Brief regering : Stand van zaken inzet Afghanistan
36 180 Doen waar Nederland goed in is – Strategie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
Nr. 103 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 juli 2024
Op 7 juli 2022 heeft het kabinet middels een brief de Kamer geïnformeerd over de langetermijnvisie
voor de Nederlandse inzet in Afghanistan (Kamerstuk 34 952, nr. 177). Sindsdien heeft het kabinet uitvoering gegeven aan deze langetermijnvisie. In deze
brief geef ik, mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken, een update over hoe
Nederland de Afghaanse bevolking heeft ondersteund. Specifiek besteed ik aandacht
aan hoe er binnen de lastige context van Afghanistan toch resultaten worden behaald,
in lijn met de toezegging die door mijn voorganger is gedaan tijdens de begrotingsbehandeling
Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking op d.d. 31 januari 2024 om creatieve
oplossingen te zoeken voor ondersteuning van de Afghaanse bevolking.
Context
Sinds de machtsovername van de Taliban in 2021 is Afghanistan relatief stabiel doordat
de Taliban effectieve gebiedscontrole heeft afgedwongen. Tegelijk gaat de Afghaanse
bevolking, met name vrouwen en meisjes, gebukt onder de harde hand van de Taliban.
De politieke keuzes van de Taliban worden voornamelijk bepaald door de zeer conservatieve
Emir Akhundzada Haibatullah, die zich in Kandahar bevindt. Op belangrijke thema’s
zoals het respecteren van vrouwenrechten en een inclusieve Afghaanse regering wordt
geen vooruitgang geboekt. Sterker nog, er is een significante verslechtering te zien.
De afgelopen twee jaar is de mensenrechtensituatie in Afghanistan verder verslechterd.
Er zijn aanhoudende berichten over lijfstraffen en willekeurige arrestaties, waar
etnische en religieuze minderheden vaak het doelwit van zijn. Media en journalisten
worden sterk beperkt in hun vrijheid. De Taliban sluiten vrouwen en meisjes structureel
uit van deelname aan het sociale en economische leven. Zo mogen zij onder andere niet
deelnemen aan middelbaar en universitair onderwijs, publieke ruimten zoals parken
niet bezoeken, en officieel niet werken voor ngo’s en VN-organisaties. Dit laatste
verbod wordt in de praktijk beperkt geïmplementeerd, zoals uiteengezet verderop in
deze brief.
Daarnaast is de economische en humanitaire situatie in Afghanistan zeer zorgwekkend.
De Afghaanse economie is de afgelopen twee jaar met 26% gekrompen en verwachting is
dat krimp zal aanhouden, met als gevolg toenemende armoede, werkloosheid, voedselonzekerheid
en maatschappelijke fragmentatie. Op humanitair vlak heeft meer dan de helft van de
bevolking een vorm van humanitaire ondersteuning nodig, met name vrouwen en meisjes,
gemarginaliseerde groepen en ontheemden. Zowel de economische als humanitaire situatie
hebben mogelijke gevolgen voor migratiestromen, criminaliteit en bijvoorbeeld rekrutering
voor terroristische groeperingen. Dit risico wordt versterkt door uitdagingen zoals
de geforceerde terugkeer van Afghaanse migranten uit Pakistan, en regelmatige natuurrampen,
zoals aardbevingen en overstromingen. Daarnaast heeft langdurige droogte in het land
grote gevolgen voor de bestaanszekerheid.
Het kabinet heeft zich gecommitteerd om de Afghaanse bevolking te blijven steunen,
ook omdat een stabiel Afghanistan in Nederlands belang is. Waar mogelijk heeft het
kabinet daarom ingezet op onder andere mensenrechten, basisnoden, steun aan het maatschappelijk
middenveld, opvang in de regio en humanitaire steun, onder strikte voorwaarden om
het Taliban-regime niet te legitimeren. Zoals eerder met de Kamer gedeeld, is de Nederlandse
inzet op basisnoden en steun aan het maatschappelijk middenveld strikt voorwaardelijk:
steun mag niet (direct of indirect) via de Taliban worden verstrekt; er mag geen inhoudelijke
bemoeienis van de Taliban plaatsvinden m.b.t. beleid, uitvoering en management; en
gelijke toegang tot hulp dient zeker gesteld te zijn voor vrouwen en meisjes (Kamerbrief
langetermijnvisie, dd. 7 juli 2022). Ook humanitaire hulp moet worden geleverd zonder
inmenging door de Taliban en met de principiële «voor en door vrouwen»-benadering.
Nederland en humanitaire partners opereren daarbij volgens de humanitaire principes
en strikte (interne) monitorings- en controlemechanismes.
Resultaten en creatieve oplossingen
De context waarin de Nederlandse steun aan de Afghaanse bevolking plaatsvindt is,
zoals hierboven omschreven, complex. Het maatschappelijk middenveld en partnerorganisaties
opereren in ingewikkelde omstandigheden en hebben te maken met barrières die door
de Taliban worden opgeworpen. Dit maakt inzet niet makkelijk. Tegelijkertijd is veel
nog wel mogelijk. In de praktijk is er enige bewegingsruimte om positieve uitkomsten
te realiseren, en blijken VN-instellingen en ngo’s binnen deze complexe context toch
resultaten te kunnen bereiken. Zo zorgt de relatieve stabiliteit in het land sinds
de machtsovername ervoor dat partners veel betere toegang hebben tot rurale gebieden
die voor de machtsovername te onveilig waren. Ook bestaan er grote verschillen per
provincie en tussen lokale autoriteiten in hoeverre het conservatieve beleid dat vanuit
Kandahar wordt opgelegd wordt uitgevoerd, en weten partners lokaal uitzonderingen
uit te onderhandelen met de autoriteiten ter plaatse.
Basisnodeninzet
Het kabinet ondersteunt de lediging van basisnoden in multilateraal verband, o.a.
via de EU, het Afghanistan Resilience Trust Fund (ARTF) van de Wereldbank en de Asian Development Bank (AsDB). Deze initiatieven hebben als doel bij te dragen aan de zelfredzaamheid van
de Afghaanse bevolking. Er worden resultaten behaald op het gebied van levensonderhoud
en gezondheidszorg. Via het ARTF zijn ongeveer 2.700 cash-for-work projecten opgezet om werkgelegenheid te bieden. Deze projecten, zoals het onderhouden
van kleinschalige wegen, het schoonmaken van irrigatiekanalen en het planten van bomen,
zijn geselecteerd door de gemeenschap. Hierdoor zijn 68.000 mensen aan werk geholpen,
wat heeft geresulteerd in 1,2 miljoen arbeidsdagen. Ook wordt ingezet op essentiële
gezondheidszorg. Ruim 500.000 kinderen hebben het Pentavalent-vaccin toegediend gekregen.
Daarnaast zijn er ruim drie miljoen groeicontroles uitgevoerd en werden voedingsadviezen
gegeven voor baby’s en jonge kinderen tot 0–23 maanden.
Ook op het gebied van onderwijs heeft het ARTF resultaten weten te behalen. Zo zijn
ruim 5.000 community based scholen geopend, waar 160.000 kinderen onderwijs ontvangen, waarvan meer dan de helft
meisjes. Op deze wijze ontvangen deze meisjes, ondanks de beperkingen, toch onderwijs.
Het kabinet ondersteunt daarnaast het Asian Development Fund (AsDF), een speciaal
fonds van de AsDB voor kwetsbare landen in de regio. Sinds 15 augustus 2021 draagt
dit fonds bij aan basisnodenprojecten in Afghanistan via verschillende VN-organisaties.1 Zo werden door middel van een groot door het AsDF-gefinancierd project, 1,7 miljoen
Afghaanse burgers (waarvan 49% vrouwen) gesteund met voedselhulp en livelihoods-programma’s. Daarbij kregen 5,2 miljoen Afghaanse burgers (waarvan 62% vrouwen) toegang
tot basisgezondheidzorg en essentiële ziekenhuisdiensten.
Naast de steun aan basisnoden heeft Nederland samen met partners gezocht naar creatieve
manieren om Afghaanse vrouwen en meisjes toch onderwijs te kunnen bieden, zo steunt
Nederland bijvoorbeeld beurzen voor Afghaanse vrouwen in het buitenland en onderwijs
op afstand.
Opvang in de regio
In mei 2022 werd de motie Piri en Van der Lee (Kamerstuk 27 925, nr. 906) aangenomen waarin het kabinet werd verzocht om met gelijkgezinde landen een aanpak
te maken voor de bescherming van Afghaanse vluchtelingen. In de jaarlijkse migratierapportage
zal breder over de aanpak gecommuniceerd worden.
In 2022 werd EUR 30 miljoen beschikbaar gesteld voor dit doel via UNHCR en UNICEF
Pakistan. De concrete focus van de programmering is verder uitgewerkt in 2023 en richt
zich op het bevorderen van inclusie, bescherming, huisvesting, onderwijs, schoon water
en sanitaire voorzieningen, gendergelijkheid en werkgelegenheid voor Afghaanse vluchtelingen,
ontheemden en gastgemeenschappen in de regio. In 2023 is er EUR 40 miljoen beschikbaar
gesteld voor de opvang van Afghaanse vluchtelingen in de regio en zijn programma’s
uitgebreid met IOM, UNFPA, en GIZ.
Ontmijning
Er liggen veel landmijnen en andere explosieve oorlogsresten in Afghanistan. Wegen,
vruchtbare landbouwgrond en de omgeving van huizen en scholen zijn onveilig, waardoor
burgers minder toegang hebben tot voedsel, water, onderwijs en andere basisbehoeften.
In 2023 werd met Nederlandse financiering door onze partners circa 3,2 miljoen m2 land geschoond van landmijnen en andere explosieve oorlogsresten. Ontmijningspartners
rapporteren dat het land na ruiming snel weer in gebruik wordt genomen voor het verbouwen
van gewassen en het hoeden van vee. In 2023 ontvingen met Nederlandse steun 11.070
Afghanen voorlichting over de risico’s van landmijnen en andere explosieve oorlogsrechten.
Met Nederlandse steun aan ontmijningsorganisaties kunnen Afghaanse mannen én vrouwen
bereikt worden.
Humanitaire inzet
Nederland is zich blijven inzetten voor humanitaire hulpverlening, conform het humanitair
imperatief en de motie Agnes Mulder (d.d. 5 oktober 2021, Kamerstuk 32 735, nr. 330). Daarmee ondersteunt Nederland de levering van onder meer voedsel- en hulppakketten,
alsook de levering van tijdelijke opvang, (gender-gerelateerde) bescherming, medische
noodzorg, en mentale en psychosociale steun (in lijn met motie Boswijk en Ceder, Kamerstuk
36 410 XVII, nr. 33).
Deze humanitaire hulpverlening verloopt conform het Nederlandse humanitaire beleid,
zoals toegelicht in de Kamerbrief Humanitaire Hulp en Diplomatie 2024 (Kamerstuk 36 180, nr. 97). De ongeoormerkte bijdragen via de Rode Kruis / Rode Halve Maan-beweging en diverse
VN-organisaties en -fondsen worden aangevuld met een aantal crisis-specifieke bijdragen.
In Afghanistan lopen de crisis-specifieke bijdragen via het Afghanistan Humanitarian Fund, het Nederlandse Rode Kruis (NRK) en de Dutch Relief Alliance (DRA). In 2024 ontvangen deze partners respectievelijk EUR 15 miljoen, EUR 300.000
en EUR 7,7 miljoen. De bijdrage aan de DRA is voor een meerjarig hulpprogramma (2024–2026,
met een totaalbudget van EUR 21,8 miljoen).
De Nederlandse humanitaire partners geven aan dat hun hulp de Afghaanse bevolking
goed weet te bereiken, ondanks de moeilijke operationele omstandigheden in het land.
Zo weten hulporganisaties op lokaal niveau uitzonderingen uit te onderhandelen voor
de inzet van hun vrouwelijke hulpverleners. In de hulpverlening is uiteraard oog voor
hulp aan vrouwen en kinderen, evenals aan gemarginaliseerde groepen. Sommige hulporganisaties
werken bijvoorbeeld samen met vrouwelijke vrijwilligers om ervoor te zorgen dat ook
female headed-households worden bereikt.
Deze creatieve werkwijzen worden aangevuld door de Europese Commissie, die een humanitaire
luchtbrug verzorgt sinds de machtsovername van de Taliban in augustus 2021. Tot nu
toe werden via dit mechanisme ruim 30 humanitaire cargovluchten uitgevoerd, met in
totaal meer dan 1.340 ton aan humanitaire goederen aan boord. Ook levert de Europese
Commissie reguliere (financiële) humanitaire hulp. In 2024 gaat het om humanitaire
ondersteuning met een budget van EUR 113 miljoen.
Mensenrechten en maatschappelijk middenveld
Nederland is manieren blijven zoeken om mensenrechten in Afghanistan te ondersteunen
ondanks toenemende restricties in het land. Zo steunt Nederland een project dat bijdraagt
aan programmering door vrouwen op radiozenders met een totaal bereik van zo’n 20 miljoen
Afghanen, en kansen biedt voor jonge vrouwelijke journalisten. Daarnaast zet Nederland
in op verantwoording voor mensenrechtenschendingen door het ondersteunen van documentatie
en monitoring.
Nederland ondersteunt en versterkt daarnaast het Afghaanse maatschappelijk middenveld
middels verschillende projecten die zich richten op lokale vredesprocessen, het creëren
van economische mogelijkheden voor vrouwen, en op geestelijke gezondheidszorg en psychosociale
steun (MHPSS). Zo biedt een van de partners technische trainingen aan vrouwen binnen
de landbouwsector, om hen de mogelijkheid te bieden om bestaanszekerheid op te bouwen.
Deze trainingen richten zich o.a. op de productie en verwerking van diverse gewassen.
Een ander project waar Nederland aan bijdraagt, richt zich op lokale vredesprocessen.
De sociale cohesie binnen de gemeenschap wordt versterkt door trainingen aan te bieden
in vreedzame conflictoplossingen. Het MHPSS-project combineert geestelijke gezondheidszorg
en psychosociale steun met vredesopbouw. Verbeterd mentaal welzijn zal bijdragen aan
minder geweld en conflict in de samenleving. Een belangrijke activiteit is het oprichten
van mentale ondersteuningsgroepen voor vrouwen, mannen, meisjes en jongens, waarbij
ze worden getraind in vreedzame conflictoplossing.
Duurzame inzet binnen voorwaarden
Hoewel er wel degelijk resultaten bereikt worden, blijft het een punt van discussie
tussen donoren, VN-organisaties en ngo’s hoe duurzaam de steun aan de Afghaanse bevolking
is zolang het land geen instituties heeft die ontwikkeling ondersteunen. Aangezien
de internationale gemeenschap de Taliban niet wil legitimeren als vertegenwoordiger
van de Afghaanse bevolking, is ontwikkelingssamenwerking complex. Waar in andere landen
intensief wordt samengewerkt met de overheid om duurzame ontwikkeling te bewerkstelligen,
is dat in Afghanistan geen optie. Tegelijkertijd hecht de internationale gemeenschap
wel belang aan het duurzaam ondersteunen van de Afghaanse bevolking. In dit licht
heeft de Wereldbank een nieuwe aanpak ontwikkeld – «approach 3.0», en ontwikkelde ook de Asian Development Bank (AsDB) een nieuwe aanpak.
Wereldbank «Approach 3.0» en het ARTF
De Wereldbank heeft op 15 februari 2024 Approach 3.0 aangenomen. Onder deze benadering heeft de Wereldbank de focus in Afghanistan, naast
het ondersteunen van basisnoden, uitgebreid naar het stimuleren van de private sector.
Dit gebeurt o.a. door het verstrekken van microkredieten aan kleine ondernemingen.
Een versterkte private sector kan ingezet worden om de Afghaanse bevolking te voorzien
van basisnoden en in hun levensonderhoud. Daarmee wordt hulp op een meer duurzame
wijze ingericht.
Naast financiële bijdragen van donoren aan het ARTF, heeft de Wereldbank op 15 februari
2023 besloten dat het ARTF wordt aangevuld met bestaande middelen van de International
Development Association (IDA).2 Hierdoor kan additioneel geld ter ondersteuning van de Afghaanse bevolking worden
vrijgemaakt.
Tot slot breidt de Wereldbank onder «Approach 3.0», waar dit noodzakelijk is voor ondersteuning van de Afghaanse bevolking, contacten
met de de facto autoriteiten over technische onderwerpen uit. De Wereldbank is zich bewust van mogelijke risico’s
verbonden aan het uitbreiden van contact, zoals het normaliseren van het Taliban-regime.
Daarom hebben Nederland en andere landen de boodschap uitgedragen dat de gesprekken
geen politiek karakter mogen hebben en alleen moeten gaan over technische onderwerpen
ten behoeve van de inzet. Dit is in lijn met wat het kabinet in de Kamerbrief Langetermijnvisie
Afghanistan (Kamerstuk 34 952, nr. 177) heeft aangegeven t.a.v. het onderhouden van operationele contacten met de de facto autoriteiten.3 Het betreft nadrukkelijk geen financiering of overdracht van goederen. De Wereldbank
hanteert hoge normen voor al haar financiering. Indien deze ernstig in het geding
komen, kan de Bank overgaan tot het volledig stopzetten van de financiering.
Naast de voorstellen tot verduurzaming van de hulp, is in «Approach 3.0» het CASA-1000 project van de Wereldbank hervat. Dit is een infrastructuurproject
die gestart is voor de machtsovername van de Taliban en gefinancierd is door de Wereldbank.
Dit betreft een energiedam, waarbij Kirgizië en Tadzjikistan elektriciteit exporteren,
via Afghanistan, naar Pakistan. Door het afronden van het Afghaanse gedeelte van de
dam, wordt voorkomen dat de andere drie landen in financiële problemen komen. De afronding
van dit project wordt onder toezicht van de Wereldbank afgebakend. Dat wil zeggen
dat er geen financiële baten van het CASA1000 project naar de Taliban vloeien.
Asian Development Bank
De AsDB verleent via VN-organisaties steun aan de bevolking van Afghanistan op het
gebied van basisnoden en sustainable livelihood development. Evenals bij de Wereldbank is ook binnen de AsDB ingezet op een uitbreiding van het
type steun dat aan de Afghaanse bevolking gegeven wordt. Naast projecten voor basisnoden,
ontwikkelt AsDB projecten op het gebied van bredere sustainable livelihood development, bijvoorbeeld kleinschalige infrastructuur rondom dorpen zoals irrigatiekanalen.
Voorwaarden en monitoring
Het kabinet heeft de inzet van de Wereldbank en AsDB om zich te richten op duurzamere
vormen van ondersteuning aan de Afghaanse bevolking verwelkomd. Daarbij wordt de noodzaak
tot het handhaven van de bestaande voorwaarden en rode lijnen benadrukt. Hierbij gaat
extra aandacht uit naar de principiële benadering, waarbij steun gegeven kan worden
aan vrouwen en door vrouwen.
Het kabinet hecht belang aan goede monitoring van Nederlandse steun in Afghanistan,
al zijn de mogelijkheden beperkt. De Nederlandse ambassade voor Afghanistan, gevestigd
in Doha, is continu in gesprek met multilaterale instellingen, ngo’s en andere donoren
over de voortgang van projecten en mogelijke barrières. Ook wordt er met enige regelmaat
naar Afghanistan afgereisd om projecten te bezoeken en in gesprek te gaan met de daar
aanwezige organisaties.
Tot slot
Het kabinet heeft zich gecommitteerd aan het steunen van de Afghaanse bevolking, met
name vrouwen en meisjes. Samen met andere donoren, partnerorganisaties, ngo’s en multilaterale
instellingen is de afgelopen periode gewerkt om resultaten te realiseren in deze moeilijke
omstandigheden. Zoals uit de voorbeelden hierboven blijkt, is het wel mogelijk om
de Afghaanse bevolking te bereiken, waar nodig op creatieve wijze. De verdere inzet
in Afghanistan is aan een nieuw kabinet.
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, E.N.A.J. Schreinemacher
Indieners
-
Indiener
E.N.A.J. Schreinemacher, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.