Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng nader verslag van een schriftelijk overleg over het Fiche: Verordening inzake Verpakkingen en Verpakkingsafval (Kamerstuk 22112-3620)
2023D17788 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat hebben verschillende fracties
de behoefte om vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Staatssecretaris van Infrastructuur
en Waterstaat over het fiche Verordening inzake Verpakkingen en Verpakkingsafval (Kamerstuk
22 112, nr. 3620).
De voorzitter van de commissie,
Tjeerd de Groot
De griffier van de commissie,
Rijkers
I Vragen en opmerkingen
Inleiding
De leden van de VVD-fractie hebben met zorg kennis genomen van het fiche: Verordening
inzake Verpakkingen en Verpakkingsafval. Deze leden hebben daar de volgende vragen
over.
VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie lezen dat de maatregelen zich op hoofdlijnen laten samenvatten
in drie categorieën, waaronder het harmoniseren van de inzameling van gebruikte verpakkingen.
Deze leden vragen de Staatssecretaris aan te geven waaruit blijkt dat het harmoniseren
van het inzamelen van gebruikte verpakkingen een taak is voor de Europese Commissie
(EC). Deze leden vragen tevens aan te geven welke wetswijzigingen dat voor de Nederlandse
afvalwetgeving tot gevolg zal hebben.
De leden van de VVD-fractie lezen dat er duidelijke, beperkende voorschriften worden
gesteld voor het gebruik van composteerbare verpakkingen. Kan de Staatssecretaris
aangeven wat er wordt verstaan onder composteerbare verpakkingen? Is de Staatssecretaris
het met de VVD-fractie eens dat er bij composteren in theorie meer CO2 vrij kan komen dan bij het recyclen van verpakkingen?
De leden van de VVD-fractie lezen dat het voorstel inzet op verplichte statiegeldsystemen.
Kan de Staatssecretaris een overzicht aan de Kamer doen toekomen waarbij per land
wordt weergegeven voor welke afvalstromen er reeds statiegeldsystemen bestaan? Kan
de Staatssecretaris aangeven wat de impact op het Nederlandse statiegeldsysteem zal
zijn, wanneer er één uniform Europees statiegeldsysteem wordt ingevoerd?
De leden van de VVD-fractie lezen dat de EC heeft berekend dat de kwalitatieve impact
van de voorkeursaanpak in 2030 leidt tot een reductie van 3,1 miljoen ton afval. Kan
de Staatssecretaris aangeven hoe die 3,1 miljoen ton zich verdeelt over de lidstaten
van de EU? Kan de Staatssecretaris daarbij tevens aangeven hoeveel verpakkingsafval
er per land wordt weggegooid? Kan de Staatssecretaris aangeven hoe de vermindering
van de milieudruk met 6,4 miljard euro onderbouwd is en welk deel daarvan aan Nederland
toekomt? Kan de Staatssecretaris de onderbouwing aanleveren voor de lagere afvalbeheerskosten
(4,2 miljard euro), de verwachte kosten voor statiegeldsystemen (4,6 miljard euro),
de verminderde verkoop van verpakkingen (51,7 miljard euro) en de extra jaarlijkse
kosten voor het bedrijfsleven (1,3 miljard euro) en welk deel daarvan voor Nederland
geldt? Deze leden lezen ook dat de effecten op werkgelegenheid een toename van 29.000
banen bedraagt. Welk deel daarvan betreft de Nederlandse arbeidsmarkt en op welke
manier voorziet de Staatssecretaris dat deze banen kunnen worden ingevuld?
De leden van de VVD-fractie lezen dat de verordening leidt tot een algemeen voordeel
betreffende het versterken van de positie van de consument. Kan de Staatssecretaris
die redenatie onderbouwen?
De leden van de VVD-fractie lezen dat de voorkeursaanpak van de EC rekening houdt
met het midden- en kleinbedrijf (MKB) door ervoor te zorgen dat de effecten voor deze
bedrijven proportioneel zijn. Kan de Staatssecretaris door middel van een eigen impactanalyse
helder maken welke effecten dat dan zijn en kan zij aantonen dat deze effecten daadwerkelijk
proportioneel zijn?
De leden van de VVD-fractie lezen dat onnodige verpakkingen voorkomen moeten worden.
Kan de Staatssecretaris aangeven op basis van welke criteria, en door wie wordt bepaald
of een verpakking nodig is of niet?
De leden van de VVD-fractie lezen dat er op bepaalde punten ruimte moet zijn voor
een meer ambitieus nationaal beleid wanneer de nationale context daar aanleiding toe
geeft. Kan de Staatssecretaris aangeven wat zij bedoelt met «wanneer de nationale
context daar aanleiding toe geeft»? Kan de Staatssecretaris aangeven of zij op dit
moment al punten ziet waarbij nationaal beleid ambitieuzer is dan het voorstel? Kan
de Staatssecretaris aangeven hoe zij een gelijk speelveld borgt in die gevallen waarbij
nationaal beleid ambitieuzer is dan het voorstel?
De leden van de VVD-fractie lezen dat de EC in haar impactassessment aangeeft dat
de milieuvoordelen van de maatregelen voor op de EU-markt gebrachte kunststofverpakkingen
de maatregel rechtvaardigen. Kan de Staatssecretaris die stelling onderbouwen of kwantificeren?
De leden van de VVD-fractie lezen dat een duidelijke definitie van het begrip «herbruikbaar»
van belang is. Kan de Staatssecretaris aangeven welke definitie de EC hanteert en
kan de Staatssecretaris aangeven welke definitie Nederland hanteert?
De leden van de VVD-fractie lezen dat het kabinet positief is over het verminderen
van het gebruik van lichtgewicht plastic tasjes. Kan de Staatssecretaris aangeven
wat verstaan wordt onder «lichtgewicht tasjes» en aangeven op welke manier in de handhaving
voorzien wordt zodat niet meer dan 40 tasjes per inwoner worden verbruikt? Kan de
Staatssecretaris aangeven per land hoeveel lichtgewicht tasjes inwoners de afgelopen
jaren hebben verbruikt?
De leden van de VVD-fractie lezen dat per 2030 alle verpakkingen recyclebaar moeten
zijn en dat deze in 2035 ook op schaal gerecycled kunnen worden. Kan de Staatssecretaris
aangeven wat er bedoeld wordt met «op schaal recyclen»? Kan zij aangeven wat de toegevoegde
waarde is van het normeren van hoeveelheden verpakkingsmateriaal per inwoner wanneer
diezelfde verpakkingen hoogwaardig gerecycled kunnen worden hergebruikt? Deze leden
lezen dat het kabinet staat voor een ambitieuze lijn als het gaat om het toepassen
van recyclaat waarbij de inzet in lijn is met de eisen en regelgeving voor voedselveiligheid.
Kan de Staatssecretaris aangeven welke regelgeving op het gebied van voedselveiligheid
het toepassen van recyclaat in verpakkingen voor voedsel belemmert en kan zij aangeven
hoe die regelgeving in Europa verschilt van die in de Verenigde Staten?
De leden van de VVD-fractie lezen dat het kabinet uitziet naar de uitwerking van de
gedelegeerde handelingen die een einde moeten maken aan eigenschappen die (hoogwaardige)
recycling belemmeren. Kan de Staatssecretaris aangeven wanneer sprake is van hoogwaardige
recycling en kan zij aangeven welke belemmeringen daar momenteel in de Nederlandse
situatie bij bestaan?
De leden van de VVD-fractie lezen dat het kabinet de voorgestelde verplichting tot
uniforme labels op verpakkingen steunt, zodat duidelijk is waar verpakkingen weggegooid
moeten worden. Deze leden lezen ook dat rekening gehouden dient te worden met het
feit dat elk land eigen praktijken en een eigen infrastructuur kent voor de inzameling
van afval en dat het kabinet ervoor zal waken dat beoogde harmonisatie geen onnodige
negatieve gevolgen heeft. Kan de Staatssecretaris aangeven wanneer er sprake zou kunnen
zijn van onnodige negatieve gevolgen, kan zij aangeven voor wie en kan zij aangeven
op welke manier zij die gaat voorkomen? Kan de Staatssecretaris aangeven hoe zij borgt
dat uniforme labels op verpakkingen niet leiden tot onnodige negatieve gevolgen?
De leden van de VVD-fractie lezen dat het kabinet zal bepleiten om de verordening
op onderdelen naast de interne markt grondslag ook op de milieugrondslag te baseren.
Kan de Staatssecretaris aangeven voor welke onderdelen van de verordening dat geldt
en kan zij aangeven op welke onderdelen zij verdergaande maatregelen wil nemen? Kan
zij aangeven welke consequenties er nog meer kunnen zijn wanneer de grondslag wordt
aangepast?
De leden van de VVD-fractie lezen dat de overgang van richtlijn naar verordening zal
leiden tot vereenvoudiging. Kan de Staatssecretaris daar een toelichting op geven?
Kan zij dat laten onderbouwen door een impactanalyse uit te voeren voor de Nederlandse
situatie? Kan zij de kosten die in de eerste jaren zullen ontstaan na de implementatie
van het voorstel door een impactanalyse kwantificeren? Deze leden lezen dat het kabinet
zich ervoor inzet dat de lasten voor het bedrijfsleven proportioneel blijven ten opzichte
van de te behalen doelen. Kan de Staatssecretaris concreet aangeven tot waar deze
proportionaliteit gaat en vanaf welk niveau de lasten voor het bedrijfsleven niet
meer proportioneel zijn? Kan zij daarover gedurende de onderhandelingen periodiek
met het bedrijfsleven afstemmen en vertegenwoordigers van het bedrijfsleven voldoende
betrekken bij de (voorbereidingen van) de onderhandelingen?
De leden van de VVD-fractie lezen in artikel 6 (4) dat de EC de bevoegdheid krijgt
criteria vast te stellen op het gebied van ontwerpeisen met het oog op recycling gericht
op de laatste stand der techniek of de infrastructuur voor inzamelen, sorteren en
recyclen. Kan de Staatssecretaris aangeven hoe vaak de EC van deze bevoegdheid gebruik
zal maken en of bij elke slimme innovatie in een van de lidstaten de ontwerpeisen
worden aangepast?
De leden van de VVD-fractie lezen in artikel 6 (6) dat de EC methodes vaststelt om
te kunnen beoordelen of verpakkingen op grote schaal kunnen worden gerecycled en dat
daarbij rekening wordt gehouden met een viertal elementen. Kan de Staatssecretaris
aangeven of met dit artikel het ook mogelijk wordt om afval uit de ene lidstaat vrijelijk
voor recycling te transporteren naar een andere lidstaat? Kan de Staatssecretaris
aangeven wat de consequenties zijn wanneer de Commissie geen methode vaststelt, of
oordeelt dat er geen sprake kan zijn van recycling op grote schaal?
De leden van de VVD-fractie lezen in artikel 7 (10) dat de EC bevoegd is de recyclepercentages
naar beneden kan aanpassen in geval van schaarste van herbruikbare grondstoffen. Kan
de Staatssecretaris aangeven waarop de initieel opgenomen percentages gebaseerd zijn?
Welke herbruikbare grondstofstromen van genoemde stoffen zijn momenteel reeds in de
praktijk in lidstaten gekwantificeerd en hoe verhouden die zich tot de initieel opgenomen
percentages? Kan de Staatssecretaris aangeven hoe de EC het gelijke speelveld waarborgt
wanneer in de ene lidstaat dankzij veel investeringen van de producenten de opgenomen
percentages behaald worden en in een andere lidstaat bij lange na niet? Hoe gaat de
Commissie om met dergelijke verschillen in relatie tot de in artikel 7 (10) opgenomen
bevoegdheid?
De leden van de VVD-fractie lezen dat artikel 26 (16) de EC de bevoegdheid geeft doelstellingen
voor nog niet genoemde producten toe te voegen. Is de Staatssecretaris het met de
VVD-fractie eens dat dit een ongewenst open einde betreft aangezien er geen criteria
genoemd worden anders dan «positieve ervaringen»? Kan de Staatssecretaris aangeven
welke consequenties de EC verbindt aan het niet halen van de benoemde streefcijfers?
De leden van de VVD-fractie lezen in artikel 57 (3) dat de EC na 60 maanden de bevoegdheid
krijgt tot het stellen van inkoopcriteria voor overheidscontracten. Kan de Staatssecretaris
aangeven wat verstaan wordt onder «groene overheidscontracten»? Kan de Staatssecretaris
aangeven wat verstaan wordt onder «onevenredige kosten» en in hoeverre de EC bij het
bepalen van die onevenredigheid uit gaat van een gelijke beoordeling voor alle lidstaten?
Is de Staatssecretaris het met de VVD-fractie eens dat de in dit artikel beschreven
bevoegdheid van de EC ertoe kan leiden dat de Commissie verschillende inkoopcriteria
per lidstaat op kan leggen en dat dit ten principale onwenselijk is?
De leden van de VVD-fractie lezen in artikel 39 (11) specifieke rapportageverplichtingen
voor producenten. Kan de Staatssecretaris op deze specifiek rapportageverplichtingen
een separate impactanalyse voor het bedrijfsleven uitvoeren en daarbij zichtbaar maken
welke rapportageverplichtingen reeds bestaan (dan wel nu dubbel zijn).
De leden van de VVD-fractie lezen dat de voorgestelde implementatietermijnen in principe
haalbaar worden geacht. Deze leden lezen ook dat het kabinet, met het oog op het minimaliseren
van lasten aandacht zal vragen voor de termijnen waarbinnen diverse maatregelen van
toepassing zijn en dat het kabinet zal inzetten op termijnen die voldoende tijd geven
aan marktpartijen om aan gestelde eisen te voldoen. Kan de Staatssecretaris aangeven
waarom zij aandacht vraagt voor deze termijnen terwijl het kabinet eveneens stelt
dat de implementatietermijnen haalbaar worden geacht?
De leden van de VVD-fractie lezen dat onduidelijk is of er een overgangsperiode is
voorzien voor verpakkingen die al op de interne markt zijn op het moment dat de verordening
in werking treedt. Kan de Staatssecretaris aangeven hoe het kabinet aankijkt tegen
een overgangsperiode en met welk voorstel het de onderhandelingen in zal gaan?
De leden van de VVD-fractie lezen dat het voorstel effect kan hebben op ontwikkelingslanden
die grondstoffen leveren voor verpakkingen. Kan de Staatssecretaris aangeven welke
grondstoffen uit welke landen dit betreft (naast olie en gas) en welke effecten bedoeld
worden?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
T.C. (Tjeerd) de Groot, voorzitter van de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat -
Mede ondertekenaar
J. Rijkers, griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.