Amendement (gewijzigd/nader/vervangend) : Gewijzigd amendement van het lid Grinwis c.s. ter vervanging van nr. 9 over een verbod op contante betalingen boven de 3000 euro voor diensten
36 228 Wijziging van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme in verband met het verbod op contante betalingen voor goederen vanaf 3.000 euro (Wet plan van aanpak witwassen)
Nr. 20
                   GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID GRINWIS C.S. TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER
               NR. 9
            
Ontvangen 9 september 2024
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
Na onderdeel C wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
Ca
Artikel 1f wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.
2. In het eerste lid (nieuw) wordt na «betaling van goederen» ingevoegd «of verlener
                           van diensten».
                        
3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
2. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen instellingen aangewezen worden waarvoor
                                    de in het eerste lid genoemde verplichting geldt voor een bij algemene maatregel van
                                    bestuur te bepalen bedrag.
                                 
Toelichting
               
Dit amendement regelt dat het voorgestelde verbod op contante betalingen boven het
                     in de wet genoemde maximumbedrag op termijn wordt uitgebreid naar diensten. Bij algemene
                     maatregel van bestuur wordt aangewezen welke toezichthouder voor welke categorie dienstverlening
                     verantwoordelijk is.
                  
Het huidige wetsvoorstel stelt enkel grenzen aan contante betalingen bij de verkoop
                     van goederen, terwijl het risico op witwassen of andere malafide praktijken ook bij
                     diensten sterk aanwezig is. Bovendien is het te verwachten dat de maximering van contante
                     betalingen bij goederen leidt tot een verschuiving van crimineel gedrag van goederen
                     naar diensten, bijvoorbeeld door juridische constructies waarbij de transactie van
                     een goed op papier kwalificeert als dienst. Volgens de indieners ligt het daarom in
                     de rede om deze wettelijke beperking voor verkopers van goederen ook toe te passen
                     op aanbieders van diensten, en daarbij aan te sluiten bij de hoogte van het maximumbedrag
                     voor goederen. Deze uitbreiding van het maximumbedrag naar diensten is ook een aanbeveling
                     uit de wetenschapstoets van de rapporteurs Van Weyenberg (D66), Alkaya (SP) en Omtzigt
                     (NSC).
                  
De verplichting tot een maximumbedrag voor contante betalingen bij diensten volgt
                     ook uit de recent aangenomen Europese verordening ter voorkoming van het gebruik van
                     het financiële stelsel voor witwassen of terrorismefinanciering (AMLR). Vooruitlopend
                     op de inwerkingtreding van die verordening medio 2027 implementeert dit amendement
                     het maximumbedrag in de wet, parallel aan het maximumbedrag voor goederen.
                  
Deze wijziging leidt tot een uitbreiding van de reikwijdte van de groep partijen waarvoor
                     het verbod op contante betalingen geldt. Dit vraagt om een zorgvuldige implementatie,
                     zodat zowel de toezichthouder als het bedrijfsleven zich kunnen voorbereiden op deze
                     wijziging. Om deze reden hebben de indieners het maximumbedrag voor diensten opgenomen
                     in een nieuw wetsonderdeel, waarvoor een afzonderlijk koninklijk besluit tot inwerkingtreding
                     kan worden uitgegeven. De indieners roepen de regering op om niet langer te wachten
                     met het uitgeven van het inwerkingtredings-KB dan nodig is om aan de eisen voor een
                     zorgvuldige implementatie te voldoen. Ook vragen de indieners de regering te bezien
                     hoe het verbod ook werking kan en dient te krijgen voor niet-Wwft-dienstverleners,
                     ook in het licht van de aankomende AMLR-verplichtingen.
                  
Grinwis I. van Dijk Vijlbrief
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
 Pieter Grinwis, Tweede Kamerlid
- 
              
                  Mede ondertekenaar
 Hans Vijlbrief, Tweede Kamerlid
- 
              
                  Mede ondertekenaar
 Inge van Dijk, Tweede Kamerlid
 
           
   
  