Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over de Geannoteerde agenda Raad voor Concurrentievermogen 7 maart 2024 (Kamerstuk 21501-30-596)
2024D07447 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
De vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat heeft een aantal vragen en opmerkingen
                  aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat voorgelegd over Geannoteerde agenda
                  Raad voor Concurrentievermogen 7 maart 2024 (Kamerstuk 21 501-30, nr. 596), het verslag van een schriftelijk overleg over o.a. de geannoteerde agenda informele
                  Raad voor Concurrentievermogen februari 2024 (Kamerstuk 21 501-30, nr. 594) en Verslag van een schriftelijk overleg over de geannoteerde agenda informele Toerismeraad
                  van 20 februari 2024 (Kamerstuk 21 501-30, nr. 595).
               
De fungerend-voorzitter van de commissie,
Stoffer
De adjunct-griffier van de commissie,
Van Tilburg
Inhoudsopgave
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
II Antwoord / Reactie van de Minister
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
               
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de
                  geannoteerde agenda voor de Raad voor Concurrentievermogen en het rapport van de Europese
                  Commissie over de interne markt en het concurrentievermogen van Europa. Deze leden
                  vinden het goed om dit te monitoren en kunnen zich vinden in de indicatoren die hiervoor
                  in het rapport worden gebruikt. Zij hebben een aantal vragen over de doelen die worden
                  gesteld voor de Europese economie.
               
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie vragen aangaande het doel «Environmental sustainability»
                  of de doelen en plannen liggen zoals gesteld in het rapport in lijn met de koers voor
                  het Klimaatakkoord van Parijs en het Biodiversiteitsakkoord van Kunming. Deze leden
                  merken met betrekking tot het doel «Well being for all, fairness» het volgende op.
                  De arbeidsinkomensquote laat zien dat steeds meer geld naar aandeelhouders gaat en
                  minder naar mensen. Hoe wordt dit doel precies gemeten en met welke KPI’s? Onderschrijft
                  de Minister deze KPI’s en mocht zij hier in het kader van brede welvaart aanvullingen
                  voor zien, gaat ze hiervoor pleiten? En hoe sluit dit doel aan bij de Europese wet
                  voor een minimumloon? Met betrekking tot het doel «Productiviteit» merken deze leden
                  het volgende op. Landen als China en Amerika subsidiëren hun economie met grootschalige
                  subsidieprogramma’s als de Inflation Reduction Act (IRA), met grote (negatieve) gevolgen
                  voor de Europese concurrentiepositie. Deelt de Minister deze zorgen? Hoe is het met
                  het volume van productie tussen Europa, China en de VS? Gaat de Europese industriële
                  productie inderdaad naar beneden? Komt dat door de staatssteunpakketen van China en
                  de VS en zo ja, wat wordt hier in Europa tegen gedaan?
               
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie onderschrijven het belang van de Europese
                  interne markt, maar zien ook mogelijke nadelen. Zo zijn er veel arbeidsmigranten die
                  onder slechte omstandigheden en zonder vast contract in Nederland werken. Onderschrijft
                  de Minister dit? En hoe wil ze hierop ingrijpen terwijl ze de interne markt stimuleert?
                  Daarnaast geven de Nederlandse boeren aan oneerlijke concurrentie te ervaren van andere
                  boeren buiten Nederland (en buiten de EU). Ze zouden aan strengere regels moeten voldoen
                  dan concurrenten. Hoe ziet de Minister dit? Of werkt de interne markt niet goed voor
                  boeren en zijn het vooral een beperkt aantal inkoophuizen van landbouwproducten die
                  onevenredig veel macht hebben en boeren in een race to the bottom dwingen? Kunnen de Europese wet minimumloon, het Klimaatakkoord van Parijs en bijvoorbeeld
                  de natuurherstelwet als uitgangspunt worden genomen bij het bevorderen van de interne
                  markt, zodat we zeker weten dat de ontwikkelen voor de interne markt in lijn zijn
                  met deze andere belangrijke Europese doelen?
               
Tot slot maken de leden van GroenLinks-PvdA zich zorgen over de maritieme maakindustrie.
                  Welke stappen zet de Minister om de maritieme maakindustrie te bevorderen?
               
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie lezen in het verslag van het schriftelijk overleg van
                  7 februari dat er in Nederland de afgelopen jaren diverse experimenteerruimtes zijn
                  ingezet op zowel gemeentelijk, provinciaal als nationaal niveau. Kan de Minister concrete
                  voorbeelden noemen waarin er gebruik is gemaakt van deze experimenteerruimtes? Bovendien
                  zijn deze leden benieuwd naar de concrete resultaten voor innovatie van het gebruik
                  van deze experimenteerruimtes.
               
De leden van de VVD-fracties vernemen in hetzelfde verslag dat uit de praktijk blijkt
                  dat ondernemers vaak geholpen zijn met een goede uitleg over wat er op grond van bestaande
                  regelgeving al mogelijk is. Kan de Minister hierop reflecteren in het licht van innovaties
                  die volgens huidige wet- en regelgeving nog niet mogelijk zijn? Kan de Minister concrete
                  voorbeelden noemen van innovaties die geholpen zijn bij een juiste uitleg over wat
                  er op grond van bestaande regelgeving al mogelijk is?
               
De leden van de VVD-fractie lezen in de geannoteerde agenda van de Raad voor Concurrentievermogen
                  dat de Minister zal pleiten voor politieke opvolging van het Annual Single Market
                  and Competitiveness Report 2024. Wat zijn wat de Minister betreft idealiter concrete
                  vervolgacties op dit rapport?
               
Daarnaast vernemen de leden van de VVD-fractie in dezelfde geannoteerde agenda dat
                  meerdere lidstaten een diversenpunt hebben aangevraagd over het creëren van een Europese
                  strategie voor de maritieme maakindustrie, mede op initiatief van Nederland. Deze
                  leden zijn benieuwd hoe de Minister deze Europese strategie voor zich ziet. Hoe kan
                  Nederland er in deze strategie voor zorgen dat de Europese aanbestedingsregels in
                  iedere lidstaat hetzelfde worden gebruikt?
               
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben met interesse de beantwoording van de Minister
                  op de vragen Kamer inzake de informele Raad voor Concurrentievermogen van eerder deze
                  maand gelezen. Ook hebben deze leden kennisgenomen van de non-paper over de strategie
                  over de interne markt en de agenda van de aanstaande Raad. Deze leden wensen de Minister
                  hierover nog enkele vragen en suggesties voor te leggen.
               
De leden van de D66-fractie hebben nog enkele vragen over de beantwoording van de
                  Minister over het bereiken van een voorlopig akkoord op de Net Zero Industry Act (NZIA)
                  tussen het parlement en de Raad. Zij gaf aan dat Nederland hierbij zo veel mogelijk
                  probeerde vast te houden aan het Raadsmandaat. Kan de Minister ingaan op in hoeverre
                  dat is gelukt? Zijn er zaken waarover geen overeenkomst is bereikt, maar zij wel graag
                  overeenkomst op had gezien? Zo ja, waarop? Wat is de tijdsplanning om het voorlopig
                  akkoord in beide instelling formeel goed te keuren en aan te nemen? Kan de Minister
                  ingaan op wat het akkoord betekent voor de huidige Nederlandse inzet in aanbesteding
                  van producten, werkzaamheden en diensten met betrekking tot nettonultechonologieën?
                  Moet er nog verder beleid ontwikkeld worden om dit na goedkeuring goed en snel te
                  kunnen implementeren? Zo ja, welke stappen moeten nog worden gezet?
               
De leden van de D66-fractie delen de mening van de Minister dat de klimaatdoelstellingen
                  en het bijhorende reductiepad duidelijkheid geven aan bedrijven, zodat zij kunnen
                  investeren in de toekomstbestendigheid van hun ondernemingen. De Minister stelt dat
                  een gelijk speelveld daarbij van belang is. Rabo Research concludeerde in een onderzoek
                  dat het klein bedrijf nog achterblijft in de transitie naar de nieuwe economie. En
                  dat terwijl het voor de toekomstbestendigheid van de Nederlandse economie noodzakelijk
                  is dat bedrijven de omslag maken. Dit onderzoek wijst uit dat hiervoor koersvast en
                  betrouwbaar overheidsbeleid nodig is. Kan de Minister ingaan hoe deze continuïteit
                  in het aanbieden van hulp voor verduurzaming aan ondernemers geborgd wordt tot 2030?
                  Kan de Minister toezeggen om een overzicht op te stellen van de diverse regelingen
                  en daarbij inzichtelijk maken in welke mate de regeling is benut en hoe deze kan worden
                  verbeterd om zoveel mogelijk ondernemers te bereiken? Hoe loopt de verduurzaming van
                  het midden- en kleinbedrijf (mkb) in andere lidstaten en hoe worden bedrijven daarin
                  bijgestaan door de overheid? Op welke manier kunnen we hierbij leren van successen
                  van andere lidstaten?
               
De leden van de D66-fractie nemen kennis van de aanpak van deze Minister op het versnellen
                  van transities en het terugdringen van strategische afhankelijkheid door sterk in
                  te zetten op onderzoek, ontwikkeling en innovatie, O&O&I, via onder andere Horizon
                  Europe en het Innovatiefonds, maar ook via Europese projecten, zogenaamde Important
                  Projects of Common European Interests (IPCEIs). Kan de Minister verder verduidelijken
                  wat haar specifieke sterke inzet hierop is? Is de Minister het met deze leden eens
                  dat een stabiel en toereikend budget van onder andere Horizon Europe van groot belang
                  is om onderzoek en innovatie verder aan te jagen? Op welke manier wordt deze stabiliteit
                  gewaarborgd? Op welke manier wordt deelname aan Horizon Europe zo toegankelijk mogelijk
                  gemaakt? Zijn er bekende barrières die verlaagd kunnen worden? Zo ja, kan Nederland
                  zich daarvoor inzetten?
               
De leden van de D66-fractie nemen kennis van de non-paper interne markt, waarin wordt
                  gesteld dat vrij vervoer van goederen moet worden verbeterd door onder andere de harmonisatie
                  van eisen. Deze leden zijn van mening dat territoriale leveringsbeperkingen zo snel
                  mogelijk moet worden afgebouwd en dat de etikettenregelgeving zo snel mogelijk moet
                  worden geharmoniseerd. Op dit moment komt het door territoriale leveringsbeperkingen
                  voor dat producenten afnemers dwingen om producten binnen een bepaald geografisch
                  gebied in te kopen. Dit benadeeld niet alleen de consument met een hogere prijs, maar
                  ook ondernemers met dalende winstmarges. Deze leden weten dat de Minister eerder heeft
                  aangegeven dat alle bedrijven en burgers in de EU moeten kunnen profiteren van het
                  vrije verkeer van onder andere producten. Op welke manier gaat zij zich hiervoor inzetten?
                  Ziet zij daarbij ook gelegenheid om territoriale leveringsbeperkingen te agenderen
                  en op korte termijn aan te pakken?
               
Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie
De leden van de BBB-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda aangaande
                  de Raad voor Concurrentievermogen, Interne markt & Industrie.
               
De leden van de BBB-fractie lezen in het non-paper dat de EU leidt van «single market
                  fatigue». Deze leden vragen wat hier de werkdefinitie van is, en hoe Nederland hier
                  de consequenties van voelt.
               
De leden van de BBB-fractie lezen daarnaast dat de inzet van Nederland aangaande het
                  Annual Single Market and Competitiveness Report (ASMCR) onder andere focust op politieke
                  opvolging, dus concrete acties die gaan volgen op het rapport. Deze leden zijn benieuwd
                  over hoe de Minister deze acties voor zich ziet en hoe het kabinet hierop gaat sturen
                  binnen de EU, evenals het momentum beter benutten.
               
Vragen en opmerkingen van de leden van de ChristenUnie-fractie
De leden van de ChristenUnie-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de geannoteerde
                  agenda voor de Raad voor Concurrentievermogen van 7 maart 2024. Deze leden hebben
                  daarover enkele vragen.
               
De leden van de ChristenUnie-fractie lezen dat het voorzitterschap een update zal
                  geven over de gepaste zorgvuldigheidsrichtlijn. Deze leden hebben met zorg kennisgenomen
                  van het nieuws dat er bij de lidstaten momenteel onvoldoende steun is voor de definitieve
                  compromistekst. Deze leden wijzen erop dat reeds in december een akkoord tussen de
                  lidstaten en het Europees Parlement was bereikt. Kan de Minister toelichten hoe het
                  komt dat er nu alsnog uitstel dreigt? Wat vindt de Minister daarnaast van het nu door
                  Frankrijk voorgestelde compromis, die voorstelt om de drempel voor welke bedrijven
                  onder de richtlijn vallen te verhogen? Hoe kansrijk acht de Minister dit compromis?
                  Als dit compromis het haalt, hoeveel Nederlandse bedrijven zouden er dan onder de
                  richtlijn vallen? Is de Minister het met deze leden eens dat het Franse compromisvoorstel
                  het aantal bedrijven waarschijnlijk veel te veel inperkt? Tenslotte vragen deze leden
                  ook naar de gevolgen als dit compromisvoorstel het niet zou halen.
               
Vragen en opmerkingen van de leden van de Volt-fractie
De leden van de Volt fractie hebben kennisgenomen van de onderhavige stukken en hebben
                  daarover enkele vragen en opmerkingen.
               
De leden van de Volt-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de non-paper «horziontal
                  Single Market Strategy». Deze leden erkennen het belang van de zeven bouwstenen en
                  hebben daar de volgende vragen over. De non-paper is ondertekend door 15 landen maar
                  de grootste industrielanden staan hier niet onder. Kan de Minister een inschatting
                  geven van hoe andere lidstaten, zoals Frankrijk en Duitsland naar de non-paper kijken?
                  Kan de Minister concreet inzicht geven in hoe zij samen met haar collega’s de arbeidsmobiliteit
                  binnen Europa wil vergroten? Deze leden vragen daarnaast ook of het maken bilaterale
                  afspraken voor nu niet beter en sneller is om de arbeidsmobiliteit te vergroten, vooral
                  voor de grensregio’s. Is de Minister bereid om met buurlanden hierover het gesprek
                  aan te gaan? Zo nee, waarom niet? Tot slot, hoe gaat de Minister samen met haar collega’s
                  de «skills gap» proberen te verkleinen?
               
De leden van de Volt-fractie maken zich zorgen over de oplopende geo-economische fragmentatie,
                  die met een mogelijke tweede termijn van Trump verder zal toenemen in de vorm van
                  protectionisme en eventuele handelsoorlogen. Deze leden vinden het daarom belangrijk
                  dat de Europese Unie nu de juiste voorbereidingen treft om zich op geo-economische
                  vlak te kunnen handhaven. Kan de Minister aangeven of in Europees verband reeds actief
                  voorbereid wordt op de gevolgen op economisch, technologisch en monetair gebied van
                  een mogelijke tweede termijn van Trump? Zo ja, kan de Minister aangeven of hierin
                  ook de huidige strategische afhankelijkheden die Europa van de VS heeft worden meegenomen,
                  evenals de afhankelijkheden die de VS van Europa heeft? Zo ja, kan de Minister aangeven
                  op welke manier de EU zich hierop voorbereid, c.q. wie de verantwoordelijkheid hiervoor
                  draagt? Zo nee, waarom niet? Is de Minister alsnog bereid om in Europees verband te
                  pleiten voor het strategisch voorbereiden op een dergelijk scenario?
               
II Antwoord / Reactie van de Minister
               
          Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
C. Stoffer, voorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat - 
              
                  Mede ondertekenaar
I. van Tilburg, adjunct-griffier 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.