Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag schriftelijk overleg over o.a. de geannoteerde agenda JBZ-Raad 4 en 5 december 2023
2023D47199 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
De vaste commissie voor Justitie en Veiligheid heeft een aantal vragen en opmerkingen
voorgelegd over de volgende stukken:
• Geannoteerde agenda JBZ-Raad 4 en 5 december 2023
• Verslag van Raad Justitie en Binnenlandse Zaken van 19 en 20 oktober 2023 (Kamerstuk
32 317, nr. 861)
• Fiche: Richtlijn bodemmonitoring en veerkracht (Kamerstuk 22 112, nr. 3798)
• Fiche: Raadsaanbeveling EU-coördinatie bij verstoring vitale infrastructuur (Kamerstuk
22 112, nr. 3803)
De voorzitter van de commissie,
Kat
Adjunct-griffier van de commissie,
Nouse
Inhoudsopgave
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie
II Reactie van de bewindspersonen
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de geannoteerde
agenda en hebben hierover geen vragen.
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie lezen dat een aantal leden van het Europees Parlement
heeft voorgesteld het Scandinavische prostitutiemodel aan te houden. Deze leden ondersteunen
de inzet van het kabinet om dit aan individuele lidstaten te laten. Kan de Staatssecretaris
het krachtenveld rondom dit voorstel schetsen? Zij vragen de Staatssecretaris daarnaast
het krachtenveld te schetsen omtrent de koppeling tussen verblijfsrecht en medewerking
aan het strafrechtelijke proces. Wat zou het gevolg voor het verblijfsrecht van slachtoffers
zijn als deze koppeling wordt losgelaten?
De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van het agendapunt
over de Verordening ter voorkoming en bestrijding van seksueel kindermisbruik (CSAM)
op de geannoteerde agenda. De schaduwrapporteurs van het Europees Parlement hebben
in oktober een akkoord bereikt over een onderhandelingspositie. Dit is op 15 november
in de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken (LIBE) vastgesteld.
Kan de Minister een appreciatie geven van dit akkoord? Kan de Minister daarbij precies
ingaan op de vraag wat het Nederlandse standpunt ten opzichte van dit concept is en
op welke punten daar eventueel van wordt afgeweken? Deze leden constateren dat deze
conceptverordening meer in de richting is van de lijn die overeenkomt met de vele
moties en suggesties die deze leden hebben gedaan ten behoeve van het Nederlandse
standpunt. Erkent de Minister dat zij onvoldoende heeft gedaan om de wens van een
meerderheid van de Kamer te vervatten in de Nederlandse onderhandelingspositie, gezien
het gehele Europese standpunt nu hoogstwaarschijnlijk draait? Hoe reflecteert de Minister
op haar eigen rol? Blijft zij volharden in het standpunt dat in de oorspronkelijke
positie van de Minister te weinig balans zat en in hoeverre wordt dit nu aangepast?
Daarnaast willen deze leden graag weten wat de stand van zaken is van de onderhandelingen
in de Raad. In hoeverre heeft de berichtgeving over het vermeende favouritism voor
de Amerikaanse organisatie Thorn (waar deze leden eerder naar gevraagd hebben) en
de formele klacht van de privacyorganisatie Noyb over het gericht targetten door de
Europese Commissie om steun voor dit voorstel te vergaren invloed op het verdere verloop
van de onderhandelingen? Kan de Minister een toelichting geven op de vraag waarom
er weinig met de wensen van de meerderheid van de Kamer is gedaan door een Minister
in demissionaire staat (en die dus wordt geacht beleidsarm te besturen)?
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie
De leden van de CDA-fractie constateren dat er ontwikkelingen zijn ten aanzien van
de Richtlijn 2011/36 inzake voorkoming van bestrijding van mensenhandel en bescherming
van slachtoffers. De Minister geeft aan kritisch te zijn op een aantal aangenomen
amendementen, die onder andere zien op het strafbaar stellen van het gebruik maken
van diensten van slachtoffers van mensenhandel. Deze leden vragen of de Minister kan
aangeven of zij bij de beoordeling van de amendementen de belangen van slachtoffers
meeweegt en waaruit dat blijkt. In de annotatie wordt gesproken over het eerdere non-paper
wat met de Kamer is gedeeld. Deze leden vragen om voortaan de link hierbij te voegen,
bijvoorbeeld in de noot.
De leden van de CDA-fractie constateren dat er ten aanzien van de Verordening ter
voorkoming en bestrijding van seksueel kindermisbruik mandaat is voor eindonderhandelingen
met de Raad. Deze leden vragen of de Minister een actuele schets van het krachtenveld
in de Raad wil geven. Zij vragen ook of de Minister wil reageren op de onderhandelingspositie
van het Europees Parlement. Specifiek vragen deze leden hoe deze positie zich verhoudt
tot het kabinetsstandpunt om tenminste voor bestaand materiaal van kinderporno detectie
bij diensten die gebruik maken van end-to-end-encryptie toe te staan. Deze leden vragen
de Minister verder welke voorbereidingen worden getroffen om de implementatie zo snel
als mogelijk uit te rollen, mede gezien het feit dat er geen tijd te verliezen is
in de bestrijding van kinderporno omdat uit een schatting blijkt dat 45% van al het
wereldwijde materiaal aan kinderporno wordt gehost in Nederland.
II Reactie van de bewindspersonen
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H. Kat, voorzitter van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid -
Mede ondertekenaar
L.L. Nouse, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.