Amendement : Amendement van het lid de Hoop over een maximale huurverhoging gelijk aan de loonstijging of de inflatie
36 496 Wijziging van de Wet goed verhuurderschap, Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte en enige andere wetten in verband met de regulering van huurprijzen en de bescherming van rechten van huurders (Wet betaalbare huur)
Nr. 6
AMENDEMENT VAN HET LID DE HOOP
Ontvangen 9 februari 2024
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
In artikel V, onderdeel H, onder 2, wordt het voorgestelde vierde lid als volgt gewijzigd:
1. De aanduiding «4.» wordt vervangen door «b.».
2. Voor onderdeel b (nieuw) worden een aanhef en een onderdeel ingevoegd, luidende:
4. Het maximale huurverhogingspercentage voor huurovereenkomsten die betrekking hebben
op middeldure huurwoonruimte als bedoeld in artikel 1 van de Huisvestingswet 2014
in enig jaar is gelijk aan:
a. (het gemiddelde van de prijsindexcijfers van de maanden december t-2 tot en met november
t-1) / (het gemiddelde van de prijsindexcijfers van de maanden december t-3 tot en
met november t-2), waarbij de prijsindexcijfers de cijfers uit de «Consumentenprijsindex
Alle Huishoudens» van het Centraal Bureau voor de Statistiek zijn en de gemiddelde
prijsindexcijfers worden berekend uit de prijsindexcijfers vermeld in het nummer van
het Statistisch Bulletin, waarin het indexcijfer van november t-1 respectievelijk
november t-2, al dan niet voorlopig, wordt gepubliceerd, dan wel, indien dat leidt
tot een lager percentage;
3. In onderdeel b (nieuw) vervallen «Het maximale huurverhogingspercentage voor huurovereenkomsten
die betrekking hebben middeldure huurwoonruimte als bedoeld in artikel 1 van de Huisvestingswet
2014 in enig jaar is gelijk aan» en «, vermeerderd met één procentpunt».
Toelichting
In de Wet betaalbare huur wordt de toegestane jaarlijkse huurverhoging in het middensegment
vastgesteld op de gemiddelde stijging van CAO-lonen +1%. Hiermee wordt afgeweken van
de gewijzigde Wet Nijboer waarin de ofwel de CAO-lonen, ofwel de inflatie +1% (de
laagste van de twee) werd gevolgd.
Hoewel het een goede zaak is dat de maximum toegestane huurstijging verankerd wordt,
blijft deze methodiek zorgen voor afkalving van de koopkracht van huurders op de lange
termijn. Daarom zijn er twee punten waarop de fractie van GroenLinks-PvdA de wet aan
zou willen passen.
Allereerst zou de wetmatigheid in de aangepaste Wet Nijboer moeten blijven gelden.
De laagste van CAO-lonen en inflatie moet aangehouden worden, om er in extreme economische
situaties voor te zorgen dat huurders niet tegen onevenredige huurverhogingen aanlopen.
Daarnaast stellen de leden van de fractie van GroenLinks-PvdA voor om de gemiddelde
stijging van CAO-lonen of inflatie niet op te plussen. Op deze manier blijft de koopkracht
van huurders als gevolg van huurstijgingen altijd neutraal. Dat is belangrijk, omdat
veel huurders al tegen betalingsproblemen aanlopen nadat zij de huur hebben overgemaakt.
Dit amendement regelt daarom dat alle gereguleerde huren meestijgen met de inflatie,
behalve als de inflatie hoger is dan de loonstijging: dan worden de cao-lonen gevolgd.
De Hoop
Indieners
-
Indiener
Habtamu de Hoop, Kamerlid
Stemmingsuitslagen
Verworpen met handopsteken
Fracties | Zetels | Voor/Tegen |
---|---|---|
PVV | 37 | Tegen |
GroenLinks-PvdA | 25 | Voor |
VVD | 24 | Tegen |
NSC | 20 | Tegen |
D66 | 9 | Tegen |
BBB | 7 | Tegen |
CDA | 5 | Tegen |
SP | 5 | Voor |
ChristenUnie | 3 | Tegen |
DENK | 3 | Voor |
FVD | 3 | Tegen |
PvdD | 3 | Voor |
SGP | 3 | Tegen |
Volt | 2 | Tegen |
JA21 | 1 | Tegen |