Memorie van toelichting : Memorie van toelichting
Tweede Kamer der Staten-Generaal
InhoudsopgaveA. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTELB. BEGROTINGSTOELICHTING1 Leeswijzer2 Beleid2.1 Overzicht belangrijke uitgaven- en ontvangstenmutaties3 Beleidsartikelen3.1 Beleidsartikel 1 provinciefonds4 Bijlagen4.1 Overzicht decentralisatie-uitkeringen
36 470 C Wijziging van de begrotingsstaat van het provinciefonds voor het jaar 2023 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota)
Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING
Vergaderjaar 2023‒2024
A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL
Wetsartikelen 1 tot en met 3
Wetsartikel 1
De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2023 wijzigingen aan te brengen in de begrotingsstaat van het provinciefonds;
Het in die begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikel wordt in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht.
Wetsartikel 3
Ingevolge artikel 5, eerste lid, van de Financiële-verhoudingswet hebben provincies gezamenlijk recht op het bedrag dat in de begroting als verplichting voor het totaal van de algemene uitkering is opgenomen. Ingevolge artikel 5, tweede lid, van de Financiële-verhoudingswet hebben de provincies gezamenlijk recht op de bedragen die in de begroting als verplichting voor het totaal van de integratie-uitkeringen en het totaal van de decentralisatie-uitkeringen zijn opgenomen.
De in dit wetsartikel opgenomen bedragen zijn niet rechtstreeks uit de begrotingsstaat af te leiden. De bedragen worden nader onderbouwd in deze memorie van toelichting.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,H.M.de Jonge
De Staatssecretaris van Financiën,M.L.A. van Rij
B. BEGROTINGSTOELICHTING
1 Leeswijzer
De tweede suppletoire begroting geeft een beeld van de uitvoering van de begroting 2023. De stand van de tweede suppletoire begroting wordt opgebouwd vanaf de stand van de vastgestelde begroting 2023, inclusief suppletoire begrotingen, NvW's en amendementen.
2 Beleid
Door wijzigingen in beleid van verschillende departementen kan worden overgegaan tot het beleggen of juist weghalen van taken bij provincies. Indien dit gepaard gaat met een toevoeging aan of een uitname uit het provinciefonds, wordt dit begrotingstechnisch verwerkt. In de onderstaande tabel worden de mutaties groter dan € 10 mln. weergegeven.
2.1 Overzicht belangrijke uitgaven- en ontvangstenmutaties
Tabel 1 Belangrijkste suppletoire uitgaven- en ontvangstenmutaties 2023 (Tweede suppletoire begroting) (Bedragen x € 1.000)
Art.
Uitgaven en Ontvangsten 2023
Vastgestelde begroting 2023
1
3.108.040
Belangrijkste suppletoire mutaties
1) Restauraties grote monumenten
1
15.000
2) Overige mutaties
1
7.370
Stand 2e suppletoire begroting 2023
1
3.130.410
Toelichting
1) Restauraties grote monumenten
OCW en IPO hebben afgesproken om in nieuwe bestuurlijke afspraken uit te werken hoe de gezamenlijke aanpak van Rijk en provincies bij grote restauraties van rijksmonumenten eruit moet zien. Hier worden ook de gemeenten bij betrokken. Een groot aantal grote monumenten kan daar niet op wachten en moet dringend worden gerestaureerd. In 2023 is daarom eenmalig extra budget beschikbaar gesteld om een aantal urgente restauraties van grote monumenten te kunnen ondersteunen. Er wordt € 15 mln. beschikbaar gesteld.
3 Beleidsartikelen
3.1 Beleidsartikel 1 provinciefonds
In onderstaande tabel worden voor de verplichtingen, de uitgaven en de ontvangsten de budgettaire gevolgen van beleid van het provinciefonds weergegeven. Hiermee worden de integrale uitgaven die samenhangen met de samengestelde beleidsdoelstelling (het nastreven van een adequate omvang van het provinciefonds en het nastreven van een adequate verdeling van de middelen over de provincies) inzichtelijk gemaakt.
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 2 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 1 provinciefonds (bedragen x € 1.000)
Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire Begrotingen, NvW en amendementen) (1)
Mutaties 2e suppletoire begroting (2)
Stand 2e suppletoire begroting (3)=(1)+(2)
Verplichtingen
3.108.055
22.370
3.130.425
Uitgaven
3.108.040
22.370
3.130.410
Financiering provincies
Bijdragen aan medeoverheden
3.107.959
22.370
3.130.329
Algemene uitkering
3.050.517
0
3.050.517
Decentralisatie-uitkeringen
57.442
22.370
79.812
Kosten Financiële verhoudingswet
Opdrachten
81
0
81
Onderzoeken verdeelsystematiek
81
0
81
Ontvangsten
3.108.040
22.370
3.130.410
Toelichting op de financiële instrumenten
Bijdragen aan medeoverheden
Algemene uitkering
Dit betreft de uitkering aan alle provincies, die ten goede komt aan de algemene middelen van de provincies. De uitkering is gebaseerd op de artikelen 5 en 6 van de Financiële-verhoudingswet.
Integratie-uitkeringen
Dit betreft de uitkering die wordt toegepast als rechtstreekse overheveling van middelen naar de algemene uitkering bezwaarlijk is vanwege de omvang van de herverdeeleffecten. De integratie-uitkering voorziet dan in een geleidelijke overgang naar de algemene uitkering. De uitkering is gebaseerd op artikel 5 lid 2 van de Financiële-verhoudingswet. Er zijn geen integratie-uitkeringen in het provinciefonds.
Decentralisatie-uitkeringen
Naast de algemene uitkering en integratie-uitkeringen bevat het provinciefonds ook decentralisatie-uitkeringen. De verdeling van de decentralisatie-uitkeringen volgt evenals de integratie-uitkeringen niet de regels van de verdeling van de algemene uitkering van het provinciefonds. Anders dan bij de integratie-uitkering, waar de termijn van overheveling naar de algemene uitkering van tevoren vaststaat, ontbreekt bij de decentralisatie-uitkering een dergelijke termijn. Voor een overzicht van de decentralisatie-uitkeringen wordt verwezen naar paragraaf 4.1.
Opdrachten en Bijdragen ZBO's/RWT's
Onderzoeken verdeelsystematiek
Dit betreft het budget dat elk jaar is gereserveerd voor de uitvoering van onderzoeken op het vlak van de omvang en verdeling van het provinciefonds en het onderhoud van het betaalsysteem.
Ontvangsten
Ten behoeve van de dekking van de uitgaven is een post Ontvangsten opgenomen. Artikel 4, eerste lid, van de Financiële-verhoudingswet bepaalt dat bij (begrotings)wet voor ieder uitkeringsjaar een bedrag aan middelen van het Rijk wordt afgezonderd ten behoeve van het provinciefonds. Op grond van het tweede lid van dat artikel zijn de uitgaven en de inkomsten van het fonds per uitkeringsjaar aan elkaar gelijk.
4 Bijlagen
4.1 Overzicht decentralisatie-uitkeringen
Tabel 3 Overzicht decentralisatie-uitkeringen (Bedragen x € 1.000)
Uitgaven 2023
Aanpak vakantieparken
780
Amendement Friese taal
200
DINGtiid
29
Drugsdumpingen
2.500
Erfgoed Deal
120
Fries in het MBO
100
Fryske Akademie
1.559
Gebiedsbiografie
205
Geniedijk werelderfgoed
25
Hergebruik stedelijk afvalwater
250
Limburgse taal
75
Monumenten
20.000
Na-ijlende effecten mijnbouw
647
Natuurtop
20
Novex
3.604
Omgevingsveiligheid
675
RES regio's
2.619
Restauraties grote monumenten
15.000
Veilig wonen
85
Verkeersveiligheid
1.185
Waddenfonds
28.878
Weerbaar bestuur kleine gemeenten
902
Wettelijke Friese taal
150
Zichtbaarheid Friese taal
200
Wijziging betalingsverloop decentralisatie uitkeringen
4
Stand 2e suppletoire begroting 2023
79.812
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties -
Mede ondertekenaar
M.L.A. van Rij, staatssecretaris van Financiën
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.