Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag schriftelijk overleg over de kabinetsreactie op de jaarverslagen 2022 van de Nationale ombudsman en de Kinderombudsman (Kamerstuk 36325-3)
2023D40010 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken hebben de onderstaande fracties
de behoefte vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties over de brief inzake de kabinetsreactie op de jaarverslagen
2022 van de Nationale ombudsman en de Kinderombudsman (Kamerstuk 36 325, nr. 3).
De voorzitter van de commissie,
Hagen
De adjunct-griffier van de commissie,
Kling
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de brief van de
Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties inzake de kabinetsreactie op
de jaarverslagen 2022 van de Nationale ombudsman en de Kinderombudsman. Het werk van
de ombudsmannen wordt zeer gewaardeerd. Het is goed om in de brief van de Minister
te lezen dat er veelal aan de slag wordt gegaan met de geconstateerde punten van de
ombudsmannen; verschillende van de geconstateerde knelpunten vragen inderdaad om adequaat
overheidsoptreden. Het oog houden voor het burgerperspectief is hierbij zonder meer
van belang. Graag willen deze leden de volgende vragen aan de Minister stellen.
De Minister geeft aan dat het pijnlijk is om te horen dat burgers zich niet altijd
gehoord en serieus genomen voelen. Welke oorzaken ziet de Minister hiervoor en hoe
is de Minister van plan dit aan te pakken?
De Minister geeft aan signalen uit de samenleving een plek in beleid te willen geven.
Dit ondersteunen deze leden uiteraard van harte. Hoe vangt de Minister deze signalen
op? Hoe bepaalt de Minister welke signalen wel of niet meegenomen worden, wanneer
bij een vraagstuk meerdere wellicht botsende signalen heersen?
Wat verstaat de Minister onder «de menselijke maat»?
Is de Minister voornemens een terugkoppeling te geven/te evalueren of de verschillende
aspecten waarop acties ondernomen gaan worden ook daadwerkelijk verbeterd zijn?
De Minister geeft aan kinderen meer te willen betrekken bij de besluitvorming. Op
welk soort dossiers ziet de Minister hier de meeste ruimte voor? Is de concrete uitvoering
hiervan onderdeel van de Nationale Jeugdstrategie?
Graag krijgen deze leden een reactie van de Minister op de hier gestelde vragen.
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennis genomen van het Jaarverslag
2022 van de Nationale ombudsman en de Kinderombudsman. Deze leden onderstrepen de
boodschap van de Nationale ombudsman, de overheid moet meer luisteren naar de burger.
Zowel uit het jaarverslag van de ombudsmannen alsook het rapport Staat van het Bestuur
2022 komt naar voren dat burgers zich niet gehoord of serieus genomen voelen door
de overheid. Deze leden betreuren dit en zien dit als een uitdaging om het vertrouwen
van de burger in de overheid terug te krijgen.
Deze leden pleiten daarom voor een overheid die werkt voor iedereen, ongeacht wie
je bent of waar je woont. Zij zien graag een overheid die toegankelijk is, niet alleen
door fysiek aanwezig te zijn in de buurten maar nog belangrijker door te luisteren
naar de burger. Zij zien graag een overheid die levert door de burger te betreken
bij de oplossing en vervolgens realistische verwachtingen te creëert. Zij zien graag
een overheid die uitgaat van vertrouwen en die niet alleen met woorden maar ook aan
de hand van daden werkt aan heling en herstel in de relatie burger en overheid. Zij
willen de Minister nog enkele vragen stellen.
Deze leden hebben kennisgenomen van het uitgangspunt van het kabinet, om de menselijke
maat terug te brengen in het sociaalzekerheidsstelsel. Zij onderstrepen het belang
van een overheid die uitgaat van vertrouwen en zorgt voor bestaanszekerheid voor alle
burgers en in het bijzondere voor de meest kwetsbare mensen.
Deze leden hebben een aantal suggesties om de menselijke maat te versterken in het
armoedebeleid van de overheid. Zij vragen aan de Minister om nader toe te lichten
op welke wijze het recht op vergissen kan worden toegepast in het beleid. Zij zijn
namelijk van mening dat een fout in een formulier niet per se zou moeten betekenen
dat iemand alle rechten op ondersteuning verliest. Daarnaast vragen zij of de Minister
kan toelichten welke mogelijkheden er zijn om het recht op vergissing wettelijk te
verankeren.
Deze leden onderstrepen het belang om kinderarmoede tegen te gaan en jongeren voor
hun achttiende verjaardag beter te begeleiden om uit de schulden te blijven. Zij vragen
aan de Minister op welke wijze financiële geletterdheid onder jongeren wordt gestimuleerd.
Deze leden hebben kennis genomen van het rapport «Met minder genoegen nemen». Zij
onderstrepen het belang van een proactieve benadering met persoonlijk contact. Zij
staan positief tegenover het voornemen van het kabinet om zich in te zetten voor ouderen
in een financieel kwetsbare positie. Zij vragen tegelijkertijd aan de Minister om
concreet toe te lichten hoe het kabinet van plan is dit uit te voeren. Zij vragen
hoe het kabinet concreet de inkomstvoorzieningen die er zijn voor ouderen, proactief
onder de aandacht van deze doelgroep gaat brengen.
Deze leden hebben kennis genomen van de klachten die de Nationale ombudsman heeft
ontvangen over het Centraal Administratie Kantoor (CAK). Zij betreuren het dat burgers
kwetsende en onduidelijke brieven hebben gekregen van het CAK. Zij hebben met interesse
kennisgenomen van acties die het kabinet onderneemt om de dienstverlening te verbeteren.
Zij vinden het belangrijk dat de overheid en in het bijzonder de uitvoeringsorganisaties
fysiek dicht bij de inwoners zijn. Zij constateren dat de burgers een bezoek kunnen
brengen aan het CAK, maar vragen zich tegelijkertijd af of deze optie mogelijk is
voor iedereen. Zij vragen aan de Minister om nader toe te lichten welke mogelijkheden
er zijn om ambtenaren van uitvoeringsorganisaties meer naar de mensen toe te laten
gaan.
II Antwoord/reactie van de Minister
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.B. Hagen, voorzitter van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken -
Mede ondertekenaar
Y.C. Kling, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.