Lijst van vragen : Lijst van vragen inzake Stand van Defensie najaar 2023 (Kamerstuk 36410-X-5)
2023D50316 LIJST VAN VRAGEN
De vaste commissie voor Defensie heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Minister
                  van Defensie over de Stand van Defensie najaar 2023 (Kamerstuk 36 410 X, nr. 5).
               
De fungerend voorzitter van de commissie,
De Roon
Adjunct-griffier van de commissie,
Manten
Nr.
Vraag
                         
                         
1
Kunt u ons inzage geven in de materiele en personele tekorten? Welke voorraden zijn
                              onvoldoende, aan welke functies is het meeste behoefte, welk materieel is onvoldoende
                              paraat?
                           
2
Kent u Nederlandse bedrijven die 155mm-munitie kunnen maken of willen gaan produceren?
3
Kunt u een overzicht geven van welke samenwerkingen met Suriname er op defensief vlak
                              zijn of worden aangegaan, aangezien Suriname niet wordt genoemd?
                           
4
Hoe ziet u toe dat de bestedingen van Defensie in 2024 wel aan de begroting gaan voldoen?
5
Wat is het verschil tussen de nieuwe Defense Investment Pledge en de oude uit Wales
                              uit 2014?
                           
6
Voorziet Defensie uitdagingen op het gebied van extra investeringen door EU-samenwerking
                              en EU-regelgeving? Zo ja, welke uitdagingen, kosten, en eventuele personele- en organisatie
                              uitbreiding verwacht u voor 2024?
                           
7
Welke maatregelen neemt Defensie om meerjarige financiële zekerheid door te vertalen
                              in meerjarige zekerheid voor leveranciers, industrie en dienstverleners?
                           
8
Welke elementen uit de Scandinavische modellen neemt Defensie mee voor het vervullen
                              van de personele behoefte?
                           
9
Kunt u ons een overzicht bieden dat inzichtelijk maakt welke consequenties levering
                              van militaire middelen, voorraden en munitie aan Oekraïne hebben op de gereedheid
                              en het gereedstellingsproces van de krijgsmacht?
                           
10
Welke afwegingen gaan eraan vooraf om de impact van de steun aan Oekraïne acceptabel
                              te stellen? Wat bedoelt u met acceptabel? Welke condities moeten overschreden worden
                              zodat de impact niet acceptabel wordt?
                           
11
Vergt het huidige veiligheidsbeeld een verdere investering in Defensie dan de huidige
                              2%-doelstelling?
                           
12
Heeft Defensie, naast vergunningen vragen voor het Nationaal Programma Ruimte voor
                              Defensie (NPRD), ook geprobeerd die uitzonderingspositie te verwerven die ze nu niet
                              heeft?
                           
13
Wat is de verhouding tussen het Joint Informatievoorziening Commando (JIVC) en Commando
                              Materieel en IT (Commit)? Hoe verschillen of overlappen hun ICT-werkzaamheden?
                           
14
Kunt u de ontwikkeling van het budget oefenen over de laatste tien jaar inzichtelijk
                              maken en specificeren naar type oefenactiviteit, gezien het feit dat de geoefendheid
                              van de krijgsmacht omhoog moet en dat Defensie op dit moment slechts drie procent
                              van het budget van 2023 aan gereedstelling besteedt?
                           
15
Hoe waarborgt Defensie dat het haar doelen op korte en lange termijn haalt ten aanzien
                              van de 2%-norm, gezien het feit dat afgelopen jaar de 2%-norm niet is gehaald, voornamelijk
                              doordat levertijden zijn opgelopen? Hoe anticipeert Defensie op mogelijke tegenvallers
                              in de uitvoering in relatie tot de hoge ambities als gevolg van de geopolitieke spanningen?
                           
16
Waarom denkt u dat het draagvlak voor Defensie in 2023 niet is gegroeid (t.o.v. jaren
                              ervoor), ondanks de onrusten die toenemen in de wereld?
                           
17
Hoe wordt het draagvlakgetal gemeten?
18
Kunt u een overzicht leveren dat inzicht geeft in de overlast (geluid, hinder, stank)
                              per militaire locatie en welke maatregelen daartegen genomen zijn?
                           
19
Waarom komt er nauwelijks Defensiepersoneel uit Flevoland, Groningen en Overijssel?
20
Zijn er cijfers over de provinciale afkomst van Defensiepersoneel uit het verleden
                              bekend? Zo ja, kunt u deze met de Kamer delen?
                           
21
In wat voor eenheden wordt bijdrage aan missies, operaties en activiteiten gemeten?
                              Is dat aantal militairen?
                           
22
Worden de Nederlandse militairen die meedoen aan de militaire C2-structuur van de
                              Europese Unie in rotaties van maanden of voor plaatsingen van meerdere jaren gedetacheerd?
                           
23
Is er voor de vraag naar 155mm-granaten ook bij Nederlandse bedrijven besteld?
24
Welke bestedingen zijn er op dit moment al gedaan binnen de Act in Support of Ammunition
                              Production (ASAP)-faciliteit?
                           
25
In welk document ligt de definitie vast van wat binnen en buiten de NAVO-norm voor
                              Defensie-uitgaven valt?
                           
26
In welk jaar bent u van plan de NAVO-norm te halen?
27
Is de militaire transport en logistiek al afgesteld op de New Force Model en de vraag
                              van hoe snel troepen zich moeten kunnen verplaatsen? Zo nee, welke verbeteringen worden
                              hiervoor gepland?
                           
28
Zijn de vier bestelde Reaper MQ-9 toestellen bewapend of onbewapend?
29
Waar in Nederland komt het hoofdkwartier van het «NATO Innovation Fund»?
30
In hoeverre betekent specialisatie; bepaalde processen en capaciteiten op termijn
                              opgeven? Zijn er al processen en capaciteiten opgegeven of wordt dat verwacht, die
                              dan overgenomen worden door andere landen?
                           
31
Welke extra projecten worden in de komende jaren gestart, gezien het feit dat het
                              budget voor kort cyclische innovatieprojecten snel stijgt na 2023?
                           
32
Naast de kennisinstituten TNO, NLR en Marin, in welke andere Nederlandse en niet-Nederlandse
                              kennisinstituten investeert Defensie?
                           
33
Hoeveel functieopleidingen worden al geïntegreerd met de toekomstige eenheden zoals
                              nu bij het Defensie Grondgebonden Luchtverdedigingscommando (DGLC) gebeurt? Kunt u
                              kort voor- en nadelen ervan schetsen?
                           
34
Welke functies kunnen het gemakkelijkst verlengd worden qua functieduur en wat betekent
                              dit voor het behoud van kennis en kunde?
                           
35
Wat is de verklaring achter een significant betere instroom van burgerpersoneel dan
                              de vlakstelling bij de prognose voor militair personeel, gezien het feit dat de prognose
                              na 2023 juist omlaag gaat?
                           
36
Wat verklaart het percentage boven de 100% bij de realisatie vulling burgerpersoneel?
37
Kunt u, uitgesplitst naar verschillende wapensystemen, aangeven waar de tekortkomingen
                              in gereedheid zijn?
                           
38
Wat is de impact van de dalende lijn van de staat van materiele gereedheid van hoofdwapensystemen
                              voor de geoefendheid en gereedheid van de krijgsmacht?
                           
39
Kunt u meer details geven over de vraagstelling rondom de internationale trendanalyse
                              die samen met het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat wordt opgepakt?
                           
40
Kunt u de ontwikkeling laten zien over de jaren heen van wat er bij Nederlandse en
                              buitenlandse leveranciers wordt afgenomen, aangezien wij nu alleen 2022 kunnen zien?
                           
41
Welke beperkingen ervaart Defensie met oefenen voor digitale- en cybergereedheid in
                              het digitale domein?
                           
42
Wat verklaart het verschil tussen aantal personeel en «mandate»? Betekent dat dat
                              er dan minder mensen toegewezen worden dan zouden mogen?
                           
43
Wat verklaart de grote verschillen tussen personeelsaantallen en mandaataantallen
                              voor EUFOR ALTHEA, EFP Litouwen en de drie Irakinzetten?
                           
44
Welke invloed heeft de inzet van onbemande luchtvaartuigen voor hoofdtaak drie op
                              de gereedheid en de beschikbaarheid van deze onbemande systemen voor hoofdtaak een
                              en twee?
                           
45
Wat zijn de knellende factoren die uitstroom van personeel bij het JIVC veroorzaken
                              naast pensioenen?
                           
46
In hoeverre wordt de nieuwe geopolitieke dreiging meegenomen in de strategische richting
                              van Defensievastgoed, aangezien met het strategisch vastgoedplan een nieuwe richting
                              wordt ingeslagen met vastgoed bij Defensie.
                           
47
Hoe schat u de strategische risico’s in met betrekking tot de kwetsbaarheid van militaire
                              objecten geconcentreerd op een beperkt aantal locaties, gezien het feit dat veel van
                              de projecten in het vastgoed in de richting gaan van centralisatie gericht op een
                              eenvoudigere en optimale bedrijfsvoering?
                           
48
Waarom verloopt het verbeteren van de onvolkomenheden rond munitiebeheer wat langzamer?
                              Welke aanbevelingen zijn al wel in opzet klaar en welke nog niet?
                           
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
R. de Roon, voorzitter van de vaste commissie voor Defensie - 
              
                  Mede ondertekenaar
N.E. Manten, adjunct-griffier 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.