Advies Afdeling advisering Raad van State en Nader rapport : Advies Afdeling advisering Raad van State en Nader rapport inzake Protocol tot wijziging van het Verdrag inzake sociale zekerheid tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Chili, ondertekend te Santiago op 10 januari 1996, herzien te ’s Gravenhage op 15 juni 2005 en het Administratief Akkoord daarbij, ondertekend te ’s Gravenhage op 4 december 1996; Santiago, 27 juli 2022
36 568 Protocol tot wijziging van het Verdrag inzake sociale zekerheid tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Chili, ondertekend te Santiago op 10 januari 1996, herzien te ’s Gravenhage op 15 juni 2005 en het Administratief Akkoord daarbij, ondertekend te ’s Gravenhage op 4 december 1996; Santiago, 27 juli 2022
                  B/ Nr. 2
                   ADVIES AFDELING ADVISERING RAAD VAN STATE VAN HET KONINKRIJK EN NADER RAPPORT
            
Hieronder zijn opgenomen het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State
                  d.d. 14 december 2022 en het nader rapport d.d. 24 mei 2024, aangeboden aan de Koning
                  door de Minister van Buitenlandse Zaken, mede namens de Minister van Sociale Zaken
                  en Werkgelegenheid. Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State is
                  cursief afgedrukt.
               
Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 25 oktober 2022, no. 2022002314,
                  machtigde Uwe Majesteit de Afdeling advisering van de Raad van State haar advies inzake
                  het bovenvermelde verdrag rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd
                  14 december 2022, nr. W12.22.0204/III, bied ik U hierbij aan.
               
De tekst van het advies treft U hieronder aan, voorzien van mijn reactie.
Bij Kabinetsmissive van 25 oktober 2022, no. 2022002314, heeft Uwe Majesteit, op voordracht
                     van de Minister van Buitenlandse Zaken, mede namens de Minister van Sociale Zaken
                     en Werkgelegenheid, bij de Afdeling advisering van de Raad van State ter overweging
                     aanhangig gemaakt het protocol tot wijziging van het Verdrag inzake sociale zekerheid
                     tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Chili, ondertekend te Santiago
                     op 10 januari 1996, herzien te ’s Gravenhage op 15 juni 2005 en het Administratief
                     Akkoord daarbij, ondertekend te ’s Gravenhage op 4 december 1996; Santiago, 27 juli
                     2022 (Trb. 2022, 77), met toelichtende nota.
Het protocol wijzigt het Verdrag inzake sociale zekerheid tussen het Koninkrijk der
                     Nederlanden en de Republiek Chili, evenals het daarbij horende Administratief Akkoord.
                     Het protocol brengt het Verdrag en het Akkoord in overeenstemming met de Nederlandse
                     wetgeving over, onder meer, de toepassing van het woonlandbeginsel en de beperking
                     van de export van de kinderbijslag en het kindgebonden budget.
De Afdeling advisering van de Raad van State maakt opmerkingen over de bescherming
                     van persoonsgegevens en over de bepalingen van het protocol die een ieder kunnen verbinden.
                     Zij adviseert de toelichtende nota op beide punten aan te passen en zo nodig aanvullende
                     afspraken met de regering van Chili te maken over de doorgifte van persoonsgegevens.
1. Doorgifte van persoonsgegevens
Bij de uitvoering van het Verdrag inzake sociale zekerheid tussen Nederland en Chili
                     worden door de bevoegde autoriteiten persoonsgegevens verstrekt.1 Op basis van de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) is doorgifte van persoonsgegevens
                     aan een land buiten de Europese Unie toegestaan als de Europese Commissie een adequaatheidsbesluit
                     heeft genomen. Daarvoor is noodzakelijk dat de Europese Commissie besluit dat een
                     derde land, of een nader bepaalde sector, een passend beschermingsniveau waarborgt
                     voor de verwerking van persoonsgegevens.2 Een dergelijk besluit is voor Chili niet genomen.
Doorgifte van persoonsgegevens is echter ook toegestaan als er geen adequaatheidsbesluit
                     voor het land genomen is, mits de verwerkingsverantwoordelijke passende waarborgen
                     biedt en betrokkenen over afdwingbare rechten en doeltreffende rechtsmiddelen beschikken.3 De AVG noemt een aantal instrumenten waarmee die passende waarborgen kunnen worden
                     geboden.4 Voor een deel van de instrumenten is toestemming van de Autoriteit Persoonsgegevens
                     vereist.
De Afdeling merkt op dat uit de toelichtende nota niet blijkt of aanvullende afspraken
                     tussen Nederland en Chili zijn gemaakt om de passende waarborgen te bieden die de
                     AVG vereist en in welk instrument die zijn neergelegd. Evenmin wordt duidelijk of
                     is voorzien in betrokkenheid van de Autoriteit Persoonsgegevens.5
                     
In de toelichtende nota is opgenomen dat, conform de AVG, als uitgangspunt geldt dat
                     persoonsgegevens slechts worden doorgegeven naar een land buiten de Europese Unie
                     indien dat land een passend beschermingsniveau waarborgt.6 Verwezen wordt naar het recht op gegevensbescherming dat in de Chileense Grondwet
                     is verankerd. Uitwerking daarvan is geregeld in Wet nr. 19.628 over de bescherming
                     van het persoonlijke leven. In die wet zijn onder andere rechten op toegang tot data,
                     rectificatie, het wissen van gegevens en bezwaar tegen gegevensgebruik geregeld. Verder
                     is in het Chileense parlement een wetsvoorstel in behandeling om de gegevensbescherming
                     nog beter te waarborgen, aldus de toelichting.
Hoewel de toelichtende nota verwijst naar een aantal belangrijke beginselen rondom
                     de bescherming van persoonsgegevens die in de Chileense wetgeving zijn opgenomen,
                     blijft onduidelijk of voldoende passende waarborgen als bedoeld in de AVG zijn geregeld.
                     De Afdeling wijst in dat verband op richtsnoeren van het Europees Comité voor gegevensbescherming
                     over de internationale overeenkomsten als bedoeld in artikel 46, tweede lid, onder
                     a en derde lid, onder b, AVG, waarin een lijst met waarborgen is opgesomd die ten
                     minste in deze internationale overeenkomsten dienen te worden opgenomen.7
                     
Naast bepalingen die de algemene beginselen rondom bescherming van persoonsgegevens
                     tot uitdrukking brengen, rechten van betrokkenen en verhaalmechanismen, gaat het ook
                     om onafhankelijke toezichtmechanismen die in een derde land beschikbaar moeten zijn
                     om de naleving van de wetgeving op het gebied van gegevensbescherming te verzekeren.
                     De genoemde richtsnoeren bevatten aldus meer onderwerpen dan in de toelichting wordt
                     besproken aangaande de waarborgen die in Chileense wetgeving zijn opgenomen. Met het
                     oog op de effectiviteit van de waarborgen is met name het toezicht van belang. De
                     toelichting gaat hier niet op in.
Gelet op het voorgaande adviseert de Afdeling in de toelichtende nota nader in te
                     gaan op de passende waarborgen voor de doorgifte van persoonsgegevens aan Chili, in
                     het bijzonder voor wat betreft het toezicht. Zij adviseert daarnaast, zo nodig, aanvullende
                     afspraken te maken met de regering van Chili.
Aan het advies van de Raad van State is gevolg gegeven door in de toelichtende nota
                  een nadere toelichting te geven op de Chileense privacywetgeving. Aanvullende afspraken
                  met Chili over de doorgifte van persoonsgegevens zijn op dit moment niet nodig. Het
                  proces tussen de Europese Commissie en Chili om tot een adequaatheidsbesluit te komen
                  in verband met de doorgifte van persoonsgegevens aan een land buiten de Europese Unie
                  zal binnenkort worden afgerond.
               
2. Een ieder verbindende bepalingen
De Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen bepaalt dat bij de voorlegging van
                     een verdrag ter goedkeuring wordt aangegeven of het verdrag naar het oordeel van de
                     regering bepalingen bevat die naar hun inhoud een ieder kunnen verbinden en, indien
                     dit het geval is, welke bepalingen het betreft.8 Het gaat daarbij om bepalingen die onvoorwaardelijk en voldoende nauwkeurig zijn
                     om in de nationale rechtsorde zonder meer als objectief recht te kunnen worden toegepast.9
                     
De Afdeling merkt op dat de toelichtende nota op summiere wijze aangeeft of het verdrag
                     naar het oordeel van de regering een ieder verbindende bepalingen bevat. De toelichtende
                     nota vermeldt slechts dat het protocol eenieder verbindende bepalingen bevat in de
                     zin van de artikelen 93 en 94 van de Grondwet, maar het vermeldt niet welke bepalingen
                     het betreft.10 Uit de artikelsgewijze toelichting blijkt dat verschillende bepalingen technische
                     aanpassingen inhouden en onder meer zien op de samenwerking tussen de bevoegde organen.
                     Onduidelijk is of ook deze bepalingen, naar het oordeel van de regering, een ieder
                     verbindende bepalingen bevatten.
De Afdeling adviseert om in de toelichtende nota nader te concretiseren welke bepalingen
                     van het protocol eenieder kunnen verbinden.
In de toelichtende nota is opgenomen dat het Protocol naar het oordeel van de regering
                  een ieder verbindende bepalingen in de zin van de artikelen 93 en 94 van de Grondwet
                  bevat, die een rechtssubject rechtstreeks rechten toekennen of plichten opleggen.
                  Vervolgens is opgenomen dat in de artikelen I tot en met X materiële bepalingen zijn
                  opgenomen tot wijziging van het verdrag. Aangezien enkele van deze bepalingen slechts
                  technische wijzigingen bevatten, is aan het advies van de Raad van State gevolg gegeven
                  door in de toelichting duidelijker aan te geven welke van deze bepalingen naar het
                  oordeel van de regering eenieder kunnen verbinden.
               
De Afdeling advisering van de Raad van State heeft een aantal opmerkingen bij het
                     verdrag en adviseert daarmee rekening te houden voordat het verdrag aan de beide Kamers
                     der Staten-Generaal wordt overlegd.
De vice-president van de Raad van State,
Th.C. de Graaf
Voorts is van de gelegenheid gebruik gemaakt om de tekst in de toelichtende nota ten
                  aanzien van de export van kinderbijslag te corrigeren door te verduidelijken dat de
                  export van kinderbijslag op grond van de Whek reeds per 1 juli 2015 is beëindigd en
                  dat artikel VIII slechts een technische wijziging bevat. De tekst in Deel I Algemeen
                  onder het kopje «Stopzetten export Nederlandse kinderbijslag naar Chili» is verwijderd
                  en de tekst in de toelichting bij artikel VIII is gecorrigeerd.
               
Ik verzoek U, mede namens de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, mij te
                  machtigen gevolg te geven aan mijn voornemen het verdrag vergezeld van de toelichtende
                  nota ter stilzwijgende goedkeuring over te leggen aan de Eerste en aan de Tweede Kamer
                  der Staten-Generaal.
               
De Minister van Buitenlandse Zaken,
                  H.G.J. Bruins Slot
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
 Th.C. de Graaf, vicepresident van de Raad van State
- 
              
                  Mede ondertekenaar
 H.G.J. Bruins Slot, minister van Buitenlandse Zaken
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.
