Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag schriftelijk overleg over de geannoteerde Agenda Informele Raad Cultuur in Cáceres, Spanje, 26 september 2023 (Kamerstuk 21501-34-403)
2023D37326 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Inbreng Verslag van een schriftelijk overleg
Binnen de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap hebben enkele fracties
de behoefte om vragen en opmerkingen aan de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur
en Wetenschap voor te leggen over de brief van de Staatssecretaris van Onderwijs,
Cultuur en Wetenschap d.d. 5 september 2023 inzake de geannoteerde Agenda Informele
Raad Cultuur in Cáceres, Spanje, 26 september 2023 (Kamerstuk 21 501-34, nr. 403).
De voorzitter van de commissie,
Michon-Derkzen
De adjunct-griffier van de commissie,
Bosnjakovic
Inhoudsopgave
I Vragen en opmerkingen uit de fracties
• Inbreng van de leden van de VVD-fractie
• Inbreng van de leden van de D66-fractie
• Inbreng van de leden van de BBB-fractie
II Antwoord/reactie van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
I Vragen en opmerkingen uit de fracties
Inbreng van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de geannoteerde
agenda van de Informele Cultuurraad. Deze leden hebben nog enkele vragen.
De leden van de VVD-fractie lezen dat Nederland het idee van cultuur als essentieel
publiek goed en als mondiaal publiek goed steunt. Wat betekenen deze termen precies?
Wat zijn de gevolgen van deze kwalificering? Welke implicaties heeft dit standpunt
voor het te maken beleid? Hoe is het standpunt van Nederland tot stand gekomen?
De leden van de VVD-fractie vernemen dat tijdens de raad zal worden gesproken over
duurzame ontwikkelingen van de culturele sector. Wat zal de inzet van het kabinet
zijn omtrent de Mondiacult-verklaring tijdens de Algemene Vergadering van de Verenigde
Naties? Hoe verhoudt dit zich tot de inzet van andere lidstaten van de Europese Unie?
Ook constateren de leden van de VVD-fractie dat het kabinet het belang van erfgoedparticipatie
onderschrijft als het gaat om duurzame ontwikkeling van de culturele sector. Op welke
wijze ondersteunt het kabinet de verduurzaming van erfgoed, zodat deze taak ook vervuld
kan worden? Ziet het kabinet mogelijkheid om Europese middelen aan te wenden voor
de verduurzaming van Nederlands erfgoed om zo bij te dragen aan gemeenschapszin en
de duurzame transformatie van de Nederlandse samenleving?
De leden van de VVD-fractie lezen dat het kabinet verschillende voorbeelden zal benoemen
tijdens het beleidsdebat Erfgoed van succesvolle duurzame culturele erfgoederen in
Nederland. Ziet het kabinet potentie voor ander bestaand Nederlands erfgoed om ook
een duurzame mitigatie te maken?
Inbreng van de leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de Nederlandse
inzet voor de Informele Cultuurraad en steunen de lijn van het kabinet. Deze leden
hebben nog enkele vragen.
Ten eerste onderschrijven de leden van de D66-fractie dat Nederland de rol van cultuur
in grote maatschappelijke opgaven, zoals duurzame ontwikkeling, versterkt door zich
te richten op alle dimensies hiervan.
De leden van de D66-fractie zijn van mening dat de vereiste transitie een gedragsverandering
vergt en de culturele sector een rol heeft om dit tastbaar te maken. Deze leden steunen
dan ook de oproep dat cultuur erkend zou moeten worden als aparte SDG1. Kan de staatsecretaris toelichten wat de implicaties zijn voor Nederland als dit
gebeurt? Welke verplichtingen brengt dit in internationaal verband mee?
De leden van de D66-fractie constateren dat gesteld wordt dat de culturele sector
gebruikt kan worden in relatie tot de energietransitie. Kan de Staatssecretaris uiteenzetten
hoe dit concreet aansluit bij het huidige beleid?
De leden van de D66-fractie zijn benieuwd of de Cáceres-verklaring, die thans nog
niet gedeeld is, voor aanvang van de Informele Raad beschikbaar is.
De leden van de D66-fractie delen de mening dat vergroening via het Creative Europe-programma
van belang is. Deze leden vragen wat deze vergroening voor de Nederlandse culturele
sector, volgens de staatsecretaris, concreet inhoudt.
De leden van de D66-fractie onderschrijven het belang dat cultureel erfgoed heeft
in het bijdragen aan economische en sociale inclusie. Kan de Staatssecretaris concrete
voorbeelden geven hoe cultureel erfgoed een rol kan spelen om de sociale en economische
inclusie te vergroten? Op welke wijze wordt daar invulling aan te geven binnen het
huidige beleid? Welke voorwaarden gaat de Staatssecretaris creëren om de genoemde
sociale en economische inclusie te bevorderen?
Tot slot zijn de leden van de D66-fractie benieuwd hoe de Nederlandse culturele instellingen
gebruik zouden kunnen maken van Europese subsidies in het kader van vergroening en
verduurzaming.
Inbreng van de leden van de BBB-fractie
De leden van de BBB-fractie nemen kennis van de brief van de Staatssecretaris van
Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de Informele Cultuurraad op dinsdag 26 september
2023 in Cáceres (Spanje).
De leden van de BBB-fractie vragen hoe de Staatssecretaris aankijkt tegen de mogelijkheid
om schriftelijk inbreng te leveren, terwijl ze niet eens op de hoogte zijn van de
inhoud van de Cáceres-verklaring, omdat het Spaanse voorzitterschap van de Europese
Unie deze nog niet heeft gedeeld. Is het correct dat een verklaring, die eind september
op een cultuurraad wordt besproken, nog geen twee weken van tevoren nog altijd niet
beschikbaar is? Kan dat echt niet anders? Gaat de Staatssecretaris in Spanje ter plekke
een verklaring ondertekenen waarvan zij nu zelf nog naar de inhoud moet gissen?
De leden van de BBB-fractie vragen de Staatssecretaris op korte termijn na te gaan
wat de ministeriële zogeheten Cáceres-verklaring exact inhoudt, de Kamer per omgaande
te informeren over wat deze inhoudt en wat daarvan de gevolgen zijn. Dit in het licht
van de constatering dat Nederland ook de Mondiacult-verklaring heeft ondertekend.
Hoe kijkt de Staatssecretaris aan tegen het stapelen van intenties en verklaringen
die prettig vaag klinken, maar die vroeg of laat onverhoopt tot allerlei verplichtingen
kunnen leiden? Deze leden vragen wat de noodzaak is om cultuur te bestempelen tot
SDG. Zij vragen ook een toelichting op het voornemen om cultuur een instrumentele
waarde toe te kennen als vehikel voor overheidsbeleid. Onderkent de Staatssecretaris
dat wanneer eenmaal de stap is genomen om cultuur in te zetten als vehikel voor «duurzame
ontwikkeling» de principiële grens is genomen om cultuur steeds verder te politiseren?
Zij vragen de Staatssecretaris of de wijze waarop de Staatssecretaris omgaat met cultuur
onvermijdelijk gaat leiden tot het kwalificeren van goede cultuur die beleidsondersteunend
is en slechte cultuur die haaks staat op wat de politieke meerderheid van het moment
vindt.
II Antwoord/reactie van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
I.J.M. Michon-Derkzen, voorzitter van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap -
Mede ondertekenaar
C.H. Bosnjakovic , adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.