Lijst van vragen : Lijst van vragen over de Beleidsdoorlichting artikel 5 begroting IX: Exportkredietverzekeringen, -garanties en investeringsverzekeringen (Kamerstuk 31935-82)
2023D50721 LIJST VAN VRAGEN
De vaste commissie voor Financiën heeft over de Beleidsdoorlichting artikel 5 begroting
IX: Exportkredietverzekeringen, -garanties en investeringsverzekeringen (Kamerstuk
31 935, nr. 82) de navolgende vragen ter beantwoording aan de Staatssecretaris van Financiën voorgelegd.
De fungerend voorzitter van de commissie,
Tielen
Adjunct-griffier van de commissie,
Kruithof
Nr
Vraag
1
Hoe wordt bewerkstelligd dat door «vergroening» van de exportkredietverzekeringfaciliteit
(ekv-faciliteit) deze faciliteit uiteindelijk niet verwordt tot een «groene» subsidie
maar structureel blijft bijdragen aan bevordering van de Nederlandse export, de Nederlandse
economie, de werkgelegenheid en tevens minimaal kostendekkend blijft?
2
Wat zijn de ervaringen met de «vergroening» van de publieke ekv’s, zijn deze tot op
heden (minimaal) kostendekkend of verliesgevend en in welke mate dragen ze bij aan
de Nederlandse economie en de werkgelegenheid?
3
Kan er een overzicht worden gegeven van landen die zich gedeeltelijk dan wel geheel
niet aan de COP26-verklaring houden, maar deze wel hebben getekend? Op welke punten
wijken deze landen af van de verklaring, welk voordeel behalen zij daarmee ten opzichte
van Nederland?
4
Kunnen alle aanvragen voor ekv’s binnen een redelijke termijn worden behandeld door
Atradius Dutch State Business (ADSB) of zijn er projecten die niet in behandeling
kunnen worden genomen?
5
Welk percentage aangevraagde ekv’s wordt afgewezen?
6
Hoeveel van de afgewezen transacties zijn afgewezen als gevolg van het MVO-beleid?
7
Hoeveel procent van de totale obligo in 2021 schat u dat in lijn was met de doelstelling
om in 2050 klimaatneutraal te zijn?
8
Hoe verhouden de voorwaarden voor het gebruik van ekv's in Nederland zich tot de voorwaarden
die worden gesteld in de landen om ons heen ten aanzien van duurzaamheid en «fossiele
transacties»?
9
Welke categorieën en soorten investeringen zijn op dit moment uitgesloten van financiering
met behulp van ekv’s?
10
Welke sectoren maken het meest gebruik van ekv’s en voor welke sectoren zijn ekv’s
(relatief) van het grootste belang?
11
Maakt Nederland op dit moment gebruik van alle ruimte die internationale afspraken
ons bieden om ekv’s aan te bieden? Zo nee, op welke punten is er mogelijk ruimte om
het aanbod van ekv’s uit te breiden?
12
Op welke wijze is sinds 2021 werk gemaakt van het uitvoeren van de aanbevelingen uit
het White Paper «Take Action or Fall behind»?
13
Welke verbeterpunten zijn mogelijk om de toegankelijkheid van ekv’s voor het mkb te
verbeteren?
14
Hoe bent u voornemens om het ekv-instrument breder beschikbaar te stellen voor het
midden- en kleinbedrijf (mkb)?
15
De onafhankelijke deskundige geeft aan dat een duidelijk risico is dat teveel doelen
worden gekoppeld aan het instrument, kan een overzicht gegeven worden van deze doelen?
Op basis waarvan wordt geconcludeerd dat het risico bestaat dat het aantal doelen
wordt uitgebreid?
16
Welke stappen worden gezet om de voorwaarden en beleidsdoelen van ekv’s zoveel mogelijk
terug te dringen tot de kern, te weten het verzekeren van betalingsrisico’s die verbonden
zijn aan Nederlandse export en investeringen in het buitenland die zonder deze verzekering
niet tot stand zouden zijn gekomen?
17
Is het CBS voornemens om haar aanname dat ekv-transacties zonder ekv niet zouden hebben
plaatsgevonden te onderbouwen?
18
In hoeverre is de afnemende absolute bijdrage van het publieke ekv aan de economie
aanleiding voor u aanleiding onderzoek te doen naar de oorzaken daarvan?
19
Gaat u nader laten onderzoeken of de afnemende absolute bijdrage van de ekv zich de
komende jaren doorzet, en hierover aan de Kamer rapporteren?
20
Wanneer gaan de ingezette vergroeningsmaatregelen worden geëvalueerd?
21
In hoeverre heeft ADSB in de periode 2016–2021 «nee» moeten verkopen door gebrek aan
capaciteit?
22
Waarom is ADSB relatief efficiënt in het verzekeren van transacties vergeleken met
andere exportkredietverzekeraars?
23
Wat is de stand van zaken met betrekking tot het herzien van het anti-omkopingsbeleid?
24
Waarom kiest het kabinet er niet nu al voor een volgend onderzoek niet door het ministerie
zelf maar door een onafhankelijke derde te laten uitvoeren?
25
Kan er een overzicht worden gegeven van landen die zich geheel dan wel gedeeltelijk
niet houden aan de Arrangement? Op welke punten wijken deze landen af van de verklaring,
welk voordeel behalen zij daarmee ten opzichte van Nederland?
26
Kan er een overzicht worden verstrekt van in welke gevallen Nederland strenger is
dan internationaal afgesproken? In hoeverre ondermijnt deze opstelling de Nederlandse
concurrentiepositie? In hoeverre speelt de strenge opstelling van Nederland juist
andere landen in de kaart, welke projecten heeft Nederland door de strenge opstelling
misgelopen?
27
Is de wens van het kabinet om koploper te zijn op het gebied van milieu, sociale en
governance risico’s ideologisch of economisch ingegeven? Wat is de (financiële dan
wel economische) meerwaarde voor Nederland om koploper te zijn en hoe komt dat in
concreto tot uitdrukking, kunt u de toegevoegde waarde kwantificeren?
28
Kunt u helder omschrijven wat exact de begrotingsdoelstelling is van artikel 5 en
wat de doelstellingen zijn van de ekv? Als die niet (meer) gelijk zijn, kunt u dan
duiden wanneer en waarom die doelstellingen uit elkaar zijn gaan lopen?
29
Wat wordt er exact verstaan onder verantwoorde export en (nog verdere) vergroening?
Daarnaast schrijft u dat het juridisch kader toe is aan een onderhoudsslag, in het
belang van de kabinetsdoelstellingen op het gebied van vergroening en de benodigde
energietransitie, kunt u dit nader duiden? Welke norm(aanpassing) en/of onderhoudsslag
is nodig in verband met de energietransitie? In welke mate en op welke manier is het
ekv-instrumentarium onderdeel van het klimaatbeleid van dit kabinet?
30
Waarom wordt de ekv-faciliteit ingezet als klimaatinstrument (vergroening en energietransitie)?
Staat dit niet op gespannen voet met de (veronderstelde) doelstelling van de ekv-faciliteit
(bevorderen export, bijdragen aan Nederlandse welvaart)?
31
Wanneer wordt het beoordelingskader voor het ekv-instrumentarium opgeleverd? Wordt
dit beoordelingskader voorafgaand aan vastlegging in het Beleidshandboek nog voorgelegd
aan de Kamer?
32
Wat behelst het huidige anti-omkopingsbeleid en wat dient nog nadere uitwerking?
33
Kunt u nader concretiseren wanneer er voor Nederland sprake is van ongewenste neveneffecten
en/of wanneer er sprake is van onaanvaardbare effecten op milieu, sociaal en governance
gebied? Kunt u het Nederlandse beleid vergelijken met het beleid van andere landen/publieke
exportkredietverzekeraars?
34
Kunt u de opmerking dat de ABSB relatief efficiënt is (volgens een internationale
benchmark) in vergelijking met andere publieke exportkredietverzekeraars nader toelichten?
Is de ABSB ook in (nationale) absolute zin efficiënt of behoeft het verbetering?
35
Klopt het dat de risico’s voor «groene» projecten hoger liggen dan voor andersoortige
projecten? Zo ja, kunt u die risico’s nader duiden en waar mogelijk kwantificeren?
36
Waarom gelden er soepelere (financiële) regels ten aanzien van «groene» exporttransacties,
kunt u deze versoepelingen uitputtend opsommen en aangeven waarom die versoepelingen
gelden? Kunt u daarbij tevens aangeven welke risico's specifiek bij deze «groene transacties»
spelen en in welke mate die impact hebben op het ekv-instrumentarium?
37
In hoeverre is de Nederlandse concurrentiepositie verslechterd doordat het (demissionaire)
kabinet zich heeft gecommitteerd aan de COP26-verklaring?
38
Op welke vlakken en door welke landen wordt buiten de regels van de Arrangement om
geconcurreerd? Welke alternatieve instrumenten voor export-, import- en investeringsondersteuning
worden ingezet?
39
Welke uitgangspunten hanteren consultancybureaus om te bepalen of iets al dan niet
kwalificeert als «groen»? Hoe objectief zijn die criteria en hoe wordt die objectiviteit
vastgesteld dan wel getoetst?
40
Kunt u een overzicht delen van de projecten waarop obligo uitstaat?
41
Hoe verklaart u het dat er zo'n 600 miljoen euro aan obligo uitstaat in Nederland?
42
Hoeveel van de obligo buiten olie & gas sector zit naar schatting in projecten met
significante CO2 uitstoot?
43
Onder welke sector worden ekv’s voor slachthuizen en vleesindustrie gerekend?
44
Wat zijn de kernpunten van de Nederlandse inzet in de onderhandelingen van de Common
Approaches?
45
Wat is de stand van zaken rondom de herziening van de Common Approaches die eind 2023
verwacht werd?
46
Wat is de stand van zaken rondom de Europese strategie voor exportfinanciering die
begin 2023 afgerond zou zijn?
47
Is een soortgelijke neerwaartse trend in de bijdrage van de ekv’s aan de Nederlandse
economie ook terug in andere Europese landen?
48
Is er een toename te zien in het aantal afgewezen aanvragen voor een exportkredietverzekering
die de afname in de toegevoegde waarde mede zou kunnen verklaren?
49
In hoeverre is de afnemende absolute bijdrage van het publieke ekv aan de economie
een specifiek Nederlands fenomeen?
50
In hoeverre worden projecten in de landbouwsector naast de beleidsverklaring dierenwelzijn
ook getoetst aan in Nederland geldende normen voor dierenwelzijn?
51
Wanneer wordt verwacht dat de aanbevelingen uit 2022 op het anti-omkopingsbeleid zullen
worden doorgevoerd?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.Z.C.M. Tielen, voorzitter van de vaste commissie voor Financiën -
Mede ondertekenaar
L.N. Kruithof, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.