Memorie van toelichting : Memorie van toelichting (herdruk)
36 470 XIV Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (XIV) en het Diergezondheidsfonds (F) voor het jaar 2023 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota)
Nr. 2 HERDRUK1
MEMORIE VAN TOELICHTING
A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL
Wetsartikelen 1 tot en met 2
De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van
artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld
en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar
2023 wijzigingen aan te brengen in:
de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;
de begrotingsstaat voor het begrotingsfonds Diergezondheidsfonds.
De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van
deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, P. Adema
De Minister voor Natuur en Stikstof, Ch. van der Wal-Zeggelink
B. BEGROTINGSTOELICHTING
1. Leeswijzer
De opzet en structuur van de onderliggende suppletoire begroting voor Hoofdstuk XIV
is gebaseerd op de rijksbegrotingsvoorschriften van het Ministerie van Financiën.
In de Rijksbegrotingsvoorschriften 2023 zijn onderstaande uniforme ondergrenzen opgenomen,
welke worden gehanteerd bij het toelichten van begrotingsmutaties op het niveau van
artikelonderdeel.
Tabel 1 Overzicht
Omvang begrotingsartikel (stand ontwerpbegroting) in € miljoen
Beleidsmatige mutaties (ondergrens in € miljoen)
Technische mutaties (ondergrens in € miljoen)
< 50
1
2
=> 50 en < 200
2
4
=> 200 en < 1.000
5
10
=> 1.000
10
20
Opbouw
Dit wetsvoorstel kent de volgende opbouw:
In de begroting(wet)staat zijn de wijzigingen op de begrotingsstaat van het jaar 2023
voor de begroting van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (XIV) en het Diergezondheidsfonds
(F) opgenomen. Deze dient ter autorisatie van de mutaties die op artikelniveau worden
voorgesteld.
In het overzicht in paragraaf 2.1 zijn de belangrijkste uitgaven- en ontvangstenmutaties
opgenomen. In dit overzicht worden de budgettaire voorstellen uit deze 2e suppletoire
begroting toegelicht alsmede de belangrijkste mutaties uit de suppletoire begroting
Prinsjesdag.
In de artikelsgewijze toelichting (paragraaf 3 beleidsartikelen en paragraaf 4 niet-beleidsartikelen)
worden de mutaties van deze 2e suppletoire begroting toegelicht uitgaande van bovenstaande
staffel.
Paragraaf 5, de agentschapsparagraaf, is enkel van toepassing indien de cumulatieve
mutaties ten opzichte van de begroting van de NVWA (in totaal) groter zijn dan 5%
of (in totaal) groter dan € 20 miljoen. Dit is voor deze 2e suppletoire begroting
niet het geval.
Paragraaf 6 bevat de budgettaire voorstellen betreffende de begroting van het Diergezondheidsfonds.
2. Beleid
2.1. Overzicht belangrijke uitgaven- en ontvangstenmutaties
Tabel 2 Overzicht belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties 2023 (Suppletoire begroting
Prinsjesdag, Tweede suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
Artikelnummer
Uitgaven 2023
Vastgestelde begroting 2023
3.177.915
Stand 1e suppletoire begroting 2023 (incl. ISB, NvW)
3.247.179
Belangrijkste suppletoire mutaties
Mutaties suppletoire begroting Prinsjesdag
Kasschuif Programma Natuur RWS
22
– 20.000
Inpassingskosten Wind op Zee
22
10.794
Kasschuif aankoop grond NGB via RVB
22
– 100.000
Kasschuif binnen artikel 51
51
– 115.000
Mutaties 2e suppletoire begroting
PAS-melders
van art 22, naar art 21
– 215.192
Niet besteed aankoopbudget NGB
22
– 90.000
Overige mutaties
9.878
Stand 2e suppletoire begroting 2023
2.727.659
Toelichting
Mutaties suppletoire begroting Prinsjesdag
Kasschuif Programma Natuur
Rijkswaterstaat (RWS) voert de opdracht Kwaliteitsverhoging Riviernatuur uit als onderdeel
van het Programma Natuur. Door vertraging in de uitvoering kan RWS de gecommiteerde
€ 20 mln. dit jaar niet meer factureren.
Inpassingskosten Wind op Zee (WOZ)
Voor de inpassing van Wind op Zee voor zowel Natuur als Visserij zijn middelen beschikbaar
gesteld door EZK. Met deze mutatie wordt € 10,8 mln. naar de LNV begroting overgeheveld.
Kasschuif aankoop grond NGB via RVB
Met een kasschuif wordt voor de Nationale Grondbank budget vanuit 2023 overgeheveld
naar 2024 om gronden aan te kopen in 2024.
Kasschuif binnen artikel 51
Na het verwerken van de rijksbrede taakstelling in de 1e suppletoire begroting 2023
was een onjuist kasritme op artikel 51 ontstaan. Dat wordt met deze kasschuif gecorrigeerd.
Dit leidt tot een verlaging van € 115 mln. in 2023 en gelijke verhoging in de jaren
2024–2028.
Mutaties 2e suppletoire begroting
PAS-melders
Van de € 250 mln. die gereserveerd was voor de legalisatie PAS-melders is slechts
€ 34,8 mln. aangevraagd door de provincies. De overgebleven middelen zijn conform
afspraak teruggeboekt naar het budget van de Landelijke beëindigingsregeling veehouderijlocaties
(Lbv). Het budget voor de Lbv wordt met 215,2 mln. verlaagd, omdat dit budget niet
meer in 2023 tot besteding komt.
Niet besteed aankoopbudget Nationale Grondbank (NGB)
De bijdrage aan het Rijksvastgoedbedrijf (RBV) ten behoeve van de Nationale Grondbank
wordt met € 90 mln. verlaagd. Er zijn verscheidene aankooptrajecten gestart, maar
dit leidt niet meer tot uitgaven in 2023.
Tabel 3 Overzicht belangrijkste suppletoire ontvangstenmutaties 2023 (Suppletoire
begroting Prinsjesdag, Tweede suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
Artikelnummer
Ontvangsten 2023
Vastgestelde begroting 2023
101.396
Stand 1e suppletoire begroting 2023
108.122
Belangrijkste suppletoire mutaties
Mutaties suppletoire begroting Prinsjesdag
Vertraging derogatieontvangsten 2022 naar 2023
21
5.000
Bijstelling ontvangsten Visserij
22
15.706
Overschot NVWA 2022
24
14.900
Mutaties 2e suppletoire begroting
Terugontvangst MGA-1
22
6.900
Overige mutaties
14.957
Stand 2e suppletoire begroting 2023
165.585
Toelichting
Mutaties suppletoire begroting Prinsjesdag
Vertraging derogatieontvangsten 2022 naar 2023
Derogatiedeelnemers dragen een deel bij aan de derogatiemonitoringskosten, wat als
ontvangst op de LNV-begroting terecht komt. Omdat in 2022 pas laat in het jaar bekend
werd of Nederland een derogatie zou krijgen en hoe die vormgegeven zou worden, konden
de ontvangsten voor 2022 niet meer in 2022 worden geïnd. De geraamde ontvangsten van
€ 5,0 mln. vinden daarom in 2023 plaats.
Bijstelling ontvangsten Visserij
De ontvangstenraming voor Duurzame Visserij wordt verhoogd met € 15,7 mln. Dit komt
voornamelijk door hogere ontvangsten uit het Europees fonds voor Maritieme Zaken en
Visserij (EFMZV) en het Europees Maritiem Visserij en Aquacultuur Fonds (EMFAF).
Overschot NVWA 2022
Er moet nog een verrekening met de NVWA plaatsvinden van het voorschot dat LNV in
2022 heeft gedaan. Er zal € 14,9 mln. incidenteel van de NVWA worden ontvangen.
Mutaties 2e suppletoire begroting
Terugontvangst MGA-1
Er vindt nog uitbetaling plaats van voorlopige koopcontracten voor de subsidieregeling
Maatregel Gerichte Aankoop Maatwerk (MGA-1). De provincie Noord-Holland heeft echter
aangeven geen gebruik te maken van de MGA-1. Deze middelen komen terug naar de LNV-begroting.
Dit betreft middelen die gereserveerd zijn voor de structurele stikstofaanpak.
2.2 Overzicht Coronamaatregelen
Tabel 4 Overzicht coronamaatregelen (bedragen x € 1.000)
Art.
Naam maatregel/regeling
Bedrag verplichtingen 2023
Bedrag uitgaven 2023
Bedrag ontvangsten 2023
Vindplaats
21
Regeling ongedekte vaste kosten land- en tuinbouw COVID-19
514
514
0
Kamerstuk 35 420, nr. 217
Tijdelijke regeling subsidie dierentuinen COVID-19
– 475
– 475
0
Kamerstuk 35 420, nr. 105
Nadeelcompensatie pelsdierhouderijen
604
604
0
Kamerstuk 35 633, nr. 6
Totaal
643
643
0
Toelichting
Ongedekte vaste kosten land- en tuinbouwbedrijven COVID-19
De regeling ongedekte vaste kosten land- en tuinbouwbedrijven COVID-19 liep tot en
met het eerste kwartaal van 2022. In 2023 is het uitgavenbudget opgehoogd in verband
met een nabetaling.
Tijdelijke regeling subsidie dierentuinen COVID-19
Er is sprake van een onderuitputting van € 0,5 mln. betreffende de COVID-dierentuinregeling.
Nadeelcompensatie pelsdierhouderijen
Voor de afronding van de beroepsfase van de nadeelcompensatieregeling voor pelsdierhouders
(in verband met het vervroegd verbod op pelsdierhouderij) is sprake van een verhoging
van de uitgaven van € 0,6 mln.
3. Beleidsartikelen
3.1. Artikel 21 Land- en tuinbouw
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 5 Budgettaire gevolgen van beleid art. 21 Land- en tuinbouw (Tweede suppletoire
begroting) (bedragen x € 1.000)
Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire Begrotingen, NvW en amendementen) (1)
Mutaties 2e suppletoire begroting (2)
Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)
Verplichtingen
1.252.030
– 21.144
1.230.886
Uitgaven
362.436
– 10.996
351.440
Subsidies (regelingen)
Sociaal economische positie boeren
30.347
4.066
34.413
Duurzame veehouderij
69.828
– 5.275
64.553
Glastuinbouw en weerbare planten en teeltsystemen
87.836
– 2.996
84.840
Mestbeleid
75.664
– 9.319
66.345
Diergezondheid en dierenwelzijn
4.460
– 309
4.151
Voedselzekerheid en internationale agrarische samenwerking
1.541
– 540
1.001
Integraal voedselbeleid
8.388
– 893
7.495
Leningen
Lening Pilot Investeringsfonds Duurzame Landbouw
10.000
0
10.000
Garanties
Bijdrage borgstellingsreserve
3.627
0
3.627
Verliesdeclaraties borgstellingsfaciliteit
1.805
195
2.000
Opdrachten
Sociaal economische positie boeren
2.864
– 767
2.097
Duurzame veehouderij
500
– 313
187
Diergezondheid en dierenwelzijn
12.303
1.557
13.860
Voedselzekerheid en internationale agrarische samenwerking
3.321
65
3.386
Integraal voedselbeleid
3.361
– 1.101
2.260
Bijdrage aan ZBO's/RWT's
College toelating gewasbeschermingsmiddelen en biociden
1.972
804
2.776
Centrale Commissie Dierproeven
67
– 67
0
Medebewind/voormalige productschappen
687
0
687
Raad voor de Plantenrassen
1.492
– 164
1.328
Keuringsdiensten
7.824
2.465
10.289
Bijdrage aan medeoverheden
Specifieke uitkeringen
7.850
– 1.154
6.696
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
FAO en overige contributies
11.630
0
11.630
Storting/onttrekking begrotingsreserve
Storting begrotingsreserve landbouw
0
2.750
2.750
Storting begrotingsreserve apurement
2.500
0
2.500
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken
Diergezondheidsfonds
12.569
0
12.569
Ontvangsten
62.380
8.003
70.383
Ontvangsten
Sociaal economische positie boeren
245
0
245
ZBO's/RWT's
2.300
0
2.300
Agroketens
2.013
2.074
4.087
Mestbeleid
12.209
0
12.209
Garanties
1.800
0
1.800
Weerbare planten en teeltsystemen
0
2.750
2.750
Diergezondheid en dierenwelzijn
11.600
31
11.631
Voedselzekerheid en internationale agrarische samenwerking
6.013
148
6.161
Onttrekkingen begrotingsreserves
26.200
3.000
29.200
Toelichting
Subsidies
Sociaal economische positie boeren
De uitgaven stijgen met € 4,1 mln. Dit wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door de regeling
subsidiëring sloop- en ombouwkosten voor pelsdierhouders. Hiervoor worden jaarlijks
middelen ontrokken uit de begrotingsreserve landbouw. Deze onttrekking wordt gebaseerd
op de prognoses van RVO en bedraagt nu € 3 mln. Daarnaast is sprake van een verhoging
van de uitgaven van € 0,6 mln. voor de afronding van de beroepsfase van de nadeelcompensatieregeling
voor pelsdierhouders in verband met het vervroegd verbod op pelsdierhouderij.
Duurzame veehouderij
De verlaging van € 5,2 mln. betreft een overheveling van € 3,1 mln. naar artikel 24
voor RVO ten behoeve van uitvoeringskosten van de LBV+. Het overige deel van het bedrag
betreft onderuitputting van € 1,1 mln. aan stikstofmiddelen voor de Saneringsregeling
varkenshouderijen (Srv), overhevelingen naar artikel 23 voor het uitzetten en financieren
van onderzoek (circa € 0,7 mln.) en onderuitputting van de COVID-dierentuinregeling
(€ 0,5 mln).
Glastuinbouw en weerbare planten en teeltsystemen
De bijstelling van dit budget (€ 3,0 mln.) heeft voornamelijk te maken met een lagere
besteding in 2023 op de subsidieregelingen voor energie-efficiëntie in de glastuinbouw
(EG en MEI) omdat de uitbetaling voor een groot deel in 2024 zal plaatsvinden.
Mestbeleid
Deze bijstelling van € 9,3 mln. wordt met name veroorzaakt door een onderuitputting
op reguliere projecten mestbeleid (€ 3,7 mln.) en het niet volledig benutten van het
budget dat in 2023 beschikbaar is gesteld voor de subsidie Behoud grasland bij afbouw
derogatie (€ 5,2 mln.). De onderuitputting op de reguliere projecten heeft onder andere
te maken met vertraging die is opgelopen door de demissionaire status van het kabinet.
Voor de derogatieregeling was het van belang voldoende budget in 2023 beschikbaar
te hebben zodat zoveel mogelijk aanvragers deel konden nemen. In 2023 zijn er veel
minder aanvragen gedaan dan verwacht op basis van het aantal derogatiedeelnemers.
Hierdoor is het plafond te hoog ingeschat.
Opdrachten
Diergezondheid en dierenwelzijn
Het budget is toegenomen (circa € 1,6 mln.) om een tegenvaller op te vangen bij in
beslag genomen goederen. Deze tegenvaller wordt veroorzaakt door een stijging in het
aantal in bewaring genomen honden.
Bijdrage aan medeoverheden
Specifieke uitkeringen
Deze verlaging van 1,1 mln. betreft een overheveling naar artikel 50 voor externe
inhuur (€ 0,2 mln.) en een overheveling naar het BTW-compensatiefonds voor een specifieke
uitkering aan de Zandprovincies (€ 0,9 mln.).
Ontvangsten
Onttrekkingen begrotingsreserves
Dit betreft de onder subsidies toegelichte jaarlijkse onttrekking voor de sloop- en
ombouwregeling pelsdierhouders (€ 3 mln.).
3.2. Artikel 22 Natuur, visserij en gebiedsgericht werken
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 6 Budgettaire gevolgen van beleid art. 22 Natuur, visserij en gebiedsgericht
werken (Tweede suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire Begrotingen, NvW en amendementen) (1)
Mutaties 2e suppletoire begroting (2)
Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)
Verplichtingen
776.915
– 283.249
493.666
Uitgaven
1.412.487
– 337.394
1.075.093
Subsidies (regelingen)
Vermaatschappelijking Natuur en Biodiversiteit
7.037
– 66
6.971
Natuur en Biodiversiteit op land
47.791
59
47.850
Beheer Kroondomeinen
803
– 42
761
Duurzame visserij
214.663
18.490
233.153
Overige stelsel activiteiten
6.543
179
6.722
Natuur en Biodiversiteit Grote Wateren
3.900
0
3.900
Leningen
Leningen rente en aflossing
22.263
0
22.263
Garanties
Garantie Klimaatfonds
322
84
406
(Schade)vergoeding
Vermaatschappelijking natuur en biodiversiteit
1.000
0
1.000
Opdrachten
Vermaatschappelijking Natuur en Biodiversiteit
6.177
– 1.034
5.143
Natuur en Biodiversiteit op land
35.197
– 1.876
33.321
Natuur en Biodiversiteit Grote Wateren
19.934
– 920
19.014
Duurzame visserij
29.217
– 24.447
4.770
Internationale Samenwerking
2.188
517
2.705
Klimaatimpuls Natuur en Biodiversiteit
5.993
– 596
5.397
Regio Deals
25
0
25
Bijdrage aan agentschappen
Rijksrederij
12.574
873
13.447
Rijksvastgoedbedrijf
100.000
– 90.000
10.000
Overige agentschappen
0
861
861
Bijdrage aan ZBO's/RWT's
Staatsbosbeheer
31.077
0
31.077
Overige ZBO's
0
1.032
1.032
Bijdrage aan medeoverheden
Caribisch Nederland
11.725
– 8.527
3.198
Specifieke uitkering
851.893
– 231.959
619.934
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
Internationale Samenwerking
2.165
– 22
2.143
Ontvangsten
57.916
7.448
65.364
Ontvangsten
Landinrichtingsrente
24.153
0
24.153
Verkoop gronden
1.000
0
1.000
Overige ontvangsten natuur
5.387
7.075
12.462
Duurzame visserij
24.247
373
24.620
Onttrekkingen begrotingsreserves
3.129
0
3.129
Toelichting
Subsidies
Duurzame visserij
Het subsidiebudget Duurzame visserij wordt verhoogd met € 18,5 mln. Dit wordt hoofdzakelijk
veroorzaakt door een technische mutatie van € 20,0 mln. voor de subsidieregeling energie-efficiëntie.
Met de subsidie worden vaartuigen aangepast met innovatieve onderdelen. Het doel is
om de vaartuigen duurzamer en de visserijbedrijven toekomstbestendiger te maken. De
middelen voor deze regeling werden eerder op het opdrachtenbudget van Duurzame visserij
geraamd en worden nu overgeheveld naar het subsidiebudget.
Opdrachten
Duurzame visserij
Het opdrachtenbudget Duurzame visserij wordt verlaagd met € 24,4 mln. Dit wordt hoofdzakelijk
veroorzaakt door de hierboven genoemde overheveling van € 20,0 mln naar het subsidiebudget.
Daarnaast worden er middelen overgeheveld naar artikel 24 ten behoeve van de RVO opdracht
Maripark (€ 1,9 mln.). Met deze opdracht wordt aandacht besteed aan de ontwikkeling
van een gebied waar nieuwe vormen van voedselkweek op (volle) zee kunnen worden ontwikkeld.
Verder vinden er kleinere overhevelingen plaats naar artikel 23 voor het uitvoeren
van onderzoek door Wageningen Research en vindt er een overheveling plaats naar de
begroting van het Ministerie van Defensie voor de Kustwacht (€ 0,1 mln.).
Bijdrage aan agentschappen
Rijksvastgoedbedrijf
Het budget voor het Rijksvastgoedbedrijf wordt met € 90 mln. verlaagd. Dit wordt veroorzaakt
doordat grondaankopen die gepland stonden voor 2023 niet in dit jaar al afgerond kunnen
worden. De uitgaven vinden plaats in 2024.
Bijdrage aan medeoverheden
Caribisch Nederland
Het budget voor Caribisch Nederlend is met € 8,4 mln. verlaagd. Conform de afspraken
is er budget overgeheveld naar BZK voor de bijdrage aan het BES fonds voor de uitvoering
van het Natuur- en Milieubeleidsplan 2020–2030.
Specifieke uitkering
Het budget voor specifieke uitkering wordt met € 231,9 mln. verlaagd. Dit wordt voornamelijk
veroorzaakt door een verlaging van het budget met € 215,2 mln. voor de PAS-melders.
Van de 250 mln. die gereserveerd was voor de SPUK legalisatie PAS-melders is € 34,8
mln. aangevraagd door de provincies. De overgebleven middelen zijn conform afspraak
teruggeboekt naar het budget van de Landelijke beëindigingsregeling veehouderijlocaties
(Lbv). Daarnaast is sprake van een verlaging van het budget van € 10,0 mln. Dit betreft
een decentralisatie uitkering voor de gemeentes voor de bijdrage die de gemeentes
hebben geleverd bij het opstellen van de provinciale gebiedsprogramma's. Het budget
hiervoor is met dit doel naar het gemeentefonds overgeheveld. Als laatste is er sprake
van een verlaging van € 6,7 mln. voor de inhuur van zaakbegeleiders voor de aanpak
piekbelasters. Dit budget werd eerder op artikel 22 onder Bijdrage aan medeoverheden
geraamd maar wordt nu overgeheveld naar het Opdrachtenbudget. Het wordt daar verantwoordt
onder Natuur en Biodiversiteit op land.
Ontvangsten
Overige ontvangsten Natuur
Het budget voor overige ontvangsten Natuur wordt met € 7 mln. verhoogd. Dit wordt
voornamelijk veroorzaakt doordat de provincie Noord-Holland heeft aangegeven geen
gebruik te maken van de Maatregel Gerichte Aankoop 1 (MGA-1). Het voorschot vloeit
daardoor terug naar de LNV-begroting. Het betreft middelen voor de structurele stikstofaanpak.
De provincies hebben nog tot eind 2024 om de definitieve koopcontracten te sluiten.
3.3 Artikel 23 Kennis en innovatie
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 7 Budgettaire gevolgen van beleid art. 23 Kennis en innovatie (Tweede suppletoire
begroting) (bedragen x € 1.000)
Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire Begrotingen, NvW en amendementen) (1)
Mutaties 2e suppletoire begroting (2)
Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)
Verplichtingen
399.061
63.006
462.067
Uitgaven
382.205
1.412
383.617
Subsidies (regelingen)
Beleidsondersteunend onderzoek
49.932
5.874
55.806
Missiegedreven topsectoren- en innovatiebeleid
67.524
0
67.524
Kennisverspreiding en groen onderwijs
118.339
– 5.799
112.540
Opdrachten
Kennisontwikkeling en innovatie
15.966
– 685
15.281
Bijdrage aan agentschappen
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu
15.758
610
16.368
Bijdrage aan ZBO's/RWT's
Wageningen Research
114.624
1.474
116.098
ZonMw
62
– 62
0
Ontvangsten
7.474
1.452
8.926
Ontvangsten
Kennisontwikkeling en innovatie
7.474
1.452
8.926
Toelichting
Subsidies
Beleidsondersteunend onderzoek
Het kasbudget stijgt per saldo met € 5,9 mln. Dit saldo bestaat uit verschillende
verhogingen en verlagingen. De stijging wordt onder andere veroorzaakt door een overheveling
van artikel 22 van € 1,0 mln. voor onderzoeksprojecten «Praktijktest passieve visserij»
en een overheveling van € 0,7 mln. van VWS naar LNV voor de uitvoering van het project
ERRAZE door Wageningen Research. Daarnaast is € 0,7 mln. overgeheveld van artikel
21 bestemd voor onderzoeksprojecten «Kas als energiebron». Het restant kan worden
verklaard door de som van een reeks mutaties, allen kleiner dan 0,4 mln.
Kennisverspreiding en groen onderwijs
Het budget wordt per saldo verlaagd met € 5,8 mln. Dit wordt grotendeels verklaard
door de LNV bijdrage van € 3,6 mln. aan het programma «Praktijkkennis Voedsel en Groen».
Daarnaast wordt er € 2,0 mln. overgeheveld voor het programma «Eiwittransitie». Beide
uitgaven betreffen overhevelingen naar de OCW begroting ten behoeve van NWO. Het restant
kan worden verklaard door de som van verschillende kleinere mutaties.
3.4 Artikel 24 Uitvoering en toezicht
Tabel 8 Budgettaire gevolgen van beleid art. 24 Kennis en innovatie (Tweede suppletoire
begroting) (bedragen x € 1.000)
Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire Begrotingen, NvW en amendementen) (1)
Mutaties 2e suppletoire begroting (2)
Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)
Verplichtingen
564.845
36.040
600.885
Uitgaven
564.787
36.098
600.885
Bijdrage aan agentschappen
Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit
284.929
8.495
293.424
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland
279.858
27.603
307.461
Ontvangsten
14.900
1.643
16.543
Ontvangsten
Agentschappen en overig
14.900
1.643
16.543
Toelichting
Bijdrage aan agentschappen
NVWA
De bijdrage aan de NVWA wordt met € 8,5 mln. verhoogd. Voor € 6,9 mln. is deze verhoging
toe te schrijven aan een tariefverhoging van de NVWA die het gevolg is van onvoorziene
kostenstijgingen door inflatie en niet voorziene cao-effecten. Daarnaast wordt de
NVWA-bijdrage met € 1,4 mln. verhoogd vanwege een aanvullende opdracht voor Good Distribution
Practices (GDP), zodat de NVWA de uitvoering van deze EU verordening in 2023 ter hand
kan nemen. Ten slotte is sprake van een verhoging met € 0,2 mln. voor de uitvoering
van tweedelijnstoezicht op de uitvoering van fytosanitaire regelgeving.
RVO
Het budget voor de RVO wordt met € 27,6 mln. verhoogd. Deze samengestelde verhoging
is voor een belangrijk deel nodig vanwege een tariefverhoging (€ 5,8 mln.) en tegenvallende
uitvoeringskosten (€ 6,2 mln.) voor het Gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB). Daarnaast
worden budgetten toegevoegd voor de uitvoering van goedgekeurde meerwerkopdrachten.
De grootste toevoegingen betreffen de Uitvoering Aanpak Piekbelasters (€ 3,8 mln.),
de uitvoeringskosten van de Landelijke Beëindigingssregeling Veehouderijlocaties plus
(LBV+) (€ 3,1 mln.), uitvoering project Maripark (€ 1,9 mln.), de energie-efficiëntie
regeling Visserij (€ 0,8 mln.) en meerwerk in het kader van in beslag en in bewaring
genomen goederen (€ 0,9 mln.).
4. Niet-beleidsartikelen
4.1. Artikel 50 Apparaat
Tabel 9 A. Apparaatsuitgaven Kerndepartement (bedragen x € 1.000)
Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire Begrotingen, NvW en amendementen) (1)
Mutaties 2e suppletoire begroting (2)
Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)
Verplichtingen
214.173
7.474
221.647
Uitgaven
214.173
7.474
221.647
Personele uitgaven
Eigen personeel
152.221
3.516
155.737
Externe inhuur
11.999
6.430
18.429
Overige personele uitgaven
2.930
0
2.930
Materiële uitgaven
ICT
500
0
500
Bijdrage aan SSO's (exclusief DICTU)
12.929
0
12.929
SSO DICTU
26.654
– 891
25.763
Overige materiële uitgaven
6.940
– 1.581
5.359
Ontvangsten
4.426
– 57
4.369
Ontvangsten
Ontvangsten
4.426
– 57
4.369
Toelichting
Eigen personeel
Het budget voor de personele uitgaven wordt per saldo verhoogd met € 3,5 mln. Dit
is een saldo van diverse mutaties dat voornamelijk is opgebouwd uit een toevoeging
van € 4,2 mln. vanuit artikel 24 voor de apparaatskosten van het Landbouw Attaché
Netwerk thuisbasis. Daarnaast is sprake van een toevoeging van € 1 mln. vanuit het
programma Transparantie in Informatie voor extra capaciteit voor de thema’s informatiehuishouding,
openbaarmaking en Woo. Verder is er een afboeking van in totaal € 2,5 mln. ter dekking
van onder andere externe inhuur, trainees en managementondersteuners.
Externe inhuur
Externe inhuur in tijden van drukte of wegens ziekte van vaste medewerkers («piek
en ziek») wordt centraal vergoed voor maximaal 6 maanden. Hierop wordt aan het begin
van het jaar begroot. Overige inhuur (met andere oorzaken dan «piek en ziek» of na
6 maanden) wordt doorberekend aan het personeels- of beleidsbudget van de inhurende
directie. De betreffende directies hevelen de middelen hiervoor gedurende het jaar
over naar het centrale budget voor externe inhuur. De stijging van het saldo voor
externe inhuur met € 6,4 mln. kan grotendeels hierdoor worden verklaard.
4.2. Artikel 51 Nog onverdeeld
Tabel 10 Nog onverdeeld (bedragen x € 1.000)
Omschrijving
Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire Begrotingen, NvW en amendementen) (1)
Mutaties 2e suppletoire begroting (2)
Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)
Verplichtingen
103.622
– 8.645
94.977
Uitgaven
103.622
– 8.645
94.977
Loonbijstelling
0
0
0
Prijsbijstelling
0
0
0
Onvoorzien
103.622
– 8.645
94.977
Ontvangsten
0
0
0
Toelichting
Het budget op artikel 51 wordt per saldo met € 8,6 mln. verlaagd. Er wordt € 6,9 mln.
overgeheveld naar artikel 24 voor een ophoging van het budget van de NVWA. Dit is
nodig vanwege een tariefverhoging als gevolg van niet voorziene kostenstijgingen door
inflatie en niet voorziene cao-effecten. Verder wordt er € 8,6 mln. overgeheveld naar
artikel 24 voor verhoging van het budget van RVO. Dit is nodig vanwege een tariefverhoging
bij RVO en tegenvallende uitvoeringskosten voor het Gemeenschappelijk landbouwbeleid
(GLB). Daarnaast wordt er € 6,9 mln. toegevoegd aan artikel 51. Dit gaat om budget
voor de Maatregel Gerichte Aankoop-1 (MGA-1) dat terugontvangen wordt van de provincie
Noord-Holland. Het betreft middelen voor de structurele stikstofaanpak.
5. Agentschappen
5.1. Agentschapsparagraaf Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit
Toelichting
De agentschapsparagraaf is in deze Tweede suppletoire begroting niet op genomen. Op
basis van de regeling Rijksbegrotingsvoorschriften 2023 wordt een agentschapsparagraaf
opgesteld indien de realisatie cumulatief 5% of cumulatief € 20 mln. afwijkt van de
begroting. Hier is geen sprake van.
6. Diergezondheidsfonds
6.1. De begroting van het Diergezondheidsfonds (DGF)
Tabel 11 De begroting van het Diergezondheidsfonds (DGF) (bedragen x1.000)
Art. 1 Bewaking en bestrijding van dierziekten en voorkomen en verminderen van welzijns
problemen
Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire Begrotingen, NvW en amendementen) (1)
Mutaties 2e suppletoire begroting (2)
Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)
Verplichtingen
29.720
9.500
39.220
Uitgaven
44.236
0
44.236
Bewaking van dierziekten (opdrachten)
4.677
0
4.677
Bestrijding van dierziekten (opdrachten)
16.279
0
16.279
Overig (opdrachten)
2.300
0
2.300
Bewaking van dierziekten (subsidies)
16.672
– 13.435
3.237
Bestrijding van dierziekten (schade)vergoedingen
3.000
0
3.000
Overig (subsidies)
1.308
– 868
440
Bewaking (Bijdrage aan ZBO's / RWT's)
0
13.435
13.435
Overig (bijdrage aan ZBO's / RWT's)
0
868
868
Ontvangsten
71.987
0
71.987
Ontvangsten LNV
12.569
0
12.569
Ontvangsten sector
16.318
0
16.318
Ontvangsten EU
1.500
0
1.500
Bijdrage sector crisisreserve
10.415
0
10.415
Saldo van de afgesloten rekeningen
31.185
0
31.185
Toelichting
Verplichtingen
De verplichtingen op Bestrijding van dierziekten zijn verhoogd met een bedrag van
€ 9,5 mln. voor 2023. De ingeschatte uitgaven zijn reeds in de voorjaarsnota opgenomen,
maar de genoemde verplichtingen waren (nog) niet meegenomen en worden nu alsnog opgevoerd.
Uitgaven
Gedurende 2023 is vastgesteld dat activiteiten van de gezondheidsdienst (Royal GD)
veelal behoren tot uitvoering van de wettelijke taak. Mede op aangeven van de ADR
moet de GD-monitoring niet als subsidie maar als bijdrage ZBO's / RWT's worden opgenomen.
Derhalve is een interne overboeking voorzien ad € 13,4 mln. en € 0,9 mln. aan uitgaven
van Subsidies naar Bijdrage aan ZBO's / RWT's.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
P. Adema, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.