Verslag (initiatief)wetsvoorstel (nader) : Verslag
36 441 Wijziging van de Gaswet en Mijnbouwwet in verband met de beëindiging van de gaswinning uit het Groningenveld
Nr. 5
VERSLAG
Vastgesteld 21 december 2023
De vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat, belast met het voorbereidend
onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen van
haar bevindingen.
Onder het voorbehoud dat de regering op de gestelde vragen en de gemaakte opmerkingen
tijdig en genoegzaam zal hebben geantwoord, acht de commissie de openbare beraadslaging
over dit wetsvoorstel voldoende voorbereid.
I. Algemeen deel
1. Inleiding
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van
het wetsvoorstel. Deze leden pleiten al geruime tijd voor het sluiten van het Groningenveld
vanwege de enorme schade die de gaswinning heeft aangericht en nog zal aanrichten
in het aardbevingsgebied. Deze leden zijn dan ook opgelucht dat met dit wetsvoorstel
er een einde komt aan de gaswinning in Groningen. Deze leden hebben nog enkele vragen
over het wetsvoorstel.
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de Wijziging van de Gaswet en
de Mijnbouwwet in verband met de beëindiging van de gaswinning uit het Groningenveld.
Deze leden steunen de wijziging en het besluit om de gaswinning uit het Groningenveld
te beëindigen. Dit is noodzakelijk om ervoor te zorgen dat de aardbevingen op termijn
volledig zullen afnemen. De veiligheid van de inwoners in het aardbevingsgebied dient
voorop te staan. Deze leden hebben nog wel enkele vragen/opmerkingen bij het wetsvoorstel.
De leden van de D66-fractie kijken uit naar de behandeling van deze wetswijziging.
Met deze wetswijziging komt er een eind aan de gaswinning uit het Groningerveld en
daarmee ook aan een deel van de onzekerheid voor veel Groningers. Deze leden zijn
positief over deze stap richting een nieuw perspectief voor Groningers en tegelijkertijd
beseffen we ons dat een grote groep Groningers nog steeds in onzekerheid verkeerd
over de versterking van hun woningen, de veiligheid van hun woning of het herstel
van de ontstane schade. Hoewel met deze wetswijziging een belangrijke/noodzakelijke
stap wordt gezet, is er nog een lange weg te gaan wat betreft het herstellen van vertrouwen
en het bieden van perspectief. Over de verdere uitwerking van deze wetswijziging hebben
deze leden nog een aantal vragen.
De leden van de BBB-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het voorstel
tot Wijziging van de Gaswet en Mijnbouwwet in verband met de beëindiging van de gaswinning
uit het Groningenveld.
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van het voorstel tot Wijziging van
de Gaswet en Mijnbouwwet in verband met de beëindiging van de gaswinning uit het Groningenveld.
Deze leden zijn voorstander van het zo snel mogelijk definitief sluiten van het Groningenveld
en zijn verheugd dat dit per 1 oktober 2024 een feit zal zijn. Zij vinden het van
groot belang dat de vergunninghouder, ook nadat de gaswinning in Groningen definitief
is gestopt, verantwoordelijk blijft voor de gevolgen en de na-ijleffecten van de gaswinning.
De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van het wetsvoorstel.
De leden van de ChristenUnie-fractie hebben met instemming kennisgenomen van de Wijziging
van de Gaswet en Mijnbouwwet in verband met de beëindiging van de gaswinning uit het
Groningenveld. Deze leden zijn van mening dat dit wetsvoorstel een belangrijke stap
markeert in het inlossen van de ereschuld aan Groningen. Het beëindigen van de gaswinning
zorgt ervoor dat de stabiliteit in de Groningse grond kan toenemen. Dat laat onverlet
dat er de komende decennia nog seismiciteit in de bodem zit, waardoor aardbevingen
nog altijd voor kunnen komen. Daarom zijn deze leden van mening dat de regering onverwijld
door moet gaan met de hersteloperatie van woningen in Groningen. Deze leden hebben
nog enkele vragen bij het wetsvoorstel.
1.1 Noodzaak en doel van het wetsvoorstel
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hechten er belang aan om te benadrukken dat
afsluiting van het Groningenveld in feite slechts het begin is van het oplossen van
de problemen als gevolg van de gaswinningsellende. Er wordt niet langer gedweild met
de kraan open, maar de seismische activiteiten als gevolg van de gaswinning zullen
in ieder geval nog decennia voortduren. De inzet op schadeafhandeling, versterking
en het aflossen van de ereschuld dienen onverminderd door te gaan. Deelt de regering
deze oproep? Deelt de regering de opvatting van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie
dat recht doen aan Groningen en Groningers niet moet afhangen van- en onderheven moet
zijn aan veranderende nationale alsook internationale politieke verhoudingen en factoren?
2. Achtergrond: huidige inzet Groningenveld
2.1 Het Nederlandse gassysteem en de kwaliteitsloze gasmarkt
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie vragen wat de laatste stand van zaken is rondom
stikstofinstallatie Zuidbroek II. Zijn alle testen geslaagd om volledig operationeel
te zijn?
3. Einde inzet van het Groningenveld
3.1 Afbouw van de gaswinning
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie vragen wat de stand van zaken is rondom de
aanpassing van de Mijnbouwwet. In de contourennota aanpassing Mijnbouwwet (Kamerstuk
32 849, nr. 214) stonden grote aanpassingen omschreven die bijvoorbeeld ook betrekking hebben op
de kleine velden. Is dit wetsvoorstel in voorbereiding? Deze leden zijn benieuwd naar
de ervaringen rondom de schadeafhandeling rondom kleine gasvelden, die nu is opgepakt
door de Commissie Mijnbouwschade. Hoe vaak wordt er schade gemeld en hoe worden deze
meldingen behandeld door de Commissie Mijnbouwschade? Wordt deze werkwijze geëvalueerd?
3.2 De maatregelen voor sluiting van het Groningenveld
3.2.1 Afbouw van de vraag naar laagcalorisch gas
Het valt de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie op dat het Bescherm en Herstelplan
Gas niet wordt genoemd in de memorie van toelichting. Is dit plan niet van toepassing
op deze situatie. Wordt er continu gekeken naar verfijning en verbetering van dit
plan? Deze leden achten dit van groot belang gezien de toenemende kwetsbaarheid van
de gaslevering.
3.2.2 Inzet van de gasopslagen
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie vragen wat de laatste stand van zaken is rondom
de gasvoorraad. Zijn de gasvoorraden voor deze winter goed gevuld? Wat zijn de prognoses
voor de volgende winter?
3.3 Gasjaar 2023-2024: de gaswinning op nul
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie vragen er nader ingegaan kan worden op het
verschil tussen «op waakvlam staan» en het blijvend beschikbaar zijn voor de situatie
dat er strenge kou is en het gelijktijdig optreden van een verstoring in het gassysteem.
Komende winter mag het Groningerveld namelijk in geval van nood nog terug op de waakvlam.
Deelt de regering de zorg van deze leden dat door deze optie open te laten een mogelijk
nieuw -en minder standvastig- kabinet de leveringszekerheid wederom boven de veiligheid
van Groningers zou kunnen stellen?
De leden van de D66-fractie vragen of de regering kan aangeven (mede op basis van
de weersverwachtingen) hoe groot de kans is dat het Groningerveld tot 1 oktober 2024
nog ingezet zal worden.
3.4 De afweging tot sluiting per 1 oktober 2024
De leden van de VVD-fractie lezen dat op het moment dat de sluiting van het Groningenveld
wordt beoogd, een groot deel van de maatregelen ten behoeve van de leveringszekerheid
gerealiseerd zal zijn. Welke maatregelen zullen naar verwachting nog niet gerealiseerd
zijn op het moment van sluiten? Van welke factoren is dit afhankelijk? Welke impact
heeft dit op de leveringszekerheid?
De leden van de SP-fractie merken op dat regering heeft besloten het Groningenveld
uiterlijk per 1 oktober 2024 definitief te sluiten. Afweging hiervoor was de mogelijkheid
van een strenge winter waarin er sprake zou zijn van een hoge piek in de gasvraag
door koude omstandigheden en gelijktijdig uitval van het dan grootste capaciteitsmiddel
(gasopslag Norg). Gelet op deze afweging, vragen deze leden of het mogelijk zou zijn
om eerder in 2024 al het veld definitief te sluiten, zodra de wintermaanden voorbij
zijn? Waarom wacht de regering tot 1 oktober 2024? Deelt de regering de mening van
deze leden dat dit voorbij gaat aan de in het wetsvoorstel beschreven overwegingen?
4. Wettelijke bepalingen na einde inzet Groningenveld
4.1 Inleiding
De leden van de BBB-fractie lezen in de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel
het volgende: «Dit wetsvoorstel voorziet in bepalingen die het definitieve einde van
de gaswinning uit het Groningenveld vastleggen. «Er wordt expliciet bepaald dat er
geen gaswinning uit het Groningenveld meer mag plaatsvinden.» «Daarnaast wordt erin
voorzien dat de bijzondere bepalingen met betrekking tot het Groningenveld en bepalingen
die uitgaan van de inzet van het Groningenveld vervallen.» Hierbij gaat het met name
om de artikelen in de Gaswet en Mijnbouwwet die zien op de voorbereiding, vaststelling
en uitvoering van de operationele strategie en de minimalisering van de gaswinning.
Deze onderdelen worden hierna toegelicht in paragraaf 4.2. «Deze leden vragen of een
operationele strategie waarbij jaarlijks door de Minister «nul» wordt vastgesteld
niet zou voldoen om niet langer uit het veld te winnen? De oorlog in Oekraïne heeft
ons gewezen op de uitdagingen omtrent leveringszekerheid. Dit wetsvoorstel ziet op
een totaal verbod middels wetgeving. Deze leden vragen of een dergelijk permanent
wettelijk verbod verstandig is in het licht van leveringszekerheid, al dan niet in
combinatie met geopolitieke conflicten.
4.2 Einde gaswinning
4.2.1 Verwijdering productielocaties
De leden van de D66-fractie vragen of de regering kan aangeven wanneer het de verwachting
is dat alle mijnbouwwerken gerelateerd aan de winning uit het Groningerveld zullen
zijn ontmanteld en verwijderd. In het mijnbouwbesluit is vastgelegd dat de vergunninghouder
binnen een jaar nadat een mijnbouwwerk niet meer in werking is, een verwijderingsplan
aan de Minister overlegt. Is ook wettelijk vastgelegd binnen welke termijn nadat een
mijnbouwwerk niet meer in werking is mijnbouwwerken daadwerkelijk ontmanteld en verwijderd
moeten zijn? Kan de regering aangeven of er in andere landen wettelijk is vastgelegd
binnen welke termijn nadat een mijnbouwwerk niet meer in werking is mijnbouwwerken
ontmanteld en verwijderd moeten zijn?
De leden van de CDA-fractie lezen dat in de verwijderingsplannen zal worden opgenomen
hoe de gaswinningsinstallaties worden verwijderd en hoe de boorgaten buiten gebruik
worden gesteld en permanent afgesloten. Deze leden vragen de regering om te verduidelijken
hoe het buiten gebruik stellen van de boorgaten en het permanent afsluiten er in de
praktijk exact uit zal zien. Zij vragen de regering in hoeverre het buiten gebruik
stellen en permanent afsluiten van boorgaten nog ruimte om laat om deze in de toekomst
eventueel te kunnen gebruiken voor maatregelen om de seismiciteit te verminderen,
indien die onverhoopt nodig blijken. In hoeverre is dat afhankelijk van de methode
voor het buiten gebruik stellen en afsluiten?
4.3 Zorgplicht
De leden van de D66-fractie vragen of de regering kan aangeven welke invulling zij
verwacht dat de NAM geeft aan de resterende zorgplicht. Kan de regering garanderen
dat er met deze wijziging geen veranderingen optreden met betrekking tot de verantwoordelijkheid
van de NAM? Deelt de regering de mening van deze leden dat de NAM te allen tijde verantwoordelijk
is voor het herstellen van alle schade die is veroorzaakt als gevolg van de door hun
uitgevoerde gaswinning?
De leden van de ChristenUnie-fractie vragen over de invulling van de zorgplicht of
het wijzigen van de algemene zorgplicht uit artikel 33 van de Mijnbouwwet naar een
specifieke zorgplicht in artikel 52g van de Mijnbouwwet risico’s kent, omdat een nieuw
artikel wordt opgesteld. Deze leden vragen of juridisch voldoende is geborgd dat houders
van huidige vergunningen zich hieraan moeten houden.
De leden van de ChristenUnie-fractie vragen de regering te reflecteren op de naleving
van de zorgplicht en monitoringsplicht en of er voldoende prikkels zijn ingebouwd
om daar zorg voor te dragen.
4.3.1 Huidige systematiek
De leden van de SP-fractie willen van de regering weten hoe zij ervoor gaat zorgen
dat de exploitanten alsnog hun plichten nakomen, indien de huidige exploitanten van
het Groningenveld in een verslechterde financiële situatie belanden.
4.3.2 Zorgplicht van de vergunninghouder na beëindiging van de gaswinning uit het
Groningenveld
De leden van de CDA-fractie achten het van groot belang dat de vergunninghouder ook
na de sluiting een resterende zorgplicht behoudt. Ook nadat de gaswinning definitief
is gestopt, moeten alle maatregelen die nodig zijn om nadelige gevolgen van de gaswinning
te beperken worden genomen en moet de vergunninghouder daartoe in staat zijn. Deze
leden vragen de regering hoe ervoor wordt gezorgd dat bewoners ervan op aan kunnen
dat de vergunninghouder zijn verantwoordelijkheid neemt en daar ook de (financiële)
middelen voor heeft. In deze context vragen deze leden ook naar stand van zaken van
de onderhandelingen van de Staat met Shell en ExxonMobil. De Staatssecretaris liet
eerder weten dat er aanzienlijke verschillen in positie bestaan tussen de Staat en
deze beide bedrijven (Kamerstuk 33 529, nr. 1105). Deze leden vragen de regering in hoeverre daar in de tussenliggende periode verandering
in gekomen is. Kan de regering tevens een inschatting geven in hoeverre en op welke
termijn er al dan niet tot een daadwerkelijk akkoord kan worden gekomen?
4.4 Monitoring van de veiligheidssituatie als gevolg van de bodembeweging
4.4.1 Monitoring na beëindiging van de gaswinning uit het Groningenveld
De leden van de CDA-fractie merken op dat er naar verwachting ook na beëindiging van
de gaswinning nog enige tijd aardbevingen zullen optreden. Deze leden vragen de regering
hoe lang er naar verwachting nog aardbevingen op zullen treden. Ook vragen zij welke
opties er zijn om in te grijpen als de aardbevingen langer doorgaan dan nu wordt verwacht
of heviger zijn dan nu wordt ingeschat. Zij vragen de regering hier een overzicht
van te geven en daarbij ook zoveel mogelijk de voor- en nadelen van mogelijke maatregelen
en de kosten daarvan in beeld te brengen.
De leden van de SP-fractie vragen hoe wordt getoetst of te nemen maatregelen als onderdeel
van de resterende zorgplicht «redelijkerwijs mogelijk» zijn. Deze leden constateren
dat na de sluiting van het Groningenveld de vergunninghouder een resterende zorgplicht
houdt. Hoe lang is deze zorgplicht geldig? Waarop is deze termijn gebaseerd? Kan de
regering aan deze leden uitleggen welke mogelijkheden er bestaan om deze termijn te
verlengen indien de termijn niet lang genoeg blijkt voor het nemen van alle concrete
redelijkerwijs mogelijke maatregelen om de gaswinning op een veilige wijze af te sluiten?
4.5 Overzicht leveringszekerheid gas
De leden van de ChristenUnie-fractie vragen de regering de aard en omvang van de Nederlandse
langetermijncontracten voor gasleveringen nader te schetsen.
5. Verhouding met Europese en nationale wet- en regelgeving
5.1 Verhouding met Europees recht
5.1.1 Verordening leveringszekerheid
De leden van de VVD-fractie lezen dat de verordening leveringszekerheid voorschrijft
dat iedere lidstaat gepaste maatregelen neemt om de gevolgen te beheersen van een
eventueel tekort aan aardgas. Deze leden vragen of de regering kan toelichten in hoeverre
het plan voor de leveringszekerheid is bijgewerkt. Hoe wordt er omgegaan met onzekere
factoren zoals het afbouwpad van buitenlandse vraag? Worden er scenario’s uitgewerkt
voor als er zich toch tekorten voordoen?
De leden van de CDA-fractie hechten er aan dat de inwoners van Groningen zo snel mogelijk
echt duidelijkheid krijgen over de definitieve beëindiging van de gaswinning. Deze
leden staan achter het besluit om Groningenveld per 1 oktober 2024 definitief te sluiten
en daarmee de veiligheid van de inwoners van het aardbevingsgebied voorop te zetten.
Bovendien is de verwachting dat er vanaf 1 oktober 2024 een voldoende niveau van leveringszekerheid
kan worden gehaald zonder inzet van het Groningenveld. In de memorie van toelichting
op dit wetsvoorstel wordt daarnaast opgemerkt dat de risico’s voor de leveringszekerheid
in de loop van de tijd kleiner worden en dat mogelijke mitigerende maatregelen nog
verder in kaart zijn gebracht. Om onduidelijkheid en onzekerheid bij inwoners van
Groningen te voorkomen vragen deze leden de regering om te verduidelijken in hoeverre
een verslechterde leveringszekerheid of een andere niet voorziene gebeurtenis nog
verandering brengen in het moment waarop de gaswinning in Groningen definitief wordt
beëindigd. Is het met dit wetsvoorstel 100 procent zeker dat de gaswinning op 1 oktober
2024 definitief stopt of zijn er uitzonderlijke situaties denkbaar waarin er toch
uitstel zal plaatsvinden?
6. Toezicht en handhaving
8.1 IGM
De leden van de ChristenUnie-fractie vragen de regering het volledige handhavingsinstrumentarium
van de Inspecteur-Generaal der Mijnen (IGM) uit te werken, indien vergunningshouders
zich niet aan de zorgplicht houden. Deze leden vragen de regering ook de gevolgen
van het vervallen van verschillende toezichthoudende taken en het toevoegen van de
taak om de zorgplicht en monitoring te handhaven voor de organisatie van de IGM te
schetsen.
7. Adviezen
De leden van de VVD-fractie lezen dat de Raad van State heeft geadviseerd om het Preventief
Actieplan Gas uit 2019 bij te werken zodat de gevolgen van de sluiting van het Groningenveld
hierin kunnen worden meegenomen. De regering geeft aan dat in 2023 op grond van de
Verordening leveringszekerheid respectievelijk de risico evaluatie, het preventieve
actieplan en het noodplan (ofwel het Bescherm- en Herstelplan Gas) zal worden geüpdatet.
Wanneer zal de update met de Kamer worden gedeeld? Welke oplossingen worden er ingezet
om het sluiten van het Groningenveld op te vangen?
De leden van de VVD-fractie lezen ook dat de Raad van State waarschuwt voor een te
groot vertrouwen in de markt voor aardgas. Welke aanvullende maatregelen kunnen er
worden genomen om de leveringszekerheid van Nederland veilig te stellen? Welke mogelijkheden
heeft de regering om meer te sturen op langetermijncontracten? Welke acties heeft
de regering op dit vlak al ondernomen en welke maatregelen kunnen er aanvullend nog
getroffen worden?
8. Consultatie
8.1 Zorgplicht vergunninghouder
De leden van de SP-fractie zijn benieuwd hoe lang de verjaringstermijn geld voor de
plichten van de exploitanten van het Groningenveld. Op welk moment begint deze termijn
met lopen? Welke lessen zijn getrokken uit de rechtszaken met betrekking tot de verjaringstermijnen
in de voormalige Oostelijke en Westelijke Mijnstreek? Hoe zorgt de regering ervoor
dat mijnbouwschade in Groningen en Noord-Drenthe niet verjaard? Verder vragen deze
leden welke mogelijkheden er bestaan om de verjaringstermijn voor mijnbouwschade als
gevolg van de gaswinning uit het Groningenveld te schappen.
De leden van de SP-fractie zien dat dit wetsvoorstel louter wijzigingen doet aan de
Gaswet en Mijnbouwwet. Waarom zijn er niet ook wijzigingen gedaan op het Burgerlijk
Wetboek om ervoor te zorgen dat de NAM niet door een eventuele verjaringstermijn onder
haar plichten vandaan komt? Hoe heeft de regering de lessen van de verjaringstermijnen
in de voormalige Oostelijke en Westelijke Mijnstreek meegenomen in dit besluit?
II. Artikelsgewijze toelichting
Onderdeel H (wijziging artikel 52g)
De leden van de ChristenUnie-fractie lezen in het toekomstige artikel 52g lid 2 en
3 van de Mijnbouwwet dat monitoring moet leiden tot inzicht in de risico’s van de
verwachte bodembeweging. Deze leden vragen de regering wat verstaan wordt onder deze
risico’s en of deze geëxpliciteerd kunnen worden in de wettekst of een ministeriële
regeling.
III. Overig
De leden van de D66-fractie vragen of de regering kan aangeven op welke manier de
adviezen van de Raad van State zijn verwerkt.
De fungerend voorzitter van de commissie, Stoffer
De adjunct-griffier van de commissie, Van Tilburg
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. Stoffer, voorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat -
Mede ondertekenaar
I. van Tilburg, adjunct-griffier
Stemmingsuitslagen
Aangenomen met handopsteken
Fracties | Zetels | Voor/Tegen |
---|---|---|
PVV | 37 | Voor |
GroenLinks-PvdA | 25 | Voor |
VVD | 24 | Voor |
NSC | 20 | Voor |
D66 | 9 | Voor |
BBB | 7 | Voor |
CDA | 5 | Voor |
SP | 5 | Voor |
ChristenUnie | 3 | Voor |
DENK | 3 | Voor |
FVD | 3 | Tegen |
PvdD | 3 | Voor |
SGP | 3 | Voor |
Volt | 2 | Voor |
JA21 | 1 | Tegen |
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.