Spoor (bedragen
x € 1.000)
Stand eerste suppletoire begroting (incl. amendementen en NvW) (1)
Mutaties Suppletoire begroting september (2)
Stand suppletoire begroting september (3) = (1) + (2)
Art.
Verplichtingen
430.509
6.044
436.553
Uitgaven
446.317
1.972
448.289
16.1
OV en Spoor
417.463
14.730
432.193
Opdrachten
4.484
2.085
6.569
OV & Stations
0
2.767
2.767
ACM
1.807
0
1.807
Overige opdrachten
2.677
– 682
1.995
Subsidies (regelingen)
80.154
57.640
137.794
NS Sociale Veiligheid
2.000
1.150
3.150
Overige subsidies
78.154
56.490
134.644
Bijdrage aan agentschappen
1.216
5
1.221
Bijdrage aan agentschap RWS
880
0
880
Bijdrage aan agentschap KNMI
15
0
15
Bijdrage aan agentschap RVO
321
5
326
Bijdrage aan medeoverheden
331.507
– 45.000
286.507
CLU Betuweroute en HSL
2.477
0
2.477
Overige bijdragen
329.030
– 45.000
284.030
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
102
0
102
Overige bijdragen
102
0
102
16.2
Maatregelenpakket OVS
28.854
– 12.758
16.096
Subsidies (regelingen)
28.854
– 12.758
16.096
Beschikbaarheidsvergoeding OV-sector
11.356
– 2.758
8.598
Transitievangnet OV
17.498
– 10.000
7.498
Ontvangsten
46.584
– 1.700
44.884
Toelichting
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget op artikel 16 is in 2024 met € 6 miljoen verhoogd. Dit wordt
verklaard door de hieronder toegelichte uitgavenmutaties.
Uitgaven
Artikel 16.01 OV en Spoor
Opdrachten
Per saldo is het budget voor opdrachten in 2024 met € 2,1 miljoen verhoogd en cumulatief
in de periode 2025 t/m 2029 met € 1,9 miljoen. Dit wordt met name veroorzaakt door
de volgende mutaties:
Boordcomputer Taxi: de ILT voert de controle uit op de Boordcomputer Taxi (BCT). Hiervoor wordt vanuit
het opdrachtenbudget budget overgeboekt naar de ILT (artikel 24). Voor de uitvoering
van de controle op de Boordcomputer Taxi (BCT) wordt met een interne overboeking in
2024 met € 1,3 miljoen bijgedragen. Deze middelen worden overgeboekt naar artikel 16
waar het (in zijn geheel) opgevraagd kan worden.
Diverse mutaties: Tot slot zijn er diverse kleine mutaties, in 2024 met € 0,8 miljoen die het resterende
verschil verklaren.
Subsidies
Per saldo is het budget voor subsidies in 2024 met € 57,6 miljoen verhoogd. Dit wordt
met name veroorzaakt door de volgende mutaties:
Motie-Bikker bijdrage NS: als gevolg van de motie-Bikker c.s. wordt een incidentele bijdrage gedaan aan de
NS ter voorkoming van de voorziene prijsstijgingen in 2024. Hiervoor is met de nota
van wijziging op de Ontwerpbegroting 2024 (Kamerstuk 36 410-XII, nr. F) budget vrijgemaakt vanuit het Mobiliteitsfonds en vanuit de Aanvullende Post (AP)
van het Ministerie van Financiën. De middelen vanuit het Mobiliteitsfonds zijn bij
Voorjaarsnota 2024 op het juiste instrument gezet. De € 45 miljoen vanuit de Aanvullende
Post (AP) van het Ministerie van Financiën is eerst geplaatst op bijdrage aan medeoverheden,
maar wordt met deze mutatie overgeheveld naar subsidies, omdat de totale bijdrage
wordt gedaan via een subsidie aan de NS.
Overheveling EOV naar HXII subsidies Spoorgoederenvervoer: de middelen voor de Tijdelijke subsidieregeling opstellen en rangeren spoorgoederenvervoer
2023–2025 worden overgeboekt naar HXII. Het gaat om € 7 miljoen, waarvoor middelen
gereserveerd staan op het budget van artikel 13 op het MF.
Overboeking van MF naar HXII Wind in de Zeilen: in 2020 heeft het kabinet met Zeeland en Vlissingen het pakket Wind in de Zeilen
afgesproken als compensatie voor het annuleren van de marinierskazerne in Vlissingen.
Onderdeel van het pakket zijn verbeteringen op het spoor. IenW verstrekt binnen het
pakket Wind in de Zeilen middelen aan de provincie Zeeland voor het verbeteren van
de bereikbaarheid. Het aandeel IenW bedraagt maximaal € 2,25 miljoen per jaar (in
ieder geval voor de looptijd van de HRN-concessie 2025–2033; totaal 20 miljoen). Vanaf
2025 zijn de maatregel en de jaarlijkse bijdrage immers verankerd in de nieuwe HRN-concessie
met NS. Voor de uitbreiding van de dienstregeling van de NS wordt nu budget ter hoogte
van € 4,5 miljoen in 2024 overgeheveld vanuit het MF naar artikel 16 vanuit waar de
specifieke uitkering wordt verstrekt.
Diverse mutaties: tot slot zijn er diverse kleine mutaties in 2024 met € 1,2 miljoen, die het resterende
verschil verklaren.
Bijdragen aan medeoverheden
Per saldo is het budget voor bijdragen aan medeoverheden in 2024 met € 45 miljoen
verlaagd. Dit wordt veroorzaakt door de volgende mutatie:
Motie-Bikker bijdrage NS: de toelichting van deze mutatie is te vinden onder de toelichting van de subsidiemutaties.
Artikel 16.02 Maatregelenpakket OVS
Subsidies
Per saldo is het budget voor subsidies in 2024 met € 12,8 miljoen verlaagd. Dit wordt
veroorzaakt door de volgende mutaties:
Overboeking Vrijval Transitievergoeding: dit betreft een overboeking van € 10 miljoen van de vrijval van de Transitievergoeding
Openbaar Vervoer van hoofdstuk XII naar de vrije inversteringsruimte op het Mobiliteitfonds.
Bijstelling BVOV: dit betreft de bijstelling van € 2,8 miljoen van de raming van de benodigde Beschikbaarheidsvergoeding
OV (BVOV) middelen op basis van de meest recente inzichten. De bijstelling van de
raming is het gevolg van terugbetalingen door de ontvangers van de BVOV-bijdragen
op basis van (lager vastgestelde) definitieve vaststellingen.
Ontvangsten
De ontvangstenmutaties zijn lager dan de voorgeschreven norm en worden daarom niet
toegelicht.
2.5 Artikel 17 Luchtvaart
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 6 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 17 Luchtvaart (bedragen x € 1.000)
Stand eerste suppletoire begroting (incl. amendementen en NvW) (1)
Mutaties Suppletoire begroting september (2)
Stand suppletoire begroting september (3) = (1) + (2)
Art.
Verplichtingen
223.198
– 80.237
142.961
Uitgaven
99.326
– 21.575
77.751
17.1
Luchtvaart
99.326
– 21.575
77.751
Opdrachten
26.214
– 4.162
22.052
Geluidsisolatie Schiphol
131
0
131
Caribisch Nederland
392
– 53
339
NGF Project – Luchtvaart in Transitie
701
– 214
487
GIS-4 regeling
5.739
– 2.999
2.740
Programma Omgeving Luchthaven Schiphol
3.321
– 416
2.905
Luchtruim Regio Luchthaven
2.129
– 36
2.093
Luchtruimherziening
2.747
– 500
2.247
KF: Luchtvaartverkeer energie
0
125
125
Overige opdrachten
11.054
– 69
10.985
Subsidies (regelingen)
68.606
– 17.727
50.879
Tarieven Bonaire
1.670
0
1.670
Omploegen graanresten
1.900
– 199
1.701
Klimaatbeleid
250
– 225
25
NGF-project Luchtvaart in transitie
62.500
– 17.761
44.739
Subsidie Maatschappelijke Raad Schiphol (MRS)
1.205
0
1.205
Overige subsidies
1.081
458
1.539
Bijdrage aan agentschappen
1.719
464
2.183
Bijdrage aan agentschap RWS
457
27
484
Bijdrage aan agentschap KNMI
30
0
30
Bijdrage aan agentschap RVO
636
– 50
586
Bijdrage aan agentschap RIVM
331
169
500
Bijdrage aan agentschap RWS (Caribisch Nederland)
265
0
265
Bijdrage aan agentschap RVO (NGF)
0
318
318
Bijdrage aan medeoverheden
80
0
80
Bijdrage Caribisch Nederland
80
0
80
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
1.667
– 18
1.649
ICAO (HGIS)
1.455
0
1.455
Overige bijdragen
212
– 18
194
Bijdrage aan ZBO's/RWT's
1.040
– 132
908
Overige bijdragen
1.040
– 132
908
Ontvangsten
1.795
– 74
1.721
Tabel 7 Uitsplitsing verplichtingen (bedragen x € 1.000)
Stand eerste suppletoire begroting (incl. amendementen en NvW) (1)
Mutaties Suppletoire begroting september (2)
Stand suppletoire begroting september (3) = (1) + (2)
Verplichtingen
223.198
– 80.237
142.961
waarvan garantieverplichtingen
51.800
5.500
57.300
waarvan overige verplichtingen
171.398
– 85.737
85.661
Toelichting
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget op artikel 17 wordt met € 80,2 miljoen verlaagd. Dit wordt
met name verklaard door de hieronder toegelichte uitgavenmutaties. De grootste mutatie
is het verschuiven van het verplichtingenbudget voor Luchtvaart in Transitie van € 74,9
miljoen van 2024 naar 2025. Daarnaast wordt er € 10,3 miljoen aan verplichtingen voor
GIS-4 verschoven van 2024 naar latere jaren, waarvan € 5,6 miljoen naar 2025 en € 4,7
miljoen naar 2026. Er zijn in 2024 minder middelen nodig dan begroot.
Uitgaven
Artikel 17.01 Luchtvaart
Opdrachten
Per saldo is het budget voor opdrachten in 2024 met € 4,2 miljoen verlaagd. Dit wordt
met name veroorzaakt door de volgende mutaties:
Middelen GIS-4: een deel van het budget voor de vierde GIS-regeling wordt verschoven naar 2025.
Na het formele akkoord op het projectvoorstel is de raming geactualiseerd. Doordat
het project later is gestart dan voorheen verwacht is het kasritme bijgesteld. Dit
heeft onder andere te maken met het later afronden van de opdrachtverlening. Er zijn
in 2024 minder middelen nodig dan voorheen begroot. Er schuift € 3 miljoen door naar
2025.
Middelen POLS: wegens rechtszaken en andere lopende zaken in Brussel loopt het Programma Omgeving
Luchthaven Schiphol vertraging op, waardoor er budget wordt verschoven. Hierdoor gaat
€ 0,9 miljoen naar 2026 en € 0,1 miljoen naar 2027. Verder wordt er met een overboeking
vanuit de bijdrage aan RIVM voor gezorgd dat de programmakosten op het juiste instrument
staan. Tot slot wordt er, verspreid over 2024 en 2025, € 0,5 miljoen overgeboekt naar
subsidies. Hiermee kan de subsidie Fieldlab aan TU Delft op het juiste instrument
vastgelegd kan worden.
Luchtruimherziening: in verband met een administratieve wijziging wordt wordt € 0,5 miljoen overgeboekt
naar inhuur (artikel 98).
Klimaatbeleid: het betreft meerdere overboekingen naar opdrachten vanuit subsidies,
bijdragen aan agentschappen en inhuur en een herschikking binnen het luchtvaartbudget.
In totaal wordt € 0,7 miljoen aan het budget van 2024 toegevoegd.
Middelen ILT: de ILT voert verschillende taken uit op het beleidsterrein Luchtvaart. Hiervoor
wordt vanuit het opdrachtenbudget budget overgeboekt naar de ILT (artikel 24), in
totaal € 0,7 miljoen. Het gaat onder andere om de Aangepaste Regeling Vergunning Modelvliegverenigingen
en een aanpassing in de capaciteit voor de uitvoering van de Europese kaderverordening
voor U-Space. Daarnaast worden er middelen verschoven naar 2027, zodat het budget
beter aansluit op de ramingen van de ILT.
Diverse kleine mutaties verklaren het resterende verschil.
Subsidies
Per saldo is het budget voor subsidies in 2024 met € 17,7 miljoen verlaagd. Dit wordt
met name veroorzaakt door de volgende mutaties:
Kasschuif Luchtvaart in Transitie: een aantal subsidies wordt later vastgelegd dan gepland vanwege een scopewijziging
bij een van de deelprojecten en een wijziging in de bevoorschotting op basis van een
risicoanalyse. Door de wijziging in de bevoorschotting wordt er in 2024 minder uitbetaald
en verschuiven de uitbetalingen naar latere jaren. Er wordt € 17,4 miljoen verschoven
naar latere jaren. Daarnaast wordt er € 0,3 miljoen overgeboekt naar bijdragen voor
agentschappen, zodat het budget op het juiste instrument komt te staan. Deze middelen
hebben betrekking op de RVO.
Diverse kleine mutaties verklaren het resterende verschil.
Ontvangsten
De ontvangstenmutaties zijn lager dan de voorgeschreven norm en worden daarom niet
toegelicht.
Wettelijke grondslag subsidieverlening
In de tabel Budgettaire gevolgen van beleid bij dit beleidsartikel is een bedrag van
maximaal € 750.000 aan subsidieverplichtingen voor het jaar 2024 opgenomen. Een bedrag
van maximaal € 350.000 heeft betrekking op de mogelijke verlening van een subsidie
voor de bouw van het kennisplatform Luchtvaartveiligheid aan de Stichting Search &
Rescue Saba. Een bedrag van maximaal € 400.000 heeft betrekking op de mogelijke verlening
van een subsidie voor AIS- en ARO-kosten voor Bonaire, Sint Eustatius en Saba, om
te voldoen aan ICAO annex 15 aan Dutch Carribbean Air Navigation Service Provider
(DC-ANSP). Deze begrotingsvermelding vormt de wettelijke grondslag voor de hier bedoelde
subsidieverlening als bedoeld in artikel 4:23, derde lid, onder c, van de Algemene
Wet Bestuursrecht.
2.6 Artikel 18 Scheepvaart en Havens
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 8 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 18 Scheepvaart en Havens(bedragen
x € 1.000)
Stand eerste suppletoire begroting (incl. amendementen en NvW) (1)
Mutaties Suppletoire begroting september (2)
Stand suppletoire begroting september (3) = (1) + (2)
Art.
Verplichtingen
380.025
– 34.636
345.389
Uitgaven
169.923
– 56.596
113.327
18.1
Scheepvaart en havens
169.923
– 56.596
113.327
Opdrachten
42.935
– 4.108
38.827
Topsector Logistiek
4.482
– 1.100
3.382
Caribisch Nederland
120
0
120
NGF Project – Digitale Infrastructuur Logistiek
13.376
– 676
12.700
Verplicht emissielabel
334
– 334
0
NGF Project – Maritiem Masterplan
2
85
87
Zeehavens/ Zeevaart
3.059
364
3.423
Zeevaart
1.254
– 1.254
0
Opdrachten PBNI
15.200
0
15.200
Overige opdrachten
5.108
– 1.193
3.915
Subsidies (regelingen)
118.386
– 51.130
67.256
Topsector Logistiek
1.500
– 1.500
0
Walstroom
32.793
– 29.320
3.473
Subsidie verduurzaming binnenvaartschepen
25.454
14
25.468
NGF Project – Zero-emissie binnenvaart batterij-elektrisch
30.800
0
30.800
NGF Project – Maritiem Masterplan
23.540
– 20.324
3.216
Overige subsidies
4.299
0
4.299
Bijdrage aan agentschappen
6.666
– 1.359
5.307
Bijdrage aan agentschap RWS
3.406
– 169
3.237
NGF Project – Maritiem Masterplan RVO
641
– 438
203
Overige bijdragen
2.619
– 752
1.867
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
1.659
1
1.660
CCR/ IMO HGIS
1.155
1
1.156
Overige bijdragen
504
0
504
Bijdrage aan ZBO's/RWT's
277
0
277
Overige
277
0
277
Ontvangsten
716
179
895
Toelichting
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget op artikel 18 wordt met € 34,7 miljoen verlaagd. Dit wordt
met name verklaard door de hieronder toegelichte uitgavenmutaties. Daarnaast wordt
er een correctie gedaan bij het onvoorwaardelijk deel van het Maritiem Masterplan
(MMP). Het kas- en verplichtingenbudget stonden abusievelijk niet aan elkaar gelijk.
Er wordt € 8,7 miljoen minder verplichtingen budget naar latere jaren geschoven dan
kasbudget om dit recht te trekken.
Uitgaven
1. Scheepvaart en Havens
Opdrachten
Per saldo is het budget voor opdrachten in 2024 met € 4,1 miljoen verlaagd. Dit wordt
met name veroorzaakt door de volgende mutaties:
Topsector Logistiek (TSL): door latere opdrachtverstrekking is er vertraging gekomen in de uitvoering. Hierdoor
schuift € 1,1 miljoen naar latere jaren.
Varend ontgassen: voor diverse opdrachten worden middelen overgeboekt van artikel 18 naar de ILT (artikel
24). De grootste hiervan is vanwege varend ontgassen. Varend ontgassen wordt internationaal
verboden door een wijziging in het Verdrag inzake de verzameling, afgifte en inname
van afval in de Rijn- en binnenvaart (CDNI). Er wordt € 1,1 miljoen overgeboekt naar
de ILT om dit te kunnen handhaven.
Het verschil wordt verklaard door diverse kleine mutaties (– € 1,9 miljoen).
Subsidies
De verlaging van de subsidies met € 51,1 miljoen wordt met name veroorzaakt door de
volgende mutaties:
Walstroom Rijksligplaatsen: er komt een aanvullende regeling komt voor stikstof walstroom. Een deel van het
beschikbare budget vanuit de stikstofmiddelen wordt ingezet voor het verlengen van
de subsidieregeling en een deel wordt ingezet voor walstroom op de Rijksligplaatsen.
Met deze overboeking wordt het budget (€ 18,9 miljoen) overgeheveld naar de budgetplaats
walstroom Rijksligplaatsen op het MF. De Rijksligplaatsen zijn ligplaatsen waar schepen
van het Rijk kunnen aanmeren.
KF kas- en verplichtingenschuif walstroom: er is nog eens kritisch gekeken naar het kasritme voor de klimaatregeling walstroom.
In samenspraak met RVO is er voor gekozen om in 2024 € 10,3 miljoen naar achter te
schuiven.
NGF-Project Maritiem Masterplan: vanuit het Nationaal Groeifonds (NGF) worden er middelen ontvangen voor het Maritiem
Masterplan (MMP) met deze boekingen worden de middelen (€ 20,3 miljoen) in de juiste
ritmes gezet en verdeeld over de juiste instrumenten.
Het verschil wordt verklaard door diverse kleine mutaties (– € 1,3 miljoen).
Ontvangsten
De ontvangstenmutaties zijn lager dan de voorgeschreven norm en worden daarom niet
toegelicht.
Wettelijke grondslag subsidieverlening
In de tabel Budgettaire gevolgen van beleid bij dit beleidsartikel is een bedrag van
maximaal € 3.100.000 aan subsidieverplichtingen voor het jaar 2024 opgenomen. Dit
bedrag heeft betrekking op de mogelijke verlening van een subsidie voor activiteiten
ter bevordering van de Vroege Fase Opschaling van waterstof in de binnenvaart aan
het Samenwerkingsverband Condor dan wel een penvoerder van het samenwerkingsverband
dan wel een nog door het samenwerkingsverband op te richten entiteit. Deze begrotingsvermelding
vormt de wettelijke grondslag voor de hier bedoelde subsidieverlening(en) als bedoeld
in artikel 4:23, derde lid, onder c, van de Algemene Wet Bestuursrecht.
2.7 Artikel 19 Internationaal Beleid
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 9 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 19 Internationaal Beleid (bedragen
x € 1.000)
Stand eerste suppletoire begroting (incl. amendementen en NvW) (1)
Mutaties Suppletoire begroting september (2)
Stand suppletoire begroting september (3) = (1) + (2)
Art.
Verplichtingen
10.712
94
10.806
Uitgaven
11.080
94
11.174
19.2
Internationaal beleid, coördinatie en samenwerking
11.080
94
11.174
Opdrachten
3.514
– 83
3.431
Uitvoering internationaal HGIS
1.058
– 250
808
Uitvoering niet-HGIS
1.414
– 143
1.271
Overige opdrachten
1.042
310
1.352
Subsidies (regelingen)
1.765
– 643
1.122
Interreg
1.360
– 643
717
Overige subsidies
405
0
405
Bijdrage aan agentschappen
3.157
0
3.157
Bijdrage aan RWS
533
0
533
Bijdrage aan RVO
2.319
0
2.319
Bijdrage aan RIVM
305
0
305
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
2.644
820
3.464
Bijdrage HGIS
2.444
250
2.694
Bijdrage niet-HGIS
200
570
770
Ontvangsten
0
0
0
Toelichting
Verplichtingen
De verplichtingenmutaties zijn lager dan de voorgeschreven norm en worden daarom niet
toegelicht.
Uitgaven
De uitgavenmutaties zijn lager dan de voorgeschreven norm en worden daarom niet toegelicht.
Ontvangsten
De ontvangstenmutaties zijn lager dan de voorgeschreven norm en worden daarom niet
toegelicht.
2.8 Artikel 20 Lucht en Geluid
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 10 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 20 Lucht en Geluid (bedragen x € 1.000)
Stand eerste suppletoire begroting (incl. amendementen en NvW) (1)
Mutaties Suppletoire begroting september (2)
Stand suppletoire begroting september (3) = (1) + (2)
Art.
Verplichtingen
67.302
– 2.069
65.233
Uitgaven
68.212
– 2.069
66.143
20.1
Gezonde lucht en tegengaan geluidhinder
68.212
– 2.069
66.143
Opdrachten
16.781
9
16.790
Geluid- en luchtsanering
7.354
– 46
7.308
Waarvan RWS
2.092
– 1.829
263
Waarvan RIVM
6.458
0
6.458
Overige opdrachten
877
1.884
2.761
Bijdrage aan agentschappen
19.250
0
19.250
Bijdrage aan agentschap RWS
3.695
0
3.695
Bijdrage aan agentschap KNMI
15
0
15
Bijdrage aan agentschap RVO
941
0
941
Bijdrage aan agentschap RIVM
14.599
0
14.599
Bijdrage aan medeoverheden
31.705
– 2.000
29.705
Uitvoering geluidsanering
25.470
0
25.470
Programma NSL
6.235
– 2.000
4.235
Bekostiging
476
– 78
398
Overige bekostiging
476
– 78
398
Ontvangsten
1.000
0
1.000
Toelichting
Verplichtingen
De verlaging van het verplichtingenbudget met – € 2,1 miljoen wordt veroorzaakt door
de hieronder toegelichte uitgavenmutaties.
Uitgaven
Artikel 20.01 Gezonde Lucht en Tegengaan Geluidshinder
Bijdragen aan medeoverheden
De verlaging van de bijdragen aan medeoverheden met – € 2,0 miljoen wordt veroorzaakt
door de volgende mutatie:
– Kasschuif Schone Lucht Akkoord: RVO heeft de prognose fors naar beneden bijgesteld als gevolg van vertraging in de
afwikkeling van de in 2021 en 2022 verleende specifieke uitkeringen. De eindafrekeningen
en de uitbetalingen van de laatste 20% die in 2024 waren voorzien schuiven door naar
2026.
– De resterende – € 0,1 miljoen wordt verklaard door diverse kleine mutaties.
Ontvangsten
De ontvangstenmutaties zijn lager dan de voorgeschreven norm en worden daarom niet
toegelicht.
2.9 Artikel 21 Circulaire Economie
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 11 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 21 Circulaire Economie (bedragen
x € 1.000)
Stand eerste suppletoire begroting (incl. amendementen en NvW) (1)
Mutaties Suppletoire begroting september (2)
Stand suppletoire begroting september (3) = (1) + (2)
Art.
Verplichtingen
122.289
– 754
121.535
Uitgaven
83.806
– 14.024
69.782
21.5
Duurzaam Productketens
83.806
– 14.024
69.782
Opdrachten
22.906
– 3.353
19.553
Uitvoering Duurzame productketens
11.945
– 1.803
10.142
KF – Circulair doen en gedrag
1.911
– 810
1.101
KF – Plastics norm
1.302
– 955
347
KF – Biobased bouwen
164
0
164
Overige opdrachten
7.584
215
7.799
Subsidies (regelingen)
33.332
– 12.205
21.127
Subsidies duurzame productketens
21.045
– 7.365
13.680
KF – DEI + CE
860
– 620
240
KF – circulair doen en gedrag
220
680
900
KF – Plastics norm
11.207
– 4.900
6.307
Bijdrage aan agentschappen
24.756
1.914
26.670
Bijdrage aan RWS
11.953
0
11.953
Bijdrage aan RVO
11.902
1.914
13.816
Bijdrage aan RIVM
901
0
901
Bijdrage aan medeoverheden
2.235
– 435
1.800
Caribisch Nederland afvalbeheer
2.235
– 435
1.800
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
61
0
61
Overige bijdragen
61
0
61
Bijdrage aan ZBO's/RWT's
516
55
571
Overige bijdragen
516
55
571
Ontvangsten
0
0
0
Toelichting
Verplichtingen
De verplichtingenmutaties zijn lager dan de voorgeschreven norm en worden daarom niet
toegelicht.
Uitgaven
Artikel 21.05 Duurzame productieketens
Opdrachten
De verlaging van het opdrachtenbudget met – € 3,4 miljoen wordt met name veroorzaakt
door de volgende mutaties:
– Monitoring sturing Circulaire Economie 2024: € 2,0 miljoen naar het Planbureau voor de Leefomgevingfinanciering voor het onderzoeksprogramma
Monitoringen sturing Circulaire Economie 2024.
– RVO duurzaam onderwijs: € 0,7 miljoen gaat naar subsidies voor de opdracht aan RVO met betrekking tot pilots
duurzaam onderwijs en voorbereiding op de subsidieregeling duurzaam onderwijs.
– De resterende – € 0,7 miljoen wordt verklaard door diverse kleine mutaties.
Subsidies
De verlaging van het subsidiebudget met – € 12,2 miljoen wordt met name veroorzaakt
door de volgende mutaties:
– Kasschuif stimuleringsprogramma ontwikkeling en opschaling recycling: de subsidieregeling ter ondersteuning van het stimuleringsprogramma ontwikkeling
en opschaling recycling zou in 2024 open worden gesteld. De juridische uitwerking,
vooral op het gebied van staatssteun, duurt echter langer. Hierdoor schuift de openstelling
van de regeling richting het laatste kwartaal in 2024 en vinden de uitgaven later
plaats. Daarom is er een kasschuif van – € 7,5 miljoen in 2024.
– Kasschuif maatregel plastic hub: De beoogde (meerjarige) subsidieregeling wordt door RVO uitgevoerd en middels deze
kasschuif van – € 4,0 miljoen in 2024 naar 2027 worden de middelen conform RVO raming
gebracht. Dit betreft het kennisprogramma dat onderdeel is van de uitvoering van KF
maatregel plastic HUB.
– De resterende – € 0,7 miljoen wordt verklaard door diverse kleine mutaties.
Ontvangsten
De ontvangstenmutaties zijn lager dan de voorgeschreven norm en worden daarom niet
toegelicht.
2.10 Artikel 22 Omgevingsveiligheid en Milieurisico's
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 12 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 22 Omgevingsveiligheid en Milieurisico's
(bedragen x € 1.000)
Stand eerste suppletoire begroting (incl. amendementen en NvW) (1)
Mutaties Suppletoire begroting september (2)
Stand suppletoire begroting september (3) = (1) + (2)
Art.
Verplichtingen
251.295
10.404
261.699
Uitgaven
77.725
– 5.146
72.579
22.1
Veiligheid chemische stoffen
28.733
– 2.179
26.554
Opdrachten
9.156
– 1.261
7.895
KF: NVS
897
0
897
Waarvan RWS
2.617
– 899
1.718
Waarvan RIVM
1.672
– 31
1.641
Uitvoering Veiligheid
714
263
977
Uitvoering stoffen en Milieu & Gezondheid
1.415
161
1.576
Overige opdrachten
1.841
– 755
1.086
Subsidies (regelingen)
143
– 143
0
Overige subsidies
143
– 143
0
Bijdrage aan agentschappen
17.407
296
17.703
Bijdrage aan RWS
2.113
671
2.784
Bijdrage aan RIVM
14.953
– 674
14.279
Overige bijdragen
341
299
640
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
600
206
806
Overig
600
206
806
Bijdrage aan ZBO's/RWT's
1.427
– 1.277
150
Bijdrage aan CTGB
1.377
– 1.377
0
Overige Bijdragen
50
100
150
22.2
Veiligheid biotechnologie
5.786
1.871
7.657
Opdrachten
1.474
0
1.474
Veiligheid Genetisch Gemodificeerde Organismen (GGO)
1.041
0
1.041
Overige opdrachten
433
0
433
Bijdrage aan agentschappen
4.312
1.871
6.183
Bijdrage aan agentschap RIVM
2.409
2.021
4.430
Bijdrage aan COGEM
1.903
– 150
1.753
22.3
Veiligheid bedrijven en transport
43.206
– 4.838
38.368
Opdrachten
21.527
– 10.123
11.404
Omgevingsveiligheid
4.119
– 563
3.556
Asbest
1.405
– 590
815
Waarvan RWS
3.241
87
3.328
VTH-stelsel
9.173
– 8.771
402
Overige opdrachten
3.589
– 286
3.303
Subsidies (regelingen)
8.213
5.202
13.415
inricht & transp
7.205
0
7.205
Vuurwerk
260
0
260
Overige subsidies
748
5.202
5.950
Bijdrage aan agentschappen
9.235
– 167
9.068
Bijdrage aan RWS
5.287
– 243
5.044
Bijdrage aan RVO
376
76
452
Bijdrage aan RIVM
3.572
0
3.572
Bijdrage aan medeoverheden
329
250
579
Bijdrage Caribisch Nederland
9
0
9
Overige bijdragen
320
250
570
Inkomensoverdrachten
3.902
0
3.902
Inkomensoverdrachten mesothelioom
3.902
0
3.902
Ontvangsten
250
0
250
Toelichting
Verplichtingen
De verhoging van het verplichtingenbudget met € 10,4 miljoen wordt deels veroorzaakt
door de hieronder toegelichte uitgavenmutaties. Het verschil tussen het totaal aan
mutaties op het uitgaven- en verplichtingenbudget wordt met name verklaard door de
volgende mutaties:
– Verplichtingenschuif communicatiecampagne Asbest: er wordt € 5,0 miljoen aan verplichtingen vanuit 2026 en 2027 naar 2024 geschoven.
Deze campagne is nodig om asbestdaken onder de aandacht te brengen.
– Subsidie Omgevingsdiensten NL 2025 VTH: Voor Milieu en regelgeving wordt er een subsidie aan Omgevingsdiensten Nederland
VTH 2025 verstrekt. Hiervoor is € 11,5 miljoen verplicht in 2024 waarvan € 6,0 miljoen
in 2024 tot betaling komt.
– Kasschuif VTH ICT: deze mutatie wordt bij de uitgaven toegelicht. Deze kasschuif heeft een kaseffect
van – € 4,0 miljoen en heeft geen invloed op het verplichtingenbudget.
– De resterende € 2,0 miljoen wordt verklaard door diverse kleine mutaties.
Uitgaven
Artikel 22.03 Veiligheid bedrijven en transport
Opdrachten
Het budget voor opdrachten is in 2024 met € 10,1 miljoen verlaagd. Dit wordt met name
veroorzaakt door de volgende mutaties:
– Subsidie Omgevingsdiensten NL 2025: voor Milieu en regelgeving wordt er een subsidie aan Omgevingsdiensten Nederland
VTH 2025 verstrekt. Hiervoor wordt € 5,5 miljoen in 2024 vanuit opdrachten herschikt.
– Kasschuif VTH ICT: de implementatie- en realisatiekosten van de ICT-investeringen pijler 3 voor Vergunningverlening
Toezicht en Handhaving (VTH) vinden later plaats. Vooral op het gebied van informatieuitwisseling,
datakwaliteit en ICT worden de uitgaven in latere jaren verwacht. Daarom wordt € 4,0
miljoen vanuit 2024 doorgeschoven naar 2025 (€ 2,0 miljoen) en 2026 (€ 2,0 miljoen).
– RIVM informatiesysteem: € 1,1 miljoen voor een opdracht aan RIVM voor de realisatie van een nieuw informatiesysteem
dat de vergunningverlening van genetisch gemodificeerde organismen (ggo's) ondersteunt
ter vervanging van het bestaande informatiesysteem en het ontwikkelen vaneen tool
voor reststromen.
– De resterende € 0,5 miljoen wordt verklaard door diverse kleine mutaties.
Het budget voor subsidies is in 2024 met € 5,2 miljoen verhoogd. Dit wordt veroorzaakt
door de volgende mutatie:
– Subsidie Omgevingsdiensten NL 2025: voor Milieu en regelgeving wordt er een subsidie
aan Omgevingsdiensten Nederland VTH 2025. Hiervoor wordt € 5,2 miljoen in 2024 herschikt
naar subsidies.
Ontvangsten
De ontvangstenmutaties zijn lager dan de voorgeschreven norm en worden daarom niet
toegelicht.
Wettelijke grondslag subsidieverlening
In de tabel Budgettaire gevolgen van beleid bij dit beleidsartikel is een bedrag van
€ 0.22 miljoen aan subsidieverplichtingen voor het jaar 2024 opgenomen. Dit bedrag
heeft betrekking op de mogelijke verlening van een subsidie voor het doen van onderzoek
naar vuurwerkletsel, -aankoop en -gebruik en het geven van voorlichting via het lespakket
voor op basisscholen aan Veiligheid NL. Deze begrotingsvermelding vormt de wettelijke
grondslag voor de hier bedoelde subsidieverlening(en) als bedoeld in artikel 4:23,
derde lid, onder c, van de Algemene Wet Bestuursrecht.
2.11 Artikel 23 Meteorologie, Seismologie en Aardobservatie
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 13 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 23 Meteorologie, Seismologie en Aardobservatie
(bedragen x € 1.000)
Stand eerste suppletoire begroting (incl. amendementen en NvW) (1)
Mutaties Suppletoire begroting september (2)
Stand suppletoire begroting september (3) = (1) + (2)
Art.
Verplichtingen
71.510
1.866
73.376
Uitgaven
72.950
1.366
74.316
23.1
Meteorologie en seismologie
54.753
1.074
55.827
Bijdrage aan agentschappen
50.187
1.366
51.553
Waarvan bijdragen aan agentschap KNMI
50.187
1.366
51.553
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
4.566
– 292
4.274
Contributie WMO (HGIS)
1.078
– 103
975
Contributie ECMWF (HGIS)
3.442
– 182
3.260
Overige bijdragen aan (inter-)nationale organisaties
46
– 7
39
23.2
Aardobservatie
18.197
292
18.489
Bijdrage aan agentschappen
18.197
292
18.489
KNMI: Bijdrage voor Aardobservatie
18.197
292
18.489
Ontvangsten
0
0
0
Toelichting
Verplichtingen
De verhoging van het verplichtingenbudget met € 1,9 miljoen wordt veroorzaakt door
de hieronder toegelichte uitgavenmutaties. Het verschil tussen het verplichtingenbudget
en het uitgavenbudget wordt veroorzaakt door de volgende mutatie:
– Verplichtingen ECMWF (€ 0,5 miljoen): bij de Voorjaarsnota 2024 is kasbudget overgeboekt naar het ECMWF
vanuit een meevaller op Partners voor Water, maar er was geen verplichtingenbudget
beschikbaar om over te boeken. Om dit bedrag beschikbaar te maken wordt het verplichtingenbudget
verhoogd met € 0,5 miljoen.
Uitgaven
– WaU-middelen 2024–2031 (€ 0,7 miljoen): het KNMI heeft WaU-middelen ontvangen van € 6,2 miljoen, daarvan
gaat het KNMI in 2024 al een deel uitgeven. De middelen worden besteed aan een project
om kansverwachtingen voor lokale impact van (extreem) weer te genereren voor de korte
en langere termijn, zodat de gevolgen kunnen worden beperkt.
– EZK-FTO (€ 0,6 miljoen): dit betreft middelen vanuit EZK voor het versterken van faciliteiten
voor toegepast onderzoek om tot een uitgewerkt voorstel op het gebied van broeikasgasemmissies,
klimaat en luchtkwaliteit te komen. Het KNMI ontvangt € 0,5 miljoen om als kwartiermaker
op te treden en € 0,1 miljoen om actieve aansluting bij dit initiatief mogeijk te
maken.
– Diverse mutaties: tot slot zijn er diverse kleine mutaties in 2024 van € 0,1 miljoen, die het resterende
verschil verklaren.
Ontvangsten
De ontvangstenmutaties zijn lager dan de voorgeschreven norm en worden daarom niet
toegelicht.
2.12 Artikel 24 Inspectie Leefomgeving en Transport
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 14 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 24 Inspectie Leefomgeving en Transport
(bedragen x € 1.000)
Stand eerste suppletoire begroting (incl. amendementen en NvW) (1)
Mutaties Suppletoire begroting september (2)
Stand suppletoire begroting september (3) = (1) + (2)
Art.
Verplichtingen
212.622
10.353
222.975
Uitgaven
219.622
3.353
222.975
24.1
Personele uitgaven
196.565
1.461
198.026
Personele uitgaven
196.565
1.461
198.026
Eigen personeel
170.399
835
171.234
Externe Inhuur
26.166
626
26.792
24.2
Materiële uitgaven
23.057
1.892
24.949
Materiële uitgaven
23.057
1.892
24.949
ICT
246
1.847
2.093
Bijdragen aan SSOs
10.056
– 1.097
8.959
overige materiele uitgaven
12.755
1.142
13.897
Ontvangsten
14.948
168
15.116
Toelichting
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget op artikel 24 is in 2024 met € 10,4 miljoen verhoogd. Dit
wordt deels verklaard door de hieronder toegelichte uitgavenmutaties. Het verschil
komt doordat het verplichtingenbudget eenmalig met € 7,0 miljoen is opgehoogd. In
2022 is de ILT overgegaan van een baten-lastensysteem naar een kas-verplichtingensysteem.
In 2022 had de afwikkeling van de slotbalans bij najaarsnota een positief effect op
de verplichtingenstand. Daardoor had ILT in 2023 voor het eerst echt te maken met
het effect van het vastleggen van verplichtingen die de jaargrens over gaan. In 2023
is na de najaarsnota een verzoek ingediend voor een verplichtingenschuif ter hoogte
van € 7,0 miljoen van 2024 naar 2023. Dit bedrag was nodig om de verplichtingen met
betrekking tot 2024 vast te leggen en daarmee de continuïteit van het werk te garanderen
bij aanvang van het nieuwe jaar. Jaarlijks is er sprake van het vastleggen van een
groot aantal inkoopverplichtingen voor het volgende jaar om de werkzaamheden per 1 januari
zonder vertraging voort te zetten. De eenmalige ophoging is om te voorkomen dat de
verplichtingenschuif een terugkerende vraag wordt.
Uitgaven
De uitgavenmutaties zijn lager dan de voorgeschreven norm en worden daarom niet toegelicht.
Ontvangsten
De ontvangstenmutaties zijn lager dan de voorgeschreven norm en worden daarom niet
toegelicht.
2.13 Artikel 25 Brede Doeluitkering
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 15 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 25 Brede Doeluitkering (bedragen
x € 1.000)
Stand eerste suppletoire begroting (incl. amendementen en NvW) (1)
Mutaties Suppletoire begroting september (2)
Stand suppletoire begroting september (3) = (1) + (2)
Art.
Verplichtingen
1.099.876
0
1.099.876
Uitgaven
1.113.170
0
1.113.170
25.1
Brede doeluitkering
1.113.170
0
1.113.170
Bijdrage aan medeoverheden
1.113.170
0
1.113.170
Overige bijdragen
1.113.170
0
1.113.170
Ontvangsten
0
0
0
Toelichting
Er vinden geen mutaties plaats op artikel 25 die betrekking hebben op begrotingsjaar
2024.
2.14 Artikel 26 Bijdrage Investeringsfonds
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 16 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 26 Bijdrage Investeringsfonds (bedragen
x € 1.000)
Stand eerste suppletoire begroting (incl. amendementen en NvW) (1)
Mutaties Suppletoire begroting september (2)
Stand suppletoire begroting september (3) = (1) + (2)
Verplichtingen
10.169.040
404.607
10.573.647
Uitgaven
10.169.827
403.820
10.573.647
1 Bijdrage Investeringsfondsen
8.974.963
344.536
9.319.499
Bijdrage aan het Mobiliteitsfonds
8.978.963
304.536
9.283.499
2 Bijdrage Investeringsfondsen
1.194.864
59.284
1.254.148
Bijdrage aan het Deltafonds
1.194.864
59.284
1.254.148
Ontvangsten
0
0
0
Toelichting
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget wordt met € 363,8 miljoen verhoogd. Dit wordt met name veroorzaakt
door hieronder toegelichte uitgavenmutaties.
Uitgaven
Artikel 26.01 Bijdrage aan het Mobiliteitsfonds
De verhoging van de bijdrage aan het Mobiliteitsfonds in 2024 met € 304,5 miljoen
wordt met name veroorzaakt door de volgende mutaties:
Overboekingen HXII (€ 341,4 miljoen)
Per saldo wordt € 341,4 miljoen overgeboekt vanuit Hoofdstuk XII naar het Mobiliteitsfonds
en vice versa. Dit betreft met name:
– Dekking Spoorwegennet MF: Vrijval TVOV (€ 10 miljoen);
– HXII: Walstroom Rijksligplaatsen (€ 18,9 miljoen);
– HXII: Wind in de Zeilen (– € 4,5 miljoen)
– Loon- en Prijsbijstelling 2023 (€ 324 miljoen);
– Overboeking EOV naar Goederenvervoer (– € 7 miljoen).
Overboekingen Ministeries (– € 37,7 miljoen)
– Defensie: ETV Noord en Betonningsvaartuigen (– € 4 miljoen);
– Defensie: ERTV Zuid- en Midden (– € 10,7 miljoen);
– Defensie: Verkeersbeeld op Zee (– € 4,1 miljoen);
– PF: Toegankelijkheid OV (– € 18.9 miljoen).
Diverse kleinere overboekingen (€ 0,8 miljoen).
Artikel 26.02 Bijdrage aan het Deltafonds
De verhoging van dit artikel met € 59,3 miljoen wordt veroorzaakt door de volgende
mutaties:
Loon- en prijsbijstelling 2024 (€ 56,1 miljoen)
Dit betreft de toegekende loon- en prijsbijstelling tranche 2024 die vanuit de begroting
Hoofdstuk XII wordt overgeheveld naar de investeringsruimte van het Deltafonds. Vanuit
de investeringsruimte worden de artikelonderdelen verhoogd met de loon- en prijsbijstelling.
EZK: Wind op zee (€ 13,0 miljoen)
RWS voert voor EZK de opdracht Wind op zee uit en Wind op zee ecologisch programma
(WOZEP). In 2024 is € 7,6 miljoen uit de afspraken rondom de vaststelling van het
Programma Noordzee 2022–2027 vrijgekomen uit het Klimaatfonds. Daarnaast wordt € 34,5
miljoen, waarvan € 4,7 miljoen in 2024) overgeboekt vanuit EZK. Dit betreft de meerjarige
kosten (2024–2029) voor het RWS Wind op Zee management contract voor de interne (apparaat)
en externe (programma) kosten. Daarnaast wordt € 6,0 miljoen, waarvan € 0,7 miljoen
in 2024, vanuit EZK overgeboekt voor de wettelijke taken die RWS moet uitvoeren als
gevolg van de Routekaart 2030 waarin is vastgelegd dat er in 2030 voor 21GW aan geïnstalleerd
vermogen Windop zee moet komen te staan.
BCF: BTW compensatie Impulsregeling Klimaatadaptatie (€ – 7,8 miljoen)
Overboeking naar BTW-compensatefonds (€ – 7,8 miljoen) Het betreft de overboeking
naar het BTW-Compensatiefonds van het Ministerie van Financiën met betrekking tot
de Impulsregeling Klimaatadaptatie voor maatregelen die door Provincies, Gemeenten
of Waterschappen worden genomen. Deze overboeking betreft de beschikkingen die in
de eerste helft van 2024 zijn verstuurd.
Diverse kleine aanpassingen (€ – 2,0 miljoen).
Voor meer detail bij de mutaties op het MF en DF wordt verwezen naar de Suppletoire
Begroting September 2024 van het Mobiliteitsfonds en het Deltafonds.
3 Niet-beleidsartikelen
3.1 Artikel 97 Algemeen Kerndepartement
Tabel 17 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 97 Algemeen Kerndepartement (bedragen
x € 1.000)
Stand eerste suppletoire begroting (incl. amendementen en NvW) (1)
Mutaties Suppletoire begroting september (2)
Stand suppletoire begroting september (3) = (1) + (2)
Art.
Verplichtingen
59.912
4.685
64.597
Uitgaven
60.678
4.765
65.443
97.1
Algemeen departement
57.675
4.765
62.440
Opdrachten
43.585
3.561
47.146
van A naar Beter
1.783
0
1.783
Externe juridische advisering
1.988
200
2.188
Onderzoeken PBL
3.834
3.081
6.915
Onderzoeken ANVS
4.532
– 1.052
3.480
DCC
8.899
1.509
10.408
Regeringsvliegtuig
17.223
0
17.223
Overige opdrachten
5.326
– 177
5.149
Subsidies (regelingen)
29
0
29
Overige subsidies
29
0
29
Bijdrage aan agentschappen
13.245
1.204
14.449
Bijdrage aan agentschap RWS
3.191
152
3.343
Bijdrage aan agentschap KNMI
246
0
246
Overige bijdragen
9.808
1.052
10.860
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
816
0
816
Overige bijdragen
816
0
816
97.3
Testen reizigers
3.003
0
3.003
Opdrachten
3.003
0
3.003
Testen COVID-19
3.003
0
3.003
Ontvangsten
2.101
0
2.101
Toelichting
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget van het artikel Algemeen Kerndepartement voor 2024 wordt
met € 4,7 miljoen verhoogd. Dit wordt met name veroorzaakt door de hieronder toegelichte
uitgavenmutaties.
Uitgaven
Artikel 97.01 Algemeen departement
Opdrachten
De verhoging van het opdrachtenbudget met € 3,6 miljoen wordt met name veroorzaakt
door de volgende mutaties: opdrachten aan PBL (€ 3,1 miljoen) o.a. door LNV, in het
kader van basisfinanciering 2024 van de natuurplanbureaufunctie, een overboeking vanuit
artikel 21 voor de financiering van het onderzoeksprogramma Monitoringen sturing Circulaire
Economie 2024 en een overheveling vanuit het Deltafonds als bijdrage aan het onderzoeksprogramma
klimaatadaptatie voor «herijking klimaatsimpact en risico's».
Bijdragen aan agentschappen
De mutaties zijn lager dan de voorgeschreven norm en worden daarom niet toegelicht.
Bijdragen aan medeoverheden
De mutaties zijn lager dan de voorgeschreven norm en worden daarom niet toegelicht.
Ontvangsten
De ontvangstenmutaties zijn lager dan de voorgeschreven norm en worden daarom niet
toegelicht.
3.2 Artikel 98 Apparaat Kerndepartement
Tabel 18 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 98 Apparaat Kerndepartement (bedragen
x € 1.000)
Stand eerste suppletoire begroting (incl. amendementen en NvW) (1)
Mutaties Suppletoire begroting september (2)
Stand suppletoire begroting september (3) = (1) + (2)
Art.
Verplichtingen
512.275
12.710
524.985
Uitgaven
513.958
4.426
518.384
98.1
Personele uitgaven
389.478
2.570
392.048
Personele uitgaven
389.478
2.570
392.048
Eigen personeel
333.303
3.798
337.101
Externe inhuur
52.663
237
52.900
Overige personele uitgaven
3.512
– 1.465
2.047
98.2
Materiële uitgaven
124.480
1.856
126.336
Materiële uitgaven
124.480
1.856
126.336
ICT
39.093
– 3.650
35.443
Bijdrage aan SSO's
64.950
2.713
67.663
Overige materiële uitgaven
20.437
2.793
23.230
Ontvangsten
4.727
0
4.727
Toelichting
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget voor 2024 wordt met € 12,7 miljoen verhoogd. Dit wordt voor
een deel verklaard door een veplichtingenschuif van de jaren 2026 tm 2029 naar 2024
voor het aangaan een meerjarige licentieovereenkomst van SAP € 4,8 miljoen.
Uitgaven
1. Personele uitgaven
Eigen personeel
De mutaties zijn lager dan de voorgeschreven norm en worden daarom niet toegelicht.
Inhuur externen
De mutaties zijn lager dan de voorgeschreven norm en worden daarom niet toegelicht.
Overige personele uitgaven
De mutaties zijn lager dan de voorgeschreven norm en worden daarom niet toegelicht.
2. Materiële uitgaven
ICT
De mutaties zijn lager dan de voorgeschreven norm en worden daarom niet toegelicht.
Bijdrage aan SSO's
De mutaties zijn lager dan de voorgeschreven norm en worden daarom niet toegelicht.
Overige materiële uitgaven
De mutaties zijn lager dan de voorgeschreven norm en worden daarom niet toegelicht.
Ontvangsten
De ontvangstenmutaties zijn lager dan de voorgeschreven norm en worden daarom niet
toegelicht.
3.3 Artikel 99 Nog onverdeeld
Tabel 19 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 99 Nog onverdeeld (bedragen x € 1.000)
Stand eerste suppletoire begroting (incl. amendementen en NvW) (1)
Mutaties Suppletoire begroting september (2)
Stand suppletoire begroting september (3) = (1) + (2)
Art.
Verplichtingen
395.717
– 395.717
0
Uitgaven
390.515
– 390.515
0
99.1
Nog Onverdeeld
390.515
– 390.515
0
Nog te verdelen
390.515
– 390.515
0
Nog te verdelen
390.515
– 390.515
0
Ontvangsten
0
0
0
Toelichting
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget wordt met € 395,7 miljoen verlaagd. Dit wordt met name veroorzaakt
door de hieronder toegelichte uitgavenmutaties.
Uitgaven
De verlaging van dit artikelonderdeel met € 390,5 miljoen wordt met name veroorzaakt
door de volgende mutaties:
Loon- en prijsbijstelling fondsen: jaarlijks wordt besloten of de overheidsuitgaven van de Rijksbegroting gecorrigeerd
worden voor loon- en prijs ontwikkelingen. De toegekende loon- en prijsbijstelling
tranche 2024 voor de fondsen is met de 1e suppletoire begroting 2024 op artikel 99
gezet en wordt nu overgeheveld naar het MF en DF.
NAVO top 2025: met de 1e suppletoire begroting 2024 is vanuit het Ministerie van BZ € 4,4 miljoen
overgeboekt voor de kosten die IenW maakt voor de organisatie van de NAVO top in 2025.
Dit is destijds tijdelijk op artikel 99 gezet. Het budget wordt nu overgeheveld naar
het MF, vanuit waar de middelen door RWS worden uitgegeven aan de logistieke voorbereidingen
van de top.
4 Agentschappen
4.1 Agentschap Rijkswaterstaat
Tabel 20 Exploitatieoverzicht baten-lastenagentschap Rijkswaterstaat Suppletoire begroting
september 2024 (bedragen x € 1.000)
Stand eerste suppletoire begroting (incl. amendementen en NvW) (1)
Mutaties Suppletoire begroting september (2)
Stand suppletoire begroting september (3) = (1) + (2)
Baten
Omzet
3.717.222
263.636
3.980.858
waarvan omzet moederdepartement
3.351.357
142.526
3.493.883
waarvan omzet overige departementen
110.524
1.032
111.556
waarvan omzet derden
265.383
66
265.449
waarvan saldo op ontvangen bijdragen exploitatie en onderhoud
– 58.061
117.901
59.840
waarvan saldo op ontvangen bijdragen voor te verlenen diensten
48.019
2.111
50.130
Rentebaten
69.470
– 2.206
67.264
Vrijval voorzieningen
0
0
0
Bijzondere baten
1.500
0
1.500
Totaal baten
3.788.192
261.430
4.049.622
Lasten
Apparaatskosten
1.499.745
80.929
1.580.674
– Personele kosten
1.156.955
80.929
1.237.884
waarvan eigen personeel
1.086.461
77.899
1.164.360
waarvan inhuur externen
70.494
3.030
73.524
waarvan overige personele kosten
0
0
0
– Materiële kosten
342.790
0
342.790
waarvan apparaat ICT
45.836
0
45.836
waarvan bijdrage aan SSO's
67.129
0
67.129
waarvan overige materiële kosten
229.825
0
229.825
Externe Productkosten
2.255.893
180.642
2.436.535
Rentelasten
1.895
19
1.914
Afschrijvingskosten
18.921
– 160
18.761
– Materieel
18.761
0
18.761
waarvan apparaat ICT
5.417
0
5.417
waarvan overige materiële afschrijvingskosten
13.344
0
13.344
– Immaterieel
160
– 160
0
Overige lasten
8.000
0
8.000
waarvan dotaties voorzieningen
8.000
0
8.000
waarvan bijzondere lasten
0
0
0
Totaal lasten
3.784.454
261.430
4.045.884
Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening
3.738
0
3.738
Agentschapsdeel Vpb-lasten
130
0
130
Saldo van baten en lasten
3.608
0
3.608
Dotatie aan reserve Rijksrederij
3.608
0
3.608
Te verdelen resultaat
0
0
0
Toelichting
Baten
Omzet
Omzet moederdepartement
De hogere omzet moederdepartement ten opzichte van de 1e suppletoire begroting 2024 van € 142,5 miljoen is met name veroorzaakt door:
– Ontvangen Loon- en prijsbijstelling 2024 (€ 128,5 miljoen);
– bijdrage van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) aan het programma
Windenergie op zee (€ 13,0 miljoen);
– middelen ter dekking van excessieve prijsstijgingen voor Exploitatie en Onderhoud
(€ 8 miljoen);
– bijdrage van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) aan het programma
Maritiem InformatieVoorzieningen ServicePunt (MIVSP) (€ 7,9 miljoen);
– middelen voor de realisatie van een geleiderail bij het zonnepark langs de A37 (€ 5,4
miljoen);
– terugbetaling van resterend budget na afronding van de Nota Mobiliteit Achterstallig
Onderhoud Vaarwegen (NoMo AOV) (€ – 19,2 miljoen);
– toevoegen van meerjarig onderhoudsbudget aan de scope van het uitvoeringsproject Tunnel
A10 (€ – 8 miljoen);
– het restant betreft verschillende mutaties kleiner dan € 5,0 miljoen.
Saldo op ontvangen bijdragen
In navolging van de aanbeveling uit het rapport doorlichting agentschap Rijkswaterstaat
(2021) en toezegging aan de Tweede Kamer over het gebruik en de naamgeving van de
balanspost Nog Uit Te Voeren Werkzaamheden (NUTW) zijn de afspraken over het gebruik
van de NUTW post opnieuw geformaliseerd. Hierbij is besloten de NUTW te splitsen in
een post gerelateerd de bekostiging van de maatregelen ten behoeve van het Basis KwaliteitsNiveau
(BKN) voor Exploitatie en Onderhoud en een post voor overige werkzaamheden gefinancierd
vanuit EPK-BLS, respectievelijk «Saldo op ontvangen bijdragen exploitatie en onderhoud»
en «Saldo op ontvangen bijdragen voor te verlenen diensten».
Saldo op ontvangen bijdragen voor exploitatie en onderhoud
Onder dit saldo vallen de ontvangsten en uitgaven die samenhangen met afspraken over
het Basis Kwaliteitsniveau (BKN). De huidige prognose geeft het beeld dat RWS meer
opdrachten in de markt kan zetten dan het aan opbrengsten ontvangt. Op basis daarvan
is het de verwachting dat het saldo € 59,8 miljoen zal afnemen, waar bij 1e suppletoire begroting 2024 nog een toename van het saldo was voorzien (€ 58,1 miljoen).
Lasten
Apparaatskosten
Personele kosten
De personele kosten bestaan uit de kosten van het eigen personeel en de kosten van
de ingehuurde capaciteit voor de uitvoering van kerntaken. Dat de personele kosten
zijn toegenomen ten opzichte van de 1e suppletoire begroting 2024 komt met name door de doorrekening van de afspraken uit
de CAO Rijk 2024–2025. In deze CAO is per 1 juli 2024 een loonsverhoging van 8,5%
en € 50,– per maand bruto afgesproken, verhoging van het Individueel Keuzebudget (IKB)
naar 16,5%, een eenmalige uitkering van € 1.200,– per fte in mei en € 800,– per fte
in november. Daarnaast heeft RWS extra capaciteit ontvangen in het kader van het programma
Windenergie op zee en Net op zee; Klimaatneutrale en circulaire organisatie, vrachtwagenheffing
2024 en Talking Traffic 2024.
De hogere inhuur ten opzichte van de begroting is met name het gevolg van krapte op
de arbeidsmarkt waardoor RWS, gezien de productieopgave, een hoger beroep op inhuur
moet doen dan werd ingeschat bij het opstellen van de 1e suppletoire begroting 2024.
Externe Productkosten
Bij brief van 17 maart 2023 is de Kamer geïnformeerd over de aanpak van RWS van de
groeiende instandhoudingsopgave. Voor de netwerken is een Basiskwaliteitsniveau geformuleerd.
Extra budget is beschikbaar gekomen vanuit het CoalitieAkkoord (CA) en een schuif
van middelen en capaciteit van aanleg naar instandhouding. Door het beschrijven van
een 8-jarige opdracht ontstaat langjarige zekerheid voor zowel RWS al de markt om
efficiënt en doelmatig te werken en zo de productie te laten stijgen.
Voor 2024 is de verwachting dat met de ingezette maatregelen de productie fors zal
gaan stijgen. De prognose is € 180,6 miljoen hoger dan bij 1e suppletoire begroting 2024 en komt uit boven het beschikbare budget. Hiermee zal
de trend van een steeds toenemende balanspost «Saldo op ontvangen bijdragen» kunnen
worden omgezet in een afname van de balanspost. Zie ook de toelichting onder de post
«Saldo op ontvangen bijdragen».
Tabel 21 Kasstroomoverzicht baten-lastenagentschap Rijkswaterstaat Suppletoire begroting
september 2024 (bedragen x € 1.000)
Stand eerste suppletoire begroting (incl. amendementen en NvW) (1)
Mutaties Suppletoire begroting september (2)
Stand suppletoire begroting september (3) = (1) + (2)
1.
Rekening courant RHB 1 januari + depositorekeningen
1.676.864
0
1.676.864
Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+)
3.798.234
141.418
3.939.652
Totaal uitgaven operationele kasstroom (–/–)
– 3.757.663
– 261.590
– 4.019.253
2.
Totaal operationele kasstroom
40.571
– 120.172
– 79.601
Totaal investeringen (–/–)
– 56.023
0
– 56.023
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)
0
3.
Totaal investeringskasstroom
– 56.023
0
– 56.023
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (–/–)
0
0
0
Eenmalige storting door moederdepartement (+)
0
0
Aflossingen op leningen (–/–)
– 15.724
0
– 15.724
Beroep op leenfaciliteit (+)
53.222
0
53.222
4.
Totaal financieringskasstroom
37.498
0
37.498
5.
Rekening courant RHB 31 december (=1+2+3+4)
1.698.910
– 120.172
1.578.738
Toelichting
Operationele kasstroom
Hieronder vallen de ontvangsten en uitgaven uit de reguliere bedrijfsvoering.
De hogere ontvangsten operationele kasstroom ten opzichte van de 1e suppletoire begroting 2024 (€ 141,4 miljoen) worden met name veroorzaakt door de
hogere ontvangsten van het moederdepartement, overige departementen, derden en de
verwachte rentebaten. Zie hiervoor ook de toelichting onder «Omzet».
De hogere uitgaven operationele kasstroom ten opzichte van de 1e suppletoire begroting 2024 € 261,6 miljoen worden met name veroorzaakt door de hogere
externe productkosten. Zie hiervoor ook de toelichting onder «Externe productkosten».
4.2 Agentschap Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut
Tabel 22 Exploitatieoverzicht Baten-lastenagentschap KNMI Suppletoire begroting 2024
(suppletoire begroting september) (Bedragen x € 1.000)
Stand eerste suppletoire begroting (incl. amendementen en NvW) (1)
Mutaties Suppletoire begroting september (2)
Stand suppletoire begroting september (3) = (1) + (2)
Baten
– Omzet
115.701
2.745
118.446
waarvan omzet moederdepartement
79.713
2.423
82.136
waarvan omzet overige departementen
5.550
– 600
4.950
waarvan omzet derden
30.438
923
31.360
waarvan omzet nog uit te voeren werkzaamheden
0
0
0
Rentebaten
1.000
0
1.000
Vrijval voorzieningen
0
0
0
Bijzondere baten
0
0
0
Totaal baten
116.701
2.745
119.446
Lasten
Apparaatskosten
93.947
2.784
96.731
– Personele kosten
60.381
2.334
62.714
waarvan eigen personeel
53.004
2.387
55.392
waarvan inhuur externen
7.322
0
7.322
waarvan overige personele kosten
54
– 54
0
– Materiële kosten
33.567
450
34.018
waarvan apparaat ICT
15.514
0
15.515
waarvan bijdrage aan SSO's
2.215
0
2.215
waarvan overige materiële kosten
15.838
450
16.288
Externe Productkosten
0
0
0
Rentelasten
129
– 29
100
Afschrijvingskosten
2.116
0
2.116
– Materieel
1.907
0
1.907
waarvan apparaat ICT
69
0
69
waarvan overige materiële afschrijvingskosten
1.837
0
1.837
– Immaterieel
209
0
209
Overige lasten
22.071
10
22.081
waarvan aardobservatie
22.071
10
22.081
waarvan dotaties voorzieningen
0
0
0
waarvan bijzondere lasten
0
0
0
Totaal lasten
118.264
2.765
121.029
Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening
– 1.563
– 20
– 1.583
Agentschapsdeel Vpb-lasten
45
– 20
25
Saldo van baten en lasten
– 1.608
0
– 1.608
Toelichting
Baten
Omzet moederdepartement
Stijging door het toevoegen van baten voor FTO (€ 0,6 miljoen; zie toelichting omzet
derden), toekenning van WaU-middelen voor de periode 2024–2031 (€ 0,7 miljoen). De
overige stijging wordt veroorzaakt door extra inzet en baten voor de bijzondere projecten.
Omzet overige departementen
Bij de VJN 2024 werden baten van het Ministerie van EZK voorzien in het kader van
de Faciliteiten Toegepast Onderzoek (FTO; € 0,6 miljoen). Deze worden echter via het
moederdepartement als agentschapsbijdrage ter beschikking gesteld aan het KNMI.
Omzet derden
Stijging als gevolg van het doorberekenen van de gestegen loonkosten.
Rentebaten
Geen bijzonderheden.
Lasten
Personele kosten
Stijging door gestegen loonkosten als gevolg van de nieuwe cao rijk (€ 2,3 miljoen).
Materiële kosten
Geen bijzonderheden.
Afschrijvingskosten
Geen bijzonderheden.
Overige lasten
Geen bijzonderheden.
Resultaat
Het begrote negatieve resultaat wordt veroorzaakt doordat voor 2024 kosten voor Informatiehuishouding
en Lifecyclemanagement zijn begroot (€ 1,6 miljoen) waarvoor vorig jaar middelen aan
het Eigen Vermogen zijn toegevoegd (€ 2,1 miljoen). Het Eigen Vermogen is in 2023
mede hierdoor gestegen van € 2,6 miljoen naar € 4,1 miljoen.
Tabel 23 Kasstroomoverzicht (Bedragen x € 1.000)
Stand eerste suppletoire begroting (incl. amendementen en NvW) (1)
Mutaties Suppletoire begroting september (2)
Stand suppletoire begroting september (3) = (1) + (2)
1.
Rekening courant RHB 1 januari + depositorekeningen
16.796
16.796
Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+)
3.032
1.335
4.367
Totaal uitgaven operationele kasstroom (–/–)
– 13.567
5.272
– 8.295
2.
Totaal operationele kasstroom
– 10.536
6.607
– 3.928
Totaal investeringen (–/–)
– 5.900
2.900
– 3.000
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)
3.
Totaal investeringskasstroom
– 5.900
2.900
– 3.000
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (–/–)
Eenmalige storting door moederdepartement (+)
Aflossingen op leningen (–/–)
– 2.108
0
– 2.108
Beroep op leenfaciliteit (+)
5.900
– 2.900
3.000
4.
Totaal financieringskasstroom
3.792
– 2.900
892
5.
Rekening courant RHB 31 december (=1+2+3+4)
4.152
6.608
10.761
Toelichting
Rekening-courant RHB 1 januari 2024
Geen bijzonderheden.
Operationele kasstroom
Hieronder vallen de ontvangsten en uitgaven uit de reguliere bedrijfsvoering.
De ontvangsten operationele kasstroom betreffen afschrijvingskosten (€ 2,1 miljoen)
en een verwachte betalingen luchtvaart van € 2,2 miljoen.
De mutatie uitgaven operationele kasstroom betreffen uitgaven voor diverse projecten
voor IenW waarvoor reeds eerder middelen zijn ontvangen (€ – 6,7 miljoen, inclusief
aardobservatie). Daarnaast bestaan de uitgaven uit een negatief resultaat van € – 1,6
miljoen.
Investeringskasstroom
Door vertraging bij de uitvoering van projecten zijn de verwachten investeringsuitgaven
lager dan begroot.
Financieringskasstroom
Door vertraging bij de uitvoering van projecten zijn de verwachten investeringsuitgaven
en daardoor ook het beroep op de leenfaciliteit lager dan begroot.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
B. Madlener, minister van Infrastructuur en Waterstaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.