Voorstel van wet : Voorstel van wet (herdruk)
36 610 Wijziging van de Wet inkomstenbelasting 2001, de Successiewet 1956 en enkele andere wetten in verband met aanpassingen in een aantal fiscale bedrijfsopvolgingsfaciliteiten (Wet aanpassing fiscale bedrijfsopvolgingsfaciliteiten 2025)
ARTIKEL I
ARTIKEL II
ARTIKEL III
ARTIKEL IV
ARTIKEL V
ARTIKEL VI
ARTIKEL VII
ARTIKEL VIII
Nr. 2 HERDRUK1
VOORSTEL VAN WET
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die dezen zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om aanpassingen te doen
in een aantal fiscale bedrijfsopvolgingsfaciliteiten;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen
overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden
en verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Wet inkomstenbelasting 2001 wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 4.17a, achtste lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. Aan het slot van onderdeel b wordt «; en» vervangen door een puntkomma.
2. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel c door «; en» wordt een onderdeel
toegevoegd, luidende:
d. schulden die rechtstreeks samenhangen met die bedrijfsmiddelen.
B
In artikel 4.17c, derde lid, wordt «elfde lid» vervangen door «twaalfde lid».
ARTIKEL II
De Wet inkomstenbelasting 2001 wordt met ingang van 1 januari 2026 als volgt gewijzigd:
A
Artikel 4.17a wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:
a. In de aanhef wordt «De overgang» vervangen door in «De overgang van aandelen».
b. In onderdeel a wordt «aandelen of winstbewijzen» vervangen door «aandelen».
c. Onderdeel b komt te luiden:
b. de aandelen bij de erflater tot een aanmerkelijk belang op grond van artikel 4.6,
aanhef en onderdeel a, behoren en geen bijzondere gerechtigdheid kennen met betrekking
tot een of meer vermogensbestanddelen of activiteiten;.
d. In onderdeel c wordt «aandelen of winstbewijzen» vervangen door «aandelen» en wordt
«, en» vervangen door «; en».
2. In het tweede lid wordt «aandelen of winstbewijzen» vervangen door «aandelen».
3. Het derde lid wordt als volgt gewijzigd:
a. In onderdeel a wordt «een eerder door de erflater gehouden aanmerkelijk belang» vervangen
door «eerder door de erflater gehouden aandelen als bedoeld in het eerste lid, onderdeel
b».
b. Aan het slot van onderdeel c wordt «, en» vervangen door «; en».
4. In het vierde lid wordt «aandelen of winstbewijzen» vervangen door «aandelen».
5. Het vijfde lid wordt als volgt gewijzigd:
a. In de aanhef wordt «een aanmerkelijk belang» vervangen door «aandelen als bedoeld
in het eerste lid, onderdeel b,» en wordt «een belang heeft» vervangen door «een aandelenbelang
heeft».
b. In onderdeel a wordt «een aanmerkelijk belang» vervangen door «aandelen als bedoeld
in het eerste lid, onderdeel b,».
c. Onderdeel b wordt als volgt gewijzigd:
1. In de aanhef wordt «belang» vervangen door «aandelenbelang».
2. In subonderdeel 1° wordt «aanmerkelijk belang» vervangen door «belang».
3. Aan het slot van subonderdeel 2° wordt «, en» vervangen door een puntkomma.
4. Onder vervanging van de punt aan het slot van subonderdeel 3° door «; en» wordt een
subonderdeel toegevoegd, luidende:
4°. dat belang uitsluitend omdat het kleiner is dan 5% geen belang vormt als bedoeld in
onderdeel a.
5. Na de eerste zin wordt een zin ingevoegd, luidende:
De toerekening vindt alleen plaats voor zover het belang, bedoeld in de eerste zin,
aanhef, bestaat uit aandelen die geen bijzondere gerechtigdheid kennen met betrekking
tot een of meer vermogensbestanddelen of activiteiten.
6. Aan het zevende lid wordt toegevoegd «, waaronder begrepen winstbewijzen en opties
op aandelen».
7. In het negende lid wordt «een direct aanmerkelijk belang als bedoeld in afdeling
4.3, met uitzondering van artikel 4.10» vervangen door «aandelen als bedoeld in het
eerste lid, onderdeel b» en wordt «onder 1° tot en met 3°» vervangen door «onder 1°
tot en met 4°».
8. Onder vernummering van het veertiende en vijftiende lid tot vijftiende en zestiende
lid wordt een lid ingevoegd, luidende:
14. Voor de toepassing van dit artikel en de daarop berustende bepalingen wordt onder
preferente aandelen verstaan aandelen met voorrang ten aanzien van de winstverdeling
of liquidatieopbrengsten. Indien aandelen slechts voor een deel van het gestorte kapitaal
voorrang kennen, is enkel sprake van preferente aandelen als de voorrang wezenlijk
is ten opzichte van het deel van het gestorte kapitaal van die aandelen dat geen voorrang
kent.
B
In artikel 4.17b, tweede lid, wordt «aandelen of winstbewijzen» vervangen door «aandelen».
C
Artikel 4.17c wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid wordt al volgt gewijzigd:
a. In de aanhef wordt «De overdracht» vervangen door «De overdracht van aandelen».
b. In onderdeel a wordt «aandelen of winstbewijzen» vervangen door «aandelen».
c. Onderdeel b komt te luiden:
b. de aandelen bij de vervreemder tot een aanmerkelijk belang behoren op grond van artikel
4.6, aanhef en onderdeel a, en geen bijzondere gerechtigdheid kennen met betrekking
tot een of meer vermogensbestanddelen of activiteiten;.
d. In onderdeel c wordt «aandelen of winstbewijzen» vervangen door «aandelen».
2. In het tweede lid wordt «aandelen of winstbewijzen» vervangen door «aandelen».
3. In het derde lid wordt «twaalfde lid» vervangen door «twaalfde en veertiende lid».
ARTIKEL III
De Successiewet 1956 wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 35b, vijfde en zesde lid, wordt «vijf jaren» vervangen door «drie jaren».
B
Artikel 35c, zevende lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. Aan het slot van onderdeel a wordt «; en» vervangen door een puntkomma.
2. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel c door «; en» wordt een onderdeel
toegevoegd, luidende:
d. schulden die rechtstreeks samenhangen met die bedrijfsmiddelen.
C
In artikel 35e, eerste lid, aanhef, wordt «vijf jaren» vervangen door «drie jaren».
ARTIKEL IV
De Successiewet 1956 wordt met ingang van 1 januari 2026 als volgt gewijzigd:
A
Artikel 35c wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:
a. In onderdeel c wordt «vermogensbestanddelen die bij de erflater of schenker behoorden
tot een aanmerkelijk belang als bedoeld in afdeling 4.3, met uitzondering van artikel
4.10, van de Wet inkomstenbelasting 2001, mits het lichaam waarop het belang betrekking
heeft» vervangen door «aandelen die bij de erflater of schenker behoorden tot een
aanmerkelijk belang op grond van artikel 4.6, aanhef en onderdeel a, van de Wet inkomstenbelasting
2001 en geen bijzondere gerechtigdheid kennen met betrekking tot een of meer vermogensbestanddelen
of activiteiten, mits het lichaam waarop die aandelen betrekking hebben».
b. In onderdeel d wordt «onroerende zaken» vervangen door «onroerende zaken en de schulden
die rechtstreeks met die onroerende zaken samenhangen» en wordt «mits deze dienstbaar
zijn» vervangen door «mits die onroerende zaken dienstbaar zijn».
2. In het derde lid wordt «behoorden tot een aanmerkelijk belang» vervangen door «bestonden
uit aandelen als bedoeld in het eerste lid, onderdeel c,».
3. In het vierde lid, onderdeel a, wordt «een eerder door de erflater of schenker gehouden
aanmerkelijk belang van gewone aandelen» vervangen door «eerder door de erflater of
schenker gehouden aandelen als bedoeld in het eerste lid, onderdeel c».
4. Het vijfde lid wordt als volgt gewijzigd:
a. In de aanhef wordt «een aanmerkelijk belang» vervangen door «aandelen» en wordt «een
belang heeft» vervangen door «een aandelenbelang heeft».
b. In onderdeel a wordt «een aanmerkelijk belang hield als bedoeld in afdeling 4.3 van
de Wet inkomstenbelasting 2001,» vervangen door «aandelen als bedoeld in het eerste
lid, onderdeel c, hield;».
c. Onderdeel b wordt als volgt gewijzigd:
1. In de aanhef wordt «belang» vervangen door «aandelenbelang».
2. In subonderdeel 1° wordt «aanmerkelijk belang» vervangen door «belang».
3. Aan het slot van subonderdeel 2° wordt «, en» vervangen door een puntkomma.
4. Onder vervanging van de punt aan het slot van subonderdeel 3° door «; en» wordt een
subonderdeel toegevoegd, luidende:
4°. dat belang uitsluitend omdat het kleiner is dan 5% geen belang vormde als bedoeld
in onderdeel a.
5. Na de eerste zin wordt een zin ingevoegd, luidende:
De toerekening vindt alleen plaats voor zover het belang, bedoeld in de eerste zin,
aanhef, bestaat uit aandelen die geen bijzondere gerechtigdheid kennen met betrekking
tot een of meer vermogensbestanddelen of activiteiten.
5. Aan het zesde lid wordt toegevoegd «, waaronder begrepen winstbewijzen en opties
op aandelen».
6. Het zevende lid wordt als volgt gewijzigd:
a. Aan het slot van onderdeel c wordt «; en» vervangen door een puntkomma.
b. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel d door «; en» wordt een onderdeel
toegevoegd, luidende:
e. vermogen dat zonder toepassing van dit onderdeel ondernemingsvermogen zou zijn en
dat ten minste in belangrijke mate, rechtens dan wel in feite, direct of indirect,
een voortzetting vormt van, of voortkomt uit:
1°. een onderneming als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a; of
2°. aandelen, opties op aandelen of winstbewijzen in een lichaam dat een onderneming als
bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, drijft;
die de verkrijger eerder onder een last of tegen een tegenprestatie heeft vervreemd,
doch niet meer dan de waarde van die last of tegenprestatie.
7. In het achtste lid, onderdeel b, wordt «een direct aanmerkelijk belang als bedoeld
in afdeling 4.3, met uitzondering van artikel 4.10, van de Wet inkomstenbelasting
2001 heeft» vervangen door «direct aandelen als bedoeld in het eerste lid, onderdeel
c, had» en wordt «onder 1° tot en met 3°, heeft» vervangen door «onder 1° tot en met
4°, had».
8. Onder vernummering van het twaalfde en dertiende lid tot dertiende en veertiende
lid wordt een lid ingevoegd, luidende:
12. Voor de toepassing van dit artikel en de daarop berustende bepalingen wordt onder
preferente aandelen verstaan aandelen met voorrang ten aanzien van de winstverdeling
of liquidatieopbrengsten. Indien aandelen slechts voor een deel van het gestorte kapitaal
voorrang kennen, is enkel sprake van preferente aandelen als de voorrang wezenlijk
is ten opzichte van het deel van het gestorte kapitaal van die aandelen dat geen voorrang
kent.
9. In het dertiende lid (nieuw) wordt «zijn de artikelen 4.3 tot en met 4.5a» vervangen
door «is artikel 4.3, aanhef en onderdeel a,».
B
Artikel 35d wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:
a. In onderdeel c wordt «aanmerkelijkbelanghouder was van de vermogensbestanddelen,
bedoeld in artikel 35c, eerste lid, onderdeel c, en het lichaam waarop het aanmerkelijk
belang betrekking heeft » vervangen door «houder was van de aandelen, bedoeld in artikel
35c, eerste lid, onderdeel c, en het lichaam waarop die aandelen betrekking hebben».
b. Aan het slot van onderdeel d wordt de punt vervangen door een puntkomma.
c. Er wordt toegevoegd «voor zover het belang van erflater of schenker in de onderneming,
bedoeld in de onderdelen a of c, in de medegerechtigdheid, bedoeld in de onderdelen
b of c, of in de werkzaamheid, bedoeld in onderdeel d, in de genoemde periode niet
is toegenomen».
2. Onder vernummering van het tweede lid tot zesde lid worden vier leden ingevoegd,
luidende:
2. De periodes van één jaar, bedoeld in het eerste lid, aanhef en onderdelen c en d,
worden verlengd met zes maanden per jaar dat de erflater ten tijde van het overlijden
meer dan twee jaar ouder is dan de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel
7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet.
3. De periodes van vijf jaren, bedoeld in het eerste lid, aanhef en onderdelen c en
d, worden verlengd met zes maanden per jaar dat de schenker op het moment van schenking
meer dan zes jaar ouder is dan de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel
7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet.
4. Onder een erflater of schenker als bedoeld in het eerste lid wordt mede verstaan
degene die naar doel en strekking van de bezitseis, bedoeld in het eerste lid, daarmee
gelijk te stellen is, mits sprake is van een bij ministeriële regeling aangewezen
omstandigheid en voldaan wordt aan daarin gestelde voorwaarden.
5. Onder een erflater of schenker als bedoeld in het eerste lid wordt mede verstaan
degene die in geval van bij ministeriële regeling aangewezen situaties van overheidsingrijpen
voldoet aan de daarin gestelde voorwaarden.
C
Artikel 35e wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid, onderdeel c, wordt als volgt gewijzigd:
a. In de aanhef wordt «vermogensbestanddelen» vervangen door «aandelen».
b. In subonderdeel 1° wordt «vermogensbestanddelen of een gedeelte van de in deze vermogensbestanddelen»
vervangen door «die aandelen of een gedeelte van de in die aandelen».
c. Subonderdeel 2° komt te luiden:
2°. die aandelen of via die aandelen indirect gehouden aandelen worden omgezet in preferente
aandelen of in aandelen die een bijzondere gerechtigdheid kennen met betrekking tot
een of meer vermogensbestanddelen of activiteiten, of de aanspraak van die direct
of indirect gehouden aandelen op toekomstige winsten of waardeontwikkelingen wordt,
al dan niet via uitgifte van vermogensbestanddelen, op andere wijze beperkt; of.
d. In subonderdeel 3° wordt «de vermogensbestanddelen» vervangen door «die aandelen».
2. In het derde lid wordt «vermogensbestanddelen» vervangen door «aandelen».
3. Onder vernummering van het vijfde en zesde lid tot achtste en negende lid worden
drie leden ingevoegd, luidende:
5. Het vierde lid is van overeenkomstige toepassing op gewone aandelen van de verkrijger
die zijn toegekend in het kader van een bedrijfsoverdracht als bedoeld in artikel
35c, vijfde lid, vijfde zin.
6. Een verkrijger voldoet mede aan het voortzettingsvereiste in bij ministeriële regeling
te stellen omstandigheden die passen bij het doel en de strekking van het voortzettingsvereiste
als voldaan wordt aan de daarin gestelde voorwaarden.
7. Een verkrijger voldoet in geval van bij ministeriële regeling aangewezen situaties
van overheidsingrijpen mede aan het voortzettingsvereiste onder bij die ministeriële
regeling te stellen voorwaarden.
ARTIKEL V
In de Invorderingswet 1990 vervalt in artikel 25, achtste lid, onderdeel a, «, mits
de verkrijger reeds gedurende de 36 maanden die onmiddellijk voorafgaan aan het tijdstip
van de schenking in dienstbetrekking is van de vennootschap waarop de aandelen of
winstbewijzen betrekking hebben».
ARTIKEL VI
In de Wet aanpassing fiscale bedrijfsopvolgingsfaciliteiten 2024 wordt in artikel
VII, tweede lid, «treedt artikel I, onderdeel B» vervangen door «treden de artikelen
I, onderdeel B, II, onderdeel A, onder 0, en V, onderdeel B, onder 1a, 1b en 3a» en
wordt «tijdstip» vervangen door «tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of
onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.
ARTIKEL VII
Deze wet treedt in werking met ingang van 1 januari 2025, met dien verstande dat artikel
VI toepassing vindt voordat de artikelen II, onderdeel A, en V, onderdeel B, van de
Wet aanpassing fiscale bedrijfsopvolgingsfaciliteiten 2024 per 1 januari 2025 worden
toegepast.
ARTIKEL VIII
Deze wet wordt aangehaald als: Wet aanpassing fiscale bedrijfsopvolgingsfaciliteiten
2025.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries,
autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering
de hand zullen houden.
Gegeven
De Staatssecretaris van Financiën,
Stemmingsuitslagen
Aangenomen met handopsteken
Fracties | Zetels | Voor/Tegen |
---|---|---|
PVV | 37 | Voor |
GroenLinks-PvdA | 25 | Voor |
VVD | 24 | Voor |
NSC | 20 | Voor |
D66 | 9 | Voor |
BBB | 7 | Voor |
CDA | 5 | Voor |
SP | 5 | Tegen |
ChristenUnie | 3 | Voor |
DENK | 3 | Voor |
FVD | 3 | Tegen |
PvdD | 3 | Voor |
SGP | 3 | Voor |
Volt | 2 | Voor |
JA21 | 1 | Voor |
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.