Voorstel van wet (initiatiefvoorstel) : Voorstel van rijkswet
36 353 (R2185) Voorstel van rijkswet van de leden Stoffer, Valstar, Boswijk en Dassen houdende vaststelling van regels inzake het voldoen aan verplichtingen voor de defensie van het Koninkrijk alsmede (financiële) afspraken binnen de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO) en andere bondgenootschappen (Rijkswet financiële defensieverplichtingen)
Artikel 1. Defensiebudget
Artikel 2. Defensieplan
Artikel 3. Defensiemonitor
Artikel 4. Inwerkingtreding
Artikel 5. Citeertitel
Nr. 2 VOORSTEL VAN RIJKSWET
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje
Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het mede gelet op het meerjarig integraal
beheer van de financiering en bekostiging van het defensiematerieelbegrotingsfonds
wenselijk is om te komen tot de vastlegging van een minimum aan defensie-uitgaven
om op afdoende wijze invulling te kunnen geven aan de bepalingen in artikel 97 van
de Grondwet en aan koninkrijks- en bondgenootschappelijke defensieverplichtingen;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk
gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, de bepalingen van het Statuut
voor het Koninkrijk in acht genomen zijnde, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk
Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Artikel 1. Defensiebudget
1. Teneinde uitvoering te geven aan de verplichtingen die voortvloeien uit artikel 3,
eerste lid, onder a, van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden en artikel 97
van de Grondwet stelt Onze Minister van Defensie in de begroting voor het Ministerie
van Defensie hiertoe jaarlijks voldoende middelen ter beschikking.
2. Met ingang van het begrotingsjaar volgend op het jaar van inwerkingtreding van deze
wet bedragen de defensie-uitgaven, overeenkomstig afspraken gemaakt binnen de Noord-Atlantische
Verdragsorganisatie (NAVO), het equivalent van ten minste twee procent van het bruto
binnenlands product van het land Nederland.
Artikel 2. Defensieplan
1. Op voordracht van Onze Minister van Defensie stelt de regering ten minste elke vijftien
jaar een defensieplan op voor een termijn van vijftien begrotingsjaren. Dit defensieplan
wordt toegezonden aan de beide Kamers der Staten-Generaal en aan de Staten van Aruba,
Curaçao en Sint Maarten.
2. Het defensieplan omvat ten minste de kaders waarbinnen het Koninkrijk invulling zal
geven aan de verplichtingen, bedoeld in artikel 1.
3. Het defensieplan omvat tevens een prioriteitsstelling ten aanzien van de te verrichten
investeringen die voorvloeien uit de verplichtingen, bedoeld in het tweede lid.
Artikel 3. Defensiemonitor
1. Onze Minister van Defensie stelt ten minste iedere vier jaar een defensiemonitor
op. Deze defensiemonitor wordt toegezonden aan de beide Kamers der Staten-Generaal
en aan de Staten van Aruba, Curaçao en Sint Maarten.
2. De defensiemonitor omvat een analyse van de trends en dreigingen ten aanzien van
de vitale belangen van het Koninkrijk en een analyse van de te verwachte maatregelen
die noodzakelijk zijn om deze dreigingen het hoofd te kunnen bieden.
3. Indien de defensiemonitor daartoe aanleiding geeft kan de regering, op voordracht
van Onze Minister van Defensie, door middel van een defensienota het defensieplan,
genoemd in artikel 2, aanpassen. Deze defensienota wordt toegezonden aan de beide
Kamers der Staten-Generaal en, voor zover de daarin aangebrachte wijzigingen van het
defensieplan daartoe aanleiding geven, tevens aan de Staten van Aruba, Curaçao en
Sint Maarten.
4. Voor zover de hiertoe benodigde uitgaven het in artikel 1, tweede lid, genoemde percentage
van het bruto binnenlands product van het land Nederland overschrijden kan de regering,
gehoord de beide Kamers der Staten-Generaal, een voorstel van wet tot wijziging van
de begrotingsstaat indienen als bedoeld in artikel 2.26 Comptabiliteitswet 2016.
Artikel 4. Inwerkingtreding
Deze rijkswet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Artikel 5. Citeertitel
Deze rijkswet wordt aangehaald als: Rijkswet financiële defensieverplichtingen.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad, in het Afkondigingsblad van Aruba, in
het Publicatieblad van Curaçao en in het Afkondigingsblad van Sint Maarten zal worden
geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Defensie,
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Chris Stoffer, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
Laurens Dassen, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
P.J. Valstar, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
Derk Boswijk, Tweede Kamerlid
Stemmingsuitslagen
Aangenomen met handopsteken
Fracties | Zetels | Voor/Tegen |
---|---|---|
PVV | 37 | Voor |
GroenLinks-PvdA | 25 | Tegen |
VVD | 24 | Voor |
NSC | 20 | Voor |
D66 | 9 | Voor |
BBB | 7 | Voor |
CDA | 5 | Voor |
SP | 5 | Tegen |
ChristenUnie | 3 | Voor |
DENK | 3 | Tegen |
FVD | 3 | Tegen |
PvdD | 3 | Tegen |
SGP | 3 | Voor |
Volt | 2 | Voor |
JA21 | 1 | Voor |
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.