Memorie van toelichting : Memorie van toelichting
36 541 Wijziging van de Tabaks- en rookwarenwet in verband met de invoering van een registratieplicht voor verkooppunten van tabaksproducten en aanverwante producten
Nr. 3 MEMORIE VAN TOELICHTING
I Algemeen deel
1. Inleiding
Met de partijen die zijn betrokken bij het Nationaal Preventieakkoord (hierna: Preventieakkoord)
is afgesproken dat in 2040 een rookvrije generatie wordt gerealiseerd.1 Hierbij is gekeken welke effectieve maatregelen nodig zijn om ervoor te zorgen dat
in 2040 geen jongere meer rookt en nog maximaal 5% van de volwassenen. Het Rijksinstituut
voor Volksgezondheid en Milieu (hierna: RIVM) heeft geconcludeerd dat een samenhangend
pakket van maatregelen dat onder andere bestaat uit een forse accijnsverhoging, een
uitstalverbod, neutrale verpakkingen, uitbreiding van het reclameverbod, uitbreiding
van het rookverbod en het verminderen van het aantal verkooppunten in combinatie met
intensieve campagnes nodig is om deze doelstelling voor de doelgroepen jongeren en
volwassenen te behalen.2 Deze combinatie van maatregelen strekt er ook toe om te bewerkstelligen dat alle
rokers (jong en oud) stoppen met roken, gestopt blijven en dat meeroken door jong
en oud wordt voorkomen. Met deze voorgestelde wijziging van de Tabaks- en rookwarenwet
(hierna: wet) wordt een registratieplicht voor verkooppunten van tabaksproducten en
aanverwante producten ingevoerd. Het onderhavige wetsvoorstel is geen maatregel gericht
op het verminderen van de verkooppunten. De voorgestelde registratieplicht beoogt
de verwachte verschuiving van het aanbod van tabaksproducten en aanverwante producten
naar andere winkels (naar aanleiding van andere maatregelen die dat wel beogen zoals
het verbod op de verkoop van tabaksproducten en aanverwante producten in onder meer
supermarkten) in beeld te krijgen en daarnaast de handhaving te faciliteren.
2. Aanleiding
Nederlanders komen meerdere keren per week op locaties waar tabaksproducten en aanverwante
producten worden verkocht: tijdens het doen van boodschappen in de supermarkt, het
tanken, het verzenden van pakketten of het kopen van een tijdschrift. In 2020 werd
het aantal verkooppunten van tabaksproducten op bijna 16.000 geschat en dit aantal
zou naar verwachting alleen maar toenemen in de daaropvolgende jaren als hiertegen
geen maatregelen zouden worden genomen.3 In het Preventieakkoord is de afspraak gemaakt dat het aantal verkooppunten van tabaksproducten
en aanverwante producten de komende jaren wordt teruggebracht en dat het kabinet onderzoek
laat uitvoeren naar de mogelijkheden om het aantal verkooppunten in de toekomst te
beperken.
Het in het Preventieakkoord toegezegde onderzoek naar het verminderen van verkooppunten
is uitgevoerd door SEO Economisch Onderzoek (hierna: SEO).4 Uit het onderzoek van SEO blijkt dat als vanaf 2024 de verkoop van tabaksproducten
en aanverwante producten in supermarkten verboden is, dit tot 2030 een gezondheidswinst
genereert van circa 120.000 minder rokers.
Op basis van de ambities uit het Preventieakkoord en de inzichten uit het onderzoek
van SEO kiest het kabinet5 ervoor met het oog op het voorkomen dat jongeren gaan roken en om kinderen en ex-rokers
te beschermen, de verkoop van tabaksproducten en aanverwante producten te beperken
tot verkoopkanalen waar doorgaans geen kinderen, jongeren en ex-rokers komen. Op termijn
zullen deze producten daarom alleen nog worden verkocht bij speciaalzaken waar alleen
de volwassen roker komt en die zich vrijwel exclusief richten op de verkoop van tabaksproducten
en aanverwante producten. Het voornemen bestaat om de vermindering van het aantal
verkooppunten van tabaksproducten en aanverwante producten gefaseerd te laten plaatsvinden,
via onderstaande stappen6:
– 2023: Invoering van het verbod op de verkoop op afstand van tabaksproducten en elektronische
sigaretten (hierna: e-sigaretten) (online verkoopverbod);
– 2024: Invoering van het verbod op de verkoop van tabaksproducten en aanverwante producten
onder meer in supermarkten en horeca-inrichtingen;
– 2025: Verkoop van elektronische dampwaar uitsluitend in speciaalzaken;
– 2030: Verkoop van tabaksproducten en aanverwante producten uitsluitend in gemakszaken
(behalve elektronische dampwaar) en speciaalzaken;
– 2032: Verkoop van tabaksproducten en aanverwante producten uitsluitend in speciaalzaken.
Onderhavig wetsvoorstel ziet op het invoeren van een registratieplicht voor de verkooppunten
van tabaksproducten en aanverwante producten. Aanverwante producten zijn bijvoorbeeld
elektronische dampwaar (ook wel bekend als e-sigaret/vapes), elektronische verhittingsapparaten
en voor roken bestemde kruidenproducten.
3. Hoofdlijnen van het voorstel
3.1 Algemeen
Een vermindering van verkooppunten vermindert de blootstelling aan tabaksproducten
en aanverwante producten en draagt bij aan de norm dat roken niet normaal is. Dat
helpt om de kans te verminderen dat jongeren beginnen met roken. Een wetenschappelijke
overzichtsstudie laat zien dat in verschillende landen is gebleken dat de dichtheid
van verkooppunten een positief lineair verband heeft met het aantal rokende adolescenten.7 In deze studie is ook een hogere dichtheid van verkooppunten in verband gebracht
met meer volwassenen die roken, minder snel stoppen met roken, een groter risico hebben
op terugval in het roken, en zwaarder roken onder adolescenten en volwassenen.
De maatschappelijke steun voor het verminderen van het aantal verkooppunten van tabaksproducten
is groot: bijna drie kwart van alle Nederlanders (71%) is voorstander van het verminderen
van het aantal verkooppunten van tabak en 73% meent dat tabaksproducten en aanverwante
producten alleen verkocht mogen worden in speciaalzaken, om ervoor te zorgen dat jongeren
(onder de 18 jaar) niet beginnen met roken, zo blijkt uit recent onderzoek van de
Gezondheidsfondsen voor Rookvrij (hierna: GvRV).8
De afgelopen jaren is het aantal rokers afgenomen naar 20,6% in 2021.9 Het is de verwachting dat door de maatregelen uit het Preventieakkoord dit aantal
de komende jaren verder zal dalen, met als einddoelstelling slechts 5% volwassen rokers
in 2040. Het verminderen van de verkooppunten zal bijdragen aan deze doelstelling.
Het invoeren van een registratieplicht voor verkooppunten van tabaksproducten en aanverwante
producten volgt op de maatregelen die zijn gericht op het verminderen van de verkooppunten.
De handhaving wordt met een verplichte registratie vereenvoudigd. Tevens geeft een
verplichte registratie inzicht in de ontwikkelingen van het aantal verkooppunten.
3.2 Invoering registratieplicht
Zoals in hoofdstuk 2 is aangegeven, kiest het kabinet ervoor om een registratieplicht
in te voeren voor de verkoop van tabaksproducten en aanverwante producten. Uit onderzoek
van SEO blijkt dat in Nederland eind 2021 bijna 9.700 verkooppunten van tabaksproducten
en aanverwante producten waren gevestigd.10 In juli 2023 is het verbod op binnenlandse online verkoop van tabaksproducten en
aanverwante producten in werking getreden alsmede het verbod op grensoverschrijdende
online verkoop van tabaksproducten en e-sigaretten.11 Supermarkten (inclusief minisupers en nachtwinkels) vormen het grootste aandeel van
het totale aantal verkooppunten (64%), tabaksspeciaalzaken en gemakszaken het kleinste
aandeel (16%). De totale omzet aan tabaksproducten en aanverwante producten op dit
moment bedraagt € 4,4 miljard, waarvan 55% door supermarkten wordt omgezet (€ 2,4
miljard).12 Zoals genoemd in hoofdstuk 2 is het kabinet voornemens in 2024 de verkoop van tabaksproducten
en aanverwante producten in supermarkten te verbieden. In een vervolgonderzoek schat
SEO in dat dit verbod het aantal rokers met naar schatting 65.000 tot 130.000 zal
doen afnemen.13 Hoewel dit een significante daling van het aantal rokers betreft, staat de vraag
naar tabaksproducten en aanverwante producten naar verwachting niet in verhouding
tot het verminderde aanbod van deze producten vanwege het online verkoopverbod en
het verbod op de verkoop in onder meer supermarkten. Het ligt daarom in de lijn der
verwachting dat er nieuwe verkooppunten zullen openen om de vrijgevallen vraag naar
tabaksproducten en aanverwante producten op te vangen. SEO verwacht dat tussen de
0 en 1.500 supermarkten zelf een (extern) tabaksverkooppunt zullen beginnen. Wanneer
alleen de supermarkten, die thans voldoende tabaksomzet voor een rendabel verkooppunt
hebben en waarbij er geen bestaand verkooppunt van tabaksproducten binnen 200 meter
van de supermarkt gevestigd is, een eigen tabaksverkooppunt beginnen, zou het gaan
om 800 nieuwe verkooppunten. Daarnaast bestaat de mogelijkheid dat andere winkeliers
waar het verkoopverbod (nog) niet voor zal gelden, zullen starten met de verkoop van
tabaksproducten om in de vrijgevallen vraag te voorzien. Dergelijke (potentiële) detaillisten
zijn, ook als ze nu al gestart zijn met de verkoop van tabaksproducten en aanverwante
producten, door SEO niet meegenomen als verkooppunt van tabaksproducten in het hierboven
genoemde aantal verkooppunten. Het onderzoek van SEO maakt namelijk gebruik van grofmazige
data. Gelet op voorgaande geschetste ontwikkeling kan er een situatie ontstaan waarbij
geen duidelijk zicht meer bestaat op het aantal verkooppunten en het soort verkooppunt.
3.3 Doel registratieplicht
Het doel van de registratieplicht voor verkooppunten van tabaksproducten en aanverwante
producten is tweeledig. Ten eerste faciliteert de registratieplicht het toezicht op
de naleving van de geldende regelgeving voor tabaksproducten en aanverwante producten.
Het toezicht en de handhaving op deze regelgeving wordt door de Nederlandse Voedsel-
en Warenautoriteit (hierna: NVWA) uitgevoerd. Ten tweede draagt de registratieplicht
bij aan het nauwkeurig monitoren van verkooppunten van tabaksproducten en aanverwante
producten (aantal en soort). Hieronder wordt op beide doelen nader op ingegaan.
3.3.1 Faciliteren handhaving
Detaillisten die tabaksproducten en aanverwante producten verkopen dienen zich bij
de verkoop daarvan aan de regelgeving te houden zoals opgenomen in de wet, het Tabaks-
en rookwarenbesluit (hierna: het besluit) en de Tabaks- en rookwarenregeling (hierna:
de regeling). Dit houdt onder meer in dat deze producten niet mogen worden verkocht
aan personen onder de 18 jaar, geen reclame mag worden gemaakt voor deze producten
en dat voor deze producten een uitstalverbod geldt als de detaillist niet onder één
van de daarvoor geldende uitzonderingen valt. Tot voor kort werd in de regelgeving
geen beperking gesteld ten aanzien van de verkooppunten die tabaksproducten en aanverwante
producten aan consumenten mogen verkopen. Zoals in hoofdstuk 2 vermeld, heeft het
kabinet besloten tot een gefaseerde invoering van maatregelen om het aantal verkooppunten
van tabaksproducten en aanverwante producten te verminderen, waarbij beperkingen worden
gesteld aan het soort verkooppunt dat tabaksproducten en aanverwante producten mag
verkopen. Voor een effectieve handhaving van voormelde regelgeving is het van belang
dat er een overzicht bestaat van de bestaande verkooppunten van tabaksproducten en
aanverwante producten. De onder paragraaf 3.2 beschreven mogelijke veranderingen in
de markt die het verkoopverbod in supermarkten met zich mee kan brengen, benadrukken
ook het belang hiervan. Zo bestaat de kans dat de vrijgevallen vraag zal worden opgevangen
door detaillisten en branches die zich eerder niet toelegden op de verkoop van tabaksproducten
en aanverwante producten. Ook gemeenten vrezen hiervoor.14 Een registratieplicht kan voorkomen dat nieuw verschenen verkooppunten uit beeld
blijven bij de NVWA omdat deze verkooppunten niet bekend zijn bij de NVWA. In paragraaf 3.2
wordt opgemerkt, dat naar schatting 800 supermarkten een eigen verkooppunt beginnen.
Deze verkooppunten zullen door een verplichte registratie snel in beeld zijn bij de
NVWA. Met een registratieplicht beschikt de NVWA over een actuele lijst van verkooppunten
die in een dergelijke vorm van accuraatheid op geen andere manier te verkrijgen is.
Zonder een registratieplicht bestaat er een gerede kans dat er nieuwe verkooppunten
van tabaksproducten en aanverwante producten ontstaan die niet in beeld zijn bij de
NVWA en zodoende niet op naleving van de wet gecontroleerd zullen worden. Daarnaast
zal een registratieplicht een vollediger en actueler beeld geven van de reeds bestaande
verkooppunten, wat de handhaving ook ten goede zal komen. Verkooppunten die zich niet
registreren riskeren een boete. Daarom wordt verwacht dat het overgrote deel van de
verkooppunten zich aan de registratieplicht zal houden.
3.3.2 Monitoring van tabaksverkooppunten
Het is voor het kabinet van belang zicht te houden op de ontwikkelingen in het aantal
en het soort tabaksverkooppunten. De registratieplicht zal informatie over het assortiment
van de verkooppunten inzichtelijk maken. Het gaat hier om op grond van de Tabaks-
en rookwarenwet gereguleerde producten zoals sigaretten, sigaren, tabaksproducten
anders dan sigaretten en sigaren, e-sigaretten (vapes) of andere aanverwante producten,
maar daarnaast ook om informatie over andersoortige productgroepen die de detaillist
verkoopt, zoals elektronica, kleding of cosmetica. Zo ontstaat een actueel overzicht
van de verschillende producten in het verkooppunt en geeft het overzicht daarnaast
inzicht in het mogelijk veranderende koop- en rookgedrag van de Nederlandse bevolking.
Ook stelt een dergelijke registratie het kabinet in staat veranderingen te monitoren
in het type winkel dat tabaksproducten en aanverwante producten verkoopt.
In paragraaf 3.2 is beschreven dat er sprake kan zijn van een vrij te vallen vraag
naar tabaksproducten en aanverwante producten wanneer onder meer supermarkten vanaf
2024 geen tabaksproducten en aanverwante producten meer mogen verkopen. Het kabinet
vreest dat daardoor winkels die nu nog geen tabaksproducten of aanverwante producten
verkopen zich hierop gaan toeleggen. Hierdoor zou de daling van het aantal verkooppunten
afgeremd kunnen worden. Een dergelijk ontwikkeling kan aanleiding zijn om te besluiten
tot andere maatregelen om aan de doelstelling om het aantal verkooppunten te verminderen
te voldoen. Voor de vormgeving van het tabaksontmoedigingsbeleid is het van belang
de ontwikkelingen in het aantal en type winkel dat tabaksproducten verkoopt scherp
te monitoren. Op die manier kan, wanneer de daling van het aantal verkooppunten achterblijft
bij de verwachting, het verkooppuntenbeleid worden aangescherpt. Bestaande registraties
van verkooppunten, zoals die van Locatus en van het CBS, zijn niet geschikt om te
worden gebruikt voor de hier bedoelde registratieplicht. Deze bestaande registraties
zijn te grofmazig en bieden daardoor onvoldoende actuele gegevens, zoals bijvoorbeeld
een actueel overzicht van het assortiment. Met de bestaande registraties kunnen relevante
ontwikkelingen niet, of niet snel genoeg, gedetecteerd worden. Daarnaast geldt ook
dat de bestaande registraties enige vertraging kennen in het registreren en publiceren
van gegevens. De voorliggende registratieplicht stelt het kabinet in staat snel ontwikkelingen
te detecteren. Ten behoeve van de vormgeving van het tabaksontmoedigingsbeleid, bestaat
het voornemen met de beschikbare data verkregen uit de registratieplicht elk kwartaal
een overzicht van het totaal aantal verkooppunten per provincie en gemeente op te
stellen. Hierin worden ook relevante wijzigingen opgenomen. Hiermee kan inzicht worden
verkregen op de ontwikkeling van het aantal en het soort verkooppunten in de tijd.
Deze informatie kan gebruikt worden om het tabaksontmoedigingsbeleid van het kabinet
verder aan te scherpen.
3.4 Inhoudelijke aspecten registratieplicht
De registratieplicht zal gaan gelden voor detaillisten die tabaksproducten en aanverwante
producten verkopen aan consumenten en voor wie de verkoop van deze producten op grond
van de geldende regelgeving niet verboden is. Bedrijven die opereren in de groothandel
en waarbij een Kamer van Koophandel-nummer nodig is om producten te kunnen aanschaffen,
hoeven zich niet te registreren. Om de actualiteit van de door de registratieplicht
verkregen gegevens te waarborgen zijn registraties een jaar geldig. Detaillisten zijn
derhalve verplicht hun registratie telkens met een jaar te verlengen zolang zij tabaksproducten
of aanverwante producten verkopen. De termijn van een jaar is van belang omdat er
door de in paragraaf 2 beschreven wijzigingen in de regelgeving omtrent tabaksverkooppunten
veranderingen worden verwacht in het aantal en soort tabaksverkooppunten. Voor zowel
de handhaving als monitoring is het van belang een zo actueel mogelijk overzicht te
hebben van het aantal verkooppunten, om te voorkomen dat beleidskeuzes worden gebaseerd
op een verkeerde veronderstelling van zaken en om te voorkomen dat er handhavingscapaciteit
verloren gaat aan het controleren van verkooppunten die niet langer tabaksproducten
en/of aanverwante producten verkopen. De vereiste handelingen voor verlenging van
een registratie zullen efficiënt en gemakkelijk gemaakt worden.
Een registratie is een verplichting die geldt voor het verkopen van deze producten
en betreft een eenzijdige handeling door het verkooppunt die meteen na indiening ervan
van kracht is. De registratie vormt geen toestemming voor een handeling maar een algemene
op zichzelf staande verplichting. Er zal door de NVWA geen beoordeling plaatvinden
op basis van de gegevens die worden ingediend en de registratie kan derhalve niet
worden geweigerd. Het betreft dan ook geen rechtshandeling, zodat bij een registratie
geen sprake is van een besluit in de zin van artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht
(hierna: Awb). Tegen een registratie staan geen rechtsmiddelen zoals bezwaar en beroep
open.
3.4.1 Gegevens
Ten behoeve van de registratieplicht zullen tenminste de naam en adres van de detaillist,
soort detaillist, e-mailadres van de detaillist en Kamer van Koophandel-nummer worden
uitgevraagd. Verder dient de detaillist aan te geven welke producten worden verkocht.
Hierbij gaat het om sigaretten, sigaren, tabaksproducten anders dan sigaretten en
sigaren, e-sigaretten (vapes) of andersoortige aanverwante producten, maar ook andere
productgroepen zoals elektronica, kleding of cosmetica. Welke gegevens specifiek bij
de registratie aangeleverd dienen te worden zal nader gespecificeerd worden bij ministeriële
regeling. De aan te leveren gegevens kunnen ook persoonsgegevens betreffen, hierbij
moet gedacht worden aan naam en contactgegevens van de detaillist of een contactpersoon
(in geval de detaillist een rechtspersoon is). De aangeleverde persoonsgegevens mogen
enkel worden verwerkt met het doel van toezicht op en handhaving van de voorschriften
die bij of krachtens de wet gesteld zijn. Hierbij valt te denken aan toezicht op en
handhaving van de leeftijdsgrens, het reclameverbod en het uitstalverbod. Uitgangspunt
zal zijn dat een zo beperkt mogelijke hoeveelheid gegevens wordt opgevraagd bij detaillisten
en waarbij zoveel mogelijk gegevens automatisch worden opgehaald of kunnen worden
ingevuld, bijvoorbeeld aan de hand van gegevens van de Kamer van Koophandel of de
Belastingdienst.
3.4.2 Onterechte of onjuiste registraties
Het zou kunnen voorkomen dat een detaillist zich registreert als verkooppunt van tabaksproducten
en aanverwante producten aan consumenten terwijl voor de betreffende detaillist bijvoorbeeld
een verkoopverbod geldt. Een registratie heeft echter niet tot gevolg dat verkoopbeperkende
maatregelen in de wet, het besluit of de regeling niet meer van toepassing zijn. Zo
zal een supermarkt die zich registreert als verkooppunt, na inwerkingtreding van het
verbod op de verkoop van tabaksproducten en aanverwante producten in supermarkten,
het nog steeds niet zijn toegestaan om tabaksproducten of aanverwante producten te
verkopen. Wanneer de NVWA tijdens een inspectie bij een geregistreerd verkooppunt
constateert dat de detaillist onder een van de geldende verkoopbeperkingen voor tabaksverkooppunten
valt, is de detaillist in overtreding van de betreffende verkoopbeperking en kan hiertegen
handhavend worden opgetreden. Gelet hierop wordt niet verwacht dat verkooppunten die
volgens geldende regelgeving geen tabaksproducten of aanverwante producten mogen verkopen
zich zullen gaan registreren als verkooppunt. Hiermee valt immers geen voordeel te
behalen. Een verkooppunt dat wel geregistreerd is, maar volgens de geldende regelgeving
geen tabaksproducten mag verkopen en dit toch doet, zal geregistreerd blijven totdat
deze een jaar na het indienen van de registratie verloopt. Er is niet voorzien in
de mogelijkheid voor de NVWA om een registratie tussentijds in te trekken (zie nader
onder 3.4.3.). Een detaillist kan wel zelf zijn registratie intrekken.
Het wordt aannemelijker geacht dat een detaillist, al dan niet bewust, feitelijke
onjuistheden bij de registratie zal vermelden, zoals een verkeerd adres of niet alle
producten opgeeft die worden verkocht. Omdat de registratie meteen na indiening van
kracht is en de NVWA niet op voorhand op de juistheid hiervan zal toezien, is de detaillist
zelf verantwoordelijk voor een juiste registratie en het actueel houden daarvan. Indien
binnen een jaar sprake is van een gewijzigd (persoons)gegeven, zoals bijvoorbeeld
een ander correspondentieadres, kan de registratie op dat punt door de detaillist
worden gewijzigd.
Een onbewuste, onjuiste registratie wordt met het onderhavige wetsvoorstel niet als
beboetbare overtreding aangemerkt. Wel kan een registratie zodanig onjuist zijn dat
moet worden vastgesteld dat hiermee niet wordt voldoen aan de registratieplicht en
daarvoor kan een bestuurlijke boete worden opgelegd. Deze situatie kan zich bijvoorbeeld
voordoen indien een registratie zodanig onjuist is dat deze niet tot een bepaald verkooppunt
herleidbaar is.
Om onjuiste en onterechte registraties zoveel mogelijk te voorkomen, zal worden ingezet
op duidelijke communicatie over de registratieplicht richting detaillisten.
3.4.3 Gevolgen van onjuiste of geen registratie
De registratie staat, mede gelet op het doel en de inrichting van de registratieplicht,
los van de vraag of het wettelijk is toegestaan om tabaksproducten of aanverwante
producten te verkopen. Het voorgaande betekent dat het een detaillist is toegestaan
om tabaksproducten of aanverwante producten te verkopen, ook zonder (juiste) registratie.
De registratie betreft immers een eenzijdige handeling door de detaillist en is meteen
na indiening van kracht. De registratie houdt geen verleende toestemming om tabaksproducten
en aanverwante producten te verkopen in, de verkoop moet altijd in overeenstemming
zijn met de voorwaarden in de bestaande regelgeving. De registratie is derhalve geen
vereiste voor de verkoop van tabaksproducten en aanverwante producten, maar een verplichting
die geldt voor een verkooppunt dat deze producten verkoopt (net zoals er bijvoorbeeld
reclamebeperkingen gelden, waaronder het uitstalverbod of verkoopbeperkingen, en een
leeftijdgrens van 18 jaar voor de verkoop). Naar verwachting zal een klein deel van
de verkooppunten zich bewust niet registreren, maar dat is geen reden om de registratieplicht
niet in te voeren. Vanwege de verwachte verschuiving van het aanbod naar andere winkels,
waarvan een groot deel zich naar verwachting correct zal registreren, is de onderhavige
registratieplicht van meerwaarde voor een accuraat overzicht van de verkooppunten
van tabaksproducten en aanverwante producten. Indien een detaillist die tabaksproducten
of aanverwante producten verkoopt zich ten onrechte niet, of onjuist, heeft geregistreerd,
zal voor het overtreden van de registratieplicht een bestuurlijke boete kunnen worden
opgelegd (zie verder onder paragraaf 5.2). Indien er bij een geregistreerd verkooppunt
een overtreding van de regelgeving, zoals bijvoorbeeld het uitstalverbod, wordt geconstateerd,
behoort het intrekken van een registratie niet tot de mogelijkheden. Dit ligt immers
gelet op het voorgaande niet voor de hand en zou een oneigenlijke manier van verbieden
van de verkoop van tabaksproducten en aanverwante producten betekenen. Een dergelijk
verkooppunt zou dan immers niet meer over een registratie voor de verkoop van tabaksproducten
of aanverwante producten beschikken, terwijl het verkooppunt deze producten op grond
van geldende regelgeving mag verkopen en zich derhalve terecht heeft geregistreerd.
3.5 Samenhang bestaande registraties
3.5.1 Registratie uitzondering uitstalverbod
Sinds 1 juli 2020 (supermarkten) en 1 januari 2021 (overige verkooppunten) geldt een
uitstalverbod voor tabaksproducten en aanverwante producten.15 Dit uitstalverbod geldt niet voor uitgezonderde speciaalzaken (zie artikel 5.9 van
het besluit). Er zijn twee soorten speciaalzaken die uitgezonderd kunnen worden van
het uitstalverbod. De eerste uitzondering geldt voor speciaalzaken die alleen tabaksproducten,
aanverwante producten, dagbladen en kansspelbewijzen verkopen en geregistreerd zijn
bij de NVWA. De tweede uitzondering geldt voor een speciaalzaak die een maximale omzet
heeft van € 700.000 per jaar, waarbij tenminste 75% uit de verkoop van tabaksproducten
of aanverwante producten bestaat, en die vóór 1 januari 2019 ingeschreven stond bij
het handelsregister en vóór 1 januari 2021 geregistreerd is bij de NVWA. Om de regeldruk
voor deze verkooppunten niet nodeloos te verhogen zijn de speciaalzaken die bij de
NVWA geregistreerd staan ten behoeve van een van de twee uitzonderingen van het uitstalverbod,
bij de inwerkingtreding van de registratieplicht automatisch geregistreerd als verkooppunt
voor de periode van één jaar. Na afloop van dat jaar dienen zij hun registratie als
verkooppunt zelf te verlengen, net als andere verkooppunten. Net als andere verkooppunten
krijgen zij een digitale herinnering dat zij hun registratie moeten verlengen. Bij
die verlenging moeten zij aangeven dat zij eerder als uitgezonderde speciaalzaak geregistreerd
waren ten behoeve van een uitzondering op het uitstalverbod. Het al dan niet verlengenvan
de registratie zal geen invloed hebben op de bestaande uitzonderingen op het uitstalverbod
voor de betreffende speciaalzaken. Wanneer een voor het uitstalverbod uitgezonderde
speciaalzaak zijn automatische registratie in het kader van de registratieplicht na
één jaar niet verlengt, maar nog wel tabaksproducten of aanverwante producten verkoopt,
kan aan deze speciaalzaak een bestuurlijke boete worden opgelegd voor het overtreden
van de registratieplicht. De uitzondering op het uitstalverbod vervalt daarmee echter
niet. Omdat de bestaande eenmalige registratie van een van het uitstalverbod uitgezonderde
speciaalzaak niet kan vervallen, blijft deze registratie gelden en blijft een speciaalzaak
uitgezonderd van het uitstalverbod indien een speciaalzaak de registratie in het kader
van de registratieplicht niet vernieuwt.
3.5.2 Track & trace
Sinds 2020 gelden regels tegen illegale tabakshandel ter implementatie van het protocol
tot uitbanning van illegale handel in tabaksproducten en van artikel 15 en 16 van
Richtlijn 2014/40/EU16 (hierna: Tabaksproductenrichtlijn).17 Met de implementatie van artikel 15 is in de wet geregeld dat alle verpakkingseenheden
van tabaksproducten die gefabriceerd worden in of geïmporteerd worden in de Europese
Unie gemerkt moeten worden met een unieke identificatiemarkering (zoals een barcode),
zodat hun bewegingen kunnen worden geregistreerd en de betreffende producten in de
gehele Unie kunnen worden gevolgd en getraceerd.18 Dit volgsysteem wordt ook wel «track & trace» genoemd. In dit track & tracesysteem
zijn ook de verkooppunten van tabaksproducten opgenomen. De eigenschappen van dit
systeem en de bijbehorende database zijn niet toereikend om aan de in paragraaf 3.3
gestelde doelen te voldoen en daarom is onderhavig voorstel noodzakelijk bovenop deze
registratieplicht. Allereerst ziet de het track & trace-systeem alleen toe op tabaksproducten,
waardoor aanverwante producten zoals e-sigaretten en verkooppunten daarvan buiten
beeld blijven. Verder wordt in het voorliggende voorstel het probleem van gedateerde
data ondervangen door de registratie na een jaar automatisch te laten verlopen (zie
paragraaf 3.4).
3.6 Monitoring registratieplicht
Na één jaar zal de NVWA een onderzoek uitvoeren naar de werking van de registratieplicht.
Onderzocht zal worden of de doelen van de registratieplicht behaald worden. Indien
nodig kan dan op basis van de resultaten gericht bijgestuurd worden.
4. Verhouding tot hoger recht
4.1 Tabaksproductenrichtlijn
De Tabaksproductenrichtlijn beoogt geen totaalharmonisatie van alle denkbare regels
over tabaksproducten, aanverwante producten of de verkoop van deze producten, maar
regelt slechts enkele aspecten daarvan. De Tabaksproductenrichtlijn laat in artikel 24,
eerste lid, de lidstaten de mogelijkheid om nadere regels ten aanzien van tabaksproducten
en aanverwante producten op te leggen die geen verband houden met de aspecten die
de Tabaksproductenrichtlijn regelt. Gelet op de reikwijdte van de Tabaksproductenrichtlijn,
zoals omgeschreven in artikel 1, valt dit wetsvoorstel buiten het bereik van deze
richtlijn. De Tabaksproductenrichtlijn regelt niet welke (soort) verkooppunten tabaksproducten
en aanverwante producten mogen verkopen of dat deze verkooppunten zich al dan niet
dienen te registreren. De invoering van de registratieplicht moet daarom getoetst
worden aan het primaire Europese recht.
4.2 Vrij verkeer van diensten
De invoering van een registratieplicht kan van invloed zijn op het vrij verkeer van
diensten in de Europese Unie.
De registratieplicht kan worden beschouwd als een belemmering voor het vrij verkeer
van diensten in de zin van artikel 56 VWEU. Het vrij verkeer van diensten is verder
uitgewerkt in richtlijn 2006/123/EG19 (hierna: de Dienstenrichtlijn). Op grond van artikel 16 van de Dienstenrichtlijn
zijn lidstaten gehouden het recht van dienstverrichters te eerbiedigen om diensten
te verrichten in een andere lidstaat dan die waar zij gevestigd zijn. Wel is het mogelijk
om dat recht te beperken. Artikel 16, eerste lid, van de Dienstenrichtlijn geeft de
criteria waaraan beperkingen op de uitoefening van een dienstenactiviteit moeten voldoen:
– Discriminatieverbod: de eisen maken geen direct of indirect onderscheid naar nationaliteit
of, voor rechtspersonen, naar de lidstaat waar zij gevestigd zijn;
– Noodzakelijkheid: de eisen zijn gerechtvaardigd om redenen van openbare orde, openbare
veiligheid, de volksgezondheid of de bescherming van het milieu;
– Evenredigheid: de eisen moeten geschikt zijn om het nagestreefde doel te bereiken
en gaan niet verder dan wat nodig is om dat doel te bereiken.
Hieronder wordt het verbod aan de criteria van artikel 16, eerste lid, van de Dienstenrichtlijn
getoetst.
Discriminatieverbod
Deze maatregel wordt zonder discriminatie toegepast. De registratieplicht geldt voor
alle detaillisten gevestigd in Nederland, ongeacht de herkomst van de producten die
zij verkopen.
Noodzakelijkheid
Naar het oordeel van de regering is het verbod gerechtvaardigd met het oog op een
dwingende reden van algemeen belang, namelijk: de bescherming van de volksgezondheid.
Artikel 16, eerste lid, van de Dienstenrichtlijn noemt de bescherming van de volksgezondheid
expliciet als mogelijke rechtvaardigingsgrond. Uit jurisprudentie van het Hof van
Justitie van de EU blijkt dat de lidstaten grote beleidsvrijheid hebben op het gebied
van de volksgezondheid en het bepalen van het niveau van bescherming.20 Lidstaten mogen zelfstandig hun niveau van bescherming bepalen. Zoals reeds besproken
in hoofdstuk 3 van deze memorie van toelichting, is de volksgezondheid naar verwachting
gebaat bij de invoering van een registratieplicht.
Evenredigheid
De invoering van een registratieplicht is een geschikte maatregel en gaat niet verder
dan nodig is. In hoofdstuk 3 is besproken wat de redenen zijn om een registratieplicht
in te voeren. Voorkomen wordt dat bij bijvoorbeeld het voorgenomen verbod op verkoop
in supermarkten de verkoop van tabaksproducten en aanverwante producten uit beeld
raakt bij de NVWA, waardoor het positieve effect op de rookprevalentie en daarmee
op de volksgezondheid wellicht minder zou zijn of zou uitblijven, omdat de wet minder
effectief gehandhaafd kan worden. Daarnaast gaat de maatregel niet verder dan nodig
is. Het betreft enkel een registratie, hetgeen een lichte maatregel is. Verkooppunten
worden hiermee niet beknot in hun mogelijkheid om tabaksproducten en aanverwante producten
te verkopen.
Aan het vereiste van kenbaarheid en voorspelbaarheid wordt met de wijziging van de
wet voldaan. Het wetsvoorstel is voor internetconsultatie aangeboden en zal tijdig
worden gepubliceerd.
Op grond van bovenstaande acht de regering deze maatregel in overeenstemming met regels
met betrekking tot het vrij verkeer van diensten.
5. Gevolgen voor de uitvoering en handhaving
Omdat de registratieplicht enkel een kleine administratieve handeling vraagt van verkooppunten
van tabaksproducten en aanverwante producten worden bij de uitvoering geen bedrijfseffecten
verwacht.
De registratieplicht stelt de regering in staat het toezicht op de naleving van de
geldende regelgeving voor tabaksproducten en aanverwante producten te faciliteren
en zicht te houden op ontwikkelingen in het aantal en soort verkooppunten. Dit maakt
de registratieplicht een middel om deze doelen te bereiken.
5.1 Toezicht en handhaving
Het toezicht en de handhaving op deze regelgeving zal door de NVWA worden uitgevoerd.
Het concept-wetvoorstel is daarom aan de NVWA voorgelegd voor een toets op de handhaafbaarheid,
uitvoerbaarheid en fraudebestendigheid (HUF-toets).
Gezien het feit dat nadere uitwerking nodig is in de Tabaks- en rookwarenregeling
is nog geen definitief oordeel te geven over de vraag in hoeverre de beoogde registratieplicht
handhaafbaar, uitvoerbaar en fraudebestendig is en hoeveel extra benodigde capaciteit
en andere kosten de wijziging met zich meebrengt. De eerste inschatting van de NVWA
is dat de voorgestelde wijziging in beginsel handhaafbaar, uitvoerbaar en fraudebestendig
is, met inachtneming van de hieronder genoemde aandachtspunten.
Voor de registratie van de verkooppunten zal door de NVWA gebruik worden gemaakt van
een bestaand register. De registratie van de verkooppunten verloopt via e-herkenning
dat ook door andere overheidsdiensten en verzekeraars wordt gebruikt. Voor de ICT-ondersteuning
is een globale inschatting afgegeven van in totaal € 30.000,– voor alle onderdelen.
Dit wordt in het NVWA/ICT-portfolio als een klein project gekwalificeerd en valt binnen
de reguliere beheer capaciteit.
De NVWA verzoekt om een positieve prikkel voor verkooppunten om zich te laten registreren
omdat de volledigheid en actualiteit van het register in grote mate afhankelijk is
van de mate van naleving van de registratieplicht. De positieve prikkel bestaat eruit
dat wanneer verkooppunten niet geregistreerd zijn, zij een boete riskeren. Verder
adviseert de NVWA de naleving van de registratieplicht na een jaar te monitoren en
zo nodig tussentijds bij te sturen. De memorie van toelichting is hierop aangepast.
Ook doet de NVWA de aanbeveling om te zorgen voor een duidelijke communicatie rondom
het instellen van de registratieplicht. Communicatie kan bijdragen aan naleving. Ook
voor verlenging van de registratie is het van belang verkooppunten één of meerdere
reminders te sturen. Wellicht biedt een proces ondersteunende applicatie hiervoor
uitkomst. Vanuit het Ministerie van VWS zal de plicht tot registratie tijdig worden
gecommuniceerd aan de verkooppunten.
Verder stelt de NVWA voor om in aanvulling op de in de memorie van toelichting genoemde
gegevens bij de registratie ook andere gegevens te registreren, zoals het e-mailadres
van het verkooppunt en de eventuele verkoop van andere productgroepen. Hieraan is
tegemoetgekomen en dit is als voorbeeld toegevoegd in de memorie van toelichting.
De in de memorie van toelichting genoemde gegevens zijn indicatief, bij ministeriële
regeling zal vastgesteld worden welke exacte gegevens bij registratie aangeleverd
dienen te worden.
De NVWA merkt op dat het onjuist registreren door detaillisten niet beboetbaar gesteld
wordt in het wetsvoorstel. Marginale fouten in de registratie hoeven niet tot een
beboetbare overtreding te leiden. Wanneer registraties onder omstandigheden echter
zodanig onjuist zijn dat ervan uitgegaan moet worden dat het betreffende verkooppunt
niet geregistreerd is, kan dit resulteren in een boete. Dit is in de memorie van toelichting
nader geëxpliciteerd.
Daarnaast merkt de NVWA op dat voor het houden van toezicht op de naleving van de
registratieplicht beperkte capaciteit beschikbaar is. De verwachting is dat met de
informatie die wordt opgehaald in het kader van de registratieplicht de capaciteit
van de NVWA zo doelmatig mogelijk ingezet kan worden. De registratieplicht is een
middel om toezicht te faciliteren. Naleving van de registratieplicht is geen doel
op zich. Controles kunnen onderdeel zijn van reguliere inspecties op de naleving van
de wet. Tot slot vraagt de NVWA om toegang tot het bestaande track & trace systeem
voor tabak, omdat dat systeem de NVWA kan helpen om de verkooppunten beter in beeld
te krijgen en risicogerichter te kunnen handhaven. Gezien het feit dat dit verzoek
buiten de scope van dit wetsvoorstel valt, omdat het gaat over de samenwerking tussen
de NVWA en de Douane, wordt daar hier niet verder op ingegaan. Er zal met de NVWA
en de Douane in gesprek getreden worden over de uitwerking van dit verzoek.
5.2 Bestuurlijke boetes
In artikel 11b, eerste lid, van de wet is opgenomen ter zake van welke overtredingen
van het bepaalde bij of krachtens de wet een bestuurlijke boete opgelegd kan worden.
In artikel 11b, tweede lid, van de wet staat vervolgens dat de hoogte van de bestuurlijke
boete wordt bepaald op de wijze als voorzien in de bijlage bij de wet en wat de te
betalen geldsom ten hoogste mag bedragen. Daartoe zijn de overtredingen ingedeeld
in boetecategorie A, B, C en D. De regering acht het wenselijk om verkooppunten die
tabaksproducten en aanverwante producten verkopen, maar zich niet hebben geregistreerd,
voor deze overtreding een boete op te kunnen leggen uit boetecategorie A. Voor deze
categorie is gekozen omdat de registratieplicht niet direct, maar indirect bijdraagt
aan de doelen in het Preventieakkoord en daarmee indirect aan de doelstelling van
een Rookvrije Generatie. Waar het niet naleven van de leeftijdsgrens of het uitstalverbod
direct een nadelig effect heeft om deze doelstelling te behalen, geldt dit niet voor
het niet hebben van een registratie. Daarnaast zal de NVWA bij een inspectie niet
specifiek alleen toezien op registratie, maar is de registratie juist een middel om
bij alle verkooppunten te kunnen toezien op andere aspecten van de geldende regelgeving.
Omdat het wel van belang is dat de detaillist zich registreert, is er in boetecategorie
A een extra prikkel ingebouwd om na een opgelegde boete aan de wet te voldoen door
opeenvolgende boetes voor dezelfde overtreding binnen bepaalde tijdspannes significant
te verhogen.
6. Toets Autoriteit Persoonsgegevens
Vanwege de verwerking van persoonsgegevens die met onderhavig wetsvoorstel gemoeid
is, is het wetsvoorstel op grond van artikel 36, vierde lid, van de Algemene Verordening
Gegevensbescherming voor advies voorgelegd aan de Autoriteit Persoonsgegevens (hierna:
AP). De AP heeft bij brief van 1 augustus 2023 haar advies gegeven over het wetsvoorstel.
De AP stelt vast dat een registratie als verkooppunt van tabaks- en aanverwante producten
niet wordt gecontroleerd op de juistheid daarvan en van rechtswege geldt. In de toelichting
is vermeld dat de detaillist zelf verantwoordelijk is voor een juiste registratie
en het actueel houden daarvan (zoals het doorgeven van een gewijzigd correspondentieadres).
De AP stelt voorts vast dat uit het wetsvoorstel en de toelichting niet blijkt hoe
de detaillist gegevens kan laten aanpassen. Bovendien kan een registratie – ook als
deze onjuist blijkt te zijn – niet worden gewist. De AP merkt hierbij het volgende
op. Persoonsgegevens moeten juist zijn en zo nodig worden geactualiseerd; alle redelijke
maatregelen moeten worden genomen om de persoonsgegevens die, gelet op de doeleinden
waarvoor zij worden verwerkt, onjuist zijn, onverwijld te rectificeren (het beginsel
van «juistheid»). Het recht op rectificatie kan op grond van artikel 23 van de AVG
alleen worden beperkt als die beperking de wezenlijke inhoud van de grondrechten en
fundamentele vrijheden onverlet laat en in een democratische samenleving een noodzakelijke
en evenredige maatregel is ter waarborging van een aantal limitatief opgesomde doelen.
De toelichting bij het concept gaat niet in op het recht op rectificatie en het van
toepassing zijn van een eventuele beperking van dit recht. De AP adviseert om dit
alsnog te doen. De memorie van toelichting is in paragraaf 3.4.2. aangepast door aan
te geven dat een registratie kan worden aangepast indien sprake is van gewijzigde
gegevens.
7. Notificatie
Het voorgestelde verbod kan aangemerkt worden als een technisch voorschrift in de
zin van richtlijn (EU) 2015/1535 van het Europees Parlement en de raad betreffende
een informatieprocedure op het gebied van technische voorschriften en regels betreffende
de diensten van de informatiemaatschappij. Een concept van deze wijziging is daarom
op 13 december 2023 op grond van artikel 5, eerste lid, van Richtlijn (EU) 2015/1535
voorgelegd aan de Europese Commissie (TRIS 2023/0709/NL). Dit heeft niet geleid tot
opmerkingen van de Commissie of een van de andere lidstaten.
8. Gevolgen voor regeldruk
Dit wetsvoorstel heeft geen regeldrukgevolgen voor burgers. Ook niet voor importeurs
en producenten van tabaksproducten en aanverwante producten. Wel heeft het gevolgen
voor detaillisten die tabaksproducten en aanverwante producten verkopen. Deze kosten
worden hieronder in kaart gebracht, op basis van de beschikbare data. De regeldrukkosten
zullen bestaan uit kennisnemingskosten en overige regeldrukkosten. In de tabel hieronder
zijn ten eerste de kennisnemingskosten van het wetsvoorstel en van de memorie van
toelichting opgenomen voor degenen die worden geraakt door de registratieplicht.
Uitgegaan is van de kennisnemingskosten voor verkooppunten die deze producten verkopen.
Het aantal verkooppunten, na inwerkingtreding van het verkoopverbod voor supermarkten
en horeca-inrichtingen is geschat door SEO21. Dit onderzoeksbureau schat dat er in 2024 nog 4.400 verkooppunten zijn.
Wie
Tijd in uren
Kosten per uur
Q
Totaal
Eenmalig
Kennisnemen nieuwe regelgeving
Verkooppunten
0,5
€ 54,–
4.400
€ 118.800
Structureel jaarlijks
Jaarlijks registreren
Verkooppunten
0,25
€ 54,–
4.400
€ 59.400
De tijd die verkooppunten nodig hebben om kennis te nemen van deze amvb wordt geschat
op 30 minuten. Ten tweede hebben die verkooppunten tijd nodig om zich te (her)registreren.
Het gaat hier om structurele regeldruk, omdat hier sprake is van een aan een gebeurtenis
gebonden informatieverplichting, die zich elk jaar voordoet. Deze tijd wordt geschat
op 15 minuten, omdat het slechts gaat om het online invullen van een formulier. De
standaard is daarbij bepaald op € 45,– per uur. Het afgeronde bedrag van € 45,– is
niet meer dan een pragmatische benadering van wat de benodigde tijd zou kunnen kosten.
Ook deze regeldrukkosten zijn in de tabel ingevuld. Het uitgangspunt bij dit wetsvoorstel
en de op te stellen ministeriële regeling is om administratieve lasten tot een minimum
te beperken. Deze wijze van invoering wordt daarom werkbaar en proportioneel geacht.
Een eerdere versie van het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zijn door het
Adviescollege Toetsing Regeldruk (ATR) geselecteerd voor een formeel advies. De ATR
heeft op die versie geadviseerd het voorstel niet in te dienen. De ATR voert ter onderbouwing
van dit advies aan dat nut en noodzaak van de voorgestelde registratieplicht onvoldoende
blijken uit de memorie van toelichting en in de memorie van toelichting duidelijker
moet worden aangeven waarom en op welke wijze een registratieplicht de handhaving
en monitoring ten goede komen. Op deze punten is paragraaf 3.3 van de memorie van
toelichting naar aanleiding van het advies van de ATR aangevuld.
De ATR heeft daarnaast opgemerkt dat voor de monitorfunctie een bestaand alternatief
gebruikt kan worden, namelijk registraties van onder meer Locatus en het CBS. In de
memorie van toelichting is aangevuld waarom niet voor deze registraties is gekozen
en waarom een aanvullende registratie, zoals met dit wetsvoorstel wordt geregeld,
noodzakelijk wordt geacht.
9. Internetconsultatie
Via https://internetconsultatie.nl/registratieplichttabak/ is van 25 april 2023 t/m 22 mei 2023 aan ieder de mogelijkheid geboden te reageren
op het ontwerp van onderliggende wijziging van de Tabaks- en rookwarenwet en de bijbehorende
memorie van toelichting.
Er zijn in totaal 12 reacties ontvangen van organisaties en particulieren, waarvan
10 reacties openbaar zijn. Onder de organisaties bevinden zich een verkooppunt dat
belang heeft bij de verkoop van tabaksproducten, organisaties die zich inzetten voor
tabaksontmoediging en gezondheid, waaronder ook gemeenten, GGD’s en de branchevereniging
voor de geestelijke gezondheidszorg en verslavingszorg, een belangenorganisatie van
de sigarenindustrie, een sigarenfabrikant, het ATR, een brancheorganisatie voor tabaks-
en gemaksdetailhandel en een branchevereniging voor distributeurs en verkopers van
e-sigaretten. Bij de weging van de inhoudelijke argumenten die worden aangedragen,
wordt rekening gehouden met artikel 5, derde lid, van het WHO-Kaderverdrag inzake
tabaksontmoediging. Uit dit artikel volgt dat verdragspartijen maatregelen moeten
nemen om het tabaksontmoedigingsbeleid te beschermen tegen commerciële belangen van
de tabaksindustrie. Reacties, vragen en opmerkingen van (vertegenwoordigers van) de
tabaksindustrie die betrekking hebben op beleidskeuzes zullen daarom niet worden behandeld.
Het verslag van de internetconsulatie zoals in deze paragraaf beschreven, zal tevens
worden gepubliceerd op www.internetconsultatie.nl.
De regering is de respondenten erkentelijk voor de reacties. Hieronder wordt kort
ingegaan op de uitgebrachte reacties en wordt aangegeven wanneer de reactie heeft
geleid tot aanpassing van de concept wetswijziging en/of de memorie van toelichting.
1. Tabaksontmoedigende organisaties en particulieren
Organisaties die zich inzetten voor tabaksontmoediging en gezondheid reageren positief
op het wetsvoorstel. Wel vragen ze zich af hoe de NVWA de handhaving op verkooppunten
die wel tabak verkopen, maar niet geregistreerd staan, gaat vormgeven. Op deze reactie
wordt als volgt gereageerd. De wijze van handhaven op verkooppunten, waaronder verkooppunten
die niet geregistreerd zijn, is aan de NVWA. De regering onderkent dat het zal gaan
voorkomen dat er verkooppunten zullen zijn die zich (al dan niet bewust) niet zullen
registreren. Dit is niet in zijn geheel te ondervangen, maar om dit zoveel mogelijk
te voorkomen is de mogelijkheid van het opleggen van een bestuurlijke boete in het
wetsvoorstel opgenomen. Verder vragen deze organisaties om snel na de implementatie
van de registratieplicht een analyse te maken van de verschillen tussen de in paragraaf 2
van deze memorie van toelichting genoemde nulmeting van het aantal verkooppunten in
201922 en de stand van zaken in 2024 volgens de registratieplicht. Opgemerkt wordt dat ook
de regering monitoring van het aantal verkooppunten van belang acht. Het aantal verkooppunten
zal worden gemonitord op de manier zoals in de memorie van toelichting in paragraaf 3.3.2
is weergegeven.
De brancheorganisatie voor tabaks- en gemaksdetailhandel stelt een aantal vragen.
Deze respondent vraagt om nadere duiding van het begrip «soort detaillist», op welk
niveau andere dan tabaksproducten of aanverwante producten moeten worden omschreven,
hoe diensten verricht in een winkel moeten worden omschreven en hoe de verkoop van
toegangskaarten die ook in tabaksverkooppunten worden verkocht zal worden geclassificeerd.
Hierop wordt geantwoord dat de gegevens die bij de registratie aangeleverd dienen
te worden of welke nadere duiding behoeven nader zullen worden gespecificeerd bij
ministeriële regeling. Ook de ministeriële regeling zal ter consultatie worden voorgelegd.
De branchevereniging voor distributeurs en verkopers van e-sigaretten staat niet negatief
tegen het invoeren van een registratieplicht voor verkooppunten van tabaksproducten
en aanverwante producten. Verder hebben particulieren en een individueel verkooppunt
dat belang heeft bij de verkoop van tabaksproducten positief gereageerd op het wetsvoorstel.
2. Economische effecten en regeldruk
Het ATR heeft in reactie op een eerdere versie van het voorliggende wetsvoorstel op
6 april 2023 een advies afgegeven wordt geadviseerd het wetsvoorstel, in de bij het
ATR ingediende vorm, niet in te dienen. Het ATR heeft dit advies wederom ingestuurd
als reactie op de consultatie van het voorliggende wetsvoorstel. Opgemerkt wordt dat
het advies van het ATR is opgevolgd en dat het voorliggende wetsvoorstel vóór de internetconsultatie
hierop is aangepast, zoals ook vermeld in paragraaf 8 van de memorie van toelichting.
Een brancheorganisatie van de sigarenindustrie en een sigarenfabrikant uit België
geven aan dat het voorliggende wetsvoorstel een aanzienlijke verzwaring van de administratieve
lasten oplevert voor de sector, en dat het al bestaande track & trace-systeem het
voorliggende wetsvoorstel overbodig maakt. Opgemerkt wordt dat in paragraaf 3.5.2
van de memorie van toelichting inzichtelijk wordt gemaakt waarom het track & trace-systeem
niet afdoende is om de beoogde doelstellingen te halen. Ook wordt de gevraagde administratieve
handeling zo efficiënt en gemakkelijk mogelijk gemaakt, zie hiervoor ook paragraaf 3.4
van de memorie van toelichting.
3. Alternatieven
Een belangenorganisatie uit de sigarenindustrie noemt de registratieplicht disproportioneel
en onnodig. Zij verwijzen daarbij naar een motie die de regering vraagt een vergunningplicht
voor tabaksverkoop in te voeren. De Tweede Kamer stemde hiermee in.23 Naast deze motie heeft de Tweede Kamer ook een motie aangenomen die vraagt om een
optionele bevoegdheid voor gemeenten om vestiging van nieuwe tabakszaken te beperken.24 De invulling van beide moties is nader onderzocht door de regering. Een vergunningstelsel
is complex omdat voldaan moet worden aan de eisen van de Dienstrichtlijn en reeds
bestaande verkooppunten niet onevenredig bevoordeeld mogen worden.25 Bovendien zou een wetswijziging tot invoering van de vergunningplicht en het daaropvolgende
vergunningstraject veel tijd in beslag nemen. Het aantal verkooppunten zal in de komende
jaren verminderd worden door een aantal wettelijke maatregelen die hierop zijn gericht.
Zoals uiteengezet in deze memorie van toelichting is het voor de monitoring en handhaving
echter van belang om dan een zo volledig mogelijk overzicht te hebben van de tabaksverkooppunten.
Daarom is gekozen voor de invoering van de registratieplicht. Daarbij wordt een registratieplicht
als proportioneel gezien. In tegenstelling tot een vergunningenplicht, zijn er geen
inhoudelijke voorwaarden gesteld aan de registratieplicht. Elk verkooppunt van tabaksproducten
en aanverwante producten dient zich te registreren.
Hoewel de branchevereniging voor distributeurs en verkopers van e-sigaretten niet
negatief staat tegenover het invoeren van een registratieplicht voor verkooppunten
van tabaksproducten en aanverwante producten, merken ze op het belangrijk te vinden
dat de illegale handel in sigaretten wordt tegengegaan. Op deze laatste opmerking
van de branchevereniging wordt hier niet ingegaan, omdat deze reactie buiten de reikwijdte
van deze internetconsultatie valt.
Een respondent meent dat een inschrijving bij de Kamer van Koophandel voldoende moet
zijn voor een overheid die vertrouwen heeft in haar burgers en meent dat het voorliggende
wetsvoorstel de mensenrechten onder druk zet. De regering meent dat een registratieplicht
voor verkooppunten van tabaksproducten en aanverwante producten de mensenrechten niet
schendt en dat in de memorie van toelichting in paragrafen 3.3.2 en 3.5 voldoende
helder is gemaakt waarom bestaande registraties niet voldoen.
Een andere respondent pleit voor het spreken van «nicotinehoudende producten» in plaats
van «tabaksproducten en aanverwante producten», met als doel mensen bewust te maken
van de rol van nicotine bij het verslaafd raken aan, en het afkicken van, roken. Opgemerkt
wordt dat de gekozen terminologie aansluit bij de bestaande wet- en regelgeving, waarmee
de consistentie hiervan wordt bewaakt.
Verder noemen respondenten dat in plaats van een registratieplicht de regering beter
alle nieuwe tabaksverkooppunten kan verbieden. Het voorliggende wetsvoorstel heeft
geen directe betrekking op het verminderen van verkooppunten, maar is een verwante
maatregel aan maatregelen die dat doel beogen te bereiken. Een registratieplicht zal
de ontwikkelingen in het aantal en type winkel dat tabaksproducten verkoopt monitoren.
Op die manier kan indien nodig het verkooppuntenbeleid worden aangescherpt.
10. Inwerkingtreding
De inwerkingtreding voor de registratieplicht voor verkooppunten van tabaksproducten
en aanverwante producten is voorzien met ingang van 1 januari 2025.
II Artikelsgewijs
Artikel I, onderdeel A
Met artikel I, onderdeel A, wordt in de Tabaks- en rookwarenwet een nieuw artikel 6
ingevoegd waarmee een registratieplicht geregeld wordt voor verkooppunten van tabaksproducten
en aanverwante producten. Het nieuwe artikel 6 regelt daarnaast een delegatiegrondslag
om bij ministeriële regeling regels te stellen over de wijze van registreren en de
geldigheid van de registratie. Zo kan bij ministeriële regeling bijvoorbeeld bepaald
worden hoe vaak de registratie vernieuwd moet worden, waarbij het uitgangspunt nu
is dat dit jaarlijks moet gebeuren. Ook zal bij ministeriële regeling voorgeschreven
worden welke gegevens en bescheiden bij de registratie verstrekt dienen te worden.
Tot slot regelt het derde lid van artikel 6 een verwerkingsgrondslag op grond waarvan
de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, bevoegd is om persoonsgegevens
in de zin van artikel 4 van de Algemene verordening gegevensverwerking26 te verwerken die in het kader van de registratieplicht worden verstrekt.
Artikel I, onderdeel B
Met artikel I, onderdeel B, wordt het nieuwe artikel 6 toegevoegd aan de opsomming
in artikel 11b van wet, op grond waarvan de bevoegdheid bestaat tot het opleggen van
een bestuurlijke boete. Voor overtreding van artikel 6 zal daardoor een bestuurlijke
boete opgelegd kunnen worden.
Artikel I, onderdeel C
Met artikel I, onderdeel C, wordt het nieuwe artikel 6 opgenomen in de bijlage bij
de wet, waarin de hoogte van de op grond van artikel 11b op te leggen bestuurlijke
boete wordt geregeld. Een overtreding van de registratieplicht is ingedeeld in boetecategorie
A.
Artikel II
Artikel II voorziet in overgangsrecht. Om te voorkomen dat bestaande verkooppunten
van tabaksproducten of aanverwante producten bij inwerkingtreding van de registratieplicht
meteen in overtreding zijn, krijgen zij tot drie maanden na inwerkingtreding de gelegenheid
om de registratie (voor de eerste keer) te voltooien. Verkooppunten die na inwerkingtreding
beginnen met de verkoop van tabaksproducten of aanverwante producten dienen zich wel
meteen voorafgaand aan de start van de verkoop te registreren.
Artikel III
Artikel III regelt dat onderhavig wetsvoorstel op een bij koninklijk besluit te bepalen
tijdstip in werking zal treden. De inwerkingtreding is vooralsnog voorzien op 1 januari
2025.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M. van Ooijen
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M. van Ooijen, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Bijlagen
Stemmingsuitslagen
Aangenomen met handopsteken
Fracties | Zetels | Voor/Tegen |
---|---|---|
PVV | 37 | Tegen |
GroenLinks-PvdA | 25 | Voor |
VVD | 24 | Voor |
NSC | 20 | Voor |
D66 | 9 | Voor |
BBB | 7 | Tegen |
CDA | 5 | Voor |
SP | 5 | Voor |
ChristenUnie | 3 | Voor |
DENK | 3 | Voor |
FVD | 3 | Tegen |
PvdD | 3 | Voor |
SGP | 3 | Voor |
Volt | 2 | Voor |
JA21 | 1 | Voor |
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.