Lijst van vragen en antwoorden : Lijst van vragen en antwoorden over het jaarverslag Beheer Staatsdeelnemingen 2022 (Kamerstuk 28165-407)
28 165 Deelnemingenbeleid Rijksoverheid
Nr. 412 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN
Vastgesteld 27 oktober 2023
De vaste commissie voor Financiën heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Minister
van Financiën over de brief van 3 juli 2023 inzake het jaarverslag Beheer Staatsdeelnemingen
2022 (Kamerstuk 28 165, nr. 407).
De Minister heeft deze vragen beantwoord bij brief van 25 oktober 2023. Vragen en
antwoorden zijn hierna afgedrukt.
De voorzitter van de commissie, Tielen
Adjunct-griffier van de commissie, Schukkink
Vraag 1 – KLM
Hoeveel banen zullen er verloren gaan bij KLM met de krimp van Schiphol?
Antwoord 1
In aanloop naar de Hoofdlijnenbrief Schiphol heeft het Ministerie van Infrastructuur
en Waterstaat onderzoek laten doen naar de impact van een reductie van het aantal
vliegtuigbewegingen1. De analyse is uitgevoerd door PwC en is gestoeld op de Algemene Leidraad voor MKBA’s
(2013) (Kamerstuk 33 750 IX, nr. 9) en de Werkwijzer Luchtvaartspecifieke MKBA’s (2021) (Kamerstuk 31 936, nr. 869). Op basis daarvan wordt het netto werkgelegenheidseffect van minder vliegtuigbewegingen
op nul gesteld. Indien er sprake is van frictie op de arbeidsmarkt kan een klein negatief
effect ontstaan.
Vraag 2 – KLM
Kunt u een overzicht geven van hoeveel winst/verlies KLM heeft gemaakt in de afgelopen
19 jaar en hoeveel winstbelasting er is betaald (graag per jaar uitsplitsen)? Hoeveel
heeft KLM en dan ook specifiek het moederbedrijf Air France-KLM de belastingbetaler
gekost?
Antwoord 2
Bijgaand een tabel met de nettowinst of -verlies van KLM en de betaalde winstbelasting.
Een minus betekent een betaling van winstbelasting door KLM, een plus een belastingteruggave
(i.e. een verrekening van verliezen met winsten in andere jaren.)
x € mln.
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
Winst
496
276
516
291
– 193
– 383
147
47
– 44
133
Winstbelasting
– 84
– 126
– 63
– 154
62
114
– 1
– 22
31
– 48
x € mln.
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
Winst
341
54
519
– 703
566
449
– 1546
– 1.258
744
Winstbelasting
– 253
– 42
– 69
239
– 201
– 162
135
255
305
In 2019 heeft de staat € 744 miljoen betaald voor aandelen Air France-KLM. In 2022
nam de staat deel aan een aandelenemissie van Air France-KLM voor € 220 miljoen. KLM
heeft net als veel andere ondernemingen via de tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging
Werkgelegenheid een tegemoetkoming gekregen. Voor KLM betrof dit € 1.959 miljoen.
De lening en kredietgarantie voor KLM als gevolg van de COVID19-epidemie zijn terugbetaald
en beëindigd. De lening en kredietgarantie hebben de staat € 80,12 miljoen aan premie
en rente opgeleverd.
Vraag 3 – KLM
Wat is de stand van zaken met betrekking tot KLM en de maatregelen die de Minister
wilde treffen, omdat de luchtvaartmaatschappij zich niet hield aan de coronavoorwaarden?
Antwoord 3
Naar aanleiding van de vijfde rapportage van de staatsagent (bijlage bij Kamerstuk
29 232, nr. 59) heeft het kabinet de juridische haalbaarheid van eventuele vervolgstappen inzake
de naleving door KLM van de steunvoorwaarden laten onderzoeken door twee externe juridisch
adviseurs, waaronder de landsadvocaat. Ik heb uw Kamer in een separate brief geïnformeerd
over de uitkomsten van deze juridische analyse.
Vraag 4 – TenneT
Wat is de stand van zaken met betrekking tot de aankoop van het Duitse deel van TenneT?
Verandert er iets aan de verkoop door de val van het kabinet?
Antwoord 4
De onderhandelingen rondom de verkoop van TenneT Duitsland lopen nog. Zoals ik in
mijn brief aan uw Kamer van 6 juli 20232 heb toegezegd, zal ik uw Kamer informeren indien en wanneer een conceptakkoord over
de verkoop van TenneT Duitsland wordt bereikt. Zoals ook toegezegd in de Kamerbrief
zal ik geen onomkeerbare stappen nemen in dit proces, voordat ik met uw Kamer van
gedachten heb gewisseld.
Vraag 5 – TenneT
Klopt het dat de verkoopopbrengst van TenneT Duitsland direct naar TenneT gaat en
niet naar de staatskas?
Antwoord 5
TenneT Holding is 100% aandeelhouder in TenneT Duitsland. De opbrengsten van de verkoop
van TenneT Duitsland gaan daarom niet naar de staatskas, maar naar TenneT Holding.
De staat is 100% aandeelhouder in TenneT Holding. Als aandeelhouder is de staat, zoals
ook opgenomen in de Rijksbegroting, met TenneT Holding overeengekomen om bij een succesvolle
verkoop van TenneT Duitsland de kapitaalstorting van € 1,6 miljard die in 2023 is
gedaan terug te storten.
Vraag 6 – TenneT
Klopt het dat de Duitse regering overweegt om de Duitse activiteiten van de Nederlandse
netbeheerder TenneT na aankoop weer grotendeels te verkopen?3 Zo ja, aan wie wil Duitsland dit verkopen en is dit wenselijk volgens het kabinet?
Antwoord 6
Eerder heb ik u hierover ook geïnformeerd naar aanleiding van Kamervragen4 van de leden van der Lee en Nijboer. De Duitse staat heeft mij laten weten dat zij
nog geen besluit heeft genomen over de toekomst van TenneT Duitsland. Mocht het scenario
zich voordoen dat de Duitse staat overweegt om mogelijk op termijn een deel van TenneT
Duitsland over te dragen aan private partijen, dan staat het kabinet daar niet principieel
afwijzend tegenover. De Duitse staat heeft (meermaals) bevestigd, dat zij in alle
gevallen de door hen verlangde invloed op TenneT Duitsland wil behouden. Zoals in
de Kamerbrief van 24 februari5 geschetst, is de wens van de Duitse staat om invloed te verkrijgen meegenomen in
de afweging om de verkoop van TenneT Duitsland als voorkeursscenario te definiëren.
De positie van het kabinet rondom de verkoop van TenneT Duitsland verandert niet vanwege
dit eventuele toekomstscenario.
Vraag 7 – TenneT
Hoeveel heeft het kabinet geïnvesteerd in de activiteiten van TenneT sinds zijn aantreden
en kan een overzicht worden gegeven van waar deze gelden uit worden gefinancierd?
Antwoord 7
Het huidige kabinet heeft twee keer kapitaal gestort: in 2022 is er € 1,23 miljard
gestort en in 2023 is er € 1,60 miljard gestort. Beide stortingen zijn gedaan voor
TenneT Nederland, niet voor TenneT Duitsland. Deze stortingen zijn gedaan om de credit-rating
van TenneT op peil te houden, dit was in lijn met het beleid van de Nota Deelnemingenbeleid
Rijksoverheid 2022. Deze bedragen werden gefinancierd vanuit de Rijksbegroting.
Vraag 8 – Air France-KLM
Klopt het dat aan de Kamer is toegezegd om het aandeelhouderschap in AirFrance-KLM
te evalueren als ook de steun tijdens de coronacrisis wordt geëvalueerd, dus al in
2023–2024 en niet een jaar later?
Antwoord 8
Een toezegging van het naar voren halen van de evaluatie in het aandeelhouderschap
is niet bekend bij mij. De evaluatie van het steunpakket aan KLM wordt dit najaar
gestart. Deze evaluatie ziet specifiek toe op het aan KLM verleende steunpakket. De
evaluatie van het aandeelhouderschap heeft een andere invalshoek en gaat om de vraag
in hoeverre een belang van de Nederlandse staat in een onderneming toegevoegde waarde
heeft en bijdraagt aan het publieke belang. Voor de evaluatie van het aandeelhouderschap
is het uitgangspunt om dit minimaal eens in de zeven jaar uit te voeren. De huidige
evaluatieplanning voorziet in een evaluatie van het aandeelhouderschap in KLM en Air
France-KLM in 2024 of 2025.
Vraag 9 – Holland Casino en Nederlandse Loterijen
Welke vervolgstappen zijn er al gezet na de evaluaties van het aandeelhouderschap
van de Staat in Holland Casino en de Nederlandse Loterij?
Antwoord 9
In de Kamerbrief6 van 24 mei 2023. over de uitkomsten van de evaluaties van het aandeelhouderschap
van de staat in Holland Casino (HC) en de Nederlandse Loterij (NLO) en tijdens het
commissiedebat Staatsdeelnemingen van 1 juni 2023 (Kamerstuk 28 165, nr. 398) heeft de Staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst de vervolgstappen
toegelicht aan uw Kamer. Voor NLO zijn we gestart met een verkenning naar alternatieve
toekomstopties. De uitkomsten van de verkenning wil de Staatssecretaris voor het einde
van dit jaar met de Kamer delen. Voor HC zijn conform de Kamerbrief nog geen vervolgstappen
genomen. Voor een uitgebreidere toelichting verwijs ik u naar de brief van mei 2023.
Vraag 10 – Nota
Welke afwijkingen van de Corporate Governance Code zijn volgens de Staat niet goed
uitgelegd en zouden aangepakt moeten worden? Hoe stuurt de Staat hierop?
Antwoord 10
Conform de Nota Deelnemingenbeleid Rijksoverheid 2022 (hierna: de Nota 2022)7 verwacht ik dat deelnemingen de Corporate Governance Code (hierna: Code), voor zover
relevant en toepasbaar, toepassen of afwijkingen van de Code uitleggen. Ik verwacht
dat deelnemingen doorlopend evalueren of de onderbouwing voor eventuele afwijkingen
nog actueel en logisch is. In het geval dat een afwijking van de Code door een deelneming
onvoldoende onderbouwd is, spreek ik de betreffende deelneming daarop aan. Op dit
moment is daar echter geen aanleiding voor.
Vraag 11 – MVO
Hoe divers zijn de pensioenfondsen van de staatsdeelnemingen en welke maatregelen
worden er genomen om ervoor te zorgen dat ook die organen divers zijn samengesteld,
in ieder geval van de staatsdeelnemingen?
Antwoord 11
De staat stuurt niet rechtstreeks op diversiteit bij pensioenfondsen van staatsdeelnemingen.
Regelgeving voor pensioenfondsen valt onder de verantwoordelijkheid van de Minister
van SZW. De staat stuurt in het algemeen op brede diversiteit bij staatsdeelnemingen,
zie antwoord 12, en moedigt de staatsdeelnemingen in dat kader aan diversiteit bij
pensioenfondsen van deelnemingen te agenderen.
Vraag 12 – MVO
Welke deelnemingen hebben actief beleid om diversiteit te bevorderen dat breder is
dan enkel de man-vrouwverhouding? Hoe stuurt de Staat op bredere diversiteit als aandeelhouder?
Antwoord 12
De staatsdeelnemingen Gasunie, Havenbedrijf Rotterdam, Holland Casino, Nederlandse
Loterij, NS, Schiphol en TenneT zijn ondertekenaars van het Charter Diversiteit van
de Sociaal-Economische Raad. Staatsdeelnemingen FMO en Invest-NL sluiten zich binnenkort
aan bij het Charter Diversiteit. De staat roept alle andere staatsdeelnemingen op
om de Charter Diversiteit te ondertekenen.
De verwachtingen van de staat zijn nader uitgewerkt in het Handboek MVO Deelnemingen
20238.
Vraag 13 – Benoemingen
Hoeveel deelnemingen die geen divers samengestelde organen hebben, verwachten in het
komend jaar een benoeming te doen in deze organen en hoe wordt ervoor gezorgd dat
er naar een meer diverse samenstelling wordt gestreefd met deze benoeming?
Antwoord 13
Alle deelnemingen waarbij de staat doorslaggevende invloed heeft bij benoemingen,
voldeden eind 2022 aan de vereiste van ten minste 33% vrouwen en ten minste 33% mannen
in de raad van commissarissen (rvc). De deelnemingen die eind 2022 niet voldeden aan
het streven van ten minste 33% vrouwen en 33% mannen in de raad van bestuur (rvb),
betreffen Gasunie, de NS, de NWB Bank en de Nederlandse Loterij. Bij Gasunie is een
vrouw als voorzitter rvb benoemd per 1 maart 2024. Bij de NS is een vrouw als financieel
directeur benoemd per 1 maart 2024. Bij de NWB Bank loopt de werving van een nieuwe
CFO waarbij aandacht is voor diversiteit. Bij de Nederlandse Loterij staat geen benoeming
voor 2023 gepland. Bij een volgend benoemingsproces zal ook hier aandacht zijn voor
diversiteit.
Bij vier deelnemingen kan niet worden voldaan aan het streven van minimaal 33% vrouw
en 33% man in de rvb omdat de rvb maar uit één persoon bestaat. Bij deze deelnemingen
wordt gekeken naar de man/vrouw verhouding van de rvb en rvc samen. Alleen UCN voldoet
daarbij niet aan het streefcijfer van minimaal 33% vrouw. Bij UCN is er in 2023 een
vrouw benoemd in de rvc ter vervanging van de enige vrouw in de rvc wiens termijn
afliep in 2023. Bij een volgend benoemingsproces zal ook hier aandacht zijn voor diversiteit.
Het uitgangspunt is dat de eerstvolgende benoeming een vrouw dient te zijn bij raden
van bestuur die nog niet aan het minimumvereiste voldoen. De staat verwacht, totdat
een evenredige man/vrouwverdeling is bereikt bij de deelnemingen, dat op elke longlist
en shortlist ook vrouwen zijn opgenomen.
Indien de rvc een man voordraagt terwijl er nog geen evenredige verdeling is, dan
moet de rvc (in ieder geval mondeling) motiveren waarom de mannelijke kandidaat is
verkozen boven de vrouwelijke kandidaat en aantonen dat er serieus is gekeken naar
vrouwelijke kandidaten.
Daarnaast verwacht de staat, in lijn met de Corporate Governance Code, dat de rvc
een diversiteitsbeleid opstelt voor de samenstelling van de rvb, de rvc en, indien
aanwezig, het executive committee. In het jaarlijkse gesprek met de rvc zal worden
stilgestaan bij de wijze waarop het beleid wordt uitgevoerd door de staatsdeelneming
en hoe het beleid wordt toegepast op aanstaande vacatures. Tot slot zal ook in het
benoemingsproces aandacht zijn voor brede diversiteit. De staat als aandeelhouder
zal tijdens het proces van werving van nieuwe kandidaten vragen in hoeverre bij de
totstandkoming daarvan invulling is gegeven aan brede diversiteit.
Vraag 14 – Beloningen
Welke beloningsverhouding per deelneming wordt als wenselijk gezien en hoe wordt dit
meegewogen als over het beloningsbeleid wordt gesproken?
Antwoord 14
Ik hanteer geen norm voor de beloningsverhouding per deelneming. Er kunnen goede redenen
zijn voor een gewijzigde beloningsverhouding bij een deelneming, bijvoorbeeld een
verandering binnen de organisatie waarbij een aantal relatief goedbetaalde functies
verdwijnen. De beloningsverhouding kan wel een aanknopingspunt zijn in gesprekken
over het jaarlijkse remuneratierapport van deelnemingen, als daar opvallende verschillen
in zitten ten opzichte van eerdere jaren die nadere toelichting behoeven.
Vraag 15 – Nota
Welke partijen die de Corporate Governance Code onderschrijven, voldoen aan alle criteria
uit deze code en aan welke criteria wordt niet voldaan?
Antwoord 15
Als aandeelhouder verwacht ik dat deelnemingen de Code, voor zover relevant en toepasbaar,
toepassen of afwijkingen uitleggen. Voor een overzicht van de afwijkingen op de Code
per deelneming, verwijs ik u naar het Jaarverslag Beheer Staatsdeelnemingen 20229, paragraaf 4.1.
Vraag 16 – NLFI
Aan welke richtlijnen voldoen de deelnemingen van NL financial investments (NLFI)?
Antwoord 16
NLFI beheert namens de staat de aandelen in ABN AMRO en de Volksbank. Via NLFI heb
ik van beide banken begrepen dat zij aan de volgende richtlijnen voldoen:
Richtlijn
ABN AMRO
De Volksbank
OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen
√
√
UN Guiding Principles on Business and Human Rights
√
√
Corporate Governance Code
√
√
Transparantiebenchmark
√
√
GRI-standaard
X
√
Science based target initiative
X (wel Net-Zero Banking Alliance)
√
Charter Diversiteit
√
√ (vanaf medio oktober 2023)
Vraag 17 – TenneT
Hoeveel financiële middelen heeft TenneT moeten uittrekken voor investeringen in het
Duitse net op land en zou het (een deel van) dat geld hebben kunnen investeren in
het Nederlandse net, als het Duitse deel van TenneT was afgesplitst van het Nederlandse
deel?
Antwoord 17
De activabasis van TenneT Duitsland is gegroeid van ca. € 1,3 miljard in 2010 tot
bijna € 18 miljard per jaareinde 2022. TenneT heeft de Duitse investeringen steeds
gefinancierd met een mix van vreemd vermogen, operationele kasstromen van TenneT Duitsland
en de verkoop van minderheidsaandelen in Duitse offshore projecten.
De omvang van de investeringsagenda in Nederland staat los van de investeringen in
Duitsland. TenneT heeft altijd voldoende financieringsmogelijkheden gehad om investeringen
in Nederland te financieren.
Vraag 18 – Financiële positie
Hoeveel kosten hadden deelnemingen waarvan de Staat volledig aandeelhouder is kunnen
besparen door geld van de Staat te lenen in plaats van de private markt?
Antwoord 18
Deelnemingen staan op afstand van de staat waardoor ze een hoge mate van autonomie
kennen. Om hun activiteiten te kunnen ontplooien dienen de deelnemingen zelf financiering
aan te trekken op de kapitaalmarkten. De financiering loopt daarmee niet via de rijksbegroting
(op bijdragen aan het eigen vermogen of dividendinhoudingen na). Door de hefboomwerking
van eigen vermogen op het aantrekken van vreemd vermogen hoeft er zodoende een kleiner
beroep op de staatsbalans gedaan te worden.
In de Ombuigingslijst 2023 wordt ingegaan op het effect van het doorberekenen van
gunstige rentetarieven op staatobligaties door het Agentschap aan de publieke sector
via de twee sectorbanken BNG Bank en NWB Bank.10 De wijziging kan maatschappelijke baten opleveren (netto goedkoper lenen door deelnemingen)
maar ook leiden tot een beduidende stijging van de EMU-schuld. Wel is het zo dat de
Staat een vereiste opslag op de rentetarieven moet doorberekenen. Dit kan het positieve
effect voor de deelnemingen dempen.
Er is een verdiepende analyse nodig naar mogelijke (juridische) randvoorwaarden vanwege
de ingrijpende gevolgen. Daarnaast behoeft dit nadere analyse op het precieze financiële
effect, uitvoerbaarheid en juridische haalbaarheid (w.o. staatssteun aspecten). Dit
geldt ook voor een vergelijkbare analyse voor de financiering van deelnemingen waarvan
de staat volledig aandeelhouder is11.
Vraag 19 – Nota
Hoe wordt geëvalueerd of het aandeelhouderschap bij het Ministerie van Financiën of
het beleidsdepartement belegd moet worden en is dat onderdeel van het periodieke toetsingskader?
Antwoord 19
Met de Nota 2022 is het beleid voortgezet om deelnemingen minimaal eens in de zeven
jaar te evalueren. Het evaluatiemodel uit het Handboek Evalueren12 beschrijft hoe de staat het aandeelhouderschap evalueert. De beantwoording van de
vraag of er aanleiding is om de aandeelhoudersrol bij een ander ministerie of andere
instantie te beleggen is hier ook onderdeel van.
Vraag 20 – KLM
Welke verandering in het stemrecht van de Staat in KLM is er geweest sinds 2021?
Antwoord 20
Er is geen verandering in het stemrecht van de Nederlandse staat bij KLM geweest sinds
2021. Het aandelenbelang van de staat in KLM is ongewijzigd gebleven sinds 2021 en
bedraagt 5,92%.
Vraag 21 – Air France-KLM
Wat was de CO2-uitstoot van Air France-KLM-vliegtuigen op Schiphol en hoe ontwikkelt die zich in
verhouding tot het aantal vluchten?
Antwoord 21
Er is geen inzicht in het brandstofverbruik van Air France-KLM vliegtuigen op Schiphol.
Deze informatie is bedrijfsgevoelig. Volgens het jaarverslag 2022 van Air France-KLM
was de carbon efficiency 77 gCO2/passenger/km en de greenhouse gas emissions intensity 921 gCO2eq/RTK. Dit geeft echter geen inzicht in de absolute CO2-emissies van Air France-KLM vliegtuigen vanaf Schiphol.
Vraag 22 – Air France-KLM
Welke aandeelhouders hebben tegen de beloning van de CEO van Air France-KLM gestemd
en welke stappen onderneemt de Staat om de beloning van de CEO van Air France-KLM
meer in verhouding te brengen met andere werknemers?
Antwoord 22
Van de stemmingen wordt enkel de percentages voor- en tegenstemmen bekend gemaakt.
Bij de laatste aandeelhoudersvergadering van Air France-KLM stemde 80,48% van de aandeelhouders
voor de beloning en 19,52% tegen. Daarbij wordt niet vermeld welke aandeelhouder onder
welk percentage valt. Net als voorgaande jaren stemde de Nederlandse staat tegen de
beloning van de CEO van Air France-KLM.
Het kabinet heeft meerdere keren bij Air France-KLM aangegeven dat het de bonus voor
de CEO van Air France-KLM onbegrijpelijk en ongepast vindt indien diezelfde onderneming
staatssteun geniet. Daarnaast stemt de Nederlandse staat ook tegen als het voorstel
tegen het beloningsbeleid van de staat ingaat. Voor 2023 was dat het geval omdat het
voorstel was om de CEO een variabele beloning (korte termijn en lange termijn) uit
te keren van meer dan 20% van het vaste deel van de beloning. Dit is niet in lijn
met het beloningsbeleid dat de staat hanteert voor staatsdeelnemingen.
Het kabinet blijft de beloning van de CEO agenderen in de gesprekken die met de onderneming
gevoerd worden. Uiteindelijk ligt het definitieve besluit over het toekennen van de
bonus bij de algemene vergadering van aandeelhouders en met een belang van 9,3% kan
de Nederlandse staat eigenstandig geen besluiten doordrukken of blokkeren.
Vraag 23 – BNG en NWB
Hoe werken BNG Bank en NWB samen in hun ambitie om meer maatschappelijke impact te
maken en wat zouden de voordelen zijn om dit meer gezamenlijk op te pakken?
Antwoord 23
BNG Bank en NWB Bank streven in onderlinge concurrentie naar het zo goedkoop mogelijk
financieren van de Nederlandse publieke sector en het maken van zoveel mogelijk maatschappelijke
impact. Waar mogelijk werken de banken samen. In zijn algemeenheid trachten BNG Bank
en NWB Bank de belangen van hun klanten in de publieke sector te behartigen door hun
actieve deelname in nationale en Europese belangenverenigingen. Zo zitten BNG Bank
en NWB Bank samen in de Commissie Duurzaamheid van de Nederlandse Vereniging van Banken.
In 2019 tekenden beide banken het Klimaatcommitment Financiële Sector. Daarmee gingen
zij de afspraak aan om een actieplan te presenteren voor het terugbrengen van de CO2-impact van hun financieringen. BNG Bank en NWB Bank hebben afgesproken om samen te
werken bij het verzamelen van data om de klimaat- en maatschappelijke impact van hun
klanten in de publieke sector in beeld te krijgen. Zij trekken onder andere samen
op richting de koepelorganisaties van hun klanten om hun behoefte aan duurzaamheidsinformatie
af te stemmen. Het voordeel is dat op die manier ze ervoor zorgen dat de klanten niet
per bank verschillende data moeten aanleveren. Bij de berekening van hun klimaatvoetafdruk
maken BNG Bank en NWB Bank allebei gebruik van de PCAF-methodologie. PCAF (Partnership
for Carbon Accounting Financials) biedt een raamwerk en geharmoniseerde methodologie,
wat de transparantie en het bewustzijn over CO2e-uitstoot vergroot en de rapportage bevordert.
Vraag 24 – FMO
Klopt het dat FMO, met integriteit als belangrijke kernwaarde, niet (langer) actief
is in Rusland?
Antwoord 24
FMO heeft geen klanten in Rusland en is niet actief in Rusland. Zoals in het Annual
Report 2022 van FMO staat, is FMO wel indirect blootgesteld aan activiteiten in Rusland.
Dit betreft twee private equity fondsen waarin FMO een minderheidsbelang heeft. Het
ene fonds heeft geïnvesteerd in een bedrijf met activiteiten in Rusland. Het andere
fonds heeft geïnvesteerd in een Russisch bedrijf. FMO stuurt, voor zover in haar invloedssferen,
in beide fondsen al enige tijd aan op verkoop van de belangen, maar geldende sancties
maken verkoop complexer.
Vraag 25 – Holland Casino
Hoe verhoudt het aantal gevoerde gesprekken zich tot het aantal deelnemers en is er
de ambitie om het aantal gesprekken ter preventie aan te passen?
Antwoord 25
Uit de eigen cijfers van Holland Casino, te vinden in het jaarverslag op hun website,
blijkt dat in 2022 1,4% van de bezoekers aan de fysieke vestigingen een gesprek heeft
gekregen. In de meeste recente nulmeting van het WODC, in opdracht van het Ministerie
van Justitie en Veiligheid, wordt het aantal gesprekken en de ontwikkeling hiervan
systematisch in kaart gebracht. Uit de uitgevoerde bevolkingsenquête, als onderdeel
van deze nulmeting, blijkt dat het percentage spelers dat wordt aangesproken door
Holland Casino op 2,2% ligt en gestegen is ten opzichte van eerdere metingen. De meting
wordt in het kader van de evaluatie 2024 van de Wet kansspelen op afstand herhaald.
Het WODC concludeert dat de eigen cijfers van Holland Casino’s lager zijn dan die
uit de bevolkingsenquête. Holland Casino acht dit verschil in percentages verklaarbaar.
De ruim 12.000 gesprekken die Holland Casino in 2022 voerde, zijn geregistreerde gesprekken.
Holland Casino heeft naast deze gesprekken nog een breed palet aan andere preventieve
maatregelen om gasten bewust te maken van de risico’s van het kansspel. Denk bijvoorbeeld
aan het uitreiken van een bewustwordingsflyer bij het vierde bezoek van een jongvolwassene,
het aanbieden van de innovatieve zelftest of een gesprek op de casinovloer over een
limiet. Deze interventies worden niet geregistreerd, maar dragen wel bij aan het aanspreken
van gasten. Holland Casino acht het totaalpakket daarbij essentieel. De sociale controle
en de aandacht van de medewerkers in het casino zijn een belangrijk fundament onder
het preventiebeleid.
Vraag 26 – Holland Casino
Hoe werken financiële instellingen en Holland Casino samen in het tegengaan van witwassen
en matchfixing en welke maatregelen worden er genomen om die samenwerking te verbeteren?
Antwoord 26
De Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft) biedt op
dit moment geen grondslag voor Holland Casino om samen te mogen werken en informatie
uit te mogen wisselen met andere onder toezicht staande instellingen. Hiervoor is
een wetswijziging noodzakelijk. Daarnaast is toepassing van de Wwft in een casino-omgeving
een andere dan in een bancaire omgeving. In haar omgeving zet Holland Casino zich
uiteraard in om witwassen, fraude en terrorismefinanciering tegen te gaan. Holland
Casino streeft daarbij een eerlijke en veilige spelomgeving na waarin alle gasten
en collega’s goed beschermd zijn. Hiervoor controleert Holland Casino bijvoorbeeld
de persoonsgegevens van gasten en wordt van de gasten om (financiële) informatie gevraagd
bij opvallend gedrag of een opvallende storting, betaling of andere transactie. Holland
Casino voert bij alle gasten een «cliëntenonderzoek» uit. Dat begint bij de entree
van het casino of de registratie online waar de identiteit van onze gasten wordt vastgesteld,
geregistreerd en gecontroleerd. Doordat Holland Casino weet wie haar gasten zijn,
kunnen zij vervolgonderzoek doelbewust vormgeven. Hier werkt Holland Casino risicogericht.
Zo wordt gecontroleerd of gasten bij
voorbeeld op een (internationale) sanctielijst staan of geclassificeerd kunnen worden
als «Politically Exposed Person». Daarnaast kan onderzoek naar de bron van inkomsten,
het vermogen en het analyseren van het speel- en wisselgedrag van een gast onderdeel
zijn van het onderzoek. Vanuit de monitoring van het gedrag en transacties meldt Holland
Casino ongebruikelijke transacties altijd bij de Financial Intelligence Unit.
Vraag 27 – Invest-NL
Hoe is de zeggenschap ingericht bij de gezamenlijke investeringen van Invest-NL en
private-equity-investeerders en hoe was de Staat bij deze samenwerking betrokken (tussen
een staatsdeelneming met een maatschappelijke doelstelling en een onderneming met
hoofdzakelijk een winstdoelstelling)?
Antwoord 27
Invest-NL heeft als doel om te investeren in ondernemingen die Nederland innovatiever
en duurzamer maken. Binnen haar mandaat om dat doel te behalen, kan Invest-NL naar
eigen inzicht co-investeren met verschillende typen financiers, waaronder private
equity-investeerders.13 Invest-NL houdt hierbij rekening met de wettelijke vereisten zoals additionaliteit
en marktconformiteit.
De mate van zeggenschap in bedrijven waarin wordt geïnvesteerd hangt af van de hoogte
en wijze van financiering. Indien Invest-NL direct aandeelhouder wordt in een bedrijf
heeft ze een hogere mate van zeggenschap dan bijvoorbeeld wanneer ze een risicovolle
lening verstrekt. In beginsel heeft Invest-NL conform de memorie van toelichting op
de machtigingswet14 geen meerderheidsbelang in ondernemingen. In het geval van gezamenlijke investeringen
geeft ieder van de investeerders individueel invulling aan haar zeggenschap. Voor
Invest-NL geldt dat zij zich als investeerder onder andere sterk richt op het behalen
van maatschappelijke impact en het naleven van ESG-richtlijnen door portfoliobedrijven.
Ten slotte, de staat heeft als aandeelhouder geen directe betrokkenheid bij de individuele
investeringen die Invest-NL doet.
Vraag 28 – KLM
Hoe verhoudt de beloning van KLM-piloten zich tot het salaris van piloten van andere
(Europese) luchtvaartmaatschappijen en hoe heeft deze beloning zich ontwikkeld sinds
de steun aan KLM tijdens de coronacrisis?
Antwoord 28
De staatsagent voor KLM heeft in zijn vijfde rapportage een analyse laten uitvoeren
van de piloten-CAO van KLM15, waaronder de remuneratie. De beloning van KLM-piloten bestaat uit verschillende
onderdelen: loon, vakantiegeld, pensioenregeling en eventuele aanvullingen, bonussen
en winstdeling. De uiteindelijke beloning van piloten is voor een groot deel afhankelijk
van leeftijd en anciënniteit. Uit de analyse die de staatsagent heeft laten uitvoeren
blijkt dat KLM-piloten aan de bovenkant zitten van de markt voor pilotenvergoedingen.
Ik beschik zelf niet over de details van de hoogte van de beloningen van piloten bij
KLM of andere luchtvaartmaatschappijen.
Vraag 29 – Nederlandse Loterij
Hoeveel heeft de Nederlandse Loterij in totaal betaald aan boetes voor onder meer
reclames en welke maatregelen zijn er genomen om de reden van de boetes aan te pakken?
Antwoord 29
NLO heeft sinds de oprichting in 2016 één boete ontvangen voor het spelmerk TOTO van
in totaal € 400.000,- in 2022. De boete werd gegeven door de Kansspelautoriteit (Ksa)
aangezien TOTO reclameberichten stuurde die weliswaar niet specifiek gericht waren
op, maar wel jongvolwassenen bereikten. Vanuit de rol van aandeelhouder blijft de
Staatssecretaris NLO voortdurend en indringend aanspreken op hun verantwoordelijkheden
voor de uitvoering van het kansspelbeleid en de voorbeeldrol die een staatsdeelneming
zou moeten vervullen. Ook spreekt de Staatssecretaris hierover met de raad van commissarissen.
Inmiddels zijn er diverse maatregelen genomen op het gebied van reclame om kwetsbare
personen beter te beschermen. Dit is deels gebeurd door het eigen reclamebeleid van
NLO en deels door de sector met haar reclamecode. Maar ook door het kabinet met het
verbod op het gebruik van rolmodellen in reclames sinds 30 juni 2022 en het verbod
op ongerichte reclame voor kansspelen op afstand sinds 1 juli 2023. Daarnaast wordt
de inzet van sponsoring door aanbieders van online kansspelen gefaseerd verboden in
2024 en 2025.
Vraag 30 – Nederlandse Loterij
Op welke manier hebben de boetes invloed gehad op de bezoldiging van bestuurders van
de Nederlandse Loterij?
Antwoord 30
De beloning van de bestuurders van NLO is niet beïnvloed door de ontvangen boete.
NLO hanteert een vaste bezoldiging en kent geen variabele beloning waarin een boete
meegenomen kan worden.
Vraag 31 – Schiphol
Welke maatregelen worden genomen om het niet-halen van de doelstelling om hinder voor
omwonenden te verminderen alsnog te halen?
Antwoord 31
Op 1 september 2023 is de Kamer door de Minister van IenW geïnformeerd over de stappen
die gezet worden om de hinder voor omwonenden te beperken.16 Voor een uitgebreidere toelichting verwijs ik u naar deze brief.
Vraag 32 – NS
Welke investeringen zijn er gedaan en worden er gedaan om de internationale bereikbaarheid
van Nederland met de trein te verbeteren?
Antwoord 32
In het MIRT maakt het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) afspraken
over de verbetering van de bereikbaarheid, onder meer via spoor. IenW werkt hierbij
nauw samen met regionale partners, ProRail en vervoerders. In het MIRT worden ook
afspraken gemaakt over verschillende grensoverschrijdende verbindingen, zoals de Wunderline,
het mogelijk maken van een versnelling van de IC Berlijn door een aantal infrastructurele
aanpassingen, verbeteringen ten behoeve van Eindhoven-Düsseldorf en de spoorverdubbeling
Heerlen-Landgraaf. Daarnaast worden ook met binnenlandse verbeteringen indirect de
internationale bereikbaarheid verbeterd.
Ook NS zet zich in om de internationale bereikbaarheid van Nederland met de trein
te verbeteren. Volgens de internationale strategie van NS dienen activiteiten in het
buitenland bij te dragen aan het belang voor de Nederlandse reiziger, door betere
internationale verbindingen en grensoverschrijdend verkeer en door een positief financieel
resultaat. Dat doet NS onder andere door te investeren in materieel dat ook in het
buitenland kan rijden. Zo rijdt vanaf eind 2024 de Intercity Nieuwe Generatie België
(ICNG-B) tussen België en Nederland, en heeft NS een vervolgorder geplaatst voor ICNG-treinen
die ook geschikt zijn voor het Duitse spoornet. Daarnaast zorgen aanpassingen aan
de Nederlandse spoorinfrastructuur en het inzetten van andere locomotieven ervoor
dat per 2024 de reistijd van de intercity naar Berlijn met een halfuur korter is.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.Z.C.M. Tielen, voorzitter van de vaste commissie voor Financiën -
Mede ondertekenaar
M. Schukkink, adjunct-griffier