Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over het verslag van de formele Telecomraad van 2 juni 2023 in Luxemburg (Kamerstuk 21501-33-1029)
2023D36139 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Digitale Zaken hebben enkele fracties de behoefte om
enkele vragen en opmerkingen voor te leggen aan de demissionair Minister van Economische
Zaken en Klimaat en de demissionair Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
over de brief «Verslag van de formele Telecomraad van 2 juni 2023 in Luxemburg» (Kamerstuk
21 501-33, nr. 1029).
De voorzitter van de commissie,
Valstar
De adjunct-griffier van de commissie,
Muller
Inhoudsopgave
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van het verslag van
de formele Telecomraad d.d. 2 juni 2023. Deze leden hebben nog enkele vragen en opmerkingen.
Cyber Resilience Act (CRA)
Naast de nadruk op een betrouwbare en goed uitvoerbare conformiteitstoets en rapportageverplichtingen,
stemt het de leden van de VVD-fractie positief dat een evenwichtige verdeling van
administratieve lasten en proportionaliteit van maatregelen als aandachtspunten worden
genoemd als het gaat om de (implementatie van de) Cyber Resilience Act (CRA).
Deze leden vragen zich hierbij wel af hoe dit in praktijk verwezenlijkt gaat worden.
Kunt u een update geven over de status van de onderhandelingen over de CRA? En op
welke manier gaat het kabinet zich inzetten voor de bescherming en ondersteuning van
ondernemers en het mkb bij de implementatie van de CRA? Op welke wijze bent u voornemens
deze inzet te vertalen op maatregelniveau? Op welke voorliggende concrete maatregelen
kunnen de leden van de VVD-fractie inzet verwachten van het kabinet in het kader van
het borgen van de uitvoerbaarheid en proportionaliteit voor ondernemers?
Interoperabel Europa
De leden van de VVD-fractie lezen dat Nederland de doelstellingen van de verordening
steunt en aandacht heeft gevraagd voor «het doorzoeken van interoperabiliteitsoplossingen
(herbruikbare oplossingen, standaarden en documentatie), die gemakkelijker vindbaar
moeten worden door deze te categoriseren via een nieuw in te stellen centraal publieke
dienstenregister». In het verslag wordt echter niets genoemd over het gebruik van
open source systemen en de minimale veiligheidseisen waar de overheidssystemen aan
moeten voldoen. Kunt u toelichten hoe de veiligheid van de privacy en data van Nederlanders
wordt gewaarborgd en op welke manier een eventuele cyberaanval of eventueel datalek
voorkomen kan worden?
AI- verordening
Inmiddels zijn de triloog-onderhandelingen over de AI-verordening al enige tijd bezig.
De leden van de VVD-fractie vragen hoe het staat met de voortgang hiervan en hoe de
positie van Nederland zich heeft ontwikkeld ten opzichte van andere EU-landen. Kunt
u een laatste stand van zaken geven van de triloog-onderhandelingen binnen de AI-verordening?
Zo nee, waarom niet? Aan welke thema’s en maatregelen is het kabinet voornemens aandacht
te besteden? Op welke wijze gaat het kabinet zich hier inzetten voor het aan banden
leggen van ontwrichtende aanbevelingsalgoritmes conform de aangenomen motie van de
leden Rajkowski en Dekker-Abdulaziz (Kamerstuk 30 821, nr. 193)?
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van het verslag van
de Telecomraad. Deze leden hebben nog enkele vragen.
De leden van de D66-fractie zijn blij met het standpunt dat is ingenomen aangaande
de voortgang van de Cyber Resilience Act (CRA), met name met betrekking tot het belang
van waarborgen zoals een impact assessment. Kunt u een inschatting geven hoeveel voortgang
u verwacht dat nog onder het Zweeds voorzitterschap wordt gemaakt? Welke punten zouden
wat u betreft nog moeten worden toegevoegd aan een algemene oriëntatie?
Ook lezen de leden van de D66-fractie dat er enige voortgang is geboekt aangaande
de Europese digitale identiteit. In hoeverre was Nederland één van de landen die uitspraken
meerwaarde te zien in een raamwerk voor een Europese digitale identiteit, en welke
andere landen waren dit? Hoe lang is het tijdspad van de triloogfase, volgens uw inschatting?
Ook zijn de leden van de D66-fractie blij om te lezen dat er op initiatief van de
motie van de leden Dekker-Abdulaziz en Kathmann (Kamerstuk 32 761, nr. 266) gepleit is om met een oplossing te komen voor het «cookie-vraagstuk». Helaas blijkt
ook dat er weinig voortgang wordt geboekt binnen de ePrivacy-verordening. Kunt u toelichten
welke opties de Eurocommissaris Reynders heeft gepresenteerd om het voor de gebruiker
makkelijker te maken en om alternatieven te vinden voor tracking cookies? In hoeverre
ziet zij, gezien de politieke werkelijkheid in Brussel, mogelijkheden om nationale
regelgeving te maken om de praktijk rondom cookies te verbeteren?
Ten slotte lezen de leden van de D66-fractie dat het Spaans voorzitterschap onder
andere de AI-verordening heeft geprioriteerd. Dat lijkt deze leden een juiste beslissing.
Kunt u nogmaals een tijdspad schetsen van de aankomende belangrijke momenten met betrekking
tot deze verordening?
Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie
De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van het verslag van de formele Telecomraad
en zijn teleurgesteld dat de brief wederom leest als een schoolkrantverslag. In meerdere
debatten is door deze leden aangegeven dat de Kamer meer inzicht wenst in de verhoudingen
die tussen lidstaten bestaan tijdens de onderhandelingen over Europese voorstellen,
zowel als het gaat om standpunten maar ook qua inzet. Deze leden achten de huidige
vorm van verslaggeving ontoereikend en zij zouden hierin substantiële verbeteringen
willen zien. Concreet: bent u bereid om de passages «meerdere lidstaten», «sommige
lidstaten» en «enkele lidstaten» voortaan te kwantificeren? Dat wil zeggen, het benoemen
van de hoeveelheid lidstaten waarop de passage betrekking heeft en, indien mogelijk,
ook aan te geven om welke lidstaten het gaat?
Voorts zouden de leden van de PVV-fractie willen zien dat alle passages die voorafgegaan
worden door de woorden: «Nederland heeft aandacht gevraagd voor...» worden aangevuld
met een inschatting van het effect van de punten die in het kader hiervan zijn gemaakt
door de Nederlandse vertegenwoordiging. Met andere woorden, of er – naar verwachting –
gehoor aan wordt gegeven dan wel of er andere lidstaten overtuigd zijn of zich bij
die woorden aangesloten hebben. Verder vragen deze leden om te verduidelijken wat
het betekent als lidstaten ergens «het belang van benoemen» en welk effect daarmee
daadwerkelijk wordt beoogd en wat de opbrengst daar van is.
Tot slot nog een vraag over de Nederlandse inzet ten aanzien van de AI-verordening:
klopt het dat die inzet nog steeds risicobeheersing als uitgangspunt heeft? Zo ja,
op welke manier kunt u ervoor zorgen dat er voldoende oog voor innovatie blijft? De
paniekerige reactie van enkele Europese landen op de komst van ChatGPT, met als dieptepunt
de tijdelijke ban in Italië, baart de leden van de PVV-fractie zorgen en deze leden
horen graag op welke wijze kan worden voorkomen dat de EU een ontwikkelingsachterstand
oploopt als het gaat om LLM’s (Large Language Models).
Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie
De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van het verslag van de formele Telecomraad
van 2 juni 2023 in Luxemburg. Deze leden betreuren het dat de wens van de Tweede Kamer
om niet in te stemmen met een Europees digitale identiteit is genegeerd, en vragen
zich af hoe de Nederlandse onderhandelingspositie op dit onderwerp er nu uit ziet.
Is met de Telecomraad gedeeld dat u op dit onderwerp tegen de wil van het Nederlands
parlement bent ingegaan? Ook vragen de leden van de SP-fractie of er dankzij uw inzet
nu ook een expliciet handelsverbod komt van gegevens die met de invoering van de Europese
digitale identiteit via wallets kunnen worden uitgewisseld. Is het ook mogelijk voor
Nederland om toch te weigeren deel te nemen aan de Europese digitale identiteit als
het expliciete handelsverbod niet komt?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
P.J. Valstar, voorzitter van de vaste commissie voor Digitale Zaken -
Mede ondertekenaar
S.R. Muller, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.