Voorstel van wet : Voorstel van wet
36 489 Wijziging van Boek 2 en Boek 5 van het Burgerlijk Wetboek en enige andere wetten met het oog op het aanpassen van de regels inzake de digitale algemene vergadering van rechtspersonen en de regels voor digitale oproeping voor de algemene vergadering (Wet digitale algemene vergadering privaatrechtelijke rechtspersonen)
ARTIKEL I
            ARTIKEL II
            ARTIKEL III
            ARTIKEL IV
            ARTIKEL V
            ARTIKEL VI
            ARTIKEL VII
Nr. 2
                   VOORSTEL VAN WET
            
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau,
                     enz. enz. enz.
                  
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om privaatrechtelijke
                     rechtspersonen de mogelijkheid te bieden om een volledig digitale algemene vergadering
                     te houden, om nadere waarborgen te bieden voor de uitoefening van de bevoegdheden
                     van de stem- en vergadergerechtigden die langs elektronische weg deelnemen aan een
                     algemene vergadering en om de regels voor de digitale oproeping voor de algemene vergadering
                     te moderniseren;
                  
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen
                     overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden
                     en verstaan bij deze:
                  
ARTIKEL I
                  
Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 38 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het zesde lid komt te luiden:
6. Tenzij de statuten anders bepalen, kan de algemene vergadering degene die bevoegd
                                    is de algemene vergadering bijeen te roepen machtigen om te bepalen dat de algemene
                                    vergadering tevens of uitsluitend toegankelijk is langs elektronische weg.
                                 
2. Het zevende lid komt te luiden:
7. Voor de toepassing van lid 6 is vereist dat de degene die toegang heeft tot de algemene
                                    vergadering via het elektronisch communicatiemiddel kan worden geïdentificeerd, rechtstreeks
                                    het stemrecht kan uitoefenen en via een tweezijdig audiovisueel communicatiemiddel
                                    rechtstreeks kan kennisnemen van de verhandelingen ter vergadering alsmede rechtstreeks
                                    kan deelnemen aan de beraadslaging.
                                 
3. Het negende lid komt te luiden:
9. Er kunnen voorwaarden worden gesteld aan het gebruik van het elektronisch communicatiemiddel.
                                    Indien deze voorwaarden niet bij de statuten zijn gesteld, worden zij bij de oproeping
                                    bekend gemaakt.
                                 
4. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
10. Indien de algemene vergadering tevens of uitsluitend langs elektronische weg toegankelijk
                                    is, vermeldt de oproeping de procedure voor deelname aan de algemene vergadering en
                                    het uitoefenen van het stemrecht door middel van een elektronisch communicatiemiddel.
                                 
B
In artikel 41, vijfde lid, vervalt: «, indien een lid of afgevaardigde hiermee instemt,»
                        en wordt «dat door hem voor dit doel bekend is gemaakt» vervangen door «van het lid
                        of de afgevaardigde».
                     
C
Artikel 53a wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt na «de artikelen 26 lid 3» ingevoegd «, 38 leden 6, 7, 9
                           en 10».
                        
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
3. De leden 1 tot en met 3 van artikel 227a zijn van overeenkomstige toepassing op de
                                    coöperatie en de onderlinge waarborgmaatschappij.
                                 
D
Artikel 113 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid wordt na «aankondiging in een landelijk verspreid dagblad» ingevoegd
                           «of een langs elektronische weg openbaar gemaakte aankondiging, die tot de algemene
                           vergadering rechtstreeks en permanent toegankelijk is».
                        
2. In het vierde lid vervalt «, indien de houder van aandelen op naam alsmede de houder
                           van de certificaten van aandelen, welke met medewerking van de vennootschap zijn uitgegeven,
                           hiermee instemt,» en wordt «dat door hem voor dit doel aan de vennootschap is bekend
                           gemaakt» vervangen door: «van de houder van aandelen op naam alsmede van de houder
                           van de certificaten van aandelen, welke met medewerking van de vennootschap zijn uitgegeven».
                        
3. Het vijfde lid vervalt, onder vernummering van het zesde lid tot vijfde lid.
E
Artikel 114, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel b wordt na «de plaats» ingevoegd: «of de elektronische weg».
2. Onderdeel c komt te luiden:
c. de procedure voor deelname aan de algemene vergadering bij schriftelijk gevolmachtigde
                                    of de procedure voor deelname aan de algemene vergadering langs elektronische weg
                                    en het uitoefenen van het stemrecht door middel van een elektronisch communicatiemiddel,
                                    indien deze rechten overeenkomstig artikel 117a kunnen worden uitgeoefend;
                                 
3. In onderdeel d vervalt «en het uitoefenen van het stemrecht door middel van een elektronisch
                           communicatiemiddel, indien dit recht overeenkomstig artikel 117a kan worden uitgeoefend».
                        
F
In artikel 116 wordt na «De algemene vergaderingen» ingevoegd: die niet uitsluitend
                        toegankelijk zijn langs elektronische weg».
                     
G
Artikel 117a wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid komt te luiden:
1. De statuten kunnen bepalen dat een algemene vergadering tevens of uitsluitend toegankelijk
                                    is langs elektronische weg.
                                 
2. Het tweede lid komt te luiden:
2. Voor de toepassing van lid 1 is vereist dat de aandeelhouder via het elektronisch
                                    communicatiemiddel kan worden geïdentificeerd, rechtstreeks het stemrecht kan uitoefenen
                                    en via een tweezijdig audiovisueel communicatiemiddel rechtstreeks kan kennisnemen
                                    van de verhandelingen ter vergadering alsmede rechtstreeks kan deelnemen aan de beraadslaging.
                                 
3. Het vijfde lid vervalt.
H
In artikel 187 wordt «113 lid 6» vervangen door «113 lid 5».
I
In artikel 223, tweede lid, vervalt «, indien de aandeelhouder of andere vergadergerechtigde
                        hiermee instemt,» en wordt «dat door hem voor dit doel aan de vennootschap is bekend
                        gemaakt» vervangen door «van de aandeelhouder of van de andere vergadergerechtigde».
                     
J
In artikel 226, eerste lid, wordt na »De algemene vergadering» ingevoegd: die niet
                        uitsluitend toegankelijk is langs elektronische weg.
                     
K
Artikel 227a wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid komt te luiden:
1. De statuten kunnen bepalen dat een algemene vergadering tevens of uitsluitend toegankelijk
                                    is langs elektronische weg. De oproeping vermeldt de procedure voor deelname aan de
                                    algemene vergadering langs elektronische weg en het uitoefenen van het stemrecht door
                                    middel van een elektronisch communicatiemiddel.
                                 
2. Het tweede lid komt te luiden:
2. Voor de toepassing van lid 1 is vereist dat de aandeelhouder via het elektronisch
                                    communicatiemiddel kan worden geïdentificeerd, rechtstreeks het stemrecht kan uitoefenen
                                    en via een tweezijdig audiovisueel communicatiemiddel rechtstreeks kan kennisnemen
                                    van de verhandelingen ter vergadering alsmede rechtstreeks kan deelnemen aan de beraadslaging.
                                 
3. Het vijfde lid vervalt.
ARTIKEL II
                  
Aan artikel 127 van Boek 5 van het Burgerlijk Wetboek wordt een lid toegevoegd, luidende:
4. De leden 6–10 van artikel 38 van Boek 2 zijn van overeenkomstige toepassing, met
                                 dien verstande dat tevens bij reglement kan worden afgeweken van het bepaalde in lid
                                 6 van artikel 38 van Boek 2.
                              
ARTIKEL III
                  
De Wet op het financieel toezicht wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 5:25k wordt in het vierde lid, onderdeel a, na «in kennis van de plaats»
                        ingevoegd: of de procedure voor deelname aan de algemene vergadering via een elektronisch
                        communicatiemiddel.
                     
B
In artikel 5:25ka wordt in het eerste lid, onderdeel a, na «onder vermelding van de
                        plaats» ingevoegd: of de procedure voor deelname aan de algemene vergadering via een
                        elektronisch communicatiemiddel.
                     
ARTIKEL IV
                     
1. Indien voor de inwerkingtreding van artikel I, onderdelen A, C, D, E, G en K, en
                              artikel II van deze wet een oproeping in de zin van deze onderdelen is geschied, blijft
                              met betrekking tot de wijze van oproeping het recht gelden zoals dat luidde voor het
                              tijdstip van inwerkingtreding van artikel I, onderdelen A, C, D, E, G en K en artikel
                              II.
                           
2. De algemene vergadering kan de op grond van artikel 14 of 15 van Boek 2 van het Burgerlijk
                              Wetboek ontstane nietigheid of vernietigbaarheid van besluiten die zijn genomen in
                              een vergadering die uitsluitend toegankelijk was langs elektronische weg, wegnemen
                              indien die vergadering is gehouden tussen 1 februari 2023 en het moment van inwerkingtreding
                              van artikel I, onderdelen A, C, D, E, G en K, en artikel II van deze wet, op voorwaarde
                              dat:
                           
a. deze vergadering overeenkomstig de voordien geldende paragraaf 4 van de Tijdelijke
                                    wet Justitie en Veiligheid COVID-19 (Stb. 2020, 124) is gehouden;
                                 
b. alle onmiddellijk belanghebbenden die zich op de vernietigbaarheid of nietigheid hadden
                                    kunnen beroepen, de handeling voordien als geldig hebben aangemerkt; en
                                 
c. reeds verkregen rechten van derden worden geëerbiedigd.
3. Een bepaling in de statuten van de rechtspersoon die naar een vóór het in werking
                              treden van deze wet geldend wetsartikel verwijst of de zakelijke inhoud daarvan weergeeft,
                              wordt geacht een verwijzing naar of een weergave van deze wet in te houden, tenzij
                              zulks niet in overeenstemming zou zijn met de strekking van de bepaling in de statuten.
                           
4. De rechtspersoon kan, zo nodig in afwijking van het derde lid, tot een jaar na inwerkingtreding
                              van deze wet een algemene vergadering houden overeenkomstig de wet en de statuten
                              zoals deze luidden voor de inwerkingtreding van deze wet.
                           
5. Een bepaling in de statuten van een vereniging of vereniging van eigenaars die ziet
                              op het uitoefenen van het stemrecht langs elektronische weg of deelname van de stemgerechtigde
                              via een elektronisch communicatiemiddel aan de beraadslaging, wordt geacht ook te
                              gelden wanneer de algemene vergadering uitsluitend toegankelijk is langs elektronische
                              weg, tenzij zulks niet in overeenstemming zou zijn met de strekking van de bepaling.
                           
ARTIKEL V
                     
Onze Minister voor Rechtsbescherming zendt binnen vijf jaar na de inwerkingtreding
                        van deze wet aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten
                        van deze wet in de praktijk.
                     
ARTIKEL VI
                     
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat
                        voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.
                     
ARTIKEL VII
                     
Deze wet wordt aangehaald als: Wet digitale algemene vergadering privaatrechtelijke
                        rechtspersonen.
                     
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries,
                        autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering
                        de hand zullen houden.
                     
Gegeven,
De Minister voor Rechtsbescherming,
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.