Memorie van toelichting : Memorie van toelichting
Tweede Kamer der Staten-Generaal
InhoudsopgaveA. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL B. BEGROTINGSTOELICHTING1 Leeswijzer2 Beleid2.1 Overzicht belangrijke uitgaven- en ontvangstenmutaties3 BeleidsartikelenArtikel 1: Duurzame economische ontwikkeling, handel en investeringenArtikel 2: Duurzame ontwikkeling, voedselzekerheid, water en klimaatArtikel 3: Sociale vooruitgangArtikel 4: Vrede, veiligheid en duurzame ontwikkelingArtikel 5: Multilaterale samenwerking en overige inzet
36 470 XVII Wijziging van de begrotingsstaat voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (XVII) voor het jaar 2023 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota)
Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING
Vergaderjaar 2023‒2024
A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL
Wetsartikelen 1 tot en met 3
De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2023 wijzigingen aan te brengen in de departementale begrotingsstaat van het Ministerie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.
De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,
Liesje Schreinemacher
B. BEGROTINGSTOELICHTING
1 Leeswijzer
De voorliggende Tweede suppletoire begroting bevat de voorgestelde wijzigingen ten opzichte van de Suppletoire begroting Prinsjesdag 2023 van hoofdstuk XVII van de begroting van het Rijk. Het is nodig een voorbehoud te maken met betrekking tot de beginstanden. Deze zijn afhankelijk van goedkeuring van de Eerste Suppletoire Begroting en de Suppletoire Begroting Prinsjesdag door de Eerste Kamer, die beide nog in beraad heeft.
In hoofdstuk 2 is een overzicht opgenomen met de belangrijkste mutaties op de begroting voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking met een toelichting op de substantiële verschillen.
Hoofdstuk 3 bevat per beleidsartikel een tabel budgettaire gevolgen van beleid. Na de tabel ‘budgettaire gevolgen van beleid’ wordt een toelichting op de mutaties gegeven. Hierbij worden per artikel de mutaties die groter of gelijk zijn aan de ondergrenzen in onderstaande staffel (tabel 1) conform de Rijksbegrotingsvoorschriften toegelicht. De wijzigingen van de verplichtingen worden alleen toegelicht wanneer ze groter zijn dan 10% ten opzichte van de vorige stand op artikelniveau.
Tabel 1 Ondergrenzen conform RBV
Omvang begrotingsartikel (stand ontwerpbegroting) in € miljoen
Beleidsmatige mutaties (ondergrens in € miljoen)
Technische mutaties (ondergrens in € miljoen)
< 50
1
2
=> 50 en < 200
2
4
=> 200 en < 1000
5
10
=> 1000
10
20
In deze wijziging van de begrotingsstaat wordt ook de verdeling van de middelen uit het amendement Grinwis c.s. (Kamerstuk 36435-XVII-15) opgenomen zoals ook toegelicht in de Kamerbrief van 31 oktober jl.1
In 2023 worden geen extra maatregelen genomen als gevolg van de impact van het coronavirus (COVID 19). Voor het uitgebreide overzicht wordt verwezen naar de pagina Overheidsfinanciën in coronatijd op Rijksfinancien.nl.
2 Beleid
2.1 Overzicht belangrijke uitgaven- en ontvangstenmutaties
In dit wetsvoorstel is een aantal begrotingswijzigingen opgenomen die per saldo leiden tot een verhoging van de geraamde uitgaven op de begroting voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (XVII) met EUR 45,4 miljoen en een verhoging van de geraamde ontvangsten met EUR 26,5 miljoen.
De belangrijkste uitgavenmutaties bij de Tweede suppletoire begroting worden in onderstaande tabel weergegeven en toegelicht. De uitgebreide toelichtingen zijn per beleidsartikel opgenomen in hoofdstuk 3
Tabel 2 Belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties 2023 (Tweede suppletoire begroting) (Bedragen x € 1.000)
Art.
Uitgaven 2023
Vastgestelde begroting 2023
3.861.912
Stand 1e suppletoire begroting 2023
3.480.344
Stand suppletoire begroting Prinsjesdag 2023
3.759.635
Belangrijkste suppletoire mutaties
1) Versterkte Nederlandse Handels- en Investeringspositie
1.2
21.105
2) Klimaat
2.3
25.188
3) Mondiale gezondheid en seksuele en reproductieve gezondheid en rechten
3.1
7.246
4) Humanitaire hulp
4.1
42.000
5) Opvang in de regio
4.2
20.000
6) Multilaterale samenwerking
5.1
24.674
7) Overig armoedebeleid
5.2
‒ 15.963
8) Nog te verdelen i.v.m. BNI en/of toerekeningen
5.4
‒ 72.696
9) Overige mutaties
‒ 6.112
Stand 2e suppletoire begroting 2023
3.805.077
Toelichting
1. Het budget binnen artikel 1.2 stijgt o.a. door hogere uitgaven aan het Programma Internationaal Ondernemen, aan het Dutch Trade and Investment Fund (DTIF) garanties en aan de DTIF-subsidies.
2. Aan het subartikelonderdeel 2.3 voor Klimaat wordt EUR 5 miljoen toegevoegd ten behoeve van een structurele oplossing voor de Al Safer-tanker voor de kust van Jemen (via het United Nations Development Programme). Daarnaast wordt als gevolg van het amendement Grinwis c.s. (Kamerstuk 36435-XVII-15) EUR 20 miljoen naar dit artikelonderdeel overgeheveld waarvan EUR 10 miljoen als bijdrage aan het Access to Energy Fund en EUR 10 miljoen als bijdrage aan het Africa Adaptation Acceleration Program.
3. Het artikelonderdeel Mondiale gezondheid en seksuele en reproductieve gezondheid en rechten is verhoogd met EUR 7,2 miljoen. Dit betreft een overheveling van EUR 5 miljoen van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport ten behoeve van een bijdrage van aan het Financial Intermediary Fund voor Pandamic Prevention, Preparedness and Response. De overige EUR 2,2 miljoen is een technische overheveling van artikel 2.2.
4. Het artikelonderdeel Humanitaire Hulp (artikel 4.1) is verhoogd met EUR 42 miljoen, waarvan EUR 30 miljoen vanwege amendement Grinwis c.s. (Kamerstuk 36435-XVII-15). De besteding betreft EUR 25 miljoen ten behoeve van humanitaire hulpverlening voor de crisis in Gaza, EUR 2 miljoen voor noodhulp na de aardbeving in Marokko en EUR 15 miljoen ten behoeve van humanitaire noden elders in de wereld.
5. Het budget voor Opvang in de Regio (artikel 4.2) is verhoogd met EUR 20 miljoen. Dit betreft de verwerking van het amendement Grinwis c.s. (Kamerstuk 36435-XVII-15) ten behoeve van UNICEF en UNHCR.
6. De uitgaven aan Multilaterale Samenwerking (artikel 5.1) stijgen voornamelijk door de steun aan Oekraïne in het kader van het derde steunpakket. Dit bestaat uit EUR 7 miljoen voor technische assistentie van het IMF en EUR 20 miljoen voor een funded guarantee aan de European Bank for Reconstruction and Development (EBRD).
7. De uitgaven op artikel 5.2 nemen per saldo af. Dit komt voornamelijk doordat de reservering voor de verdragsmiddelen Suriname voor 2023 naar beneden is bijgesteld en is overgeheveld naar een aparte budgetregel.
8. Het budget op verdeelartikel 5.4 neemt af in verband met de overheveling van de middelen voortkomend uit het amendement Grinwis c.s. (Kamerstuk 36435-XVII-15) naar de artikelen voor Klimaat, Humanitaire Hulp en Opvang in de Regio.
Tabel 3 Belangrijkste suppletoire ontvangstenmutaties 2021 (Tweede suppletoire begroting) (Bedragen x € 1.000)
Art.
Ontvangsten 2023
Vastgestelde begroting 2023
50.130
Stand 1e suppletoire begroting 2023
59.088
Stand suppletoire begroting Prinsjesdag 2023
69.088
Belangrijkste suppletoire mutaties
1) Ontvangsten duurzame economische ontwikkeling, handel en investeringen
1.10
16.215
2) Koersverschillen OS
5.22
10.000
Stand 2e suppletoire begroting 2023
95.653
Toelichting
1. Ter dekking van het DTIF-instrument wordt een onttrekking gedaan uit de FOM begrotingsreserve. Deze onttrekking wordt gedaan om aan de toegenomen vraag naar werkkapitaal en financieringen via DTIF te kunnen voldoen.
2. De ontvangsten op het subartikel 5.22 nemen toe. Dit komt voornamelijk vanwege verwachte koersverschillen. Buitenlandse Zaken werkt met een vooraf vastgestelde wisselkoers ten opzichte van buitenlandse valuta (de corporate rate). Omdat bij betalingen in buitenlandse valuta gedurende het jaar een verschil ontstaat als gevolg van de werkelijk geldende koers, ontstaat er een saldo.
3 Beleidsartikelen
Artikel 1: Duurzame economische ontwikkeling, handel en investeringen
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 4 Budgettaire gevolgen van beleidsartikel 1 Duurzame economische ontwikkeling, handel en investeringen (Tweede suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire Begrotingen, NvW en amendementen) (1)
Mutaties 2e suppletoire begroting (2)
Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)
2023
2023
2023
Verplichtingen
532 105
270 137
802 242
Uitgaven:
Programma-uitgaven totaal
602 852
16 721
619 573
waarvan juridisch verplicht
100%
1.1
Duurzaam handels- en investeringssysteem, incl. MVO
32 934
‒ 4 096
28 838
Subsidies (regelingen)
MVO en beleidsondersteuning (ODA)
12 875
‒ 50
12 825
MVO en beleidsondersteuning (non-ODA)
4 338
‒ 3 361
977
Opdrachten
MVO en beleidsondersteuning (non-ODA)
2 226
‒ 735
1 491
Bijdrage aan agentschappen
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland
2 300
300
2 600
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
MVO en beleidsondersteuning (ODA)
5 000
‒ 250
4 750
Contributies internationaal ondernemen (non-ODA)
6 195
0
6 195
1.2
Versterkte Nederlandse Handels- en Investeringspositie
96 181
21 105
117 286
Subsidies (regelingen)
Programma's internationaal ondernemen
10 000
‒ 2 750
7 250
Versterking concurrentiepositie Nederland
6 502
0
6 502
Invest Internationaal
9 780
‒ 780
9 000
Dutch Trade and Investment Fund
4 499
12 501
17 000
Garanties
Dutch Trade and Investment Fund
1 500
8 500
10 000
Opdrachten
Programma's internationaal ondernemen
10 566
5104
15 670
Dutch Trade and Investment Fund
4 186
‒ 3 656
530
Wereldtentoonstelling
4 000
0
4 000
Bijdrage aan agentschappen
Rijksdienst voor ondernemend Nederland
45 148
2 152
47 300
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
Programma's internationaal ondernemen
0
34
34
1.3
Versterkte private sector en arbeidsmarkt in ontwikkelingslanden
473 737
‒ 288
473 449
Subsidies (regelingen)
Marktontwikkeling en markttoegang
9 450
12 110
21 560
Economic governance and institutions
5 200
11 200
16 400
Financiële sector ontwikkeling
42 270
5 730
48 000
Infrastructuurontwikkeling
29 787
0
29 787
Duurzame productie en handel
28 700
16 300
45 000
(Jeugd)werkgelegenheid
9 000
‒ 4 000
5 000
Nexus onderwijs en werk
9 825
‒ 3 672
6 153
Lokale private sector ontwikkeling
4 590
1 650
6 240
Leningen
Infrastructuurontwikkeling
0
0
0
Financiële sector ontwikkeling
20 000
30 000
50 000
Garanties
Financiële sector ontwikkeling
10 000
15 000
25 000
Opdrachten
Marktontwikkeling en markttoegang
11 000
0
11 000
Economic governance and institutions
4 000
19 700
23 700
Financiële sector ontwikkeling
4 000
4 000
8 000
Infrastructuurontwikkeling
7 750
962
8 712
(Jeugd)werkgelegenheid
25 850
7 950
33 800
Bijdrage aan agentschappen
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland
24 000
0
24 000
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
International Labour Organisation
5 700
‒ 721
4 979
Lokale private sector ontwikkeling
45 925
‒ 11 889
34 036
Marktontwikkeling en markttoegang
7 400
3 025
10 425
Partnershipprogramma ILO
6 500
1 900
8 400
Economic governance and institutions
6 000
‒ 1 150
4 850
Financiële sector ontwikkeling
17 000
‒ 13 440
3 560
Infrastructuurontwikkeling
85 290
‒ 53 162
32 128
(Jeugd)werkgelegenheid
0
0
0
Nexus onderwijs en werk
14 000
‒ 1 281
12 719
Nog te verdelen
Nog te verdelen
40 500
‒ 40 500
0
Ontvangsten
24 000
16 215
40 215
1.10
Ontvangsten duurzame economische ontwikkeling, handel en investeringen
7.000
16 215
23 215
1.30
Ontvangsten DGGF
17.000
0
17 000
Toelichting
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget op artikel 1 wordt in 2023 verhoogd. Dit wordt onder andere veroorzaakt door het vastleggen van meerjarige programma’s voor VN-instellingen, zoals International Labour Organization (ILO).
Daarnaast worden er verhoogde verplichtingen aangegaan voor het Dutch Good Growth Fund (DGGF), FMO MASSIF, en voor het Market Creation Platform.
Tevens worden in 2023 door de posten meerjarige verplichtingen aangegaan voor de uitvoering van decentrale programma's.
Uitgaven
Artikelonderdeel 1.1
Het budget voor artikel 1.1 wordt met EUR 4,1 miljoen verlaagd. Tegenvallende uitgaven op het gebied van de MVO-programma’s maken een overheveling mogelijk naar artikel 1.2.
Artikelonderdeel 1.2
Het budget binnen artikel 1.2 stijgt met EUR 21,1 miljoen. Deze stijging is o.a. toe te schrijven aan hogere uitgaven voor het Programma Internationaal Ondernemen, voor het Dutch Trade and Investment Fund (DTIF) garanties en voor de DTIF subsidies. De dekking wordt onder andere gevonden overhevelingen vanuit artikel 1.1 en vanuit hogere ontvangsten.
Artikelonderdeel 1.3
In de Tweede suppletoire begroting 2023 zijn de budgetten door positieve cMEV-bijstelling herverdeeld binnen dit artikelonderdeel. Voor de bijdrage aan ILO, het non-ODA gedeelte hiervan, wordt EUR 288.000 overgeboekt naar Directie Multilaterale Instellingen en Mensenrechten voor het ITLOS tribunaal.
Ontvangsten
Ter dekking van het DTIF-instrument zal een onttrekking worden gedaan uit de FOM begrotingsreserve van EUR 16,2 miljoen. Deze onttrekking wordt gedaan om aan de toegenomen vraag naar werkkapitaal en financieringen via DTIF te kunnen voldoen en is daarvoor ook bedoeld. De ontvangsten op artikel 1.10 Ontvangsten Handel en Investeringen (DIO) worden daarom EUR 16,2 miljoen hoger geraamd.
Artikel 2: Duurzame ontwikkeling, voedselzekerheid, water en klimaat
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 5 Budgettaire gevolgen van beleidsartikel 2 Duurzame ontwikkeling, voedselzekerheid, water en klimaat (Tweede suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire Begrotingen, NvW en amendementen) (1)
Mutaties 2e suppletoire begroting (2)
Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)
2023
2023
2023
Verplichtingen
1 244 608
5 635
1 250 243
Uitgaven:
Programma-uitgaven totaal
868 008
23 960
891 968
waarvan juridisch verplicht
100%
2.1
Voedselzekerheid
389 554
0
389 554
Subsidies (regelingen)
Realiseren ecologische houdbare voedselsystemen
13 000
150
13 150
Bevorderen inclusieve, duurzame groei in de agrarische sect.
14 000
9 500
23 500
Kennis & capaciteitsopbouw ten behoeve van voedselzekerheid
3 000
0
3 000
Uitbannen huidige honger en voeding
16 327
14 000
30 327
Voedselzekerheid
55 509
20 701
76 210
Opdrachten
Kennis & capaciteitsopbouw ten behoeve van voedselzekerheid
20 550
2 952
23 502
Realiseren ecologische houdbare voedselsystemen
10 000
‒ 10 000
0
Voedselzekerheid
1 000
‒ 250
750
Bijdrage aan agentschappen
Rijksdienst voor ondernemend Nederland
3 370
0
3 370
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
Voedselzekerheid
120 298
‒ 16 510
103 788
Realiseren ecologische houdbare voedselsystemen
17 000
0
17 000
Bevorderen inclusieve, duurzame groei in de agrarische sect.
40 500
0
40 500
Kennis & capaciteitsopbouw ten behoeve van voedselzekerheid
27 000
0
27 000
Uitbannen huidige honger en voeding
48 000
‒ 20 543
27 457
Nog te verdelen
0
0
0
Nog te verdelen
2.2
Water
199 235
‒ 1 228
198 007
Subsidies (regelingen)
Waterbeheer
26 167
493
26 660
Drinkwater en sanitatie
30 563
10 425
40 988
Opdrachten
Waterbeheer
3 170
‒ 1 120
2 050
Bijdrage aan agentschappen
Rijksdienst voor ondernemend Nederland
2 000
0
2 000
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
Waterbeheer
91 585
‒ 17 749
73 836
Drinkwater en sanitatie
45 750
6 723
52 473
2.3
Klimaat
279 219
25 188
304 407
Subsidies (regelingen)
Klimaat algemeen
33 863
9 140
43 003
Hernieuwbare energie
26 000
10 000
36 000
Dutch Fund for Climate and Development
40 000
0
40 000
Bijdrage aan agentschappen
Rijksdienst voor ondernemend Nederland
3 400
0
3 400
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
Contributie IZA/IZT
357
283
640
Klimaatprogramma's (non-ODA)
1 725
‒ 100
1 625
Klimaat algemeen
129 232
5 865
135 097
Hernieuwbare energie
36 000
0
36 000
UNEP
8 642
0
8 642
Toelichting
Verplichtingen
Er is minder verplichtingenbudget nodig op artikel 2 dan eerder verwacht, met name op de decentrale budgetten voor het thema Water. Dit komt bijvoorbeeld doordat in Mali de committering voor het Programme de Dévéloppement Integré et Durable du Sourou (PDIDS) pas in 2024 wordt aangegaan.
Uitgaven
Artikelonderdeel 2.2
Er wordt EUR 2,2 miljoen overgeheveld naar 3.1 Mondiale gezondheid en SRGR voor een bijdrage aan het Global Analysis and Assessment of Sanitation and Drinking-Water programma van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO/GLAAS). Daarnaast wordt vanuit artikel 4.1 Humanitaire Hulp EUR 1,0 miljoen bijgedragen in verband met de noodhulpcomponent van het Dutch Disaster Risk Reduction/Dutch Surge Support programma.
Artikelonderdeel 2.3
Er wordt EUR 5,0 miljoen toegevoegd aan het subartikelonderdeel voor Klimaat voor een structurele oplossing voor de Al Safer-tanker voor de kust van Jemen (via het United Nations Development Programme). De tanker is leeggepompt en nu moet de vervangende opslag operationeel gemaakt worden.
Daarnaast wordt als gevolg van het amendement Grinwis c.s. (Kamerstuk 36435-XVII-15) EUR 20 miljoen naar dit artikelonderdeel overgeheveld. Hiervan wordt EUR 10 miljoen ingezet als bijdrage aan het Access to Energy Fund van het FMO en EUR 10 miljoen als vervroegde bijdrage aan het Africa Adaptation Acceleration Program. Hiermee laat Nederland haar commitment zien op zowel het terrein van het tegengaan van klimaatverandering als het aanpassen aan de gevolgen van klimaatverandering.
Artikel 3: Sociale vooruitgang
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 6 Budgettaire gevolgen van beleidsartikel 3 Sociale vooruitgang (Tweede suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire Begrotingen, NvW en amendementen) (1)
Mutaties 2e suppletoire begroting (2)
Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)
2023
2023
2023
Verplichtingen
563 268
36 333
599 601
Uitgaven:
Programma-uitgaven totaal
813 224
7 746
820 970
waarvan juridisch verplicht
100%
3.1
Mondiale gezondheid en seksuele en reproductieve gezondheid en rechten
507 965
7 246
515 211
Subsidies (regelingen)
Mondiale gezondheid en SRGR
162 178
56 591
218 769
Global Fund to Fight Aids, Malaria and Tuberculosis
0
0
0
Opdrachten
Mondiale gezondheid en SRGR
16 397
‒ 8 078
8 319
Bijdrage aan agentschappen
Rijksdienst voor ondernemend Nederland
137
0
137
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
WHO/PAHO
6 713
77
6 790
Mondiale gezondheid en SRGR
196 338
4 757
201 095
UNFPA
48 300
‒ 1 958
46 342
UNAIDS
23 000
0
23 000
Partnershipprogramma WHO
14 402
‒ 3 643
10 759
Global Fund to Fight Aids, Malaria and Tuberculosis
0
0
0
UNICEF
0
0
0
Vrouwenrechten en keuzevrijheid
0
0
0
Nog te verdelen
Nog te verdelen
40 500
‒ 40 500
0
3.2
Vrouwenrechten en gendergelijkheid
49 667
500
50 167
Subsidies (regelingen)
Vrouwenrechten
33 067
3 097
36 164
Opdrachten
Vrouwenrechten
0
267
267
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
Vrouwenrechten
6 600
887
7 487
UNWOMEN
6 000
249
6 249
Nog te verdelen
Nog te verdelen
4 000
‒ 4 000
0
3.3
Maatschappelijk middenveld
198 442
0
198 442
Subsidies (regelingen)
Twinningsfaciliteit Suriname
850
‒ 193
657
Versterking maatschappelijk middenveld
175 857
‒ 4 087
171 770
Opdrachten
Versterking maatschappelijk middenveld
6 000
7 500
13 500
Versterking maatschappelijk middenveld Monitoringsfonds
1 417
‒ 960
457
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
Versterking maatschappelijk middenveld
10 318
1 740
12 058
Nog te verdelen
Nog te verdelen
4 000
‒ 4 000
0
3.4
Onderwijs
57 150
0
57 150
Subsidies (regelingen)
Onderzoeksprogramma's
1 500
0
1 500
Opdrachten
Onderwijs
200
‒ 24
176
Onderzoekprogramma's
2 000
0
2 000
Hoger Onderwijs
40 932
‒ 1 757
39 175
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
Onderwijs
2 518
61
2 579
Global partnership for education
10 000
1 720
11 720
Toelichting
Verplichtingen
Er is meer verplichtingenbudget nodig op artikel 3 dan eerder verwacht. Dit komt met name door het vastleggen van de algemene vrijwillige bijdrage van EUR 105 miljoen voor het UNFPA. Daarnaast zijn er neerwaartse bijstellingen vanwege de ombuigingen waardoor committeringen voor één jaar worden aangegaan in plaats van voor meerdere jaren. Per saldo neem het verplichtingenbudget op artikel 3 toe.
Uitgaven
Artikelonderdeel 3.1
Er vindt een overheveling plaats van EUR 5 miljoen van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport ten behoeve van een totale bijdrage van EUR 10 miljoen aan het Financial Intermediary Fund voor Pandamic Prevention, Preparedness and Response. De resterende EUR 5 miljoen komt uit kasruimte binnen artikel 3.1.
Er wordt EUR 2,2 miljoen overgeheveld van Artikel 2.2 Water voor een bijdrage aan het Global Analysis and Assessment of Sanitation and Drinking-Water programma van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO/GLAAS).
In de Tweede suppletoire begroting 2023 zijn de budgetten door positieve cMEV-bijstelling herverdeeld binnen dit artikelonderdeel.
Artikel 4: Vrede, veiligheid en duurzame ontwikkeling
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 7 Budgettaire gevolgen van beleidsartikel 4 Vrede, veiligheid en duurzame ontwikkeling (Tweede suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire Begrotingen, NvW en amendementen) (1)
Mutaties 2e suppletoire begroting (2)
Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)
2023
2023
2023
Verplichtingen
1 753 849
237 601
1 991 450
Uitgaven:
Programma-uitgaven totaal
1 041 712
61 000
1 102 712
waarvan juridisch verplicht
100%
4.1
Humanitaire hulp
584 017
42 000
626 017
Subsidies (regelingen)
Noodhulpprogramma's
117 000
30 000
147 000
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
Noodhulpprogramma's
352 000
‒ 7 000
345 000
Noodhulpprogramma's non-ODA
1 017
0
1 017
UNHCR
35 000
0
35 000
UNRWA
19 000
8 000
27 000
Wereldvoedselprogramma
60 000
11 000
71 000
4.2
Opvang en bescherming in de regio en migratiesamenwerking
247 000
20 000
267 000
Subsidies (regelingen)
Opvang in de regio
5 000
2 500
7 500
Migratie en ontwikkeling
0
1 000
1 000
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
Opvang in de regio
192 000
8 500
200 500
Migratie en ontwikkeling
50 000
8 000
58 000
4.3
Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling
210 695
‒ 1 000
209 695
Subsidies (regelingen)
Legitieme stabiliteit
5 500
0
5 500
Inclusieve vredes- en politieke processen
3 500
6 500
10 000
Vredesdividend: werkgelegenheid en basisvoorzieningen
0
818
818
Functionerende rechtsorde
38 165
6 900
45 065
Opdrachten
Inclusieve vredes- en politieke processen
0
1 500
1 500
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
Legitieme stabiliteit
0
4 000
4 000
Functionerende rechtsorde
102 680
‒ 5 680
97 000
Inclusieve vredes- en politieke processen
40 850
4 962
45 812
Nog te verdelen
Nog te verdelen
20 000
‒ 20 000
0
Toelichting
Verplichtingen
Er is meer verplichtingenbudget nodig op artikel 4 dan eerder verwacht. Dit komt met name door het aangaan van verplichtingen voor Country Based Pooled Funds voor Democratische Republiek Congo, Zuid Soedan, Soedan, Somalië en Jemen. Daarnaast zijn er meerjarige verhogingen van bijdragen aan de Dutch Relief Alliance (DRA) en het Nederlandse Rode Kruis. Verder is EUR 62,0 miljoen van de ophoging gerelateerd aan het totaal van mutaties zoals onder de uitgaven toegelicht.
Uitgaven
Artikelonderdeel 4.1
Het artikelonderdeel is verhoogd met EUR 42,0 miljoen. De besteding betreft EUR 25,0 miljoen ten behoeve van humanitaire hulpverlening voor de crisis in Gaza, EUR 2,0 miljoen voor noodhulp na de aardbeving en Marokko en EUR 15,0 miljoen ten behoeve van humanitaire noden elders in de wereld.
De ophoging bestaat uit overhevelingen vanuit artikel 5.4 waarbij er EUR 10,0 miljoen is toegevoegd ten behoeve van de inzet van UNRWA en ICRC in Gaza zoals aangegeven in de Kamerbrief Update humanitaire hulp Palestijnse Gebieden van 17 oktober jl. Verder wordt EUR 30,0 miljoen, afkomstig uit het amendement Grinwis c.s. (Kamerstuk 36435-XVII-15), ingezet via een verhoging van de bijdrage aan het Wereldvoedselprogramma en verhoging van de subsidies voor Noodhulpprogramma’s ten behoeve van het Nederlandse Rode Kruis en de Dutch Relief Alliance (DRA). Van deze bijdragen wordt EUR 15,0 miljoen besteed ten behoeve van de crisis in Gaza en de overige EUR 15,0 miljoen kunnen deze organisaties wereldwijd inzetten, daar waar de noden het hoogst zijn. Tot slot is EUR 2,0 miljoen afkomstig uit artikel 5.4 ten behoeve van noodhulp na de aardbeving in Marokko. Voor noodhulp na deze aardbeving is de subsidie aan het Nederlandse Rode Kruis verhoogd met EUR 5,0 miljoen, door naast de overheveling vanuit art 5.4 vanuit het instrument Noodhulp EUR 3,0 miljoen over te hevelen.
Verder wordt EUR 1,0 miljoen overgeheveld naar artikel 2.2 Water in verband met de noodhulpcomponent van het Dutch Disaster Risk Reduction/Dutch Surge Support programma. Ter compensatie wordt EUR 1,0 miljoen overgeheveld vanuit het budget van nog te verdelen middelen op artikel 4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling, zodat het totaalbudget voor humanitaire hulp hierdoor niet wijzigt.
Artikelonderdeel 4.2
Het artikelonderdeel is verhoogd met EUR 20,0 miljoen. Dit betreft de verwerking van het amendement Grinwis c.s. (Kamerstuk 36435-XVII-15), waarbij EUR 20,0 miljoen wordt overgeheveld vanuit artikel 5.4 naar bijdragen opvang in de regio ten behoeve van UNICEF (EUR 8 miljoen) en UNHCR (EUR 12 miljoen) voor ondersteuning van vluchtelingen en gastgemeenschappen in o.a. Pakistan, de Hoorn van Afrika en de MENA regio, met name door middel van onderwijs voor kinderen.
Artikelonderdeel 4.3In de Tweede suppletoire begroting 2023 zijn de budgetten door positieve cMEV-bijstelling herverdeeld binnen dit artikelonderdeel.
Artikel 5: Multilaterale samenwerking en overige inzet
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 8 Budgettaire gevolgen van beleidsartikel 5 Multilaterale samenwerking en overige inzet (Tweede suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire Begrotingen, NvW en amendementen) (1)
Mutaties 2e suppletoire begroting (2)
Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)
2023
2023
2023
Verplichtingen
842 132
‒ 128 191
713 941
Uitgaven:
Programma-uitgaven totaal
433 839
‒ 63 985
369 854
waarvan juridisch verplicht
100%
5.1
Multilaterale samenwerking
319 553
24 674
344 227
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
UNIDO
1 531
0
1 531
UNDP
28 250
1 750
30 000
UNICEF
31 250
1 750
33 000
Speciale multilaterale activiteiten
13 577
‒ 4 322
9 255
Assistent deskundigenprogramma
9 000
‒ 1 592
7 408
Internationale Financiële Instellingen
8 000
1 592
9 592
Middelenaanvullingen multilaterale banken en fondsen
79 789
0
79 789
Kapitaalaanvullingen bij regionale ontwikkelingsbanken
8 156
‒ 1 504
6 652
Bijdrage aan IFI's voor steun Oekraine
140 000
27 000
167 000
Nog te verdelen
Nog te verdelen
0
0
0
5.2
Overig armoedebeleid
103 216
‒ 15 963
87 253
Subsidies (regelingen)
Kleine activiteiten posten en cultuur en ontwikkeling
8 385
‒ 105
8 280
Nationale SDG Implementatie
650
‒ 70
580
Opdrachten
Nationale SDG Implementatie
155
‒ 71
84
Programmamiddelen Oekraine - ln-kind steun
5 300
‒ 541
4 759
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
UNESCO
4 337
0
4 337
Diverse ondersteunende activiteiten
23 874
‒ 23 342
532
Kleine activiteiten posten en cultuur en ontwikkeling
2 529
‒ 8
2 521
Schuldverlichting
57 736
4 604
62 340
Voorlichting op het terrein van Ontwikkelingssamenwerking
250
‒ 140
110
Verdragsmiddelen Suriname
0
3 710
3 710
5.4
Nog te verdelen i.v.m. wijzigingen BNI en/of toerekeningen
11 070
‒ 72 696
‒ 61 626
Ontvangsten
45 088
10 350
55 438
5.20
Ontvangsten en restituties met betrekking tot leningen
22 182
0
22 182
5.21
Ontvangsten OS
21 176
0
21 176
5.22
Koersverschillen OS
0
10 000
10 000
5.23
Diverse ontvangsten non-ODA
1 730
350
2 080
Toelichting
Verplichtingen
De verplichtingen op artikel 5 nemen af. Dit komt doordat een aantal verplichtingen pas in 2024 wordt aangegaan, waardoor deze in 2023 vrijvallen. Het gaat dan om bijvoorbeeld de kapitaalaanvulling van de IBD. Daarnaast is op het gebied van schuldverlichting rekening gehouden met een hogere verplichtingenstand dan nodig bleek, daarom wordt dit ook naar beneden bijgesteld.
Uitgaven
Artikelonderdeel 5.1
De uitgaven voor dit subartikel nemen toe. Dit komt voornamelijk door de steun aan Oekraïne ter hoogte van EUR 27 miljoen in het kader van het derde steunpakket. Dit bestaat uit EUR 7 miljoen voor technische assistentie van het IMF en EUR 20 miljoen voor een funded guarantee aan de European Bank for Reconstruction and Development (EBRD) voor gasaankopen.
Daarnaast vindt een aantal overboekingen plaats tussen budgetten binnen het subartikel.
Artikelonderdeel 5.2
De uitgaven op dit subartikel nemen per saldo af. Dit komt voornamelijk doordat de reservering voor de verdragsmiddelen Suriname voor 2023 naar beneden is bijgesteld en is overgeheveld naar een aparte budgetregel. De rest van de middelen wordt in de Eerste suppletoire begroting van 2024 in het juiste kasritme geplaatst, omdat niet alle middelen in 2023 uitgegeven konden worden. Het budget dat in 2023 vrijvalt, vloeit naar het verdeelartikel 5.4.
Artikelonderdeel 5.4
Om de inzichtelijkheid van de BHOS-begroting verder te verbeteren is er met ingang van begrotingsjaar 2017 artikelonderdeel 5.4 gecreëerd. Op dit artikelonderdeel wordt ook overprogrammering geregistreerd. Overprogrammering houdt in dat er meer programma’s of bijdragen worden gepland dan waarvoor budget beschikbaar is, in de verwachting dat over het algemeen de uitvoering van programma’s en/of betalingen vertraging oploopt. De uitvoering van het beleid leert dat bijvoorbeeld (geo)politieke ontwikkelingen en uitvoeringsmogelijkheden in landen waarin programma’s worden uitgevoerd gedurende het jaar kunnen leiden tot vertragingen in de uitputting van de ODA-middelen. Indien er sprake is van overprogrammering is dat zichtbaar als een negatieve stand op het verdeelartikel. Over de verdere werking van dit artikel verwijs ik u naar de Kamerbrief als reactie op Motie van der Graaf c.s. (Kamerstuk II, 36200 XVII nr. 32) over fluctuaties van het ODA-budget.
De beginstand van het verdeelartikel is inclusief het aangenomen amendement Grinwis c.s. (Kamerstuk 36435-XVII-15), welke is aangenomen op de suppletoire begroting Prinsjesdag.
Om de informatievoorziening aangaande de mutaties op het verdeelartikel te verbeteren wordt onderstaande tabel opgenomen in de suppletoire begrotingen van BHOS.
Tabel 9 Mutaties verdeelartikel 5.4 (bedragen x EUR 1.000)
Beginstand (A)
11.070
Verdeling amendement Grinwis c.s.
‒ 70.000
Humanitaire hulp Palestijnse gebieden
‒ 10.000
Eerstejaarsopvang asielzoekers
‒ 10.700
Desaldering ontvangsten
10.000
ODA-meevallers
8.758
Overig
‒ 754
Totaal mutaties (B)
‒ 72.696
Eindstand (A+B)
‒ 61.626
Ontvangsten
De ontvangsten op het subartikel nemen toe. Dit komt voornamelijk vanwege geraamde koersverschillen. Buitenlandse Zaken werkt met een vooraf vastgestelde wisselkoers ten opzichte van buitenlandse valuta (de corporate rate). Deze koers wordt samen met de presentatie van de begroting vastgesteld. Omdat bij betalingen in buitenlandse valuta gedurende het jaar echter een verschil ontstaat als gevolg van de werkelijk geldende koers, ontstaat er een saldo. Dit saldo wordt verantwoord op het artikel 5 maar geldt voor de gehele BHOS-begroting.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.N.A.J. Schreinemacher, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.