Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over Voortgang Strategie ter bescherming Noordzee Infrastructuur (Kamerstuk 33450-128)
2024D24834 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat hebben verschillende fracties
de behoefte om vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister van Infrastructuur
en Waterstaat over de brief Voortgang Strategie ter bescherming Noordzee Infrastructuur
(Kamerstuk 33 450, nr. 128).
De fungerend voorzitter van de commissie,
Postma
Adjunct-griffier van de commissie,
Meedendorp
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Inleiding
De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van de beleidsbrief aangaande de
voortgang Strategie ter bescherming Noordzee Infrastructuur. Zij hebben de volgende
vragen hierover.
De leden van de NSC-fractie hebben met instemming kennisgenomen van de brief Voortgang
Strategie ter bescherming Noordzee Infrastructuur. Deze leden maken zich zorgen over
de veiligheid van de vitale Nederlandse infrastructuur op de Noordzee. Recente berichtgeving
over Russische spionageactiviteiten maakt nogmaals duidelijk dat waakzaamheid op dit
dossier geboden is. Daarom doet het deze leden goed om te zien dat de Minister hier
aandacht voor heeft. Deze leden hebben nog een enkele vraag.
De leden van de SGP-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de voortgang
inzake de strategie ter bescherming van de Noordzee infrastructuur en het bijbehorende
actieplan. Zij willen het belang van deze strategie en het actieplan graag onderstrepen
en hebben nog enkele vragen.
PVV-fractie
De leden van de PVV-fractie constateren dat de Minister voornemens is om geld uit
het Mobiliteitsfonds te gebruiken ten behoeve van het Programma Bescherming Noordzee
Infrastructuur. Daarbij wordt door de leden tevens opgemerkt dat art. 6 lid 7 sub c
uit de Wet Mobiliteitsfonds stelt dat uit het Mobiliteitsfonds geen uitgaven gedaan
of subsidies verstrekt mogen worden ten behoeve van militaire doeleinden. Deze leden
vragen zich af of op welke manier de samenwerking met Defensie, de feitelijke inzet
van de Koninklijke Marine en de betrokkenheid (samenwerking) van NAVO-bondgenoten
bij het uitvoeren van het programma, in het licht van de voornoemde bepaling, gerechtvaardigd
kan worden als zijnde niet in strijd met de Wet Mobiliteitsfonds. Deze leden vragen
voorts aan de Minister of het Mobiliteitsfonds de juiste dekking is voor uitvoering
van de strategie ter bescherming van de Noordzee infrastructuur en of andere fondsen
c.q. dekkingsbronnen zijn overwogen en zo ja, welke dat dan zijn.
De leden van de PVV-fractie vragen zich af of de Minister van mening is dat activiteiten
die voortkomen uit de drie hoofdtaken van Defensie uitgelegd kunnen worden als zijnde
«militaire doeleinden» (ex art. 6 lid 7 sub c Wet Mobiliteitsfonds).
NSC-fractie
De leden van de NSC-fractie vragen om een nadere toelichting waarom er gekozen is
om financiering voor deze maatregelen (deels) uit het Mobiliteitsfonds te halen. Kan
de Minister daarbij ook aangeven waar dit geld, uit artikelonderdeel 11.03 reserveringen,
oorspronkelijk voor was bestemd?
SGP-fractie
De leden van de SGP-fractie lezen dat werk gemaakt wordt van de beveiliging van onder
meer de energie-infrastructuur. Er is ook de mogelijkheid om te kiezen voor spreiding
van risico’s door nieuwe energie-infrastructuur voor onder meer de aanlanding van
windparken niet teveel te bundelen, maar door de aanlanding meer te spreiden. Deze
leden horen graag hoe de Minister hiernaar kijkt. Wordt dit meegewogen in de besluitvorming
over nieuwe energie-infrastructuur?
De leden van de SGP-fractie benadrukken het belang van een duidelijke governance op
de verschillende niveaus. Dit mag in de ogen van deze leden niet wachten tot het einde
van de looptijd van het actieplan. Gaat de Minister ervoor zorgen dat de eerste actielijn
van het actieplan binnen enkele maanden, en in ieder geval voor eind 2024, uitgevoerd
en zoveel mogelijk afgerond wordt?
De leden van de SGP-fractie lezen dat het Ministerie van Defensie in de afgelopen
periode al enkele keren inzet gepleegd heeft naar aanleiding van signalen afgegeven
door sectorpartijen. Kan de Minister – voor zover mogelijk – globaal aangeven om welke
signalen en acties het hierbij ging? Op welke wijze worden sectorpartijen betrokken
bij het actieplan en de uitwerking ervan, zodat deze ogen en oren beter benut worden
en kapiteins, reders en vissers weten hoe en waar ze aan de bel moeten trekken?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.L. Postma, voorzitter van de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat -
Mede ondertekenaar
M. Meedendorp, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.