Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over het verzoekschrift van mw. J. U. d. B.-S. door te geleiden naar de vaste commissie voor Financiën en deze commissie te verzoeken nader verslag uit te brengen (Kamerstuk 36253-5)
2023D30956 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
De vaste commissie voor Financiën heeft op 5 juli 2023 enkele vragen en opmerkingen
aan de Staatssecretaris van Financiën voorgelegd over de op 7 juli 2022 en 8 december
2022 toegezonden brieven over een verzoekschrift inzake het terugbetalen van huurtoeslag
(zie bijlagen bij Kamerstuk 36 253, nr. 5).
De voorzitter van de commissie,
Tielen
De adjunct-griffier van de commissie,
Meijerink
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van het verzoekschrift en de reactie
van de bewindspersonen en hebben op dit moment geen verdere vragen of opmerkingen.
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van het verzoekschrift. Deze leden
betreuren dat er ondanks de schrijnende omstandigheden bij de verzoekster geen ruimte
is om af te wijken van het eerdere besluit. Zij vragen de Staatssecretaris in welke
mate zij het uitpakken van de bestaande kaders in wet- en regelgeving onwenselijk
vindt. Is de Staatssecretaris voornemens om hierop actie te ondernemen? Vindt de Staatssecretaris
dat er voldoende ruimte is om – naast de gronden in de Uitvoeringsregeling Algemene
wet inkomensafhankelijke regelingen (Awir) – in individuele gevallen rekening te houden
met omstandigheden?
Vragen en opmerkingen van het lid van de BBB-fractie
Het lid van de BBB-fractie heeft kennisgenomen van de casus, het verzoekschrift dat
voorligt en de brieven die daarbij horen. Dit lid heeft hier nog een vraag over.
Het verzoekschrift dat voorligt gaat over een individuele casus. De commissie voor
de Verzoekschriften en de Burgerinitiatieven heeft opgeroepen om alsnog tegemoet te
komen aan de wens van verzoekster om haar huurtoeslag over 2019 toe te kennen, aangezien
de commissie een oplossing op maat in deze casus alleszins verdedigbaar en gerechtvaardigd
acht. Het antwoord van de Staatssecretaris hierop is: «nee».
De parlementair advocaat stelt echter dat het in de toekomst wel anders geregeld kan
worden. De parlementair advocaat zegt daarbij het volgende: «De hardheidsclausule
in de Awir kan alleen worden toegepast in situaties die de wetgever niet heeft voorzien
of niet heeft bedoeld. Het gaat om huishoudens die geen recht hebben op huurtoeslag
of recht hebben op minder huurtoeslag, terwijl de Staatssecretaris meent dat deze
gevallen wel voor (meer) huurtoeslag in aanmerking zouden moeten komen (in het licht
van de bedoeling van de wetgever). Het «buiten de boot vallen» leidt dan tot onbillijke
situaties van overwegende aard. Voor zover dit verband houdt met het overschrijden
van de vermogensdrempel, kan door toepassing van de hardheidsclausule een uitzondering
op de (rigide) regelgeving worden gemaakt bij ministeriële regeling.»
Wat vindt de Staatssecretaris van hetgeen de parlementair advocaat beschrijft? Is
de Staatssecretaris voornemens om te doen wat hierboven beschreven staat om ervoor
te zorgen dat mensen niet meer buiten de boot vallen?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.Z.C.M. Tielen, voorzitter van de vaste commissie voor Financiën -
Mede ondertekenaar
S.F.F. Meijer, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.