Memorie van toelichting : Memorie van toelichting
Tweede Kamer der Staten-Generaal
InhoudsopgaveA. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL B. BEGROTINGSTOELICHTING1 Leeswijzer2 Beleid2.1 Overzicht belangrijkste uitgaven- en ontvangstenmutaties IXB2.2 Overzicht belangrijkste uitgaven- en ontvangstenmutaties IXA2.3 Overzicht coronamaatregelen3 Beleidsartikelen Ministerie van Financiën (IXB)Artikel 1 BelastingenArtikel 2 Financiële marktenArtikel 3 Financieringsactiviteiten publiek-private sector Artikel 4 Internationale financiële betrekkingenArtikel 5 Exportkredietverzekeringen, -garanties en investeringsverzekeringenArtikel 6 Btw-compensatiefondsArtikel 9 DouaneArtikel 13 Toeslagen4 Beleidsartikelen Nationale Schuld (IXA)Artikel 11 Financiering staatsschuldArtikel 12 Kasbeheer5 Niet-beleidsartikelenArtikel 8 Apparaat KerndepartementArtikel 10 Nog onverdeeld
36 470 IX Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Financiën (IXB) en de begrotingsstaat van Nationale Schuld (IXA) voor het jaar 2023 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota)
Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING
Vergaderjaar 2023‒2024
A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL
Wetsartikelen 1 en 2
De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2023 wijzigingen aan te brengen in:
1. de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Financiën (IXB);
2. de begrotingsstaat inzake de Nationale Schuld (IXA).
De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).
De Minister van Financiën,S.A.M.Kaag
B. BEGROTINGSTOELICHTING
1 Leeswijzer
De voorliggende suppletoire begroting bevat de voorgestelde wijzigingen ten opzichte van de suppletoire begroting Prinsjesdag 2023 van het ministerie van Financiën (IXB) en Nationale Schuld (IXA).
In hoofdstuk 2 zijn de overzichten opgenomen met de belangrijkste mutaties: in paragraaf 2.1 voor artikel 1 t/m 13 van IXB en in paragraaf 2.2 voor artikel 11 en 12 van IXA. Paragraaf 2.3 bevat een overzicht coronamaatregelen.
Hoofdstuk 3 en hoofdstuk 4 bevatten per beleidsartikel een budgettaire tabel. Hoofdstuk 5 bevat budgettaire tabellen voor de niet-beleidsartikelen. Conform de Rijksbegrotingsvoorschriften (RBV) worden per artikel de mutaties die groter of gelijk zijn aan de ondergrenzen in de onderstaande staffel (tabel 1) toegelicht. Vanwege de staffel kan de som van de toegelichte mutaties afwijken van de totale mutatie op het artikel.
Tabel 1 Ondergrenzen conform RBV
Omvang begrotingsartikel (stand ontwerpbegroting) in € miljoen
Beleidsmatige mutaties (ondergrens in € miljoen)
Technische mutaties (ondergrens in € miljoen)
< 50
1
2
=> 50 en < 200
2
4
=> 200 en < 1000
5
10
=> 1000
10
20
De toelichting op de mutatie van de belastingontvangsten is in de Najaarsnota opgenomen.
2 Beleid
2.1 Overzicht belangrijkste uitgaven- en ontvangstenmutaties IXB
In onderstaande tabellen worden de belangrijkste suppletoire uitgaven- (tabel 2) en ontvangstenmutaties (tabel 3) weergegeven. Dit zijn de wijzigingen ten opzichte van de suppletoire begroting Prinsjesdag 2023 van het ministerie van Financiën (IXB) en Nationale Schuld (IXA) en bevat de nieuwe mutaties voor 2023.
Tabel 2 Belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties 2023 (Tweede suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
Artikelnummer
Uitgaven 2023
Vastgestelde begroting 2023 (incl. NvW)
14.179.542
Stand suppletoire begroting Prinsjesdag 2023
14.845.545
Belangrijkste suppletoire mutaties
1) Belasting- en invorderingsrente
1
‒ 36.000
2) Definitieve sluiting langlopende schadezaken Atradius Dutch State Business (ADSB)
5
165.000
3) Schade-uitkering niet-afgesloten dossiers ADSB
5
30.000
4) Begrotingsreserve Oekraïne
5
60.000
5) Bijstelling btw-compensatiefonds (BCF)
6
160.806
6) Reservering aanvullende post (AP) vertragingsrente
9
30.100
7) Overige mutaties
‒ 59.131
Stand 2e suppletoire begroting 2023
15.196.320
Toelichting
1. Belasting- en invorderingsrente
De € 36 mln. lagere uitgaven aan belasting- en invorderingsrente wordt met name verklaard door de latere aanvangsdatum van het herstelproject invorderingsrente1, waarbij teveel in rekening gebrachte invorderingsrente wordt terugbetaald.
2. Definitieve sluiting langlopende schadezaken Atradius Dutch State Business (ADSB)
ADSB is voornemens om € 165 mln. aan schadedossiers definitief af te sluiten waarop geen recuperatiemogelijkheden meer zijn, bijvoorbeeld omdat de debiteur failliet is gegaan. Dit bedrag wordt om die reden onttrokken uit de begrotingsreserve (zie ook mutatie 8 van tabel 3). Hiermee wordt opvolging gegeven aan de bezuinigingsopties ekv wat als aanbeveling is gedaan in de beleidsdoorlichting van artikel 5.2
3. Schade-uitkering niet-afgesloten dossiers ADSB
Op basis van actuele ramingen van ADSB wordt in 2023 de raming van niet-afgesloten dossiers met € 30 mln. verhoogd.
4. Begrotingsreserve Oekraïne
Via het derde steunpakket 2023 voor Oekraïne3 is € 60 mln. beschikbaar gesteld om via de exportkredietverzekering financiële risico’s af te dekken voor Nederlandse bedrijven die via export of investeringen willen bijdragen aan de wederopbouw van Oekraïne. Dit bedrag van € 60 mln. wordt toegevoegd aan de begrotingsreserve ekv.
5. Bijstelling btw-compensatiefonds (BCF)
Als gevolg van overhevelingen van budget van ministeries naar decentrale overheden wordt een bedrag in het gemeente of provinciefonds gestort. Het geraamde btw-deel van dit bedrag wordt in het BCF gestort (€ 160,8 mln.). Gemeentes en provincies kunnen de betaalde btw daarna weer terugvragen bij het BCF. Tegenover deze extra uitgaven staan gelijke ontvangsten. Deze bijstelling bestaat voor € 109,2 mln. uit het geraamde btw-deel van de specifieke uitkering (SPUK) in verband met de opvang van Oekraïense ontheemden.
6. Reservering Aanvullende Post (AP) voor vertragingsrente
Vanuit de Aanvullende Post (AP) wordt € 30,1 mln. overgeheveld naar artikel 9 Douane voor reeds betaalde en naar verwachting nog te betalen vertragingsrente in 2023. Deze vertragingsrente komt voort uit (na)betalingen van Traditionele Eigen Middelen (douane invoerrechten, begroot op artikel 3.3, begroting van het ministerie van Buitenlandse Zaken).
Tabel 3 Belangrijkste suppletoire ontvangstenmutaties 2023 (Tweede suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
Artikelnummer
Ontvangsten 2023
Vastgestelde begroting 2023
201.164.293
Stand suppletoire begroting Prinsjesdag 2023
219.755.983
Belangrijkste suppletoire mutaties
1) Belastingontvangsten
1
‒ 1.366.912
2) Doorbelasten kosten vervolging
1
31.000
3) Belasting- en invorderingsrente
1
29.000
4) Boetes en schikkingen
1
24.000
5) Verkoop aandelen ABN AMRO
3
456.799
6) Actualisatie dividendenraming
3
93.000
7) Vervroegde aflossing Greek Loan Facility (GLF) 2024 en 2025
4
319.838
8) Ontvangsten uit begrotingsreserve ivm definitieve sluiting langlopende schadezaken ADSB
5
165.000
9) Bijstelling btw-compensatiefonds (BCF)
6
160.806
10) Overige mutaties
21.334
Stand 2e suppletoire begroting 2023
219.689.848
Toelichting
1. Belastingontvangsten
Zie voor een toelichting van deze mutatie de Najaarsnota 2023.
2. Doorbelasten kosten vervolging
De realisatiecijfers waren afgelopen maanden hoger dan verwacht en daarom wordt € 31 mln. meer ontvangsten uit het doorbelasten van vervolgingskosten verwacht dan eerder geraamd.
3. Belasting- en invorderingsrente
Op basis van de realisaties wordt € 29 mln. meer belasting- en invorderingsrente verwacht dan eerder geraamd. Met name in de belastingrente over vennootschapsbelasting en inkomstenbelasting zijn de ontvangsten hoger dan verwacht. Dit heeft grotendeels te maken met een hogere belastinggrondslag.
4. Boetes en schikkingen
De realisatiecijfers waren afgelopen maanden hoger dan verwacht en daarom wordt € 24 mln. meer boeteontvangsten verwacht dan eerder geraamd.
5. Verkoop aandelen ABN AMRO
In de loop van 2023 zijn aandelen ABN AMRO verkocht.4 Als gevolg van de verkoopopbrengsten hiervan wordt de ontvangstenraming met € 457 mln. verhoogd tot € 1,123 mld.
6. Actualisatie dividendenraming
Een actualisatie van de dividendramingen van de staatsdeelnemingen geeft voor het jaar 2023 een positieve bijstelling (€ 93 mln.).
7. Vervroegde aflossing Greek Loan Facility (GLF) 2024 en 2025
Griekenland is de formele procedure gestart om een deel van de uitstaande leningen vervroegd af te lossen (€ 319,8 mln.). De verwachting is dat deze vervroegde aflossing op 15 december zal plaatsvinden. De raming in artikel 4 wordt hierop geactualiseerd.
8. Ontvangsten uit begrotingsreserve in verband met definitieve sluiting langlopende schadezaken ADSB
De begrotingsreserve werkt als buffer om het verschil tussen enerzijds premieontvangsten en anderzijds definitieve schades en uitvoeringskosten op te vangen. Omdat een aantal schadedossiers definitief wordt afgesloten, neemt de raming voor de definitieve schades met € 165 mln. toe (zie toelichting op mutatie 2 in Tabel 2).
9. Bijstelling btw-compensatiefonds (BCF)
Als gevolg van overhevelingen van budget van ministeries naar decentrale overheden wordt een bedrag in het gemeente of provinciefonds gestort. Het geraamde btw-deel van dit bedrag wordt in het BCF gestort (€ 160,8 mln.). Gemeentes en provincies kunnen de betaalde btw daarna weer terugvragen bij het BCF. Tegenover deze extra uitgaven staan gelijke ontvangsten. Deze bijstelling bestaat voor € 109,2 mln. uit het geraamde btw-deel van de specifieke uitkering (SPUK) in verband met de opvang van Oekraïense ontheemden.
2.2 Overzicht belangrijkste uitgaven- en ontvangstenmutaties IXA
In onderstaande tabellen worden de belangrijkste suppletoire uitgaven- (tabel 4) en ontvangstenmutaties (tabel 5) weergegeven.
Tabel 4 Belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties 2023 (Tweede suppletoire begroting) (bedragen x € 1000)
Artikelnummer
Uitgaven 2023
Vastgestelde begroting 2023
38.885.297
Stand suppletoire begroting Prinsjesdag 2023
51.992.352
Belangrijkste suppletoire mutaties
1) Rente vaste schuld
11
‒ 238.000
2) Rente vlottende schuld
11
‒ 24.000
3) Mutatie vlottende schuld
11
‒ 4.041.000
4) Rentelasten derivaten
11
9.000
5) Verstrekte leningen
12
500.000
6) Rentelasten kasbeheer
12
‒ 28.752
Stand 2e suppletoire begroting 2023
48.169.600
Toelichting
1. Rente vaste schuld
De rentelasten vaste schuld vallen in 2023 naar verwachting € 238 mln. lager uit dan eerder geraamd. Als gevolg van het bijgestelde financieringsplan zal er in 2023 minder schuld uitgegeven worden op de kapitaalmarkt. Hierdoor nemen de verwachte rentelasten af.
2. Rente vlottende schuld
De rentelasten op de vlottende schuld zijn naar beneden bijgesteld als gevolg van de actuele realisaties op de geldmarkt.
3. Mutatie vlottende schuld
De mutatie van de vlottende schuld daalt naar verwachting met € 4,04 mld. in het lopende jaar. Dit is het gevolg van een lagere financieringsbehoefte doordat de raming van het kastekort voor het lopende begrotingsjaar sterk is afgenomen. Schommelingen in de financieringsbehoefte in een lopend begrotingsjaar worden zoveel mogelijk opgevangen op de geldmarkt.
4. Rentelasten derivaten
De rentelasten op de langlopende derivaten vallen naar verwachting € 9,0 mln. hoger uit als gevolg van de gestegen rente.
5. Verstrekte leningen
Naar verwachting worden er in 2023 meer leningen verstrekt aan de deelnemers van het schatkistbankieren dan eerder geraamd. De raming wordt daardoor met € 0,5 mld. naar boven bijgesteld.
6. Rentelasten kasbeheer
De raming van de rentelasten is lager dan geraamd als gevolg van een uitstroom van middelen op rekeningen-courant.
Tabel 5 Belangrijkste suppletoire ontvangstenmutaties 2023 (Tweede suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
Artikelnummer
Ontvangsten 2023
Vastgestelde begroting 2023
69.374.958
Stand suppletoire begroting Prinsjesdag 2023
77.194.165
Belangrijkste suppletoire mutaties
1) Uitgifte vaste schuld
11
‒ 4.000.000
2) Mutaties in rekening-courant en deposito
12
‒ 890.338
3) Ontvangen aflossingen
12
22.572
4) Overige mutaties
5.063
Stand 2e suppletoire begroting 2023
72.331.462
Toelichting
1. Uitgifte vaste schuld
De raming voor de uitgifte van vaste schuld is met € 4 mld. naar beneden bijgesteld als gevolg van het gewijzigde financieringsplan. Het financieringsplan geeft een beschrijving van de geschatte omvang en de totstandkoming van de financieringsbehoefte van de Nederlandse Staat voor 2023 en een overzicht van de manier waarop het Agentschap van plan is deze in te vullen.
2. Mutaties in rekening-courant en deposito
De wijziging in de geraamde mutatie van het saldo op de rekeningen- courant en deposito’s van de deelnemers van schatkistbankieren is het gevolg van het actualiseren van de geraamde uitgaven en inkomsten van sociale fondsen (€ 0,89 mld.). De mutaties in rekeningen-courant en deposito’s worden veroorzaakt door de uitgaven en ontvangsten van de deelnemers van het schatkistbankieren.
3. Ontvangen aflossingen
Op basis van de actuele inzichten wordt verwacht dat de aflossingen op de leningen € 22,6 mln. hoger uitvallen dan eerder geraamd. Dit zijn leningen die door agentschappen, rechtspersonen met een wettelijke taak (RWT's) en derden in het kader van schatkistbankieren zijn afgesloten.
2.3 Overzicht coronamaatregelen
In onderstaande tabel worden de coronagerelateerde uitgaven- en ontvangsten weergegeven per begrotingsartikel. Bijbehorende kamerstukken zijn opgenomen voor verdere toelichting. Ook is een uitgebreid overzicht terug te vinden op de pagina Overheidsfinanciën op www.Rijksfinanciën.nl.
Tabel 6 Coronamaatregelen op de begroting van het Ministerie van Financiën (bedragen x € 1 mln.)
Art.
Naam maatregel/regeling
Bedrag verplichtingen 2023
Bedrag uitgaven 2023
Bedrag ontvangsten 2023
Relevante Kamerstukken
1
Belasting- en invorderingsrente
‒ 7,0
‒ 7,0
‒ 60,5
Kamerstukken II 2020-2021, 35 420 nr. 348
1
Boetes en schikkingen
0,0
0,0
0,0
Kamerstukken II 2020-2021, 35 420 nr. 348
1
Kosten vervolging
0,0
0,0
0,0
Kamerstukken II 2020-2021, 35 420 nr. 348
3
Steunmaatregelen KLM
‒ 1.561,5
0,0
11,8
Kamerstukken II 2020-2021, 29 232, nr. 41
4
EIB pan-Europees Garantiefonds
0,0
75,1
0,0
Kamerstukken II 2019-2020, 35 492 nr. 1
4
SURE
‒ 19,3
0,0
0,0
Kamerstukken II 2019-2020, 35 466, nr. 1
4
NGEU
469,2
0,0
0,0
Kamerstukken II 2019-2020, 21 501-20, nr. 1575
5
Herverzekering leverancierskredieten
4,5
4,5
14,0
Kamerstukken II 2019-2020, 35 433, nr. 1
3 Beleidsartikelen Ministerie van Financiën (IXB)
Artikel 1 Belastingen
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 7 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 1 Belastingen (bedragen x € 1.000)
Omschrijving
Vastgestelde begroting (incl. suppletoire begrotingen, NvW) (1)
Mutaties 2e suppletoire begroting (2)
Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)
Verplichtingen
3.507.244
26.250
3.533.494
Uitgaven (1) + (2)
3.358.383
‒ 30.750
3.327.633
Apparaatsuitgaven (1)
3.202.255
‒ 5.110
3.197.145
Personele uitgaven
2.771.775
11.781
2.783.556
Eigen personeel
2.276.909
3.260
2.280.169
Inhuur externen
486.403
1.521
487.924
Overig personeel
8.463
7.000
15.463
Materiële uitgaven
430.480
‒ 16.891
413.589
ICT
39.319
0
39.319
Bijdrage aan SSO's
298.747
‒ 20.891
277.856
Overig materieel
92.414
4.000
96.414
Programma-uitgaven (2)
156.128
‒ 25.640
130.488
Bekostiging
0
0
0
Vergoeding proceskosten
0
0
0
Garanties
181
0
181
Garantie procesrisico's
181
0
181
Bijdrage aan ZBO's/RWT's
14.131
0
14.131
Waarderingskamer
2.489
0
2.489
Kadaster
2.933
0
2.933
Kamer van Koophandel
341
0
341
Overige bijdrage ZBO's/RWT's
8.368
0
8.368
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
4.166
0
4.166
Internationale Douaneraad
196
0
196
Overige internationale organisaties
3.970
0
3.970
Opdrachten
343.178
5.700
348.878
ICT opdrachten
267.488
10.700
278.188
Overige opdrachten
75.690
‒ 5.000
70.690
Bijdrage aan agentschappen
9.555
4.660
14.215
Bijdrage Logius
4.654
‒ 340
4.314
Bijdrage overige agentschappen
4.901
5.000
9.901
(Schade)vergoeding
15.797
0
15.797
(Schade)vergoedingen
12.405
0
12.405
Vergoeding proceskosten
3.392
0
3.392
Rente
180.020
‒ 36.000
144.020
Belasting- en invorderingsrente
180.020
‒ 36.000
144.020
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken
‒ 410.900
0
‒ 410.900
Toerekening uitgaven aan Douane
‒ 203.543
0
‒ 203.543
Toerekening uitgaven aan Toeslagen
‒ 207.357
0
‒ 207.357
Ontvangsten (3) + (4)
213.389.606
‒ 1.281.212
212.108.394
Programma-ontvangsten (3)
213.295.388
‒ 1.281.212
212.014.176
waarvan: Belastingontvangsten
212.116.154
‒ 1.366.912
210.749.242
Bekostiging
177.943
31.000
208.943
Doorbelasten kosten vervolging
177.943
31.000
208.943
Rente
786.119
30.700
816.819
Belasting- en invorderingsrente
786.119
30.700
816.819
Boetes en schikkingen
215.172
24.000
239.172
Ontvangsten boetes en schikkingen
215.172
24.000
239.172
Apparaatsontvangsten (4)
94.218
0
94.218
Tabel 8 Uitsplitsing verplichtingen (bedragen x € 1.000)
Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire begrotingen, NvW) (1)
Mutaties 2e suppletoire begroting (2)
Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)
Verplichtingen
3.507.244
26.250
3.533.494
waarvan garantieverplichtingen
336
0
336
Garantie procesrisico's
336
0
336
waarvan overige verplichtingen
3.506.908
26.250
3.533.158
Toelichting
Verplichtingen
De verplichtingen vallen in 2023 naar verwachting per saldo € 26,3 mln. hoger uit ten opzichte van de vastgestelde begroting. De totale uitgaven vallen naar verwachting € 30,8 mln. lager uit. De hogere verplichtingen worden met name verklaard door inhuurcontracten bij met name de Belastingtelefoon en de IV-organisatie die in 2023 worden afgesloten voor 2024.
Uitgaven
Personele uitgaven
Per saldo vallen de personele uitgaven naar verwachting € 11,8 mln. hoger uit dan verwacht. Dit wordt met name veroorzaakt door hogere reiskosten (€ 10 mln.) dan eerder begroot.
Materiële uitgaven
De materiële uitgaven vallen naar verwachting € 16,9 mln. lager uit. De middelen uit de reservering voor bedrijfsvoeringskosten zijn overgeheveld naar het instrument 'personele uitgaven', ten behoeve van de hogere reiskosten (€ 10 mln.) die daaronder vallen. Daarnaast heeft er onderbesteding van € 6 mln. plaatsgevonden op het materiële budget bij verschillende onderdelen van de Belastingdienst als gevolg van vertraging van projecten.
Rente
De € 36,0 mln. lagere uitgaven aan belasting- en invorderingsrente wordt met name verklaard door de latere aanvangsdatum van het herstelproject invorderingsrente5, waarbij teveel in rekening gebrachte invorderingsrente wordt terugbetaald.
Ontvangsten
Belastingontvangsten
In de Najaarsnota 2023 worden de mutaties van de Belastingontvangsten toegelicht. De aansluiting met de bedragen in de begrotingstoelichting (artikel 1 Belastingen, tabel budgettaire gevolgen van beleid) ziet er als volgt uit:
Tabel 9 Belastingontvangsten (bedragen x € 1.000)
Vastgestelde begroting (incl. suppletoire begrotingen, NvW) (1)
Mutaties 2e suppletoire begroting (3)
Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)
Totaal belastingontvangsten
261.209.386
‒ 991.691
260.217.695
– /– Afdracht Gemeentefonds
41.897.101
171.360
42.068.461
– /– Afdracht Provinciefonds
3.108.040
22.370
3.130.410
– /– Afdracht BES-fonds
73.057
20.685
93.742
– /– Belastingontvangsten artikel 6 Btw-compensatiefonds
4.015.034
160.806
4.175.840
Belastingontvangsten artikel 1 Belastingen
212.116.154
‒ 1.366.912
210.749.242
Bekostiging
De realisatiecijfers waren afgelopen maanden hoger dan verwacht en daarom wordt € 31,0 mln. meer ontvangsten uit het doorbelasten van vervolgingskosten verwacht dan eerder geraamd.
Rente
Op basis van de realisaties wordt € 30,7 mln. meer belasting- en invorderingsrente verwacht dan eerder geraamd. Met name in de belastingrente over vennootschapsbelasting en inkomstenbelasting zijn de ontvangsten hoger dan verwacht. Dit heeft grotendeels te maken met een hogere belastinggrondslag.
Boetes en schikkingen
De realisatiecijfers waren afgelopen maanden hoger dan verwacht en daarom wordt € 24,0 mln. meer boeteontvangsten verwacht dan eerder geraamd.
Artikel 2 Financiële markten
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 10 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 2 Financiële markten (bedragen x € 1.000)
Omschrijving
Vastgestelde begroting (incl. suppletoire begrotingen, NvW) (1)
Mutaties 2e suppletoire begroting (2)
Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)
Verplichtingen
1.015.521
2.504
1.018.025
Uitgaven
1.015.521
2.504
1.018.025
Bekostiging
7.491
2.660
10.151
Accountantskamer
1.460
72
1.532
Muntcirculatie
5.118
2.588
7.706
IMVO convenanten
30
0
30
Overig
883
0
883
Opdrachten
992.122
‒ 39
992.083
Wijzer in geldzaken
1.634
230
1.864
Vakbekwaamheid
5.261
‒ 173
5.088
Uitvoeringskosten SRH
1.059
‒ 96
963
Schadeloosstelling SRH
982.750
0
982.750
Convertibiliteit Oekraïense hryvnia
0
0
0
Uitvoeringskosten omwisselen Oekraïense hryvnia
0
0
0
Overig
1.418
0
1.418
Bijdrage aan ZBO's/RWT's
14.708
‒ 117
14.591
Bijdrage AFM BES-toezicht
705
‒ 91
614
Bijdrage DNB toezicht en DGS BES
3.120
‒ 166
2.954
Bijdrage toezicht en handhaving MIF
130
0
130
Bijdrage PSD II
0
0
0
Bijdrage FEC
4.458
140
4.598
Overig
6.295
0
6.295
Storting/onttrekking begrotingsreserve
625
0
625
Dotatie begrotingsreserve DGS BES
0
0
0
Dotatie begrotingsreserve NHT
625
0
625
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
575
0
575
IASB
441
0
441
(Caribean) Financial Action Task Force
134
0
134
Ontvangsten
8.528
206
8.734
Bekostiging
2.000
0
2.000
Ontvangsten muntwezen
2.000
0
2.000
Opdrachten
1.455
0
1.455
Wijzer in geldzaken
1.455
0
1.455
Convertibiliteit Oekraïense hryvnia
0
0
0
Ontvangsten
5.073
206
5.279
Overig
5.073
206
5.279
Tabel 11 Uitsplitsing verplichtingen (bedragen x € 1.000)
Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire begrotingen, NvW) (1)
Mutaties 2e suppletoire begroting (2)
Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)
Verplichtingen
1.015.521
2.504
1.018.025
waarvan garantieverplichtingen
0
0
0
Garantie WAKO (kernongevallen)
0
0
0
Garantie DGS BES
0
0
0
waarvan overige verplichtingen
1.015.521
2.504
1.018.025
Muntcirculatie
5.118
2.588
7.706
Vakbekwaamheid
5.261
‒ 173
5.088
Bijdrage DNB toezicht en DGS BES
3.120
‒ 166
2.954
Bijdrage FEC
4.458
140
4.598
Convertibiliteit Oekraïense hryvnia
0
0
0
Uitvoeringskosten omwisselen Oekraïense hryvnia
0
0
0
Schadeloosstelling SRH
982.750
0
982.750
Overige betalingsverplichtingen
14.814
115
14.929
Toelichting
De mutaties op het niveau van de financiële instrumenten komen niet boven de ondergrenzen uit binnen de staffel (conform de RBV). Toelichting van deze mutaties blijft daarom achterwege.
Artikel 3 Financieringsactiviteiten publiek-private sector
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 12 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 3 Financieringsactiviteiten publiek-private sector (bedragen x € 1.000)
Omschrijving
Vastgestelde begroting (incl. suppletoire begrotingen, NvW) (1)
Mutaties 2e suppletoire begroting (2)
Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)
Verplichtingen
15.843.976
3.771
15.847.747
Uitgaven
2.720.286
3.771
2.724.057
Garanties
20
0
20
Regeling Bijzondere Financieringen
20
0
20
Leningen
0
0
0
Lening KLM
0
0
0
Opdrachten
3.670
4.200
7.870
Uitvoeringskosten staatsdeelnemingen
3.670
4.200
7.870
Opstart Invest International
0
0
0
Vermogensverschaffing/-onttrekking
2.712.000
0
2.712.000
Kapitaalinjectie TenneT
1.602.000
0
1.602.000
Afdrachten Staatsloterij
100.000
0
100.000
Kapitaalinjectie Invest-NL
250.000
0
250.000
Kapitaalinjectie Invest International
260.000
0
260.000
Kapitaalinjectie regionale netbeheerders
500.000
0
500.000
Storting/onttrekking begrotingsreserve
0
0
0
Dotatie begrotingsreserve Gasunie
0
0
0
Bijdrage aan ZBO's/RWT's
4.596
‒ 429
4.167
NLFI
4.596
‒ 429
4.167
Ontvangsten
2.019.509
552.126
2.571.635
Garanties
11.808
0
11.808
Premieontvangsten garantie KLM
11.808
0
11.808
Premieontvangsten Gasunie
0
0
0
Leningen
0
0
0
Renteontvangsten lening KLM
0
0
0
Aflossing lening KLM
0
0
0
Vermogensverschaffing/-onttrekking
2.003.201
552.499
2.555.700
Aan-/verkoop vermogenstitels
666.201
456.799
1.123.000
Afdrachten Staatsloterij
100.000
0
100.000
Dividenden staatsdeelnemingen
1.237.000
95.700
1.332.700
Winstafdracht DNB
0
0
0
waarvan: Griekse inkomsten SMP
0
0
0
waarvan: rente-inkomsten ESM
0
0
0
Bijdrage aan ZBO's/RWT's
4.500
‒ 373
4.127
NLFI
4.500
‒ 373
4.127
Tabel 13 Uitsplitsing verplichtingen (bedragen x € 1.000)
Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire begrotingen, NvW) (1)
Mutaties 2e suppletoire begroting (2)
Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)
Verplichtingen
15.843.976
3.771
15.847.747
waarvan garantieverplichtingen
13.242.349
0
13.242.349
Garanties en vrijwaringen staatsdeelnemingen
‒ 1.561.500
0
‒ 1.561.500
Garantie FMO
14.803.849
0
14.803.849
waarvan overige verplichtingen
2.601.627
3.771
2.605.398
Lening KLM
0
0
0
Lening SRH
‒ 11.259
0
‒ 11.259
Kapitaalinjectie TenneT
1.602.000
0
1.602.000
Aan-/verkoop vermogenstitels
0
0
0
Afdrachten Staatsloterij
100.000
0
100.000
Kapitaalinjectie Invest-NL
142.600
0
142.600
Kapitaalinjectie Invest International
260.000
0
260.000
Kapitaalinjectie regionale netbeheerders
500.000
0
500.000
Overige betalingsverplichtingen
8.286
3.771
12.057
Toelichting
Ontvangsten
Vermogensverschaffing/-onttrekking
De verwachte ontvangsten op de post «aan-/verkoop vermogenstitels» vallen hoger uit (€ 456,8 mln.) dan begroot in de suppletoire begroting Prinsjesdag 2023. Dit komt door aanvullende opbrengsten van de verkoop van aandelen ABN AMRO6. Tevens vindt een positieve bijstelling van de dividendramingen van de staatsdeelnemingen plaats voor het jaar 2023 (€ 95,7 mln.).
Artikel 4 Internationale financiële betrekkingen
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 14 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 4 Internationale financiële betrekkingen (bedragen x € 1.000)
Omschrijving
Vastgestelde begroting (incl. suppletoire begrotingen, NvW) (1)
Mutaties 2e suppletoire begroting (2)
Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)
Verplichtingen
3.408.454
265
3.408.719
Uitgaven
470.294
0
470.294
Garanties
75.145
0
75.145
EIB pan-Europees garantiefonds
75.145
0
75.145
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
393.046
0
393.046
Multilaterale ontwikkelingsbanken en fondsen
53.020
0
53.020
Rentecompensatie ESM
0
0
0
Wereldbank
315.026
0
315.026
EBRD
25.000
0
25.000
Kapitaalinleg ESM
0
0
0
Bijdrage EU voor rente Oekraïne
0
0
0
Leningen
0
0
0
Teruggave winsten
0
0
0
Lening aan Oekraïne
0
0
0
Opdrachten
2.103
0
2.103
Technische assistentie
2.003
0
2.003
Overige opdrachten
100
0
100
Ontvangsten
95.284
322.385
417.669
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
5.144
0
5.144
Ontvangsten IFI's
1.954
0
1.954
Ontvangsten ESM Kapitaal
3.190
0
3.190
Leningen
90.140
322.385
412.525
Aflossing lening Griekenland
0
319.838
319.838
Renteontvangsten lening Griekenland
90.140
2.547
92.687
Aflossing lening Oekraïne
0
0
0
Renteontvangsten lening Oekraïne
0
0
0
Tabel 15 Uitsplitsing verplichtingen (bedragen x € 1.000)
Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire begrotingen, NvW) (1)
Mutaties 2e suppletoire begroting (2)
Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)
Verplichtingen
3.408.454
265
3.408.719
waarvan garantieverplichtingen
3.085.454
0
3.085.454
Garantie aan DNB inzake IMF
1.472.384
0
1.472.384
EFSM
‒ 90.265
0
‒ 90.265
AIIB
96
0
96
Wereldbank
669
0
669
ESM
‒ 24.710
0
‒ 24.710
SURE
‒ 19.295
0
‒ 19.295
NGEU
469.185
0
469.185
MFB
215.390
0
215.390
MFB Headroomgarantie
1.062.000
0
1.062.000
waarvan overige verplichtingen
323.000
265
323.265
Multilaterale ontwikkelingsbanken en fondsen
55.964
0
55.964
Wereldbank
‒ 810
0
‒ 810
EBRD
100.000
0
100.000
Kapitaalinleg ESM
0
0
0
Bijdrage EU voor rente Oekraïne
165.743
0
165.743
Technische assistentie kiesgroeplanden
2.003
0
2.003
Overige betalingsverplichtingen
100
265
365
Toelichting
Ontvangsten
Leningen
Griekenland is de formele procedure gestart om een deel van de uitstaande leningen vervroegd af te lossen (€ 319,8 mln.). De verwachting is dat deze vervroegde aflossing op 15 december zal plaatsvinden.
Verder zijn er ook hogere renteontvangsten gerealiseerd op de uitstaande lening aan Griekenland (€ 2,5 mln.).
Artikel 5 Exportkredietverzekeringen, -garanties en investeringsverzekeringen
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 16 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 5 Exportkredietverzekeringen, -garanties en investeringsverzekeringen (bedragen x € 1.000)
Omschrijving
Vastgestelde begroting (incl. suppletoire begrotingen, NvW) (1)
Mutaties 2e suppletoire begroting (2)
Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)
Verplichtingen
10.099.366
‒ 3.250.350
6.849.016
Uitgaven
186.366
249.650
436.016
Opdrachten
24.122
‒ 1.350
22.772
Kostenvergoeding Atradius DSB
18.900
0
18.900
Uitvoeringskosten herverzekering leverancierskredieten
5.000
‒ 1.500
3.500
Overige uitgaven
222
150
372
Garanties
92.000
191.000
283.000
Schade-uitkering EKV
87.000
195.000
282.000
Schade-uitkering herverzekering leverancierskredieten
5.000
‒ 4.000
1.000
Storting/onttrekking begrotingsreserve
70.244
60.000
130.244
Mutatie begrotingsreserve EKV
70.244
60.000
130.244
Ontvangsten
147.182
168.000
315.182
Garanties
123.150
3.000
126.150
Premies EKV
70.244
0
70.244
Premies herverzekering leverancierskredieten
3.000
‒ 2.000
1.000
Schaderestituties EKV
44.906
9.000
53.906
Schaderestituties herverzekering leverancierskredieten
5.000
‒ 4.000
1.000
Storting/onttrekking begrotingsreserve
24.032
165.000
189.032
Mutatie begrotingsreserve EKV
24.032
165.000
189.032
Tabel 17 Uitsplitsing verplichtingen (bedragen x € 1.000)
Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire begrotingen, NvW) (1)
Mutaties 2e suppletoire begroting (2)
Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)
Verplichtingen
10.099.366
‒ 3.250.350
6.849.016
waarvan garantieverplichtingen
10.000.000
‒ 3.305.000
6.695.000
Exportkredietverzekeringen
10.000.000
‒ 3.305.000
6.695.000
waarvan: aangegane garantieverplichtingen
10.000.000
‒ 3.305.000
6.695.000
waarvan: vervallen garantieverplichtingen
0
0
0
waarvan overige verplichtingen
99.366
54.650
154.016
Kostenvergoeding Atradius DSB
18.900
0
18.900
Uitvoeringskosten herverzekering leverancierskredieten
5.000
‒ 1.500
3.500
Schade-uitkering herverzekering leverancierskredieten
5.000
‒ 4.000
1.000
Storting begrotingsreserve EKV
70.244
60.000
130.244
Overige betalingsverplichtingen
222
150
372
Toelichting
Verplichtingen
Exportkredietverzekeringen
Het plafond van € 10 mld. aan maximaal in een jaar aan te gane verplichtingen zal naar alle waarschijnlijkheid niet volledig worden benut in 2023. Op basis van de verplichtingen die op dit moment zijn aangegaan en de transacties die nog in 2023 worden verwacht, wordt € 3,5 mld. aan geraamde verplichtingen afgeboekt.
Uitgaven
Garanties
In 2023 valt het totaal aan schade-uitkeringen naar verwachting € 195 mln. hoger uit dan begroot. Dit komt met name door het afsluiten van een aantal schadedossiers (€ 165 mln.) waarop geen recuperatie meer mogelijk is, bijvoorbeeld omdat de debiteur failliet is gegaan. Hiermee wordt opvolging gegeven aan de bezuinigingsopties ekv wat als aanbeveling is gedaan in de beleidsdoorlichting van artikel 5.7Daarnaast wordt voor € 30 mln. meer aan schade verwacht dan geraamd op lopende ekv-gedekte transacties.De raming voor de schade-uitkeringen Herverzekering Leverancierskredieten (HuLK) wordt met € 4 mln. naar beneden gesteld naar aanleiding van de laatste inzichten van de verzekeraars.
Storting begrotingsreserve EKV
Via het derde steunpakket 2023 voor Oekraïne8 is € 60 mln. beschikbaar gesteld om via de exportkredietverzekering financiële risico’s af te dekken voor Nederlandse bedrijven die via export of investeringen willen bijdragen aan de wederopbouw van Oekraïne. Dit bedrag van € 60 mln. wordt toegevoegd aan de begrotingsreserve ekv.
Ontvangsten
Garanties
De ontvangstenraming uit hoofde van de ekv- en HuLK-garanties worden per saldo met € 3 mln. naar boven bijgesteld. Dit wordt deels veroorzaakt door de terugbetaling van een schuld door Argentinië. Dit vloeit voort uit het op 28 oktober 2022 bereikte akkoord tussen de Club van Parijs en Argentinië. Het ontvangen bedrag in 2023 valt hoger uit dan geraamd omdat de betaling van eind 2022 over de jaargrens van 2023 is ontvangen. Daarnaast worden de ontvangsten op HuLK naar beneden bijgesteld naar aanleiding van de laatste inzichten van de verzekeraars.
Onttrekking begrotingsreserve
De begrotingsreserve werkt als buffer om het verschil tussen enerzijds premieontvangsten en anderzijds definitieve schades en uitvoeringskosten op te vangen. Omdat een aantal schadedossiers definitief wordt afgesloten, neemt de raming voor de definitieve schades met € 165 mln. toe (zie toelichting op mutatie 2 in Tabel 2). Zie ook de toelichting onder uitgaven, garanties.
Artikel 6 Btw-compensatiefonds
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 18 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 6 Btw-compensatiefonds (bedragen x € 1.000)
Omschrijving
Vastgestelde begroting (incl. suppletoire begrotingen, NvW) (1)
Mutaties 2e suppletoire begroting (2)
Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)
Verplichtingen
4.015.034
160.806
4.175.840
Uitgaven
4.015.034
160.806
4.175.840
Bijdrage aan medeoverheden
4.015.034
160.806
4.175.840
Bijdragen aan gemeenten
3.597.533
146.746
3.744.279
Bijdragen aan provincies
417.501
14.060
431.561
Ontvangsten
4.015.034
160.806
4.175.840
Toelichting
Verplichtingen, uitgaven en ontvangsten
Bijdrage aan medeoverheden
Als gevolg van overhevelingen van budget van ministeries naar decentrale overheden, wordt het geraamde btw-deel van dit budget in het btw-compensatiefonds (BCF) gestort. Gemeentes en provincies kunnen hierdoor hun betaalde btw declareren bij het BCF. Deze uitgaven (€ 160,8 mln.) worden verondersteld budgettair neutraal te zijn gezien de te verwachte hogere belastinginkomsten.
Onderdeel van de mutatie van € 160,8 mln. in uitgavenbudget is de storting van € 109,2 mln. in het BCF voor opvang Oekraïense ontheemden. Gemeenten worden door middel van een specifieke uitkering (SPUK) gecompenseerd voor de dagelijkse kosten van deze opvang9. Een aantal van de taken van gemeenten voor de opvang van Oekraïense ontheemden is compensabel uit het BCF. Dit gaat om een bedrag van € 3,74 per dag voor gemiddeld 80.000 gemeentelijke opvangplekken. Daarnaast is er sprake van een storting van € 11,9 mln. in het BCF naar aanleiding van de vijfde tranche woningbouwinpuls (WBI) en een storting van € 11,4 mln. In het BCF ten behoeve van de SPUK Lokale Aanpak Isolatie.
Artikel 9 Douane
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 19 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 9 Douane (bedragen x € 1.000)
Omschrijving
Vastgestelde begroting (incl. suppletoire begrotingen, NvW) (1)
Mutaties 2e suppletoire begroting (2)
Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)
Verplichtingen
776.726
‒ 2.124
774.602
Uitgaven (1) + (2)
776.726
‒ 2.124
774.602
Apparaatsuitgaven (1)
527.712
‒ 17.576
510.136
Personele uitgaven
521.963
‒ 19.576
502.387
Eigen personeel
488.574
‒ 23.076
465.498
Inhuur externen
31.789
2.500
34.289
Overig personeel
1.600
1.000
2.600
Materiële uitgaven
5.749
2.000
7.749
ICT
1.554
0
1.554
Bijdrage aan SSO's
165
1.000
1.165
Overig materieel
4.030
1.000
5.030
Programma-uitgaven (2)
249.014
15.452
264.466
Bekostiging
0
0
0
Overige bekostiging
0
0
0
Bijdrage aan ZBO's/RWT's
1.488
0
1.488
Overige bijdrage ZBO's/RWT's
1.488
0
1.488
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties
0
30.100
30.100
Vertragingsrente EU
0
30.100
30.100
Opdrachten
40.490
‒ 17.148
23.342
ICT opdrachten
21.427
‒ 17.100
4.327
Overige opdrachten
19.063
‒ 48
19.015
Bijdrage aan agentschappen
3.438
2.500
5.938
Bijdrage overige agentschappen
3.438
2.500
5.938
(Schade)vergoeding
55
0
55
Vergoeding proceskosten
55
0
55
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken
203.543
0
203.543
Toegerekende uitgaven van Belastingen
203.543
0
203.543
Ontvangsten
605
0
605
Apparaatsontvangsten
605
0
605
Toelichting
Verplichtingen en uitgaven
Personele uitgaven
De Douane heeft de personele uitgaven voor het lopende jaar met € 19,6 mln. verlaagd door de aanhoudende onderbezetting ten opzichte van de formatie. Een deel van de personele onderbezetting wordt ingevuld door extern personeel in te huren.
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties
Vanuit de Aanvullende Post (AP) van de Rijksbegroting wordt € 30,1 mln. overgeheveld naar artikel 9 Douane voor reeds betaalde en nog te betalen vertragingsrente in 2023. Deze vertragingsrente komt voort uit (na)betalingen van Traditionele Eigen Middelen (douane invoerrechten, begroot op artikel 3.3, begroting van het ministerie van Buitenlandse Zaken).
Opdrachten
De post Opdrachten wordt met € 17,1 mln. neerwaarts bijgesteld. Dit wordt onder meer veroorzaakt door een budgetoverheveling voor C2000 (landelijke communicatiesysteem voor de hulpverleningsdiensten in Nederland) aan het ministerie van Justitie en Veiligheid (€ 1,5 mln.) en budgetoverhevelingen naar artikel 1 van de Belastingdienst ten behoeve van investeringen in de programma's Douane Wetboek van de Unie (€ 5,4 mln.) en Digitale Snelweg Douane (€ 5,3 mln.). Voorts kan een deel (€ 4,9 mln.) van beoogde investeringen in 2023 niet plaatsvinden; dit budget valt vrij.
Artikel 13 Toeslagen
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 20 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 13 Toeslagen (bedragen x € 1.000)
Omschrijving
Vastgestelde begroting (incl. suppletoire begrotingen, NvW) (1)
Mutaties 2e suppletoire begroting (2)
Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)
Verplichtingen
1.428.553
135.486
1.564.039
Uitgaven (1) + (2)
1.876.391
‒ 23.514
1.852.877
Apparaatsuitgaven (1)
453.081
‒ 22.668
430.413
Personele uitgaven
436.687
‒ 22.991
413.696
Eigen personeel
169.138
‒ 18.932
150.206
Inhuur externen
264.122
‒ 4.059
260.063
Overig personeel
3.427
0
3.427
Materiële uitgaven
16.394
323
16.717
ICT
275
0
275
Bijdrage aan SSO's
0
0
0
Overige materiële uitgaven
16.119
323
16.442
Programma-uitgaven (2)
1.423.310
‒ 846
1.422.464
Bijdrage aan ZBO's/RWT's
126
0
126
Bijdrage overige ZBO's/RWT's
126
0
126
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
3.800
0
3.800
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties
3.800
0
3.800
Opdrachten
47.109
1.700
48.809
ICT opdrachten
82
1.350
1.432
Overige opdrachten
47.027
350
47.377
Bijdrage aan medeoverheden
104.826
‒ 846
103.980
Bijdrage aan medeoverheden
104.826
‒ 846
103.980
(Schade)vergoeding
1.060.092
‒ 1.700
1.058.392
Compensatie toeslagengedupeerden
347.220
‒ 19.700
327.520
Kwijtschelden private schulden
145.692
0
145.692
Herstelprogramma voor kinderen
535.432
0
535.432
Herstelregeling voor ex-partners
10.820
0
10.820
Herstelregeling voor gedupeerden andere toeslagen
1.700
0
1.700
Overige (schade)vergoedingen
19.228
18.000
37.228
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken
207.357
0
207.357
Toegerekende uitgaven van Belastingen
207.357
0
207.357
Ontvangsten
22.088
0
22.088
Programma-ontvangsten
22.088
0
22.088
Toelichting
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget wordt in 2023 per saldo verhoogd met € 135,5 mln. Deels hangt dit samen met de uitgavenmutaties (zie de toelichting onder 'Uitgaven') en deels betreft het specifieke verplichtingenmutaties. De voornaamste specifieke verplichtingenmutatie betreft het verhogen van de verplichtingenraming op (Schade)vergoeding met circa € 153,5 mln. Dit is gebaseerd op een geactualiseerde prognose van het aantal kinderen van gedupeerde ouders die vallen onder de Kindregeling. Tevens wordt het verplichtingenritme bij de regeling voor ex-toeslagpartners en bij de regeling voor gedupeerden van andere Toeslagen (HZK) geactualiseerd.
Uitgaven
Personele uitgaven
Dit budget wordt in 2023 met € 22,9 mln. naar beneden bijgesteld. De voornaamste reden hiervoor is de krapte op de arbeidsmarkt, wat leidt tot lagere bezetting ten opzichte van de formatie en daarmee lagere dan eerder begrote loonkosten. Dit geldt zowel voor Eigen personeel als Inhuur externen.
4 Beleidsartikelen Nationale Schuld (IXA)
Artikel 11 Financiering staatsschuld
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 21 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 11 Financiering staatsschuld (bedragen x € 1 mln.)
Omschrijving
Vastgestelde begroting (incl. suppletoire begrotingen, NvW) (1)
Mutaties 2e suppletoire begroting (2)
Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)
Verplichtingen
46.367
‒ 4.294
42.073
Uitgaven
46.367
‒ 4.294
42.073
Opdrachten
22
0
22
Overige kosten
22
0
22
Rente
5.164
‒ 253
4.911
Rente vaste schuld
4.345
‒ 238
4.107
Rente vlottende schuld
774
‒ 24
750
Rente derivaten lang
45
9
54
Leningen
41.181
‒ 4.041
37.140
Aflossing vaste schuld
31.654
0
31.654
Mutatie vlottende schuld
9.527
‒ 4.041
5.486
Ontvangsten
50.031
‒ 4.000
46.031
Rente
30
0
30
Rente vlottende schuld
30
0
30
Rente derivaten lang
0
0
0
Leningen
50.001
‒ 4.000
46.001
Uitgifte vaste schuld
50.001
‒ 4.000
46.001
Mutatie vlottende schuld
0
0
0
Toelichting
Verplichtingen en uitgaven
Rente
Per saldo vallen de rentelasten naar verwachting € 253,0 mln. lager uit. De verklaringen hiervoor zijn:
– Rente vaste schuldDe rentelasten vaste schuld vallen in 2023 naar verwachting € 238,0 mln. lager uit dan eerder geraamd. Als gevolg van het bijgestelde financieringsplan zal er in 2023 minder schuld uitgegeven worden op de kapitaalmarkt. Hierdoor nemen de verwachte rentelasten af.
– Rente vlottende schuldDe rentelasten op de vlottende schuld zijn naar beneden bijgesteld als gevolg van de actuele realisaties op de geldmarkt.
– Rente derivaten langDe rentelasten op de langlopende derivaten zijn naar verwachting € 9,0 mln. hoger ten opzichte van de suppletoire begroting Prinsjesdag 2023 als gevolg van de gestegen rente.
Leningen
Mutatie vlottende schuld
De mutatie van de vlottende schuld daalt naar verwachting met € 4,04 mld. in het lopende jaar. Dit is het gevolg van een lagere financieringsbehoefte doordat de raming van het kastekort voor het lopende begrotingsjaar sterk is afgenomen. Schommelingen in de financieringsbehoefte in een lopend begrotingsjaar worden zoveel mogelijk opgevangen op de geldmarkt.
Ontvangsten
Leningen
Uitgifte vaste schuld
De raming voor de uitgifte van vaste schuld is met € 4 mld. naar beneden bijgesteld als gevolg van het gewijzigde financieringsplan. Het financieringsplan geeft een beschrijving van de geschatte omvang en de totstandkoming van de financieringsbehoefte van de Nederlandse Staat voor 2023 en een overzicht van de manier waarop het Agentschap van plan is deze in te vullen.
Artikel 12 Kasbeheer
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 22 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 12 Kasbeheer (bedragen x € 1 mln.)
Omschrijving
Vastgestelde begroting (incl. suppletoire begrotingen, NvW) (1)
Mutaties 2e suppletoire begroting (2)
Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)
Verplichtingen
5.626
471
6.097
Uitgaven
5.626
471
6.097
Rente
3.226
‒ 29
3.197
Rente kasbeheer
3.226
‒ 29
3.197
Voortijdige beëindiging binnen kasbeheer
0
0
0
Leningen
2.200
500
2.700
Verstrekte leningen
2.200
500
2.700
Mutaties in rekening-courant en deposito's
200
0
200
Mutaties in rekening courant en deposito
200
0
200
Ontvangsten
27.163
‒ 863
26.301
Rente
120
5
125
Rente kasbeheer
120
5
124
Voortijdige beëindiging binnen kasbeheer
0
1
1
Leningen
1.116
23
1.139
Ontvangen aflossingen
1.116
23
1.139
Mutaties in rekening-courant en deposito's
25.927
‒ 890
25.037
Mutaties in rekening courant en deposito
25.927
‒ 890
25.037
Toelichting
Verplichtingen en uitgaven
Rente
Rente kasbeheer
De raming van de rentelasten is lager dan geraamd als gevolg van een uitstroom van middelen op rekeningen-courant.
Leningen
Verstrekte leningen
Naar verwachting worden er in 2023 meer leningen verstrekt aan de deelnemers van het schatkistbankieren dan eerder geraamd. De raming wordt daardoor met € 0,5 mld. naar boven bijgesteld.
Ontvangsten
Leningen
Ontvangen aflossingen
Op basis van de actuele inzichten wordt verwacht dat de aflossingen op de leningen € 22,6 mln. hoger uitvallen dan eerder geraamd. Dit zijn leningen die door agentschappen, rechtspersonen met een wettelijke taak (RWT's) en derden in het kader van schatkistbankieren zijn afgesloten.
Mutaties in rekening courant en deposito's
Mutaties in rekening courant en deposito
De wijziging in de geraamde mutatie van het saldo op de rekeningen- courant en deposito’s van de deelnemers van schatkistbankieren is het gevolg van het actualiseren van de geraamde uitgaven en inkomsten van sociale fondsen (€ 0,89 mld.). De mutaties in rekeningen-courant en deposito’s worden veroorzaakt door de uitgaven en ontvangsten van de deelnemers van het schatkistbankieren.
5 Niet-beleidsartikelen
Artikel 8 Apparaat Kerndepartement
Tabel 23 Apparaatsuitgaven Kerndepartement (bedragen x € 1.000)
Omschrijving
Vastgestelde begroting (incl. suppletoire begrotingen, NvW) (1)
Mutaties 2e suppletoire begroting (2)
Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)
Verplichtingen
411.228
105.836
517.064
Uitgaven
411.140
5.836
416.976
Personele uitgaven
255.104
1.406
256.510
Eigen personeel
236.734
‒ 13.731
223.003
Inhuur externen
17.283
14.938
32.221
Overig personeel
1.087
199
1.286
Materiële uitgaven
156.036
4.430
160.466
ICT
24.739
1.069
25.808
Bijdrage aan SSO's
49.505
3.260
52.765
Overig materieel
81.792
101
81.893
Ontvangsten
58.147
11.554
69.701
Apparaatsontvangsten
58.147
11.554
69.701
Toelichting
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget op artikel 8 Apparaat Kerndepartement wordt opgehoogd met € 105,8 mln. Dit hangt met name samen met de in 2023 afgesloten contracten voor onder andere Vakkennis en Persoonsontwikkeling en met de afgesloten meerjarige overeenkomst voor de uitvoering van de Regeling Vervroegde Uittreding.
Ontvangsten
Apparaatsontvangsten
De ontvangsten op artikel 8 Apparaat Kerndepartement vallen circa € 11,6 mln. hoger uit dan eerder verwacht. Dit komt met name door hogere verhuurontvangsten van het Rijksvastgoedbedrijf en de hogere verkoopontvangsten van Domeinen Roerende Zaken.
Artikel 10 Nog onverdeeld
Tabel 24 Nog onverdeeld (bedragen x € 1.000)
Omschrijving
Vastgestelde begroting (incl. suppletoire begrotingen, NvW) (1)
Mutaties 2e suppletoire begroting (2)
Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)
Verplichtingen
15.404
‒ 15.404
0
Uitgaven
15.404
‒ 15.404
0
Nog te verdelen
15.404
‒ 15.404
0
Loonbijstelling programma
0
0
0
Loonbijstelling apparaat
713
‒ 713
0
Prijsbijstelling apparaat
4.975
‒ 4.975
0
Onvoorzien programma
250
‒ 250
0
Onvoorzien apparaat
9.466
‒ 9.466
0
Ontvangsten
0
0
0
Toelichting
Verplichtingen en uitgaven
Nog te verdelen
Van de € 15,4 mln. nog te verdelen middelen valt € 13,9 mln. vrij. € 1,5 mln., vanuit de budgettaire reservering op artikel 10 om de informatiehuishouding van het ministerie op orde te brengen, wordt overgeheveld naar artikel 8 Apparaat.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A.M. Kaag, minister van Financiën
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.