Voorstel van wet : Voorstel van wet
36 458 Wijziging van de Wet tegemoetkomingen loondomein teneinde het lage inkomensvoordeel te laten vervallen en in verband met enkele andere wijzigingen
ARTIKEL I
ARTIKEL II
Nr. 2 VOORSTEL VAN WET
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is het lage-inkomensvoordeel
te laten vervallen en de voorwaarden voor het loonkostenvoordeel herplaatsen arbeidsgehandicapte
werknemer aan te passen;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen
overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden
en verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Wet tegemoetkomingen loondomein wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1.1, onderdeel h, vervalt, onder verlettering van de onderdelen i tot en met
k tot h tot en met j.
B
In de artikelen 2.2, tweede lid, onderdeel b, 2.6, derde lid, onderdeel b, 2.10, tweede
lid, onderdeel b, en 2.14, tweede lid, onderdeel b, wordt «artikel 10b, derde lid,
van de Participatiewet» vervangen door «artikel 10b, eerste lid, van de Participatiewet».
C
Artikel 2.14, eerste lid, onderdeel a, aanhef en onderdeel 1°, komt te luiden:
a. zijn eigen arbeid geheel of gedeeltelijk hervat of een andere functie bij dezelfde
werkgever gaat bekleden en:
1°. op dat moment recht heeft op een uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar
arbeidsvermogen of daarop recht krijgt na het hervatten van de eigen arbeid of het
gaan bekleden van een andere functie bij dezelfde werkgever; of
D
Artikel 2.15 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt na de derde zin een zin ingevoegd, luidende: Indien een werknemer
als bedoeld in artikel 2.14, eerste lid, onder a, onder 1°, de eigen arbeid geheel
of gedeeltelijk hervat of een andere functie bij dezelfde werkgever gaat bekleden
vóór het moment waarop een recht op een uitkering op grond van de Wet werk en inkomen
naar arbeidsvermogen is ontstaan, wordt de aanvraag van een doelgroepverklaring ingediend
binnen drie maanden na de afloop van de wachttijd, bedoeld in artikel 23 van de Wet
werk en inkomen naar arbeidsvermogen, of van het tijdvak, bedoeld in artikel 24, eerste
lid, 25, negende lid, of 26, tweede lid, tweede zin, van die wet of na afloop van
het tijdvak, bedoeld in artikel 629, elfde lid, onderdeel a, van Boek 7 van het Burgerlijk
Wetboek dan wel van het tijdvak, bedoeld in artikel 29, tiende lid, onderdeel a, of
artikel 76a, zesde lid, onderdeel a, van de Ziektewet.
2. In het tweede lid wordt «een bewijs dat hij in de maand voorafgaand aan de hervatting
van zijn eigen arbeid of het gaan bekleden van een andere functie bij dezelfde werkgever
recht had op een uitkering als bedoeld in artikel 2.14, derde lid» vervangen door
«een bewijs dat hij op of na het moment van hervatting van zijn eigen arbeid of van
het gaan bekleden van een andere functie bij dezelfde werkgever recht had op een uitkering
als bedoeld in artikel 2.14, derde lid».
E
Artikel 2.16, eerste lid, komt te luiden:
1. Een loonkostenvoordeel herplaatsen arbeidsgehandicapte werknemer wordt ten hoogste
verstrekt over een aaneengesloten periode van een jaar vanaf de datum van aanvang
van de aanvraagtermijn van de doelgroepverklaring op grond van artikel 2.15, eerste
lid.
F
Hoofdstuk III vervalt.
G
Artikel 4.1 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste en derde lid wordt «de artikelen 2.1 en 3.1» vervangen door «artikel
2.1».
2. Het vijfde lid vervalt.
H
In artikel 4.2, eerste lid, wordt «de artikelen 2.1 en 3.1» vervangen door «artikel
2.1».
I
In artikel 4.5, tweede lid, wordt «de artikelen 2.1 en 3.1» vervangen door «artikel
2.1».
J
In artikel 4.6, derde lid, wordt «de artikelen 2.1 en 3.1» vervangen door «artikel
2.1».
K
In artikel 4.7, eerste en tweede lid, vervalt «per jaar».
L
In artikel 6.1 wordt «de artikelen 2.2, 2.6, 2.10, 2.14 en 3.1» vervangen door «de
artikelen 2.2, 2.6, 2.10 en 2.14» en wordt «de artikelen 2.5, 2.9, 2.13, 2.17 en 3.2»
vervangen door «de artikelen 2.5, 2.9, 2.13 en 2.17».
M
Na artikel 6.2 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 6.2a Overgangsrecht loonkostenvoordeel herplaatsen arbeidsgehandicapte werknemer
Op de verstrekking van een loonkostenvoordeel herplaatsen arbeidsgehandicapte werknemer,
als bedoeld in artikel 2.14, eerste lid, blijven de artikelen 2.14, eerste lid, 2.15,
eerste lid, en 2.16, eerste lid, van toepassing zoals deze luidden op de dag voor
de datum van inwerkingtreding van artikel I, onderdelen C, D en E, van de Wet van
..., houdende wijzigingen van de Wet tegemoetkomingen loondomein teneinde het lage
inkomensvoordeel te laten vervallen en in verband met enkele andere wijzigingen, indien
de werknemer waarvoor recht bestaat op dit loonkostenvoordeel voor die datum voldoet
aan de voorwaarden, bedoeld in artikel 2.14, eerste lid, onderdeel a.
N
In artikel 6.3 wordt «de artikelen 2.1 en 3.1» vervangen door «artikel 2.1».
ARTIKEL II
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat
voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries,
autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering
de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.