Memorie van toelichting : Memorie van toelichting
Tweede Kamer der Staten-Generaal
InhoudsopgaveA. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL B. BEGROTINGSTOELICHTING1 Leeswijzer2 Beleid2.1 Overzicht belangrijkste uitgavenmutaties3 Beleidsartikelen3.1 Artikel 1 VolksgezondheidBudgettaire gevolgen van beleidToelichting 1. Gezondheidsbeleid2. Ziektepreventie3. Gezondheidsbevordering3.2 Artikel 2 Curatieve ZorgBudgettaire gevolgen van beleidToelichting 1. Kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid van de zorg3. Ondersteuning van het zorgstelselOntvangsten3.3 Artikel 3 Langdurige zorg en ondersteuningBudgettaire gevolgen van beleidToelichting 1. Participatie en zelfredzaamheid van mensen met beperkingen 2. Zorgdragen voor langdurige zorg tegen maatschappelijk aanvaardbare kosten3.4 Artikel 4 Zorgbreed beeldBudgettaire gevolgen van beleidToelichting 1. Positie cliënt en transparantie van zorg2. Opleidingen, beroepenstructuur en arbeidsmarkt3. Informatiebeleid5. Zorg, welzijn en jeugdzorg op Caribisch Nederland3.5 Artikel 5 JeugdBudgettaire gevolgen van beleidToelichting 3. Effectief en efficiënt werkend jeugdstelsel3.6 Artikel 6 Sport en bewegenBudgettaire gevolgen van beleidToelichting 4. Sport verenigt NederlandOntvangsten3.7 Artikel 7 Oorlogsgetroffenen en Herinnering WOIIBudgettaire gevolgen van beleid2. Pensioenen en uitkeringen voor verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen WO II3.8 Artikel 8 Tegemoetkoming specifieke kostenBudgettaire gevolgen van beleidToelichting 1. Inkomensoverdrachten4 Niet-beleidsartikelen4.1 Artikel 9 AlgemeenBudgettaire gevolgen van beleid4.2 Artikel 10 Apparaat KerndepartementApparaatsuitgaven departement Budgettaire gevolgenToelichting apparaatsuitgaven kerndepartementOntvangsten4.3 Artikel 11 Nog onverdeeldBudgettaire gevolgen Nog onverdeeldToelichting5 Agentschappen5.1 Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM)6 Financieel Beeld Zorg6.1 Inleiding6.2 Ontwikkeling van de netto zorguitgaven en het Uitgavenplafond Zorg6.2.1 Ontwikkeling van de netto zorguitgaven6.2.2 Ontwikkeling van het Uitgavenplafond Zorg6.2.3 Toetsing van de netto zorguitgaven aan het Uitgavenplafond Zorg6.3 Verticale ontwikkeling van de zorguitgaven en -ontvangsten6.3.1 Verticale ontwikkeling van de Zvw-uitgaven en -ontvangsten6.3.2 Verticale ontwikkeling van de Wlz-uitgaven en -ontvangsten6.3.3 Verticale ontwikkeling begrotingsgefinancierde zorguitgaven
36 350 XVI Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2023 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)
Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING
Vergaderjaar 2022‒2023
A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL
Wetsartikelen 1 tot en met 3
De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2023 wijzigingen aan te brengen in:
1. de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;
2. de begrotingsstaat inzake de agentschappen van dit ministerie;
De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,E.J.Kuipers
B. BEGROTINGSTOELICHTING
1 Leeswijzer
De mutaties in deze suppletoire begroting bestaan uit herschikkingen binnen de begrotingsuitgaven, overboekingen van en naar andere begrotingshoofdstukken, financieringsverschuivingen en middelen die ten laste of ten gunste van het generale beeld aan de begroting van VWS worden toegevoegd of vrijvallen.
De gepresenteerde cijfers sluiten aan bij de Voorjaarsnota 2023, die de Minister van Financiën aan de Tweede Kamer aanbiedt (Kamerstukken II, 36 350 nr.1).
Om de leesbaarheid van de toelichting op de beleidsartikelen te bevorderen zijn de volgende uitgangspunten toegepast:
• Naast de politiek en beleidsmatig relevante mutaties worden mutaties op de instrumenten toegelicht op basis van onderstaande grenzen voor het totale mutatiebedrag voor de uitgaven en ontvangsten. Hiermee wordt aangesloten bij de RBV 2023.
• Voor wat betreft de verplichtingenmutaties wordt per artikel enkel het saldo weergegeven.
Tabel 1 Ondergrenzen conform RBV
Omvang begrotingsartikel (stand ontwerpbegroting) in € miljoen
Beleidsmatige mutaties (ondergrens in € miljoen)
Technische mutaties (ondergrens in € miljoen)
< 50
1
2
=> 50 en < 200
2
4
=> 200 en < 1000
5
10
=> 1000
10
20
Voor wat betreft de uitgaven en ontvangsten behorend tot het Uitgavenplafond Zorg worden mutaties die groter zijn dan € 10 miljoen toegelicht.
In deze suppletoire begroting is de afroming van de structurele onderuitputting verwerkt op de verschillende beleidsartikelen. Dit bedraagt in totaal € 81 miljoen op de uitgaven en € 24 miljoen op de ontvangsten. De VWS-begroting wordt met deze bedragen verlaagd c.q. de ontvangsten worden met dit bedrag verhoogd. Dit sluit aan bij de motie Heinen (Kamerstukken II, 36 250, nr. 4) en de Voorjaarsnota 2023. Er kunnen nog correcties op deze verwerking plaatsvinden, temeer onderuitputting zich niet altijd op dezelfde plek manifesteert.
2 Beleid
2.1 Overzicht belangrijkste uitgavenmutaties
Tabel 2 Belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties 2023 (Eerste suppletoire begroting) (Bedragen x € 1.000)
Artikelnummer
Uitgaven 2023
Vastgestelde begroting 2023
Belangrijkste suppletoire mutaties
1) Ruimte begroting LCCB
1
‒ 158.020
2) Vrijval middelen Dienst Testen
1
‒ 418.500
3) Ruimte Coronatoegangsbewijs
1
‒ 157.300
4) Ruimte begroting GGD
1
‒ 587.380
5) Vaccinatiebeleid 2023 huisartsen/ziekenhuizen
1
‒ 74.600
6) VIPP Farmacie
2
‒ 18.000
7) Passende zorg
2
‒ 9.550
8) Regeling post-covid
2
25.000
9) Wonen en zorg voor ouderen
3
‒ 48.300
10) Stimuleringsregeling E-health Thuis
3
‒ 19.100
11) Nationaal Actieplan Dakloosheid 2023
3
‒ 55.000
12) Groninger Zorgakkoord
3
‒ 33.500
13) Algemeen Fonds Bijzondere Ziektekosten (AFBZ)
3
14.499.326
14) Bijdrage Kosten Korting (BIKK)
3
‒ 24.800
15) Rijksbijdrage Wlz
3
‒ 1.450.000
16) Meerkostenregeling Oekraïne
3
30.920
17) Bijdrage Slavernijverleden
4
‒ 60.550
18) Sectorplanplus
4
‒ 112.500
19) Tegemoetkomingsregeling rapport cie. de Winter
5
‒ 23.302
20) COVID-19 STIK-regeling Sport en uitvoeringskosten
6
36.000
21) Zorgtoeslag
8
115.600
Stand 1e suppletoire begroting 2023
11.456.444
Toelichting
1. De bijgestelde begroting van het LCCB leidt tot een lagere raming van € 158 miljoen.
2. Door een lager uitvallende realisatie van het testbeleid in januari en februari en het huidige OMT advies rondom (zelf)testen zijn de ramingen bijgesteld.
3. Het Corona Toegangsbewijs (CTB) wordt op dit moment niet gebruikt. De € 157,3 miljoen die hiervoor was gereserveerd valt hierdoor vrij.
4. De raming voor het benodigde budget van de GGD in verband met de beheersing van het corona virus is met € 587 miljoen naar beneden bijgesteld.
5. De raming voor het benodigde middelen (€ 74,6 miljoen) voor eventuele vaccinatie tegen corona door huisartsen en ziekenhuizen kan naar beneden worden bijgesteld.
6. Doordat de financiering van de Kickstart Medicatieoverdracht later van start is gegaan heeft ook het programma Versnelling Informatie-uitwisseling Patiënt en Professioneel Farmacie vertraging opgelopen. De planning is dat de opschaling hiervan bij apotheken start vanaf eind 2024. Om deze reden is een kasschuif van € 18 miljoen van 2023 naar latere jaren verwerkt.
7. Met een kasschuif worden de middelen in het juiste ritme geplaatst om ervoor te zorgen dat we de doelstellingen op het gebied van Passende Zorg kunnen bereiken.
8. VWS draagt bij aan een collectieve regeling voor zorgmedewerkers die door covid-19 langdurig ziek zijn geworden in de eerste helft van 2020.
9. Dit betreft een kasschuif van € 48,3 miljoen voor de stimuleringsregeling wonen en zorg voor ouderen. Na de zomer van 2023 zal de regeling worden opengesteld. Dankzij de kasschuif blijven de middelen beschikbaar voor de regeling in latere jaren.
10. Doordat de regeling later zal worden opengesteld dan initieel beoogd is door middel van een kasschuif het budget doorgeschoven naar volgende jaren. De maximale looptijd van de projecten bedraagt drie jaar. Hierdoor zal de uitbetaling van een toegekende subsidie eind 2025 doorlopen tot 2028.
11. Voor de aanpak van dakloosheid wordt in 2023 vanaf de VWS-begroting € 55 miljoen overgeheveld naar 43 centrumgemeenten. Dit leidt tot een neerwaartse bijstelling op de VWS-begroting.
12. De middelen van de subsidieregeling worden door middel van een kasschuif doorgeschoven naar latere jaren.
13. In de Wlz is een bepaling opgenomen dat het Algemeen Fonds Bijzondere Ziektekosten (AFBZ) tot eind 2022 open zou blijven voor het afwikkelen van de resterende vorderingen en verplichtingen. Het uiteindelijke saldo van het AFBZ, een tekort van circa € 14,5 miljard, komt ten laste van de Rijksschatkist.
14. Dit betreft een bijstelling van de bijdrage in de kosten van kortingen (BIKK) op basis van actuele ramingen van het CPB.
15. Dit betreft de bijstelling van de uitgavenraming rijksbijdrage Wlz naar aanleiding van actuele ramingen van het CPB.
16. Voor de verlenging van de meerkostenregeling Oekraïne aan gemeenten is € 30,9 miljoen aan extra middelen overgeboekt.
17. Dit betreft de VWS-bijdrage van € 60,6 miljoen in het kader van het slavernijverleden. Deze middelen worden overgeheveld naar de begroting van BZK en leiden derhalve tot een neerwaartse bijstelling op de VWS-begroting.
18. Omdat de aanvragen voor Sectorplanplus lager zijn dan het beschikbare subsidiebudget valt € 112,5 miljoen vrij.
19. Voor 2023 stelt VWS € 23,3 miljoen beschikbaar voor de regeling tegemoetkoming slachtoffers jeugdzorg. Deze middelen worden van de VWS-begroting overgeheveld naar het Schadefonds Geweldsmisdrijven.
20. De uitvoering van de Sport Covid-19 tegemoetkoming regeling (STIK) is met de bijbehorende € 36 miljoen doorgeschoven naar 2023.
21. De raming van de uitgaven zorgtoeslag is aangepast op basis van de actuele raming van het CPB.
3 Beleidsartikelen
3.1 Artikel 1 Volksgezondheid
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 3 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 1 Volksgezondheid (bedragen x € 1.000)
Begroting 2023 (1)
Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)
Vastgestelde begroting t (3) = (1) + (2)
Mutaties 1e suppletoire begroting (4)
Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)
Mutatie 2024
Mutatie 2025
Mutatie 2026
Mutatie 2027
Verplichtingen
4.981.446
‒ 500
4.980.946
‒ 418.254
4.562.692
504.154
237.113
307.774
373.629
Uitgaven
4.129.960
‒ 500
4.129.460
‒ 1.025.102
3.104.358
816.733
544.207
550.366
398.227
1. Gezondheidsbeleid
632.744
‒ 500
632.244
403.881
1.036.125
425.182
408.715
346.726
207.889
Subsidies
23.936
0
23.936
15.274
39.210
14.766
14.795
10.134
10.639
(Lokaal) gezondheidsbeleid
23.663
0
23.663
15.274
38.937
14.766
14.795
10.134
10.639
Overige
273
0
273
0
273
0
0
0
0
Opdrachten
11.419
0
11.419
128
11.547
‒ 150
‒ 121
0
0
(Lokaal) gezondheidsbeleid
11.419
0
11.419
128
11.547
‒ 150
‒ 121
0
0
Bijdragen aan agentschappen
166.365
0
166.365
2.558
168.923
21.592
10.052
10.107
11.674
Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit
126.540
0
126.540
‒ 1.074
125.466
‒ 2.124
2.076
6.276
10.776
RIVM: wettelijke taken en beleidsondersteuning zorgbreed
34.026
0
34.026
7.134
41.160
26.716
10.976
3.831
898
Overige
5.799
0
5.799
‒ 3.502
2.297
‒ 3.000
‒ 3.000
0
0
Bijdragen aan ZBO's/RWT's
326.225
‒ 500
325.725
35.717
361.442
38.062
34.979
24.535
6.226
ZonMw: programmering
326.225
‒ 500
325.725
35.717
361.442
38.062
34.979
24.535
6.226
Overige
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Bijdragen aan medeoverheden
104.799
0
104.799
350.204
455.003
350.912
349.010
301.950
179.350
Aanpak Gezondheidsachterstanden
104.659
0
104.659
350.204
454.863
350.912
349.010
301.950
179.350
Overige
140
0
140
0
140
0
0
0
0
2. Ziektepreventie
3.285.104
0
3.285.104
‒ 1.407.375
1.877.729
417.839
161.671
206.923
192.553
Subsidies
327.209
0
327.209
‒ 12.597
314.612
32.400
28.710
27.550
27.800
Ziektepreventie
18.997
0
18.997
1.003
20.000
6.600
2.910
1.750
2.000
Bevolkingsonderzoeken
190.538
0
190.538
‒ 2.350
188.188
28.150
28.150
28.150
28.150
Vaccinaties
117.674
0
117.674
‒ 11.250
106.424
‒ 2.350
‒ 2.350
‒ 2.350
‒ 2.350
Overige
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Opdrachten
1.187.666
0
1.187.666
‒ 657.502
530.164
53.326
14.388
37.287
42.261
Ziektepreventie
1.152.511
0
1.152.511
‒ 676.812
475.699
30.483
‒ 12.700
0
0
Pandemische paraatheid
35.155
0
35.155
19.310
54.465
22.843
27.088
37.287
42.261
Overige
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Bijdrage aan agentschappen
467.656
0
467.656
8.124
475.780
80.716
44.202
50.186
49.192
RIVM: Opdrachtverlening aan kenniscentra
223.517
0
223.517
29.960
253.477
35.350
2.826
3.958
4.358
RIVM: Bevolkingsonderzoeken
48.987
0
48.987
494
49.481
494
494
494
494
RIVM: Vaccinaties
146.939
0
146.939
‒ 20.783
126.156
‒ 3.195
‒ 2.738
‒ 1.738
‒ 1.738
Pandemische paraatheid
48200
0
48.200
‒ 1547
46653
48067
43620
47472
46078
Overige
13
0
13
0
13
0
0
0
0
Bijdragen aan ZBO's/RWT's
305.000
0
305.000
‒ 158.020
146.980
0
0
0
0
Landelijke Coördinatie COVID-19 Bestrijding
305.000
0
305.000
‒ 158.020
146.980
0
0
0
0
Bijdrage aan medeoverheden
997.573
0
997.573
‒ 587.380
410.193
251.397
74.371
91.900
73.300
Pandemische paraatheid
37.295
0
37.295
0
37.295
43.750
74.371
91.900
73.300
Overige
960.278
0
960.278
‒ 587.380
372.898
207.647
0
0
0
Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Overige
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Garanties
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Overige
0
0
0
0
0
0
0
0
0
3. Gezondheidsbevordering
180.667
0
180.667
‒ 22.119
158.548
‒ 26.154
‒ 26.155
‒ 3.372
‒ 2.304
Subsidies
88.950
0
88.950
‒ 6.380
82.570
‒ 7.789
‒ 7.818
‒ 2.768
‒ 2.068
Preventie van schadelijk middelengebruik
31.363
0
31.363
‒ 3.460
27.903
‒ 4.441
‒ 4.470
30
30
Gezonde leefstijl en gezond gewicht
28.895
0
28.895
‒ 3.405
25.490
‒ 2.758
‒ 2.758
‒ 2.798
‒ 2.098
Letselpreventie
5.436
0
5.436
1.075
6.511
0
0
0
0
Bevordering van seksuele gezondheid
19.462
0
19.462
0
19.462
0
0
0
0
Overige
3.794
0
3.794
‒ 590
3.204
‒ 590
‒ 590
0
0
Opdrachten
11.743
0
11.743
1.713
13.456
‒ 400
‒ 400
0
0
Gezondheidsbevordering
11.743
0
11.743
1.713
13.456
‒ 400
‒ 400
0
0
Overige
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Bijdragen aan agentschappen
5.123
0
5.123
‒ 506
4.617
‒ 389
‒ 361
‒ 368
0
Overige
5.123
0
5.123
‒ 506
4.617
‒ 389
‒ 361
‒ 368
0
Bijdragen aan ZBO's/RWT's
166
0
166
0
166
0
0
0
0
Overige
166
0
166
0
166
0
0
0
0
Bijdragen aan medeoverheden
74.685
0
74.685
‒ 16.946
57.739
‒ 17.576
‒ 17.576
‒ 236
‒ 236
Gezondheidsbevordering (incl. Heroïnebehandeling)
15.064
0
15.064
‒ 36
15.028
‒ 36
‒ 36
‒ 36
‒ 36
Seksuele gezondheid
59.621
0
59.621
‒ 16.910
42.711
‒ 17.540
‒ 17.540
‒ 200
‒ 200
Overige
0
0
0
0
0
0
0
0
0
4. Ethiek
31.445
0
31.445
511
31.956
‒ 134
‒ 24
89
89
Subsidies
28.725
0
28.725
363
29.088
‒ 223
‒ 113
0
0
Abortusklinieken
18.570
0
18.570
476
19.046
‒ 113
‒ 113
0
0
Medische Ethiek
10.155
0
10.155
‒ 113
10.042
‒ 110
0
0
0
Opdrachten
362
0
362
59
421
0
0
0
0
Medische Ethiek
362
0
362
59
421
0
0
0
0
Bijdragen aan agentschappen
2.358
0
2.358
89
2.447
89
89
89
89
CIBG: Uitvoeringstaken medische ethiek
2.358
0
2.358
89
2.447
89
89
89
89
Ontvangsten
33.903
0
33.903
0
33.903
0
0
0
0
Overige
33.903
0
33.903
0
33.903
0
0
0
0
Toelichting
1. Gezondheidsbeleid
Subsidies
(Lokaal) gezondheidsbeleidDe middelen voor suïcidepreventie (€ 16,6 miljoen) zijn overgeheveld vanuit artikel 2 Curatieve Zorg. Vanuit de ministeries van BZK en JenV zijn bijdragen overgeboekt voor de financiering van de opleiding tot forensisch arts (€ 2,6 miljoen). Vanuit de coalitiemiddelen voor Mentale Gezondheid zijn middelen overgeheveld naar artikel 5 Jeugd voor onder andere mentaal gezond in het onderwijs (€ 1,6 miljoen). Voor de financiering van 3 extra opleidingsplaatsen van jeugdgezondheidsartsen is € 0,7 miljoen overgeheveld naar artikel 4 Zorgbreed Beleid. De overige mutaties bedragen per saldo minus € 1,6 miljoen. Meerjarig is € 11,5 miljoen aanvullend beschikbaar voor suïcidepreventie.
Bijdragen aan agentschappen
Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit
Vanaf 2025 worden er middelen vanuit het ministerie van LNV overgeheveld naar de NVWA. Deze middelen zijn enerzijds bedoeld om de NVWA verder te versterken en anderzijds voldoende middelen ter beschikking te stellen die aansluiten bij de taken van de NVWA. Dit betreft € 2,1 miljoen in 2025, € 6,3 miljoen in 2026 en € 10,8 miljoen in 2027.
RIVM: wettelijke taken en beleidsondersteuning zorgbreedHet budget is verhoogd met € 5,7 miljoen voor additionele opdrachten die aan het RIVM zijn verstrekt. Dit betreft opdrachten op het terrein van het programma Risicoschatting en beoordeling voor beleid (€ 1,5 miljoen), het programma Sport (€ 0,5 miljoen) en het programma Volksgezondheid en Zorg (€ 3,7 miljoen). Voor de compensatie van de concernorganisaties voor de sterk gestegen tarieven door de hoge inflatie wordt € 1,4 miljoen beschikbaar gesteld. Meerjarig zijn middelen beschikbaar gesteld voor het programma covid-19 bij het RIVM voor corona gerelateerde werkzaamheden. Dit wordt in de komende jaren afgeschaald zodat budgetten in lijn komen met de reguliere infectieziektebestrijding.
Bijdragen aan ZBO's/RWT's
ZonMw: programmeringVoor de uitvoering van opdrachten/programma's door ZonMw zijn meerjarig middelen beschikbaar gesteld. Binnen de begroting van VWS is per saldo in totaal € 20,3 miljoen overgeheveld in 2023. Binnen artikel 1 Volksgezondheid betreft het middelen voor de programma's Alcoholonderzoek (€ 2,0 miljoen) en Microplastics en gewasbescherming (€ 2,0 miljoen). Vanuit artikel 2 Curatieve Zorg betreft het middelen voor het programma Oncode (€ 1,6 miljoen) en voor een correctie van een kasschuif voor Leefstijlgeneeskunde (€ 6,3 miljoen). Vanuit artikel 3 Langdurige Zorg en ondersteuning betreft het middelen voor de programma's IOC-regeling ouderenzorg (€ 1,9 miljoen) en Richtlijnen palliatieve zorg (€ 0,9 miljoen). Vanuit artikel 6 Sport betreft het middelen voor het programma Sportinnovator (€ 3,1 miljoen). Vanuit artikel 10 Apparaat Kerndepartement betreft het middelen voor het programma Leefomgeving (€ 2,5 miljoen). Voor de compensatie van de concernorganisaties voor de sterk gestegen tarieven door de hoge inflatie wordt € 3,9 miljoen beschikbaar gesteld. De overige mutaties bedragen per saldo € 2,9 miljoen.
Bijdragen aan medeoverheden
Aanpak GezondheidsachterstandenGezond en Actief Leven Akkoord (GALA)De financiering van deze meerjarige specifieke uitkering is gecentraliseerd op artikel 1 Volksgezondheid. Daartoe is per saldo € 202,3 miljoen binnen de begroting van VWS overgeheveld naar dit instrument. Binnen artikel 1 betreft het middelen voor Opgroeien in een Kansrijke Omgeving & Vroegsignalering alcoholproblematiek (€ 2,5 miljoen) en Aanpak overgewicht en obesitas (€ 17,5 miljoen). Vanuit artikel 3 Langdurige Zorg en ondersteuning betreft het middelen voor Eén tegen Eenzaamheid (€ 10,0 miljoen), Wijkaanpak sociale basis, inclusief stimuleren woonvormen (€ 36,5 miljoen), Valpreventie (€ 21,5 miljoen) en Mantelzorg (Respijtzorg) (€ 10,0 miljoen). Vanuit artikel 6 Sport betreft het middelen voor het Sportakkoord (€ 13,0 miljoen) en de Brede Regeling Combinatiefunctie (€ 87,7 miljoen). Vanuit artikel 10 Apparaat Kerndepartement betreft het middelen voor de Leefomgeving (€ 3,6 miljoen).Daarnaast zijn door het ministerie van OCW middelen overgeheveld voor de Brede regeling combinatiefuncties (€ 1,7 miljoen).
Intergraal zorgakkoord (IZA) Om de doelen van het IZA te realiseren is voor gemeenten jaarlijks maximaal € 150 miljoen beschikbaar om op basis van regioplannen een bijdrage te kunnen leveren aan het IZA. Langs de weg van regiobeelden en regioplannen wordt een regionale preventie-infrastructuur ingericht en gewerkt aan deze doelstellingen.
De overige mutaties bedragen per saldo minus € 1,4 miljoen.
2. Ziektepreventie
Subsidies
Bevolkingsonderzoeken
Voor bevolkingsonderzoeken vindt er vanaf 2024 een overheveling plaats voor de Tweede Termijn Structureel Echoscopisch Onderzoek van € 27,7 miljoen en Verbrede inzet zelfafnameset bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker van € 2,8 miljoen. Daarnaast is vanwege de verwachte onderuitputting structureel ongeveer € 2,3 miljoen ingeboekt op dit artikelonderdeel.
VaccinatiesOp advies van de Gezondheidsraad wordt bij de vaccinatie tegen HPV voor mensen van 15 jaar en ouder overgegaan van drie naar twee doses. De kosten voor de inhaalcampagne van deze doelgroep zijn hierdoor € 8,9 miljoen lager dan eerder was begroot. Deze middelen worden ingezet voor de aanpassingen van het schema van het Rijksvaccinatieprogramma. De overige mutaties bedragen per saldo minus € 2,4 miljoen.
Opdrachten
ZiektepreventieVoor de opdrachtverlening voor Intravacc in het kader van het vijfjarenprogramma is € 11,0 miljoen overgeheveld naar het instrument opdrachten Pandemische paraatheid. De overige mutaties bedragen per saldo € 1,4 miljoen.
Als gevolg van de endemische fase van COVID-19 is minder inzet nodig voor de bestrijding van het virus. Door het sluiten van de teststraten is er minder budget voor Dienst Testen nodig (€ 418,5 miljoen). Verder wordt er geen inzet meer verwacht van het coronatoegangsbewijs (€ 157,3 miljoen ) en is er minder geld nodig voor de vaccinatie tegen COVID-19 door uitvoerders anders dan de GGD'en, zoals huisartsen en ziekenhuizen (€ 74,6 miljoen). Daarnaast hoeven er geen middelen meer gereserveerd te worden voor testanalyses in opdracht van huisartsen en het handhaven van een quarantaineplicht (€ 13 miljoen).
Pandemische paraatheidHet kabinet stelt een toekomstige pandemische paraatheid voor op een ‘nieuw en toekomstbestendig’ niveau. Voor 2023 en voor de jaren erna zijn bij de Voorjaarsnota structureel aanvullende middelen beschikbaar gekomen ter verdere versterking van de pandemische paraatheid. De middelen hiervoor zijn opgenomen in dit beleidsartikel voor de versterkte publieke gezondheid, en de beleidsartikelen 2, 3, 4 en 9 voor goed voorbereide zorg en versterkte leveringszekerheid. Voor de versterkte publieke gezondheidszorg en infectieziektebestrijding is bij de Voorjaarsnota 2022 en Augustusbrief 2022 € 28 miljoen aan dit beleidsartikel toegevoegd en wordt bij de Voorjaarsnota 2023 op dit instrument € 7 miljoen toegevoegd voor 2023.
Deze aanvullende middelen van € 7 miljoen worden aangewend voor internationale aansluiting van het RIVM, bijdrage aan het Pandemic Fund en versterking van de pandemische paraatheid in het Caribisch deel van het Koninkrijk. Ook voor de jaren erna zijn bij de Voorjaarsnota structureel aanvullende middelen beschikbaar gekomen ter verdere versterking van de pandemische paraatheid. Deze middelen zijn naast de eerder genoemde onderdelen ook beschikbaar gesteld voor verdere versterking van de kennisbasis, het stimuleren van innovaties (nationaal en internationaal) en versterking van de internationale samenwerking.
Bijdrage aan agentschappen
RIVM: Opdrachtverlening aan kenniscentra Voor de aanschaf van vaccins voor de inhaalcampagne HPV-vaccinatie 18–26 jaar is € 19,0 miljoen overgeheveld van het instrument RIVM: Vaccinaties. Voor het RIVM programma Pandemische paraatheid is € 6,7 miljoen overgeheveld naar het instrument Pandemische paraatheid. Vanuit artikel 4 Zorgbreed beleid is € 3,0 miljoen overgeheveld voor de uitvoering van de opdracht Invoering bevolkingsonderzoeken kanker Caribisch Nederland. Voor de compensatie van de concernorganisaties voor de sterk gestegen tarieven door de hoge inflatie wordt € 4,2 miljoen beschikbaar gesteld. Het budget is verhoogd met € 0,6 miljoen als gevolg van het doorvoeren van vier wijzigingen in de leeftijd waarop vaccinaties in het Rijksvaccinatieprogramma aangeboden worden. Het budget is verlaagd met € 2,8 miljoen door lagere implementatie- en uitvoeringskosten NIPT. De overige mutaties bedragen per saldo minus € 0,7 miljoen. Daarnaast is er voor 2024 € 29 miljoen beschikbaar voor het RIVM covid vaccinatieprogramma.
RIVM: VaccinatiesVoor de aanschaf van vaccins voor de inhaalcampagne HPV-vaccinatie 18–26 jaar is € 19,0 miljoen overgeheveld van het instrument RIVM: Vaccinaties naar het instrument RIVM: Opdrachtverlening aan kenniscentra. De overige mutaties bedragen per saldo minus € 1,8 miljoen.
Pandemische paraatheidBij de Voorjaarsnota 2022 en Miljoenennota 2022 is reeds € 40 miljoen toegevoegd aan dit beleidsartikel. Met deze eerste suppletoire begroting wordt € 8 miljoen toegevoegd. Deze middelen worden aangewend voor het Nationaal actieplan versterken zoönosebeleid en versterking van infectieziektebestrijding. De beschikbare middelen vanaf 2024 worden daarnaast ingezet op de versterking van de Landelijke Functionaliteit Infectieziektebestrijding (LFI), verdere versterking van de infectieziektebestrijding en versterking IV/ICT bij het RIVM.
Bijdrage aan ZBO's/RWT's
Landelijke Coördinatie COVID-19 Bestrijding (LCCB) Als gevolg van de endemische fase van COVID-19 is minder inzet van de LCCB nodig dan eerder begroot, in totaal kan ruim € 158 miljoen vrijvallen. Er blijven middelen beschikbaar voor het zetten van basisvaccinaties tegen COVID-19, conform het OMT-V advies. Voor een eventuele vaccinatieronde voor kwettsbaren in het najaar zijn vooralsnog geen middelen beschikbaar gesteld. Mocht het OMT-V in een nieuw advies dit adviseren, zal hierover afzonderlijke (financiële) besluitvorming plaatsvinden.
Bijdrage aan medeoverheden
Pandemische paraatheid
De versterking van de GGD'en is essentieel om de pandemische paraatheid te kunnen bewerkstelligen: kwetsbaarheden in de medisch-operationele processen op regionaal niveau moeten worden weggewerkt om daadwerkelijk bij te kunnen dragen in de landelijke operatie. Hier is € 37,3 miljoen voor beschikbaar gesteld bij de Miljoenennota 2022. Vanaf 2024 zijn meerjarig middelen beschikbaar gesteld ten behoeve van de reeds benoemde versterking van de GGD-en en voor de versterking van IV/ICT bij de GGD'en.
Overige (COVID-19)Als gevolg van de endemische fase van COVID-19 is minder inzet van de GGD’en in de covidbestrijding nodig dan eerder begroot, in totaal kan ruim € 587 miljoen vrijvallen. Er blijven middelen beschikbaar voor de basisvaccinatie tegen COVID-19, conform het OMT-V advies. Voor een eventuele vaccinatieronde in het najaar zijn vooralsnog geen middelen beschikbaar gesteld. Mocht het OMT-V in een nieuw advies dit adviseren, zal hierover afzonderlijke (financiële) besluitvorming plaatsvinden.
3. Gezondheidsbevordering
Bijdragen aan medeoverheden
Seksuele gezondheidOnder dit instrument was in de ontwerpbegroting € 16,9 miljoen opgenomen voor Aanpak overgewicht en obesitas voor de periode 2023 tot en met 2025. Deze middelen worden overgeheveld naar het artikelonderdeel Gezondheidsbeleid, instrument Aanpak Gezondheidsachterstanden.
3.2 Artikel 2 Curatieve Zorg
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 4 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 2 Curatieve zorg (bedragen x € 1.000)
Begroting 2023 (1)
Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)
Vastgestelde begroting t (3) = (1) + (2)
Mutaties 1e suppletoire begroting (4)
Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)
Mutatie 2024
Mutatie 2025
Mutatie 2026
Mutatie 2027
Verplichtingen
3.714.252
500
3.714.752
121.488
3.836.240
‒ 15.612
176.283
209.483
201.745
0
Uitgaven
3.849.237
500
3.849.737
‒ 30.339
3.819.398
113.796
249.483
291.542
301.291
1. Kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid van de zorg
488.490
500
488.990
‒ 76.133
412.857
10.375
66.563
93.824
53.505
Subsidies
360.300
500
360.800
‒ 24.656
336.144
11.256
58.128
85.025
51.952
Medisch specialistische zorg
77.616
500
78.116
‒ 6.736
71.380
‒ 927
4.073
4.073
4.073
Curatieve ggz
30.022
0
30.022
‒ 17.456
12.566
‒ 14.650
‒ 15.400
‒ 10.539
‒ 11.589
Eerste lijnszorg
14.739
0
14.739
16.650
31.389
29.600
31.350
34.800
20.300
Lichaamsmateriaal
24.225
0
24.225
‒ 650
23.575
‒ 650
‒ 650
‒ 650
‒ 650
Medische producten
213.698
0
213.698
‒ 16.464
197.234
‒ 2.117
38.755
57.341
39.818
Overige
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Opdrachten
78.039
0
78.039
‒ 22.394
55.645
‒ 2.381
7.435
7.799
553
Medisch specialistische zorg
5.637
0
5.637
2.310
7.947
4.746
4.082
3.946
1.000
Curatieve ggz
2.388
0
2.388
772
3.160
200
200
2.000
2.000
Eerste lijnszorg
48.831
0
48.831
‒ 27.841
20.990
‒ 11.127
‒ 2.127
‒ 2.127
‒ 2.127
Lichaamsmateriaal
2.364
0
2.364
0
2.364
0
0
0
0
Medische producten
18.819
0
18.819
2.365
21.184
3.800
5.280
3.980
‒ 320
Overige
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Bijdragen aan agentschappen
50.151
0
50.151
‒ 30.083
20.068
1.000
1.000
1.000
1.000
aCBG
6.214
0
6.214
636
6.850
1.000
1.000
1.000
1.000
aCBG
0
0
0
0
0
0
0
0
0
CIBG
43.937
0
43.937
‒ 30.719
13.218
0
0
0
0
Overige
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Bijdragen aan ZBO's/RWT's
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Overige
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Bijdragen aan medeoverheden
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Overige
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties
0
0
0
1.000
1.000
500
0
0
0
Overige
0
0
0
1.000
1.000
500
0
0
0
Garanties
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Overige
0
0
0
0
0
0
0
0
0
3. Ondersteuning van het zorgstelsel
3.360.747
0
3.360.747
45.794
3.406.541
103.421
182.920
197.718
247.786
Subsidies
134.650
0
134.650
9.673
144.323
27.173
3.373
‒ 127
‒ 127
Stichting Klachten en Geschillen Zorgverzekeringen
1.396
0
1.396
0
1.396
0
0
0
0
Regeling medisch noodzakelijke zorg onverzekerden
68.062
0
68.062
4.873
72.935
3.873
‒ 2.127
‒ 2.127
‒ 2.127
Regeling veelbelovende zorg
31.480
0
31.480
0
31.480
0
0
0
0
Medisch-specialistische zorg
22.123
0
22.123
2.000
24.123
2.000
2.000
2.000
2.000
Curatieve ggz
512
0
512
0
512
0
0
0
0
Eerste lijnszorg
11.066
0
11.066
2.300
13.366
2.100
3.500
0
0
Overige
11
0
11
500
511
19.200
0
0
0
Bekostiging
3.130.308
0
3.130.308
0
3.130.308
14.800
79.500
98.700
158.600
Rijksbijdrage Zorgverzekeringsfonds voor financiering van verzekerden 18-
3.078.200
0
3.078.200
0
3.078.200
14.800
79.500
98.700
158.600
Onverzekerbare vreemdelingen
52.108
0
52.108
0
52.108
0
0
0
0
Overige
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Inkomensoverdrachten
25.081
0
25.081
‒ 26
25.055
‒ 26
‒ 26
‒ 26
‒ 26
Overgangsregeling FLO/VUT ouderenregeling ambulancepersoneel
24.955
0
24.955
0
24.955
0
0
0
0
Overige
126
0
126
‒ 26
100
‒ 26
‒ 26
‒ 26
‒ 26
Opdrachten
54.325
0
54.325
4.473
58.798
60.403
100.453
99.350
89.455
Risicoverevening
2.073
0
2.073
0
2.073
0
0
0
0
Uitvoering zorgverzekeringstelsel
19.745
0
19.745
‒ 9.256
10.489
‒ 1.200
322
1.046
929
Medisch-specialistische zorg
14.096
0
14.096
‒ 4.900
9.196
2.200
0
0
0
Curatieve ggz
1.330
0
1.330
201
1.531
0
0
0
0
Eerste lijnszorg
554
0
554
202
756
0
0
0
0
Passende zorg
14.130
0
14.130
4.166
18.296
44.958
88.886
86.804
85.526
Overige
2.397
0
2.397
14.060
16.457
14.445
11.245
11.500
3.000
Bijdrage aan agentschappen
8.749
0
8.749
30.719
39.468
0
0
0
0
CJIB: Onverzekerden en wanbetalers
8.749
0
8.749
0
8.749
0
0
0
0
Overige
0
0
0
30.719
30.719
0
0
0
0
Bijdragen aan ZBO's/RWT's
7.634
0
7.634
955
8.589
1.071
‒ 380
‒ 179
‒ 116
SVB: Onverzekerden
6.540
0
6.540
0
6.540
0
0
0
0
Overige
1.094
0
1.094
955
2.049
1.071
‒ 380
‒ 179
‒ 116
Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken
0
0
0
0
0
0
0
0
0
VenJ: Bijdrage C2000
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Ontvangsten
65.055
0
65.055
24.000
89.055
24.000
24.000
24.000
24.000
Overige
65.055
0
65.055
24.000
89.055
24.000
24.000
24.000
24.000
Toelichting
1. Kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid van de zorg
Subsidies
Curatieve GGZ
Er is een bedrag van € 16,6 miljoen in 2023 overgeboekt naar artikel 1 Volksgezondheid in verband met de beleidsmatige overheveling van het dossier suïcidepreventie. Tezamen met een aantal andere kleine mutaties vallen de uitgaven € 17,5 miljoen lager uit in 2023. Meerjarig wordt structureel € 13,2 miljoen overgeheveld naar artikel 1 voor suïcidepreventie.
Eerste Lijnszorg
Er zijn binnen de begroting middelen beschikbaar gesteld voor een subsidieregeling ten behoeve van investeringen in de wijkverpleging. De Subsidieregeling Ondersteuning Wijkverpleging (SOW) kan onder meer gebruikt worden om tijd vrij te maken voor intervisie, voor projecten gericht op samenwerking of om administratieve lasten te verminderen. De beschikbare middelen waren aanvankelijk geraamd als opdracht, maar zijn uiteindelijk in de vorm van een subsidie verstrekt aan de RVO die de subsidieregeling uitvoert. Het beschikbare budget voor de subsidieregeling in 2023 van € 26 miljoen is daartoe overgeheveld naar het budget subsidies eerstelijnszorg. Daarnaast is voor de SOW-regeling besloten geen vierde loket meer te openen vanwege het eerdere gebrek aan belangstelling uit het veld voor deze regeling. Hierdoor valt er in 2023 € 14 miljoen vrij. In het kader van het IZA is € 2,1 miljoen in 2023 beschikbaar voor het Programma kennisinfrastructuur academische werkplaatsen huisartsengeneeskunde. Daarnaast is er sprake van een aantal kleinere mutaties. Per saldo leiden deze wijzigingen tot een verhoging van het budget voor subsidies eerstelijnszorg in 2023 (totaal € 16,7 miljoen). Meerjarig is in 2024 tot en met 2027 aanvullend budget beschikbaar om de doelstellingen uit het IZA te ondersteunen (respectievelijk € 30,1 miljoen, € 31,9 miljoen, € 35,3 miljoen en € 20,3 miljoen).
Medische Producten
Er is sprake van vertraging bij het programma Versnelling Informatie-uitwisseling Patiënt en Professioneel Farmacie (VIPP Farmacie), met name doordat de Kickstart Medicatieoverdracht vier maanden later van start is gegaan dan gepland in verband met noodzakelijke gesprekken en afstemming over de subsidievoorwaarden. De planning is dat de opschaling vanaf eind 2024 bij apotheken van start gaat. Om de beschikbare middelen in lijn te brengen met de actuele planning is een kasschuif van € 18,0 miljoen van 2023 en € 14,0 miljoen van 2024 naar 2027. Daardoor is de verhoging in 2027 € 32 miljoen in totaal.
In 2022 is voor PharmaNL in totaal € 78,8 miljoen toegekend uit het Nationaal Groeifonds. Hiervan is € 17,4 miljoen beschikbaar voor 2023. PharmaNL geeft een duurzame impuls aan het benutten van het economisch potentieel van innovatieve farmaceutische producten en productietechnologieën. In 2023 start de uitvoering van dit project en verleent VWS hiervoor een subsidie aan Pivot Park van ten hoogste € 3,4 miljoen. Om de beschikbare middelen te laten aansluiten bij het actuele projectplan en de liquiditeitsprognose van Pivot Park is een kasschuif van € 3,1 miljoen in 2023 en € 5,0 miljoen in 2024 naar latere jaren verwerkt.
In 2023 komt incidenteel € 9,5 miljoen beschikbaar voor een ondersteuningsregeling voor de eerstelijns leveranciers van medische producten apotheken en leveranciers van hulpmiddelen. De invulling wordt afgestemd met de beroepsgroep en vertegenwoordigers. Hierdoor zullen leveranciers weerbaarder worden bij het toenemend aantal tekorten en de omgang met getroffen patiënten.
Vanuit de aanvullende post standaardisatie gegevensuitwisseling is in totaal € 114,0 miljoen, waarvan € 3,1 miljoen in 2023, toegekend voor medicatieoverdracht in de keten. In 2024 bedraagt dit € 17,2 miljoen, in 2025 € 37,7 miljoen en in 2026 € 56 miljoen. De beschikbaar gestelde middelen zijn bedoeld voor ondersteuning/coördinatie, verdere ICT-ontwikkeling, aanvullende beproeving (van onderdelen die nog niet gereed waren voor de Kickstart), en een eerste beperkte opschaling na de Kickstart. De implementatie van medicatieoverdracht zal uiteindelijk leiden tot de beschikbaarheid van actuele en volledige medicatieoverzichten en toedienlijsten voor zorgverleners en patiënten/cliënten.
Vanuit de aanvullende post van het ministerie van Financiën voor Transformatiemiddelen IZA en Passende Zorg is meerjarig in totaal € 48,0 miljoen voor de jaren 2024 tot en met 2027, waarvan € 1,2 miljoen in 2023, toegekend voor doelmatigheidsonderzoek geneesmiddelen. De kosten van dure intramurale geneesmiddelen groeien momenteel harder dan de afgesproken kaders voor de MSZ. Door het uitvoeren van landelijk doelmatigheidsonderzoek met dure geneesmiddelen die reeds opgenomen zijn in het verzekerde pakket kan deze kostengroei gereduceerd worden.
Vanuit de beschikbare middelen voor Pallas in 2023 is € 3,5 miljoen overgeheveld naar het apparaatsbudget ten behoeve van de programmaorganisatie.
Tezamen met een aantal kleinere mutaties en aansluitend bij de motie Heinen en de Voorjaarsnota 2023 rekening houdend met onderuitputting, wordt het budget subsidies Medische Producten in 2023 met € 16,5 miljoen verlaagd.
Opdrachten
Eerste Lijnszorg
Zoals eerder toegelicht onder subsidies eerstelijnszorg is dit budget met € 26 miljoen in 2023, en € 9 miljoen in 2024, verlaagd als gevolg van een technische overheveling van de beschikbare middelen voor de uitvoering van de subsidieregeling Ondersteuning Wijkverpleging (SOW) naar het budget subsidies eerstelijnszorg. Vanwege de verwachte onderuitputting en de genoemde mutatie wordt het budget subsidies eerstelijnszorg in 2023 met € 27,8 miljoen verlaagd.
Bijdrage aan Agentschappen
CIBG
De bijdrage aan het agentschap CIBG voor het uitvoeren van de activiteiten in het kader van het Landelijk Consortium Hulpmiddelen van € 30,7 miljoen is overgeboekt naar de bijdrage aan agentschappen op artikelonderdeel 3 Ondersteuning van het zorgstelsel.
3. Ondersteuning van het zorgstelsel
Subsidies
Overige
In 2024 wordt € 18,7 miljoen aanvullend beschikbaar gesteld voor de uitbetaling van de zorgbonus Zvw-pgb. Het saldo van de overige mutaties in 2024 telt op tot een totaal van € 19,2 miljoen.
Bekostiging
Rijksbijdrage Zorgverzekeringsfonds voor financiering van verzekerden 18-
Meerjarig is een bijstelling verwerkt op de Rijksbijdrage aan het Zorgverzekeringsfonds voor de financiering van verzekerden onder de 18. Dit is gebaseerd op de CEP raming van het CPB. Deze reeks loopt op van € 14,8 miljoen in 2024 naar € 158,6 miljoen in 2027.
Opdrachten
Passende Zorg
Een deel van de op de aanvullende post bij Financiën gereserveerde middelen voor passende zorg wordt overgeheveld naar de VWS-begroting om uitvoering te geven aan het coalitieakkoord. Met deze middelen worden stappen gezet om de beweging naar passende zorg te maken door in te zetten op doelmatigheidsonderzoek en ruimte te bieden om kennis uit deze onderzoeken te implementeren. Daarnaast vergroten we de capaciteit van het Zorginstituut, waardoor meer duidingen van verzekerde aanspraken mogelijk worden. Tevens gaan we verder met het verbeteren en verbreden van de toets op het basispakket.
In totaal is in 2023 € 4,2 miljoen beschikbaar. In 2024 is € 45,0 miljoen beschikbaar oplopend tot € 85,5 miljoen in 2027.
Overige
Voor de behandeling van bezwaar- en beroepszaken volgend uit de crisisregelingen zorgbonus en COZO-banen zijn zowel in 2023 (€ 10 miljoen) als in 2024 (€ 5 miljoen middelen) gereserveerd. Om kennis en ervaring op het gebied van post-COVID bijeen te brengen in een expertisecentrum en voor bundeling en nader onderzoek naar de mogelijke behandeling van post-COVID is € 1,75 miljoen beschikbaar in 2023 en € 8,5 miljoen jaarlijks in de periode 2024-2026. Daarnaast is in het kader van Pandemische Paraatheid in 2023 € 0,65 miljoen beschikbaar voor onderzoek naar landelijke regie en sturing, inclusief de daarbij behorende doorzettingsmacht; voor 2024 gaat het om € 1,2 miljoen, vanaf 2025 om € 3,0 miljoen. Tezamen met een aantal kleinere mutaties valt het budget voor overige opdrachten in 2023 € 14,1 miljoen hoger uit.
Bijdrage aan agentschappen
Overige
In het kader van het Landelijk Consortium Hulpmiddelen ontvangt het agentschap CIBG een bijdrage van € 30,7 miljoen. Deze bijdrage stond eerst op artikelonderdeel 1 Kwaliteit en toegankelijkheid en is overgeheveld naar artikelonderdeel 3 Ondersteuning van het zorgstelsel.
Ontvangsten
Overige
In het kader van de verwachte onderuitputting vindt op dit budget een meerjarige mutatie van € 24 miljoen plaats (hogere ontvangsten).
3.3 Artikel 3 Langdurige zorg en ondersteuning
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 5 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 3 Langdurige zorg en ondersteuning (bedragen x € 1.000)
Begroting 2023 (1)
Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)
Vastgestelde begroting t (3) = (1) + (2)
Mutaties 1e suppletoire begroting (4)
Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)
Mutatie 2024
Mutatie 2025
Mutatie 2026
Mutatie 2027
Verplichtingen
16.187.537
0
16.187.537
12.665.603
28.853.140
‒ 1.208.814
‒ 1.556.688
110.847
323.033
Uitgaven
16.187.863
0
16.187.863
12.780.403
28.968.266
‒ 1.208.814
‒ 1.556.688
110.847
323.033
1. Participatie en zelfredzaamheid van mensen met beperkingen
439.638
0
439.638
‒ 180.056
259.582
‒ 9.199
5.171
41.470
67.450
Subsidies
96.212
0
96.212
‒ 40.113
56.099
‒ 14.700
‒ 16.564
‒ 18.280
6.600
Toegang tot zorg en ondersteuning
9.984
0
9.984
‒ 300
9.684
‒ 100
0
0
0
Passende zorg en levensbrede ondersteuning
5.590
0
5.590
243
5.833
900
836
820
900
Inclusieve samenleving
71.245
0
71.245
‒ 42.406
28.839
‒ 15.200
‒ 17.100
‒ 19.100
5.700
Kennis en informatiebeleid
8.845
0
8.845
0
8.845
0
0
0
0
Overige
548
0
548
2.350
2.898
‒ 300
‒ 300
0
0
Opdrachten
114.722
0
114.722
31.757
146.479
29.801
6.935
5.750
3.750
Bovenregionaal gehandicaptenvervoer
62.231
0
62.231
0
62.231
0
‒ 2.000
‒ 2.000
‒ 2.000
Toegang tot zorg en ondersteuning
1.783
0
1.783
500
2.283
500
500
500
0
Passende zorg en levensbrede ondersteuning
2.651
0
2.651
‒ 100
2.551
2.350
2.350
2.350
1.850
Inclusiviteit
35.903
0
35.903
28.191
64.094
20.743
‒ 300
400
400
Kennis, informatie en innovatiebeleid
1.566
0
1.566
0
1.566
0
0
0
0
Aanbesteden Sociaal Domein
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Overige
10.588
0
10.588
3.166
13.754
6.208
6.385
4.500
3.500
Bijdragen aan agentschappen
43.869
0
43.869
‒ 31.200
12.669
‒ 14.800
300
11.000
800
Overige
43.869
0
43.869
‒ 31.200
12.669
‒ 14.800
300
11.000
800
Bijdragen aan ZBO's/RWT's
13.329
0
13.329
0
13.329
0
0
0
0
Overige
13.329
0
13.329
0
13.329
0
0
0
0
Bijdragen aan medeoverheden
144.706
0
144.706
‒ 133.500
11.206
‒ 9.500
‒ 7.500
10.000
37.500
Overige
144.706
0
144.706
‒ 133.500
11.206
‒ 9.500
‒ 7.500
10.000
37.500
Storting/onttrekking begrotingsreserve
26.800
0
26.800
‒ 7.000
19.800
0
22.000
33.000
18.800
Wonen en zorg voor ouderen
26.800
0
26.800
‒ 7.000
19.800
0
22.000
33.000
18.800
2. Zorgdragen voor langdurige zorg tegen maatschappelijk aanvaardbare kosten
15.748.225
0
15.748.225
12.960.459
28.708.684
‒ 1.199.615
‒ 1.561.859
69.377
255.583
Subsidies
263.332
0
263.332
‒ 59.859
203.473
16.567
1.336
‒ 5.184
‒ 13.894
Zorg merkbaar beter maken
163.987
0
163.987
‒ 46.911
117.076
18.580
2.955
‒ 3.616
‒ 320
Kennis, informatie en innovatiebeleid
34.535
0
34.535
‒ 8.357
26.178
390
790
850
3.850
Palliatieve zorg en ondersteuning
64.810
0
64.810
‒ 4.591
60.219
‒ 2.403
‒ 2.409
‒ 2.418
‒ 17.424
Overige
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Bekostiging
15.283.300
0
15.283.300
13.024.526
28.307.826
‒ 1.210.300
‒ 1.560.500
73.100
266.400
Bijdrage in de kosten van kortingen (BIKK)
4.883.300
0
4.883.300
‒ 24.800
4.858.500
289.700
139.500
223.100
216.400
Bijdrage Wlz
10.400.000
0
10.400.000
‒ 1.450.000
8.950.000
‒ 1.500.000
‒ 1.700.000
‒ 150.000
50.000
Overige
0
0
0
14.499.326
14.499.326
0
0
0
0
Inkomendoverdrachten
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Overige
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Opdrachten
21.738
0
21.738
6.757
28.495
‒ 1.066
828
6.764
7.258
Zorgdragen voor langdurige zorg
21.738
0
21.738
6.757
28.495
‒ 1.066
828
6.764
7.258
Overige
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Bijdragen aan agentschappen
463
0
463
0
463
0
0
0
0
Overige
463
0
463
0
463
0
0
0
0
Bijdragen aan ZBO's/RWT's
168.796
0
168.796
‒ 10.690
158.106
‒ 4.816
‒ 3.523
‒ 5.303
‒ 4.181
Uitvoeringskosten Sociale Verzekerings Bank
48.378
0
48.378
‒ 9.915
38.463
‒ 9.239
‒ 9.964
‒ 9.964
‒ 9.964
Uitvoeringskosten Centrum Indicatiestelling Zorg
120.418
0
120.418
‒ 775
119.643
4.423
6.441
4.661
5.783
Bijdragen aan medeoverheden
10.596
0
10.596
‒ 275
10.321
0
0
0
0
Overige
10.596
0
10.596
‒ 275
10.321
0
0
0
0
Ontvangsten
5.691
0
5.691
3.502
9.193
0
0
0
0
Overige
5.691
0
5.691
3.502
9.193
0
0
0
0
Toelichting
1. Participatie en zelfredzaamheid van mensen met beperkingen
Subsidies
Inclusieve samenleving
Er wordt € 29,5 miljoen verschoven van 2023 naar 2027 voor de stimuleringsregeling geclusterde woonvormen voor ouderen uit het programma wonen en zorg voor ouderen. Dit is onderdeel van een grotere kasschuif (€ 48,3 miljoen) voor deze regeling die deels ook plaatsvindt onder het artikelonderdeel 'Storting/onttrekking begrotingsreserve'. Daarnaast is er in 2023 € 9 miljoen (en structureel € 9,7 miljoen) voor valpreventie overgeheveld naar bijdragen aan medeoverheden. Deze middelen zijn onderdeel van de brede specifieke uitkering voor sport en bewegen, gezondheidsbevordering, cultuurparticipatie en de sociale basis 2023–2026. Verder wordt er € 2,7 miljoen overgeheveld van het opdrachten budget naar het subsidie budget voor de subsidie Ketenbureau I-sociaal domein. Daarnaast is vanwege verwachte onderuitputting structureel € 2,1 miljoen ingeboekt op dit artikelonderdeel. Er wordt in 2024 tevens € 3,6 miljoen gekort op het budget van de CA-maatregel intergenerationeel wonen oplopend tot structureel € 12 miljoen vanaf 2027. Dit is onderdeel van de compensatie van € 110 miljoen aan gemeenten in het kader van het Integraal Zorg Akkoord.
Opdrachten
Inclusiviteit
Voor de meerkosten die gemeenten maken ten behoeve van zorg voor Oekraïense ontheemden is € 45,9 miljoen geraamd voor 2023. Deze meerkostenregeling geldt voor de tweede helft van 2023 tot en met de eerste helft van 2024. Omdat er voor 2023 reeds € 15 miljoen staat op de VWS begroting, wordt een bedrag van € 30,9 miljoen voor de tweede helft van 2023 overgeheveld en de helft van € 45,9 miljoen voor de eerste twee kwartalen in 2024.
Verder wordt er in 2023 € 1,9 miljoen beschikbaar gesteld voor (een opdracht) IOC-Ouderzorg. Daar tegenover wordt in 2023 € 1,4 miljoen van artikelonderdeel Bijdrage aan medeoverheden overgeheveld naar dit artikelonderdeel voor opdrachten ten behoeve van de coalitieakkoord maatregel Respijtzorg.
OverigVanuit de Aanvullende Post van het ministerie van Financiën wordt er per 2024 circa € 6,5 miljoen (aflopend naar circa € 3 miljoen structureel) overgeboekt voor de uitvoering van de eigen bijdragen in de Wmo. Gegeven het genomen besluit in voorjaarsbesluitvorming over een andere inrichting van de eigen bijdrage in de Wmo, worden er nog nadere afspraken gemaakt over de inzet van deze middelen.
Er vindt voor 2023 een overheveling van € 10 miljoen plaats naar dit artikelonderdeel vanuit bijdrage aan agentschappen voor de eigen bijdrage Wmo. Verder wordt er voor 2023 € 2,7 miljoen overgeheveld van dit artikelonderdeel naar het artikelonderdeel subsidies voor de subsidie Ketenbureau I-sociaal domein. Daarnaast vinden er een aantal overhevelingen plaats vanuit dit budget naar andere budgetten voor onder andere personele kosten. Tenslotte is er in 2023 € 2,5 miljoen overgeheveld naar het CAK voor de uitvoering van de CA-maatregel passende eigen bijdrage huishoudelijke hulp.
Bijdragen aan agentschappen
Overig
De coalitieakoordmiddelen (€ 10 miljoen) voor de uitvoering van de eigen bijdrage Wmo zijn voor 2023 overgeheveld naar het onderdeel opdrachten op dit artikel. Daarnaast worden er in 2023 en 2024 respectievelijk € 19,1 miljoen en € 12,7 miljoen verschoven naar de jaren 2025 tot en met 2028 voor de Stimulering E-health Thuis regeling. Dit betreft een verschuiving van middelen uit het budget voor de CA-maatregel Woon-zorg combinaties en stimulering langer thuis wonen.
Bijdragen aan medeoverheden
Overig
Er wordt in 2023 € 78 miljoen beschikbaar (aflopend tot circa € 22,7 miljoen structureel) gesteld vanuit dit artikelonderdeel ten behoeve van de bredespecifieke uitkering voor sport en bewegen, gezondheidsbevordering, cultuurparticipatie en de sociale basis 2023–2026. Daarnaast wordt er in 2023 € 55 miljoen beschikbaar gesteld voor gemeenten voor de aanpak van dakloosheid en € 7 miljoen voor de pilot dakloze EU-burgers. Er is tevens in 2023 € 9 miljoen (en structureel € 9,7 miljoen) naar dit artikelonderdeel overgeheveld vanuit het artikelonderdeel subsidies voor valpreventie. Deze middelen zijn onderdeel van de € 78 miljoen die beschikbaar gesteld met de brede specifieke uitkering.
Verder wordt er vanuit de Aanvullende Post vanaf 2024 structureel € 62 miljoen overgeheveld naar dit artikelonderdeel voor de uitvoering van de CA-maatregel dak- en thuislozenopvang. Dit is onderdeel van de gehele overheveling (van structureel € 65 miljoen) vanuit de Aanvullende Post voor deze CA-maatregel. De overige € 3 miljoen is geboekt op artikelonderdelen opdrachten, subsidies en personeel. Daarnaast is vanwege onderuitputting structureel € 2,1 miljoen ingeboekt op dit artikelonderdeel.
Storting/onttrekking begrotingsreserve
Wonen en zorg voor ouderen
Voor de uitbreiding van de regeling ontmoetingsruimtes (wonen en zorg) is € 8 miljoen overgeboekt naar het ministerie van BZK. Daarnaast vindt er een technische mutatie plaats waarbij er in 2025 en 2026 respectievelijk € 22 miljoen en € 33 miljoen wordt herverdeeld van het Uitgavenplafond Zorg naar de VWS-begroting. Dit betreft de inzet van transitiemiddelen scheiden wonen en zorg ten behoeve van de stimuleringsregeling geclusterde woonvormen voor ouderen. Verder wordt er € 18,8 miljoen verschoven van 2023 naar 2027 voor deze regeling. Dit is onderdeel van een grotere kasschuif (€ 48,3 miljoen) die deels ook plaatsvindt op het artikelonderdeel 'Subsidies'. Tot slot, revolveren in 2022 de onbenutte middelen (€ 19,8 miljoen) voor de stimuleringsregeling wonen en zorg.
2. Zorgdragen voor langdurige zorg tegen maatschappelijk aanvaardbare kosten
Subsidies
Zorg merkbaar beter maken
Voor het Groninger zorgakkoord is de verwachting dat een groot deel van de begrote uitgaven 2023 in latere jaren plaats gaat vinden (€ 33,5 miljoen). Het Groninger zorgakkoord is een convenant met partijen (o.a. VWS, BZK, woningcorporaties en zorgaanbieders) die in gezamenlijkheid, aardbevingsbestendige nieuwbouw in de zorg en goede kwaliteit van de zorg in de toekomst in het aardbevingsgebied in Groningen moeten realiseren.
De pilot gespecialiseerde clientondersteuning (GCO) bestaat uit 4 (deel)pilots die in 2023 worden afgerond en voor de toekomst worden geborgd via de subsidieregeling GCO. De uitvoering van de deelpilot «naasten» wordt uitgevoerd door enkele Wlz-uitvoerders waarvoor middelen zijn overgeheveld (€ 1,4 miljoen). Dit geldt ook voor de uitvoering van Waardigheid en Trots in de regio voor de gehandicaptenzorg (€ 0,6 miljoen). Dit is jaarlijks beschikbaar tot 2026.
Verder is er tot en met 2026 meer capaciteit bij de IGJ nodig (€ 1,0 miljoen) voor toezicht op de gehandicaptenzorg. De complexer wordende zorgvragen vragen om domein overstijgende samenwerking van zorgaanbieders en dit maakt het toezicht intensiever. Door deze impuls vanuit de toekomstagenda gehandicaptenzorg heeft de inspectie de mogelijkheid om haar toezicht op de gehandicaptenzorg te intensiveren.
Daarnaast geldt voor de ambities uit de toekomstagenda gehandicaptenzorg en de transitie scheiden wonen en zorg 2023 als opstartjaar. De beschikbaar gestelde middelen worden veelal, in overleg met betrokken veldpartijen, besteedt via subsidies en (Europese) aanbestedingen die een langere aanlooptijd vragen. Gezien deze fase, zijn voor 2023 minder middelen benodigd dan vooraf geraamd, waardoor de besteding op deze posten respectievelijk € 3,5 miljoen en € 4,3 miljoen minder is dan begroot.
De overige mutaties zijn technisch van aard. Het betreffen hier middelen die elders op dit artikelonderdeel stonden maar bij eerste suppletoire wet van/naar dit instrument worden overgeheveld. Het gaat onder andere om een aantal subsidies voor eOverdracht (€ 1,8 miljoen) en inzicht in kwaliteit voor de verpleeghuiszorg (€ 1,5 miljoen). Bij eOverdracht zijn deze middelen voornamelijk bedoeld voor de ondersteuning voor de implementatie van kwaliteits- en informatiestandaard. Voor wat betreft inzicht in kwaliteit gaat het om een door het veld te ontwikkelen instrumentarium zodat zorgaanbieders van elkaar leren in hoeverre zij (kunnen) voldoen aan het kwaliteitskader verpleeghuiszorg. Op de subsidies algemeen en de subsidies ouderenzorg is een onderuitputtings mutatie van totaal ‒ € 4,2 miljoen geboekt. De overige mutaties en interne herschikkingen leiden tot een mutatie van per saldo ‒ € 1,8 miljoen.
Bekostiging
Bijdrage in de kosten van kortingen (BIKK)
De Bijdrage in de Kosten van Kortingen (BIKK) dient ter compensatie van gederfde premie-inkomsten door de toename van heffingskortingen. De raming van de BIKK is aangepast naar aanleiding van de CPB raming van de omvang van de heffingskortingen in het Centraal Economisch Plan 2023.
Bijdrage Wet langdurige zorg
De rijksbijdrage Wlz is in 2023 met € 1,45 miljard verlaagd. Op grond van de CPB-cijfers in het CEP 2023 zijn de Wlz-premie-inkomsten 2022 € 0,6 miljard hoger dan geraamd in de begroting 2023. De raming van de premie-inkomsten 2023 is € 1,5 miljard hoger dan in de begroting 2023. Uit het Financieel jaarverslag Fonds langdurige zorg 2021 blijkt verder dat het tekort in het fonds over 2021 € 0,7 miljard hoger is uitgevallen dan in de begroting 2023 werd verwacht, voornamelijk als gevolg van hogere Wlz-uitgaven. De hogere premie-inkomsten over 2022 en 2023 en het hogere fondstekort over 2021 hebben per saldo een gunstig effect op het verwachte fondstekort in 2023, waardoor de rijksbijdrage neerwaarts kan worden bijgesteld.
Afsluiting Algemeen Fonds Bijzondere Ziektekosten (AFBZ)
Sinds 2015 wordt de langdurige zorg via de Wet langdurige zorg (Wlz) gefinancierd. Daarvoor gebeurde dat via de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). In de Wlz is geregeld dat de bij de AWBZ betrokken partijen een aantal jaren de tijd kregen om zaken af te wikkelen. In de Wlz (artikel 11.2.10) is geregeld dat het saldo van het Algemeen Fonds Bijzondere Ziektekosten (AFBZ) naar de situatie op 1 januari van het achtste jaar na het jaar waarin de AWBZ werd ingetrokken (lees: 1 januari 2023), ten bate of ten laste van ’s Rijks schatkist komt. In 2014 was de inschatting dat dit saldo circa € 20 miljard negatief zou bedragen. Daarna is – vooral vanwege nabetalingen van de belastingdienst – het saldo verbeterd tot € 14,5 miljard negatief. Hierover is in de VWS jaarverslagen gerapporteerd. In het jaarverslag over 2020 is al gemeld dat het saldo werd ingeschat op € 14,5 miljard negatief. Dit jaar zal via een rijksbijdrage van VWS aan het AFBZ het negatieve saldo worden overgenomen door het rijk. Daarna kan het AFBZ formeel worden opgeheven.
Het verstrekken van een rijksbijdrage aan het AFBZ heeft geen invloed op de hoogte van het EMU-saldo, omdat zowel het Rijk als het AFBZ tot de overheid behoren. Het is dus een onderlinge betaling binnen de overheid. Ook de overheidsschuld wordt niet beïnvloed. Het AFBZ doet aan «schatkistbankieren». Het Rijk had als het ware € 14,5 miljard uitgeleend aan het AFBZ en scheldt die lening nu kwijt.
VWS heeft op 10 maart 2023 het door het Zorginstituut Nederland opgestelde en door de externe accountant van het Zorginstituut goedgekeurde eindverslag van het AFBZ ontvangen. Via de in deze suppletoire wet opgenomen rijksbijdrage van circa € 14,5 miljard wordt het in dat eindverslag gemelde saldo overgenomen. Op dit moment voert de Audit Dienst Rijk (ADR) nog een review uit op het eindverslag. Dit kan in theorie nog leiden tot wijzigingen. Indien dit tot een ander saldo leidt, zal de aanpassing worden verwerkt in de tweede suppletoire wet van VWS.
Bijdragen aan ZBO's/RWT's Uitvoeringskosten Sociale Verzekerings BankHet structureel beheer van het PGB2.0-systeem wordt vanaf 1 oktober 2022 tot en met in ieder geval 2025 nog door VWS uitgevoerd en nog niet overgedragen aan de Sociale Verzekeringsbank (SVB). Het deel van de regieorganisatie en het structureel beheer wat door VWS uitgevoerd gaat worden (circa € 8,9 miljoen), wordt om deze reden overgeheveld van het artikelonderdeel Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s naar artikelonderdelen Opdrachten en Eigen Personeel (artikel 10). Hiervan wordt er respectievelijk circa € 7,6 miljoen en € 1,3 miljoen overgeheveld naar artikelonderdelen Opdrachten en Eigen Personeel.
3.4 Artikel 4 Zorgbreed beeld
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 6 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 4 Zorgbreed beleid (bedragen x € 1.000)
Begroting 2023 (1)
Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)
Vastgestelde begroting t (3) = (1) + (2)
Mutaties 1e suppletoire begroting (4)
Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)
Mutatie 2024
Mutatie 2025
Mutatie 2026
Mutatie 2027
Verplichtingen
1.348.417
0
1.348.417
‒ 146.355
1.202.062
88.974
57.509
52.661
14.414
Uitgaven
1.505.574
0
1.505.574
‒ 51.894
1.453.680
89.024
57.509
54.382
14.414
1. Positie cliënt en transparantie van zorg
56.354
0
56.354
10.477
66.831
8.180
‒ 1.000
‒ 4.761
‒ 13.801
Subsidies
36.990
0
36.990
7.795
44.785
8.044
‒ 1.136
‒ 4.911
‒ 13.951
Patiënten- en gehandicaptenorganisaties
17.000
0
17.000
‒ 52
16.948
0
0
0
0
Transparantie van zorg
19.740
0
19.740
7.797
27.537
7.894
‒ 1.286
‒ 5.061
‒ 14.101
Overige
250
0
250
50
300
150
150
150
150
Opdrachten
10.202
0
10.202
2.682
12.884
136
136
150
150
Ondersteuning cliëntorganisaties
4.000
0
4.000
0
4.000
0
0
0
0
Transparantie van zorg
3.356
0
3.356
0
3.356
0
0
0
0
Overige
2.846
0
2.846
2.682
5.528
136
136
150
150
Bijdragen aan agentschappen
9.162
0
9.162
0
9.162
0
0
0
0
CIBG
9.162
0
9.162
0
9.162
0
0
0
0
2. Opleidingen, beroepenstructuur en arbeidsmarkt
929.954
0
929.954
‒ 92.611
837.343
19.165
6.932
9.056
‒ 1.789
Subsidies
902.190
0
902.190
‒ 96.813
805.377
15.865
3.629
5.752
‒ 5.093
Opleidingen, beroepenstructuur en arbeidsmarkt
902.190
0
902.190
‒ 97.513
804.677
15.865
3.629
5.752
‒ 5.093
Overige
0
0
0
700
700
0
0
0
0
Opdrachten
16.316
0
16.316
900
17.216
0
0
0
0
Opleidingen, beroepenstructuur en arbeidsmarkt
16.316
0
16.316
900
17.216
0
0
0
0
Overige
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Bijdragen aan agentschappen
11.448
0
11.448
3.302
14.750
3.300
3.303
3.304
3.304
CIBG
11.448
0
11.448
3.302
14.750
3.300
3.303
3.304
3.304
Bijdragen aan ZBO's/RWT's
0
0
0
0
0
0
0
0
0
ZiNL
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Overige
0
0
0
0
0
0
0
0
0
3. Informatiebeleid
85.555
0
85.555
13.236
98.791
51.721
42.431
40.126
23.336
Subsidies
36.012
0
36.012
10.998
47.010
38.805
37.805
36.350
22.200
Informatiebeleid
27.504
0
27.504
9.178
36.682
32.755
31.755
30.300
22.200
Maatschappelijke diensttijd
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Overige
8.508
0
8.508
1.820
10.328
6.050
6.050
6.050
0
Opdrachten
28.612
0
28.612
13.046
41.658
19.796
16.736
15.886
13.246
Informatiebeleid
22.309
0
22.309
13.476
35.785
16.866
14.096
13.246
13.246
Overige
6.303
0
6.303
‒ 430
5.873
2.930
2.640
2.640
0
Bijdragen aan agentschappen
20.931
0
20.931
‒ 10.808
10.123
‒ 6.880
‒ 12.110
‒ 12.110
‒ 12.110
Informatiebeleid
20.931
0
20.931
‒ 10.808
10.123
‒ 6.880
‒ 12.110
‒ 12.110
‒ 12.110
Overige
0
0
0
0
0
0
0
0
Bijdragen aan ZBO's/RWT's
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Overige
0
0
0
0
0
0
0
0
0
4. Inrichting Zorgstelsel
266.968
0
266.968
7.466
274.434
315
265
265
‒ 1.756
Subsidies
400
0
400
0
400
0
0
0
0
Programma's Zorgstelsel
400
0
400
0
400
0
0
0
0
Opdrachten
564
0
564
0
564
0
0
0
0
Programma's Zorgstelsel
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Overige
564
0
564
0
564
0
0
0
0
Bijdragen aan ZBO's/RWT's
266.004
0
266.004
7.466
273.470
315
265
265
‒ 1.756
CAK
122.097
0
122.097
4.163
126.260
0
0
0
0
NZa
67.100
0
67.100
‒ 262
66.838
‒ 56
‒ 106
‒ 106
‒ 2.127
Zorginstituut Nederland
74.182
0
74.182
3.565
77.747
371
371
371
371
CSZ
1.600
0
1.600
0
1.600
0
0
0
0
Overige
1.025
0
1.025
0
1.025
0
0
0
0
Bijdragen aan medeoverheden
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Overige
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken
0
0
0
0
0
0
0
0
0
EZK: ACM
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Overige
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Begrotingsreserve
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Overige
0
0
0
0
0
0
0
0
0
5. Zorg, welzijn en jeugdzorg op Caribisch Nederland
166.743
0
166.743
9.538
176.281
9.643
8.881
9.696
8.424
Subsidies
4.641
0
4.641
‒ 590
4.051
0
0
0
0
Zorg en Welzijn
4.641
0
4.641
‒ 590
4.051
0
0
0
0
Bekostiging
0
0
0
167.709
167.709
160.083
165.060
168.444
170.318
Zorg en Welzijn
0
0
0
167.709
167.709
160.083
165.060
168.444
170.318
Opdrachten
158.183
0
158.183
‒ 159.183
‒ 1.000
‒ 150.360
‒ 156.092
‒ 158.649
‒ 161.789
Zorg
141.958
0
141.958
‒ 142.958
‒ 1.000
‒ 134.135
‒ 138.867
‒ 141.424
‒ 144.564
Welzijn
16.225
0
16.225
‒ 16.225
0
‒ 16.225
‒ 17.225
‒ 17.225
‒ 17.225
Bijdragen aan medeoverheden
3.919
0
3.919
1.602
5.521
‒ 80
‒ 87
‒ 99
‒ 105
Overige
3.919
0
3.919
1.602
5.521
‒ 80
‒ 87
‒ 99
‒ 105
Ontvangsten
11.153
0
11.153
0
11.153
0
0
0
0
Wanbetalers en onverzekerden
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Overige
11.153
0
11.153
0
11.153
0
0
0
0
Toelichting
1. Positie cliënt en transparantie van zorg
Subsidies
Transparantie van zorg
De mutatie betreft hoofdzakelijk een overheveling van middelen voor de volgende fase van het programma Uitkomstgerichte Zorg vanuit de middelen voor Passende Zorg die bij de begroting 2023 op artikel 2 waren geraamd. Het gaat om jaarlijks € 8 miljoen in de periode 2023-2026. Meerjarig is aanvullend het budget vanaf 2027 met € 14 miljoen verlaagd in verband met afspraken die zijn gemaakt in het IZA.
2. Opleidingen, beroepenstructuur en arbeidsmarkt
Subsidies
Opleidingen, beroepenstructuur en arbeidsmarkt
Op dit artikelonderdeel hebben mutaties plaatsgevonden van in totaal ruim € 97 miljoen. Hieronder worden de grootste mutaties nader toegelicht.
Subsidie sectorplanplus
Het animo voor het vierde en laatste tijdvak van SectorplanPlus 2017-2022 is bijzonder groot geweest. Voor het vierde en laatste tijdvak van SectorplanPlus 2017-2022 is voor meer deelnemers een aanvraag gedaan dan voor de eerste drie tijdvakken samen. Echter, niet alle aanvragen worden ook daadwerkelijk gerealiseerd, bijvoorbeeld omdat opleidingen niet doorgaan of een kortere doorlooptijd kennen dan bij aanvraag opgegeven. Inmiddels is de activiteitenperiode voorbij en is het loket voor het indienen van verantwoordingstukken gesloten. Op dit moment is penvoerder RegioPlus ten behoeve van het opstellen van de subsidieverantwoording bezig met het controleren van de ingediende verantwoordingstukken bij de aanvragen. Op basis van de informatie daaruit ontvangen heeft RegioPlus aangegeven dat de subsidierealisatie maximaal op circa € 140 miljoen zal uitkomen. Daartoe is niet alle in 2023 gereserveerde budget voor de bevoorschotting nodig en kan € 112,5 miljoen vrijvallen. De definitieve verantwoording verwachten we uiterlijk 31 december 2023.
Subsidieregeling behoud langdurig zieke zorgmedewerkers
De aanvragen voor de subsidieregeling behoud langdurig zieke zorgmedewerkers zijn lager dan verwacht, waardoor de uitgaven € 13 miljoen lager zijn dan begroot.
Slavernijverleden
Het kabinet heeft in 2022 besloten tot excuses voor het slavernijverleden. In het verlengde daarvan zijn voor de komende jaren middelen gereserveerd voor diverse maatregelen en plannen samenhangend met de nog altijd doorwerkende gevolgen van dat verleden. Op VWS-terrein zijn dat bijvoorbeeld beleidstrajecten op het gebied van gezondheidsverschillen bij nazaten van tot slaaf gemaakten (in Nederland en in de Caribische gebieden). Het ministerie van VWS draagt in de totale uitgaven ruim € 60 miljoen incidenteel bij en circa € 2,3 miljoen structureel. Deze bedragen worden met deze eerste suppletoire begroting overgeheveld naar het ministerie van BZK.
Duurzaamheid en zorg
Nederland verduurzaamt. Om de ambities van het kabinet te verwezenlijk is actie op alle fronten nodig. Ook de zorgsector werkt aan vermindering van de schadelijke impact op klimaat en milieu. In de Green Deal 3.0 zijn concrete afspraken gemaakt om de zorg in Nederland te verduurzamen. Met voorgestelde maatregel ondersteunt de Rijksoverheid de sector bij het feitelijk vergroenen van de (publieke) zorg en ondersteuning met kennis, innovatie en opschaling. De focus ligt daarbij op het vergroenen van zorgprocessen, het bevorderen van circulariteit en het verminderen van de milieubelasting van medicatie(gebruik). Hiervoor is in 2023 € 6 miljoen en in 2024, 2025 en 2026 € 12 miljoen gereserveerd.
Opleidingsakkoord wijkverpleging
Een deel van de middelen, € 20 miljoen, die op de Aanvullende Post bij Financiën waren gereserveerd voor een opleidingsakkoord wordt overgeheveld naar de VWS-begroting om uitvoering te geven aan het coalitieakkoord. Met werkgevers, zorgverzekeraars en de beroepsvereniging van verzorgenden en verpleegkundigen is op 17 maart 2023 het Investeringsakkoord Opleiden Wijkverpleging getekend. Het doel van dit akkoord is meer en anders opleiden, zodat voorkomen wordt dat de wijkverpleging een (nog) groter tekort aan professionals krijgt. De middelen worden ingezet om regionale samenwerkingsorganisaties kans te bieden om de samenwerking te starten en plannen te maken voor vernieuwde innovatieve opleidingsstructuren.Regeling zorgmedewerkers post-COVID
Het kabinet wil een specifieke groep zorgmedewerkers met langdurige post-COVID klachten aanvullend financieel ondersteunen. Daarvoor wordt een regeling opgesteld. Zorgmedewerkers vallende onder de afbakening kunnen een bedrag van € 15.000 ontvangen. In de begroting is in totaal een bedrag van € 35 miljoen (inclusief uitvoeringskosten) beschikbaar gesteld, waarvan € 25 miljoen is gedekt vanuit de prijsbijstelling.
Tot slot is in lijn met motie Heinen onderuitputting ingeboekt voor € 11,2 miljoen op dit instrument.
Pandemische Paraatheid
In 2024 is een bedrag van € 10 miljoen beschikbaar gesteld voor de BAZ voor de flexibele inzet en opschaling van zorgpersoneel uit de middelen voor Pandemische Paraatheid.
3. Informatiebeleid
Subsidies
Informatiebeleid
Vanuit de bij het coalitieakkoord beschikbaar gestelde middelen voor Standaardisatie Gegevensuitwisseling is een bedrag van € 9,6 miljoen beschikbaar in 2023. Hiervan wordt € 0,9 miljoen ingezet in het kader van activiteiten voor de EHDS en € 6,4 miljoen in het kader van de Persoonlijke Gezondheidsomgeving (PGO) en € 2,3 miljoen in het kader van Eenheid van Taal. Voor informatie beleid is meerjarig een aanvullend bedrag van tussen de € 35 miljoen en € 24 miljoen beschikbaar voor de Persoonlijke GezondheidsOmgeving en EHDS vanuit Gegevensuitwisseling.
Daarnaast is het subsidiebudget per saldo met € 1,6 miljoen opgehoogd voor inzet van Nictiz. Conform motie Heinen en de Voorjaarsnota 2023 is de onderuitputting verwerkt door de begroting met € 2 miljoen te verlagen.
Overige
Voor uitvoering van het Integraal Zorgakkoord (IZA) is een incidenteel budget beschikbaar gesteld van ongeveer € 1,8 miljoen in 2023 en jaarlijks € 6 miljoen in 2024-2026. Deze middelen worden onder meer ingezet voor het instellen van het Nationaal platform voor digitale zorgtransformatie en voor inzet van de Vliegwielcoalitie.
Opdrachten
Informatiebeleid
Vanaf het instrument Bijdrage aan agentschappen is een instrumentwijziging van ongeveer € 9,1 miljoen doorgezet bedoeld voor ToegangVerleningService (TVS). Structureel vind onder andere daardoor een ophoging van het budget plaats van ongeveer € 13,2 miljoen. Daarnaast is het opdrachtenbudget incidenteel met € 0,7 miljoen verlaagd als gevolg van diverse kleine mutaties, onder meer bestaande uit een bijdrage aan Zorg Instituut Nederland (ZiNL) voor activiteiten in het kader van de Wegiz en een bijdrage aan het ministerie van EZK voor de NL AI Coalitie werkgroep Gezondheid en Zorg.
Voor afrekening van het corona-gerelateerde DigiD-gebruik door de GGD GHOR over 2021 is een incidenteel budget van ongeveer € 3,9 miljoen beschikbaar gesteld. Daarnaast is het opdrachtenbudget voor diverse covid-19-applicaties in 2023 per saldo met € 4,5 miljoen verlaagd.
Vanuit de bij het coalitieakkoord beschikbaar gestelde middelen voor Standaardisatie Gegevensuitwisseling is een bedrag van € 5,6 miljoen beschikbaar in 2023, waarvan € 4,0 miljoen zal worden ingezet in het kader van de verdere ontwikkeling van Eenheid van Taal (ook in 2024). Tevens zijn vanaf 2024 middelen voorzien voor Normering en Certificering.
Overige
Voor uitvoering van het Integraal Zorgakkoord (IZA) is een incidenteel budget beschikbaar gesteld van ongeveer € 1,1 miljoen in 2023 oplopend tot € 2,6 miljoen in 2026. Deze middelen worden onder meer ingezet voor het vergroten van kennis en bekendheid bij patiënten en zorgprofessionals rondom digitale/hybride zorg en voor het verbeteren van digitale vaardigheden en gezondheidsvaardigheden van patiënten.
Als gevolg van diverse kleine mutaties is het opdrachtenbudget van programma Innovatie en Zorgvernieuwing in 2023 per saldo met € 1,5 miljoen verlaagd.
Bijdrage aan agentschappen
Informatiebeleid
Vanuit het instrument Bijdrage aan agentschappen is voor ongeveer € 11,6 miljoen structureel overgeheveld naar opdrachten voor ToegangVerleningService (TVS). Daarnaast is er structureel budget (€ 1,5 miljoen) beschikbaar gesteld voor kostenstijgingen van het CIBG.
Binnen de mutaties voor informatiebeleid wordt een bedrag van € 0,2 miljoen (2023) en € 4 miljoen (2024) verklaard door een overheveling vanuit de aanvullende post in het kader van Standaardisatie Gegevensuitwisseling. Deze middelen zullen ingezet worden ten behoeve van het CIBG voor de ontwikkeling van de generieke functie Identificatie en Authenticatie.
Het budget voor diverse covid-19-applicaties is in 2023 verlaagd met € 1,3 miljoen. Tot slot is vanwege de onderuitputting € 2 miljoen verwerkt op dit instrument.
5. Zorg, welzijn en jeugdzorg op Caribisch Nederland
Bekostiging
Op het instrument Bekostiging is het budget opgehoogd met € 167,7 miljoen in 2023 oplopend tot € 170,3 miljoen in 2027. Dit is als volgt opgebouwd:
Zorg en Welzijn
Vanaf het instrument Opdrachten heeft een instrumentwijziging plaatsgevonden van € 153,5 miljoen in 2023 oplopend tot € 162 miljoen in 2027. De uitgaven die voortkomen uit contracten en declaraties op grond van de ‘Regeling aanspraak zorgverzekering BES’ en ‘Besluit zorgverzekering BES’ voldoen namelijk aan de criteria van het instrument Bekostiging. Daarnaast is als gevolg van een wisselkoerstegenvaller EUR/USD een aanvullend budget beschikbaar gesteld van € 14,2 miljoen in 2023 aflopend tot € 8,3 miljoen in 2027.
Opdrachten
Op het instrument Opdrachten is het budget structureel met € 159 miljoen verlaagd. Dit is als volgt opgebouwd:
Zorg
Naar het instrument Bekostiging heeft een instrumentwijziging plaatsgevonden van opdrachten naar bekostiging van € 137,9 miljoen in 2023 oplopend tot € 145,1 miljoen in 2027. Daarnaast heeft voor invoering van bevolkingsonderzoeken naar borst-, baarmoederhals- en darmkanker in Caribisch Nederland een budgetoverheveling van ongeveer € 3 miljoen in de jaren 2023 tot en met 2025 plaatsgevonden naar begrotingsartikel Volksgezondheid (artikel 1). Daarnaast hebben in 2023 vanaf het instrument Opdrachten diverse kleinere mutaties plaatsgevonden van per saldo € 1,1 miljoen. Tevens is vanwege de onderuitputting en conform de Voorjaarsnota 2023 € 2 miljoen verwerkt.
Voor uitvoering van het coalitieakkoord is in het kader van ‘Pandemische Paraatheid’ een aanvullend budget beschikbaar gesteld van € 1 miljoen in 2023 oplopend tot € 2,5 miljoen structureel vanaf 2026.
Welzijn
Naar het instrument Bekostiging heeft een instrumentwijziging plaatsgevonden van opdrachten naar bekostiging van € 15,6 miljoen in 2023 oplopend tot € 17 miljoen in 2027. Voor de JOGG-aanpak op de BES-eilanden heeft een structurele budgetoverheveling ad € 0,3 miljoen plaatsgevonden naar begrotingsartikel Volksgezondheid (artikel 1). Tot slot heeft in 2023 een incidentele instrumentwijziging plaatsgevonden ad € 0,3 miljoen naar het instrument Bijdragen aan medeoverheden, in het kader van het sport en preventieakkoord.
3.5 Artikel 5 Jeugd
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 7 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 5 Jeugd (bedragen x € 1.000)
Begroting 2023 (1)
Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)
Vastgestelde begroting t (3) = (1) + (2)
Mutaties 1e suppletoire begroting (4)
Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)
Mutatie 2024
Mutatie 2025
Mutatie 2026
Mutatie 2027
Verplichtingen
124.575
0
124.575
47.644
172.219
62.530
97.221
3.106
3.106
Uitgaven
124.575
0
124.575
17.261
141.836
92.913
97.221
3.106
3.106
3. Effectief en efficiënt werkend jeugdstelsel
124.575
0
124.575
17.261
141.836
92.913
97.221
3.106
3.106
Subsidies
87.711
0
87.711
7.653
95.364
87.407
91.715
‒ 2.400
‒ 2.400
Kennis en informatiebeleid
13.054
0
13.054
0
13.054
0
0
0
0
Jeugdbeleid
46.044
0
46.044
‒ 1.247
44.797
87.407
91.715
‒ 2.400
‒ 2.400
Jeugdstelsel
28.613
0
28.613
8.900
37.513
0
0
0
0
Overige
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Opdrachten
10.182
0
10.182
4.225
14.407
123
123
123
123
Kennis en informatiebeleid
2.337
0
2.337
0
2.337
0
0
0
0
Jeugdbeleid
7.307
0
7.307
4.177
11.484
75
75
75
75
Jeugdstelsel
538
0
538
48
586
48
48
48
48
Overige
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Bijdragen aan agentschappen
1.439
0
1.439
0
1.439
0
0
0
0
Overige
1.439
0
1.439
0
1.439
0
0
0
0
Bijdragen aan medeoverheden
25.000
0
25.000
5.383
30.383
5.383
5.383
5.383
5.383
Overige
25.000
0
25.000
5.383
30.383
5.383
5.383
5.383
5.383
Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken
243
0
243
0
243
0
0
0
0
Overige
243
0
243
0
243
0
0
0
0
Ontvangsten
2.085
0
2.085
0
2.085
0
0
0
0
Overige
2.085
0
2.085
0
2.085
0
0
0
0
Toelichting
3. Effectief en efficiënt werkend jeugdstelsel
Subsidies
Jeugdbeleid
Gemeenten en Rijk hebben een principeakkoord bereikt over het financiële kader voor de Hervormingsagenda Jeugd. Als het principeakkoord wordt omgezet in een definitief akkoord op de Hervormingsagenda komt voor jeugdzorg aanvullend € 1,5 miljard in 2024 en € 954 miljoen in 2025 beschikbaar. Deze middelen worden via het Gemeentefonds beschikbaar gesteld. Een beperkt deel van deze middelen betreft investeringen en uitvoeringskosten van de Hervormingsagenda die vanuit de VWS-begroting worden ingezet. Dit betreft € 91 miljoen in 2024 en € 95 miljoen in 2025.
Jeugdstelsel
Met de VNG is afgesproken om ook in 2022 € 10 miljoen vanuit het Gemeentefonds beschikbaar te stellen ten behoeve van de subsidieregeling continuïteit van cruciale jeugdzorg. Hiervan is € 1,1 miljoen reeds aangevraagd en verleend aan tijdelijke liquiditeitssteun. Middels een kasschuif van € 8,9 miljoen blijven de resterende middelen ook in 2023 volledig beschikbaar voor deze regeling.
Opdrachten
Jeugdbeleid
Vanwege de onvoorziene groepsgewijze terugkeer, is ook in 2023 behoefte aan observatie van minderjarige terugkeerders. Voor 2023 gaat het om een benodigd budget van € 3,6 miljoen.
De overige mutaties op dit hoofdbudget, betreffen diverse overboekingen en mutaties t.b.v. (inter)departementale samenwerkingen op het gebied van jeugdhulp, waaronder een eindejaarsmarge 2022 ad. € 0,4 miljoen.
Bijdragen aan medeoverheden
Overige
Voor het verlenen van de SPUK randvoorwaardelijke functies Jeugdhulp is € 5,4 miljoen vanuit het Gemeentefonds overgeboekt naar de begroting van VWS. Dit budget wordt ingezet voor de functies voor plaatsingscoördinatie gesloten jeugdhulp en academische centra kinder- en jeugdpsychiatrie. Deze zijn eerder via een decentrale uitkering aan gemeenten verleend, maar zullen vanaf 2023 vanuit VWS via een SPUK verleend worden.
3.6 Artikel 6 Sport en bewegen
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 8 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 6 Sport en bewegen (bedragen x € 1.000)
Begroting 2023 (1)
Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)
Vastgestelde begroting t (3) = (1) + (2)
Mutaties 1e suppletoire begroting (4)
Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)
Mutatie 2024
Mutatie 2025
Mutatie 2026
Mutatie 2027
Verplichtingen
513.868
213.000
726.868
‒ 45.224
681.644
‒ 138.345
‒ 131.698
‒ 120.147
‒ 9.755
Uitgaven
524.177
213.000
737.177
‒ 59.974
677.203
‒ 112.935
‒ 115.108
‒ 109.347
‒ 9.755
1. Passend sport- en beweegaanbod
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Subsidies
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Passend sport- en beweegaanbod
0
0
0
0
0
0
0
0
0
4. Sport verenigt Nederland
524.177
213.000
737.177
‒ 59.974
677.203
‒ 112.935
‒ 115.108
‒ 109.347
‒ 9.755
Subsidies
221.220
0
221.220
21.827
243.047
‒ 14.483
‒ 14.461
‒ 18.530
‒ 3.518
Sportakkoord
120.359
0
120.359
30.121
150.480
‒ 4.465
‒ 4.590
‒ 8.350
620
Duurzame en toegankelijke sportaccommodaties
79.013
0
79.013
‒ 2.350
76.663
‒ 2.350
‒ 2.350
‒ 2.350
‒ 2.350
Kennis en innovatie
21.848
0
21.848
‒ 5.944
15.904
‒ 7.668
‒ 7.521
‒ 7.830
‒ 1.788
Inkomensoverdrachten
15.045
0
15.045
3.700
18.745
3.700
1.500
1.500
1.500
Financiële voorziening topsporters
15.045
0
15.045
3.700
18.745
3.700
1.500
1.500
1.500
Opdrachten
5.750
0
5.750
2.764
8.514
40
40
40
0
Sportakkoord
5.523
0
5.523
2.764
8.287
40
40
40
0
Kennis en innovatie
227
0
227
0
227
0
0
0
0
Overige
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Bijdragen aan ZBO's/RWT's
3.049
0
3.049
110
3.159
‒ 17
‒ 12
‒ 12
‒ 12
Dopingautoriteit
3.049
0
3.049
110
3.159
‒ 17
‒ 12
‒ 12
‒ 12
Bijdragen aan medeoverheden
189.535
213.000
402.535
1.750
404.285
‒ 12.050
‒ 12.050
‒ 2.350
‒ 2.350
Duurzame en toegankelijke sportaccommodaties
189.535
213.000
402.535
1.750
404.285
‒ 12.050
‒ 12.050
‒ 2.350
‒ 2.350
Sportakkoord
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties
3.525
0
3.525
‒ 3.025
500
‒ 3.025
‒ 3.025
‒ 3.025
‒ 3.025
Dopingbestrijding
325
0
325
175
500
175
175
175
175
Organisaties in de Sport
3.200
0
3.200
‒ 3.200
0
‒ 3.200
‒ 3.200
‒ 3.200
‒ 3.200
Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken
86.053
0
86.053
‒ 87.100
‒ 1.047
‒ 87.100
‒ 87.100
‒ 86.970
‒ 2.350
Sportakkoord
86.053
0
86.053
‒ 87.100
‒ 1.047
‒ 87.100
‒ 87.100
‒ 86.970
‒ 2.350
Ontvangsten
38.740
0
38.740
9.100
47.840
0
0
0
0
Overige
38.740
0
38.740
9.100
47.840
0
0
0
0
Toelichting
4. Sport verenigt Nederland
Subsidies
SportakkoordDe uitvoering en verantwoording van een aantal beleidsprogramma's op het gebied van Sport vinden via andere artikelonderdelen op de VWS-begroting plaats. Dit betreft de Brede Regeling Combinatiefuncties, de SPUK Lokaal Sportakkoord en de bijdrage aan VeiligheidNL (€ 15,6 miljoen). Ook vinden er een aantal overhevelingen plaats naar het juiste instrument (€ 9,5 miljoen). Het betreft hier in het bijzonder het uitvoeren van de motie Heerema (versterken bonden) en het voortzetten van de aanpak discriminatie en racisme in de sport. Daarnaast is voor de afwikkeling van subsidies een bedrag van € 2,0 miljoen doorgeschoven naar 2023. Vanuit andere departementen is er € 0,6 miljoen ontvangen in verband met toevoegingen aan sportbeleid (Jeugdsportfonds en Strandbewaking). Conform motie Heinen en de Voorjaarsnota 2023 bedragen zijn de uitgaven € 2,4 miljoen naar beneden bijgesteld vanwege de onderuitputting op de VWS-begroting.
Om in 2023 een financiële bijdrage te kunnen leveren aan de organisatie van het evenement European Para Championships 2023, is binnen het evenementenbudget een bedrag van € 5,0 miljoen beschikbaar gesteld.
In 2022 was voorzien dat de subsidieregeling Topsportwedstrijden en topsportevenementen inkomstenderving kaartverkoop COVID-19 (STIK) zou worden uitgevoerd om de gemiste ticketinkomsten van topsportcompetities en -evenementen te compenseren. De notificatieprocedure bij de Europese Commissie heeft ervoor gezorgd dat de uitvoering van deze regeling van € 36 miljoen is doorgeschoven naar 2023.
Kennis en InnovatieDe uitvoering en verantwoording van een aantal beleidsprogramma's vinden via andere artikelonderdelen van de VWS-begroting plaats. Dit betreft het Onderzoeksprogramma Sport, Sportinnovator en RIVM (€ 4,0 miljoen). Voor de voortzetting van de aanpak racisme en discriminatie in de Sport is € 2,5 miljoen overgeheveld naar het instrument subsidies Sportakkoord. Daarnaast heeft nog een beperkt aantal kleine mutaties (0,6 miljoen) tussen de subsidie instrumenten Sportakkoord en Kennis en Innovatie plaatsgevonden.
Bijdrage medeoverheden
Duurzame en toegankelijke sportaccommodatiesOm de vaststellingen van de SPUK-regelingen 2021 en de uitvoeringskosten die hiervoor nodig zijn af te ronden, heeft een ophoging plaats gevonden van € 9,1 miljoen vanuit de hogere ontvangstenraming. Daarnaast is voor het uitvoeren van de motie Heerema inzake het versterken van bonden, een bedrag van € 5,0 miljoen overgeheveld naar het instrument subsidies. Conform motie Heinen en de Voorjaarsnota 2023 zijn de uitgaven € 2,4 miljoen naar beneden bijgesteld vanwege de onderuitputting op de VWS-begroting.
Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken
SportakkoordDe uitvoering en verantwoording van de Brede Regeling Combinatiefuncties en het Lokaal Sportakkoord als onderdeel van de brede specifieke uitkering sport en bewegen, gezondheid en sociale basis 2023 ‒ 2026, vindt plaats via artikel 1. Dit betreft een overheveling van € 84,8 miljoen naar artikel 1. Conform motie Heinen en de Voorjaarsnota 2023 zijn de uitgaven € 2,4 miljoen naar beneden bijgesteld vanwege de onderuitputting op de VWS-begroting.
Ontvangsten
De ontvangstenraming wordt verhoogd met € 9,1 miljoen en heeft betrekking op de specifieke uitkering stimulering sport (SPUK Sport). De hogere ontvangstenraming volgt uit de afrekeningen met gemeenten die een hoger bedrag aan voorschot hadden ontvangen dan de werkelijk gemaakte kosten.
3.7 Artikel 7 Oorlogsgetroffenen en Herinnering WOII
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 9 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 7 Oorlogsgetroffenen en Herinnering WOII (bedragen x € 1.000)
Begroting 2023 (1)
Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)
Vastgestelde begroting t (3) = (1) + (2)
Mutaties 1e suppletoire begroting (4)
Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)
Mutatie 2024
Mutatie 2025
Mutatie 2026
Mutatie 2027
Verplichtingen
204.742
0
204.742
1.661
206.403
2.469
175
‒ 5.944
‒ 6.698
Uitgaven
206.209
0
206.209
5.161
211.370
2.469
175
‒ 5.944
‒ 6.698
1. De zorg- en dienstverlening aan verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen WOII en de herinnering aan WO II
28.693
0
28.693
580
29.273
3
18
0
0
Subsidies
27.629
0
27.629
580
28.209
3
18
0
0
Nationaal Comité
6.150
0
6.150
1.800
7.950
0
0
0
0
Nationale herinneringscentra
2.700
0
2.700
171
2.871
150
150
0
0
Collectieve Erkenning Indisch Nederland
1.069
0
1.069
0
1.069
0
0
0
0
Zorg- en dienstverlening
6.549
0
6.549
0
6.549
0
0
0
0
Overige
11.161
0
11.161
‒ 1.391
9.770
‒ 147
‒ 132
0
0
Bekostiging
400
0
400
0
400
0
0
0
0
Overige
400
0
400
0
400
0
0
0
0
Opdrachten
438
0
438
0
438
0
0
0
0
Overige
438
0
438
0
438
0
0
0
0
Bijdragen aan ZBO's/RWT's
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Overige
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties
226
0
226
0
226
0
0
0
0
Overige
226
0
226
0
226
0
0
0
0
Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Overige
0
0
0
0
0
0
0
0
0
2. Pensioenen en uitkeringen voor verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen WO II
177.516
0
177.516
4.581
182.097
2.466
157
‒ 5.944
‒ 6.698
Inkomensoverdrachten
167.753
0
167.753
4.581
172.334
2.466
157
‒ 5.944
‒ 6.698
Wetten en regelingen verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen
167.753
0
167.753
4.581
172.334
2.466
157
‒ 5.944
‒ 6.698
Bijdragen aan ZBO's/RWT's
9.763
0
9.763
0
9.763
0
0
0
0
SVB
8.863
0
8.863
0
8.863
0
0
0
0
PUR
900
0
900
0
900
0
0
0
0
Overige
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Ontvangsten
2.901
0
2.901
0
2.901
0
0
0
0
Overige
2.901
0
2.901
0
2.901
0
0
0
0
2. Pensioenen en uitkeringen voor verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen WO II
Inkomensoverdrachten
Wetten en regelingen verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen De tegenvaller in 2023 tot en met 2025 is ontstaan door de verhoging van het minimumloon in 2023. De oorlogspensioenen op grond van de wetten en regelingen Verzetsdeelnemers & Oorlogsgetroffenen zijn gekoppeld aan het minimumloon, waardoor de SVB meer budget nodig heeft om de uitkeringen te bekostigen.
3.8 Artikel 8 Tegemoetkoming specifieke kosten
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 10 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 8 Tegemoedkoming specifieke kosten (bedragen x € 1.000)
Begroting 2023 (1)
Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)
Vastgestelde begroting t (3) = (1) + (2)
Mutaties 1e suppletoire begroting (4)
Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)
Mutatie 2024
Mutatie 2025
Mutatie 2026
Mutatie 2027
Verplichtingen
8.321.849
0
8.321.849
115.600
8.437.449
87.200
250.700
330.300
1.093.800
Uitgaven
8.321.849
0
8.321.849
115.600
8.437.449
87.200
250.700
330.300
1.093.800
Inkomensoverdrachten
8.321.849
0
8.321.849
115.600
8.437.449
87.200
250.700
330.300
1.093.800
Zorgtoeslag
8.253.900
0
8.253.900
115.600
8.369.500
87.200
250.700
330.300
1.093.800
Tegemoetkoming specifieke zorgkosten
67.949
0
67.949
0
67.949
0
0
0
0
Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten (Wtcg)
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Ontvangsten
0
0
0
0
0
0
0
0
Overige
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Toelichting
1. Inkomensoverdrachten
Zorgtoeslag
De uitgavenraming voor de zorgtoeslag worden in 2023 met € 115,6 miljoen verhoogd. Dit heeft ook een meerjarige doorwerking. Deze verhoging is het gevolg van de verwerking van het Centraal Economisch Plan van het CPB en uit de verwerking van de voorlopige inschatting van de premiestijging 2024, die voor één twaalfde neerslaat in december 2023.
4 Niet-beleidsartikelen
4.1 Artikel 9 Algemeen
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 11 Algemeen (Bedragen x € 1.000)
Begroting 2023 (1)
Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)
Vastgestelde begroting t (3) = (1) + (2)
Mutaties 1e suppletoire begroting (4)
Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)
Mutatie 2024
Mutatie 2025
Mutatie 2026
Mutatie 2027
Verplichtingen
26.561
0
26.561
‒ 285
26.276
873
1.079
‒ 808
‒ 741
Uitgaven
29.254
0
29.254
615
29.869
873
1.079
‒ 808
‒ 741
1. Internationale samenwerking
8.429
0
8.429
2.100
10.529
2.358
2.664
877
944
Opdrachten
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Overige
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Bijdragen aan agentschappen
1.175
0
1.175
0
1.175
0
0
0
0
Overige
1.175
0
1.175
0
1.175
0
0
0
0
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties
7.254
0
7.254
2.100
9.354
2.358
2.664
877
944
World Health Organization
2.693
0
2.693
50
2.743
0
0
0
0
EMA
3.577
0
3.577
1.800
5.377
1.928
2.234
877
944
Overige
984
0
984
250
1.234
430
430
0
0
2. verzameluitkering
0
0
0
200
200
200
100
0
0
Bijdragen aan medeoverheden
0
0
0
200
200
200
100
0
0
Overige
0
0
0
200
200
200
100
0
0
3. Eigenaarsbijdrage RIVM
15.825
0
15.825
‒ 1.685
14.140
‒ 1.685
‒ 1.685
‒ 1.685
‒ 1.685
Bekostiging
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Overige
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Bijdragen aan agentschappen
15.825
0
15.825
‒ 1.685
14.140
‒ 1.685
‒ 1.685
‒ 1.685
‒ 1.685
Eigenaarsbijdrage RIVM
15.825
0
15.825
‒ 1.685
14.140
‒ 1.685
‒ 1.685
‒ 1.685
‒ 1.685
Eigenaarsbijdrage aCBG
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Eigenaarsbijdrage CIBG
0
0
0
0
0
0
0
0
0
4. Begrotingsreserve achterborg WFZ-garanties
5.000
0
5.000
0
5.000
0
0
0
0
Garanties
5.000
0
5.000
0
5.000
0
0
0
0
Overige
5.000
0
5.000
0
5.000
0
0
0
0
Ontvangsten
0
0
0
1.500
1.500
0
0
0
0
Overige
0
0
0
1.500
1.500
0
0
0
0
4.2 Artikel 10 Apparaat Kerndepartement
Apparaatsuitgaven departement Budgettaire gevolgen
Tabel 12 Apparaatsuitgaven Kerndepartement (Bedragen x € 1.000)
Begroting 2023 (1)
Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)
Vastgestelde begroting t (3) = (1) + (2)
Mutaties 1e suppletoire begroting (4)
Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)
Mutatie 2024
Mutatie 2025
Mutatie 2026
Mutatie 2027
Verplichtingen
555.563
0
555.563
53.241
608.804
65.281
47.358
38.886
33.225
Uitgaven
556.993
0
556.993
68.941
625.934
65.281
47.358
38.886
33.225
Personele uitgaven
445.859
0
445.859
49.697
495.556
54.497
36.854
29.978
24.317
eigen personeel
374.203
0
374.203
10.326
384.529
32.787
21.408
20.597
16.615
inhuur externen
68.787
0
68.787
39.371
108.158
21.710
15.446
9.381
7.702
overige personele uitgaven
2.869
0
2.869
0
2.869
0
0
0
0
Materiële uitgaven
111.134
0
111.134
19.244
130.378
10.784
10.504
8.908
8.908
ICT
22.673
0
22.673
5.903
28.576
2.250
2.245
535
535
bijdrage aan SSO's
58.762
0
58.762
9.143
67.905
7.011
7.011
7.011
7.011
overige materiële uitgaven
29.699
0
29.699
4.198
33.897
1.523
1.248
1.362
1.362
Ontvangsten
8.594
0
8.594
2.400
10.994
0
0
0
0
Overige
8.594
0
8.594
2.400
10.994
0
0
0
0
Tabel 13 Nadere uitsplitsing apparaatsuitgaven (Bedragen x € 1.000)
Begroting 2023 (1)
Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)
Vastgestelde begroting t (3) = (1) + (2)
Mutaties 1e suppletoire begroting (4)
Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)
Mutatie 2024
Mutatie 2025
Mutatie 2026
Mutatie 2027
Totaal apparaatsuitgaven Ministerie
556.993
0
556.993
68.941
625.934
65.281
47.358
38.886
33.225
Personele uitgaven
329.548
0
329.548
47.993
377.541
53.202
35.404
28.528
24.317
eigen personeel
260.375
0
260.375
9.567
269.942
31.492
19.958
19.147
16.615
inhuur externen
66.562
0
66.562
38.426
104.988
21.710
15.446
9.381
7.702
overige personele uitgaven
2.611
0
2.611
0
2.611
0
0
0
0
Materiële uitgaven
79.149
0
79.149
17.360
96.509
10.665
10.385
8.789
8.789
ICT
10.476
0
10.476
5.185
15.661
2.250
2.245
535
535
bijdrage aan SSO's
54.413
0
54.413
9.143
63.556
7.011
7.011
7.011
7.011
overige materiële uitgaven
14.260
0
14.260
3.032
17.292
1.404
1.129
1.243
1.243
Personele uitgaven inspecties
90.333
0
90.333
1.510
91.843
1.295
1.450
1.450
0
eigen personeel
88.964
0
88.964
1.510
90.474
1.295
1.450
1.450
0
inhuur externen
1.111
0
1.111
0
1.111
0
0
0
0
overige personele uitgaven
258
0
258
0
258
0
0
0
0
Materiële uitgaven inspecties
22.771
0
22.771
1.052
23.823
119
119
119
119
ICT
8.493
0
8.493
933
9.426
0
0
0
0
bijdrage aan SSO's
3.950
0
3.950
0
3.950
0
0
0
0
overige materiële uitgaven
10.328
0
10.328
119
10.447
119
119
119
119
Personele uitgaven SCP en raden
25.978
0
25.978
194
26.172
0
0
0
0
eigen personeel
24.864
0
24.864
‒ 751
24.113
0
0
0
0
inhuur externen
1.114
0
1.114
945
2.059
0
0
0
0
overige personele uitgaven
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Materiële uitgaven SCP en raden
9.214
0
9.214
832
10.046
0
0
0
0
ICT
3.704
0
3.704
‒ 215
3.489
0
0
0
0
bijdrage aan SSO's
399
0
399
0
399
0
0
0
0
overige materiële uitgaven
5.111
0
5.111
1.047
6.158
0
0
0
0
Toelichting apparaatsuitgaven kerndepartement
Personele uitgaven kerndepartement
De personele uitgaven voor het kerndepartement worden middels deze suppletoire begroting met per saldo € 48,0 miljoen opwaarts bijgesteld, tot € 377,5 miljoen. Voor 2023 wordt het budget voor uitgaven voor eigen personeel verhoogd met € 9,6 miljoen en er is een toename in uitgaven ten behoeve van inhuur externen met € 38,4 miljoen. Voor 2024 en verder bedraagt de stijging voor personele uitgaven kerndepartement € 53,2 miljoen (2024) met een aflopende stijging van € 24,3 miljoen in 2027.
Eigen personeel
Voor de uitgaven aan eigen personeel van de Programmadirectie Medische Isotopen (PMI) wordt incidenteel € 3,4 miljoen aan het budget toegevoegd. Voor de uitvoering van het IZA is tot en met 2026 € 0,5 miljoen aanvullend budget noodzakelijk. Ten behoeve van de uitvoering van Standaardisatie gegevensuitwisseling wordt voor de komende jaren het budget verhoogd met € 1,3 miljoen (2023), oplopend naar € 3,2 miljoen in 2027. Om het budget in overeenstemming te brengen met de goedgekeurde formatie wordt bij een tweetal directies het budget voor 2023 verhoogd met in totaal € 3,0 miljoen. Richting 2027 stijgt dit door naar € 5,0 miljoen. Ten behoeve van de Werkkostenregeling stijgen de uitgaven met € 1,4 miljoen structureel. Voor uitgaven welke betrekking hebben op 2022, maar waar in 2023 de factuur is ontvangen en wordt betaald, wordt voor € 1,3 miljoen een beroep op de eindejaarsmarge gedaan. Het negatieve wisselkoerseffect euro/dollar leidt tot hogere personele uitgaven van € 0,4 miljoen, aflopend naar € 0,2 miljoen in 2027. Er is sprake van structureel hogere uitgaven aan juridische inzet, dit betreft zowel reguliere inzet, als corona gerelateerd, De mutatie bedraagt in totaal structureel € 1,4 miljoen, met een incidentele oploop naar € 3,4 miljoen in 2024 t/m 2026.
Voor de uitvoering van subsidieregelingen door DUS-I wordt voor 2023 vanuit opdrachtgevers voor € 3 miljoen aan budget voor eigen personeel overgeheveld. Hiervan is € 1,7 miljoen afkomstig vanuit het ministerie van OCW. Om budgetten welke vanuit de coalitieakkoord-middelen eerder aan de begroting van VWS waren toegevoegd naar het artikelonderdeel over te hevelen waar uiteindelijk de uitgaven op verantwoord gaan worden, vindt een aantal correcties plaats. Hierdoor is voor 2023 tot en met 2025 sprake van een mutatie van per saldo € 5,2 miljoen naar diverse onderdelen op artikel 1.
Vanwege de interne doorbelasting van banen in het kader van de Banenafspraak vindt vanuit diverse directies een incidentele overheveling plaats van € 0,6 miljoen naar het budget voor uitgaven aan SSO's. Bij een aantal directies is voor 2023 sprake van de overheveling van budget van eigen personeel naar inhuur externen. Dit zorgt voor een mutatie van in totaal € 6 miljoen.
De keuze om het structureel beheer van het programma PGB2.0 de komende jaren nog door VWS te laten uitvoeren leidt tot een meerjarige mutatie van € 1,3 miljoen vanuit het opdrachtenbudget op artikel 3.
Er is sprake van hogere ontvangsten (€ 2,4 miljoen), die via een desaldering aan het uitgavenbudget worden toegevoegd. Het betreft hier de ontvangsten pseudopremies Eigen Risicodragerschap (ERD). Zie ook de toelichting bij de Ontvangsten.
Ten behoeve van de uitgaven voor eigen personeel voor aan coronagerelateerde directies vindt een mutatie plaats van € 17 miljoen (2024) en € 5,7 miljoen (2025).
Ten slotte leidt een groot aantal kleinere mutaties tot een bijstelling van per saldo € 2,0 miljoen (2023) oplopend tot een structurele reeks van € 4,1 miljoen.
Inhuur externen
Voor uitgaven welke betrekking hebben op 2022, maar waar in 2023 de factuur is ontvangen en wordt betaald, wordt voor € 9,4 miljoen een beroep op de eindejaarsmarge gedaan. De uitvoering van beleidsthema's uit het coalitieakkoord (o.m. Standaardisatie gegevensuitwisseling) leidt tot een meerjarige uitgavenverhoging van circa € 4,6 miljoen voor 2023 en 2024, aflopend naar € 3,2 miljoen voor 2027. Coronagerelateerde kosten leiden per saldo tot een bijstelling met € 3,4 miljoen voor 2023 en € 5,3 miljoen in 2024. De uitgaven voor inhuur ten behoeve van Archivering Hotspot COVID komen in 2023 € 2,2 miljoen hoger uit, voor de begeleiding bij de aanbesteding van het nieuwe inkoopsysteem is incidenteel € 0,5 miljoen nodig. Voor externe inhuur mb.t. Pandemische paraatheid is er sprake van hogere uitgaven van € 1 miljoen in 2023. Dit bedrag loopt de komende jaren op tot € 5 miljoen structureel in 2025.
De keuze om het structureel beheer van het programma PGB2.0 de komende jaren nog door VWS te laten uitvoeren leidt voor 2023 tot een mutatie van € 8,1 miljoen, waarvan € 7,3 miljoen vanuit het opdrachtenbudget op artikel 3. wordt overgeheveld. Voor 2024 en 2025 is sprake van een overheveling van € 7,7 miljoen resp. € 5,2 miljoen.
Vanuit het ministerie van OCW wordt ten behoeve van de uitvoering van subsidieregelingen door DUS-I € 7,1 miljoen aan het budget 2023 voor inhuur externen toegevoegd. Voor 2024 tot en met 2026 loopt deze bijstelling af van € 2 miljoen naar € 1,1 miljoen.
Bij een aantal directies is sprake van de overheveling van budget van eigen personeel naar inhuur externen. Dit leidt tot een eenmalige ophoging van het budget voor inhuur externen met in totaal € 6 miljoen. De interne overheveling van budget in het kader van de Informatiehuishouding (IHH/POK) zorgt voor een incidentele afname van het budget met € 3,4 miljoen (2023). Tenslotte is sprake van een aantal kleinere mutaties welke leiden tot een meerjarige verlaging van het budget met € 0,5 miljoen.
Materiële uitgaven kerndepartement
De materiële uitgaven voor het kerndepartement worden middels deze suppletoire begroting met per saldo € 17,4 miljoen opwaarts bijgesteld, tot € 96,5 miljoen. Het budget voor uitgaven voor ICT wordt € 5,2 miljoen verhoogd, dat ten behoeve van SSO's met € 9,1 miljoen en op het budget voor overige materiële uitgaven is sprake van een toename van € 3,0 miljoen.
ICT
Voor de uitvoering van regelingen door DUS-I wordt vanuit het ministerie van OCW incidenteel € 2,6 miljoen overgeheveld. Voor de noodzakelijke uitgaven 2023 voor corona-applicaties is € 2,6 miljoen nodig. Voor overige corona gerelateerde uitgaven wordt het budget voor 2024 en 2025 verhoogd met € 1,5 miljoen. De interne herverdeling van de middelen ten behoeve van de Woo aan dienstonderdelen leidt voor 2023 tot een afname van het budget voor ICT met € 0,6 miljoen en voor 2024 en verder tot een structurele toename van € 0,2 miljoen. Een aantal kleinere mutaties leiden per saldo tot een toename met € 0,6 miljoen in 2023, aflopend naar € 0,3 miljoen in 2027.
Bijdrage SSO's
In verband met doorbelasting vanuit het ministerie van BZK vindt voor 2023 een overheveling plaats van € 1 miljoen, structureel bedraagt dit € 0,6 miljoen. Als gevolg van stijgende tarieven nemen de overheadkosten toe, zodoende wordt het budget ten behoeve van bijdrage aan SSO's structureel verhoogd met € 6 miljoen. Daarnaast is er ook door de uitbreiding van het personeelsbestand sprake van structureel hogere uitgaven aan overheadkosten (€ 0,8 miljoen). Voor uitgaven welke betrekking hebben op 2022, maar waar in 2023 de factuur is ontvangen en wordt betaald, wordt voor € 1,2 miljoen een beroep op de eindejaarsmarge gedaan. In verband met de voorbereidingskosten Archivering Hotspot COVID wordt het budget voor 2023 verhoogd met € 0,9 miljoen en structureel met € 0,3 miljoen. Diverse kleinere mutaties leiden tot hogere uitgaven van € 1,2 miljoen, waarvan € 0,5 miljoen structureel.
Overige materiële uitgaven
Voor de organisatie van het World Local Production Forum wordt het budget voor 2023 verhoogd met € 1 miljoen. De structurele doorbelasting van Prowebsites leidt tot € 0,75 miljoen hogere uitgaven. Voor de externe begeleiding en advisering m.b.t. Rividis wordt € 0,9 miljoen aan het budget toegevoegd (2023). Voor uitgaven welke betrekking hebben op 2022, maar waar in 2023 de factuur is ontvangen en wordt betaald, wordt een beroep op de eindejaarsmarge gedaan (€ 1,1 miljoen). Ten behoeve van diverse ontwikkelingen van het Financieel Dienstencentrum (FDC) vindt een incidentele overheveling van € 1 miljoen plaats naar het ministerie van SZW. Overige mutaties leiden tot een bijstelling met € 0,3 miljoen voor 2023 oplopend tot ca. € 0,5 miljoen in latere jaren.
Ontvangsten
Er is sprake van hogere ontvangsten (€ 2,4 miljoen), die via een desaldering aan het uitgavenbudget worden toegevoegd. Het betreft hier de ontvangsten pseudopremies Eigen Risicodragerschap (ERD). Zie ook de toelichting bij uitgaven voor Eigen personeel kerndepartement.
4.3 Artikel 11 Nog onverdeeld
Budgettaire gevolgen Nog onverdeeld
Tabel 14 Nog onderdeeld (Bedragen x € 1.000)
Begroting 2023 (1)
Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)
Vastgestelde begroting t (3) = (1) + (2)
Mutaties 1e suppletoire begroting (4)
Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)
Mutatie 2024
Mutatie 2025
Mutatie 2026
Mutatie 2027
Verplichtingen
25.000
0
25.000
326.628
351.628
357.017
307.649
288.556
288.561
Uitgaven
25.000
0
25.000
333.143
358.143
315.674
288.099
293.418
313.935
Nog onverdeeld
25.000
0
25.000
333.143
358.143
315.674
288.099
293.418
313.935
Loonbijstelling
0
0
0
306.507
306.507
287.044
281.572
284.336
296.706
Prijsbijstelling
25.000
0
25.000
16.964
41.964
35.009
33.051
28.138
30.080
Overige
0
0
0
9.672
9.672
‒ 6.379
‒ 26.524
‒ 19.056
‒ 12.851
Ontvangsten
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Overige
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Toelichting
Loonbijstelling
Deze mutatie betreft de toevoeging van de loonbijstelling tranche 2023.
Prijsbijstelling
Deze mutatie betreft de toevoeging van de resterende prijsbijstelling tranche 2023. Binnen deze mutatie heeft in 2023 een overboeking van € 31,6 miljoen van de VWS-begroting naar premiegefinancieerde zorguitgaven plaats gevonden. Meerjarig loopt deze overboeking op tot € 51 miljoen in 2027.
5 Agentschappen
5.1 Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM)
Tabel 15 Exploitatieoverzicht Baten-lastenagentschap RIVM, Suppletoire begroting 2022 (bedragen x € 1.000)
(1) Vastgestelde begroting
(2) Mutaties 1e suppletoire begroting
(3) = (1) + (2) Totaal geraamd
Baten
- Omzet
639.000
43.500
682.500
waarvan omzet moederdepartement
510.000
31.000
541.000
waarvan omzet overige departementen
103.000
1.000
104.000
waarvan omzet derden
26.000
11.500
37.500
Rentebaten
‒
‒
‒
Vrijval voorzieningen
‒
‒
‒
Bijzondere baten
‒
‒
‒
Totaal baten
639.000
43.500
682.500
Lasten
Apparaatskosten
630.500
42.500
673.000
- Personele kosten
252.000
45.000
297.000
waarvan eigen personeel
213.000
14.000
227.000
waarvan inhuur externen
25.000
31.500
56.500
waarvan overige personele kosten
14.000
‒ 500
13.500
- Materiële kosten
378.500
‒ 2.500
376.000
waarvan apparaat ICT
35.000
‒ 6.000
29.000
waarvan bijdrage aan SSO's
6.500
5.500
12.000
waarvan overige materiële kosten
337.000
‒ 2.000
335.000
Rentelasten
‒
‒
‒
Afschrijvingskosten
8.500
‒
8.500
- Materieel
8.500
‒
8.500
waarvan apparaat ICT
6.300
‒ 800
5.500
waarvan overige materiële afschrijvingskosten
2.200
300
2.500
- Immaterieel
‒
‒
‒
Overige lasten
‒
1.000
1.000
waarvan dotaties voorzieningen
‒
1.000
1.000
waarvan bijzondere lasten
‒
‒
‒
Totaal lasten
639.000
43.500
682.500
Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening
‒
‒
‒
Agentschapsdeel Vpb-lasten
‒
‒
‒
Saldo van baten en lasten
‒
‒
‒
Toelichting
De mutaties hebben betrekking op de oprichting van de Landelijke Functionaliteit Infectieziektebestrijding (€ 19,5 miljoen), de verkregen additionele middelen uit de OCW Kennisbasis (€ 3,5 miljoen), de indexatie van de voorzieningen herstelkosten en de dubbele huurlasten in verband met de overgang naar De Uithof (€ 1,0 miljoen). Dit betreft een bedrag van € 21,5 miljoen voor inflatie gerelateerde onderdelen.
Tabel 16 Kasstroomoverzicht RIVM (Bedragen x € 1.000)
(1) Vastgestelde begroting
(2) Mutaties 1e suppletoire begroting
(3) = (1) + (2) Totaal geraamd
1.
Rekening courant RHB 1 januari + depositorekeningen
44.225
211.774
255.999
Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+)
639.000
43.500
682.500
Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-)
‒ 641.500
‒ 32.500
‒ 674.000
2.
Totaal operationele kasstroom
‒ 2.500
11.000
8.500
Totaal investeringen (-/-)
‒ 15.000
8.700
‒ 6.300
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)
‒
‒
‒
3.
Totaal investeringskasstroom
‒ 15.000
8.700
‒ 6.300
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-)
‒
‒
‒
Eenmalige storting door moederdepartement (+)
‒
‒
‒
Aflossingen op leningen (-/-)
‒ 1.500
1.500
‒
Beroep op leenfaciliteit (+)
15.000
‒ 15.000
‒
4.
Totaal financieringskasstroom
13.500
‒ 13.500
‒
5.
Rekening courant RHB 31 december (=1+2+3+4)
40.225
217.974
258.199
Toelichting
De mutaties hebben betrekking op het in overeenstemming brengen van de beginstand Rijkshoofdboekhouding (RHB) per 1 januari 2023 met de stand van de RHB per 31 december 2022, het in lijn brengen van de operationele kasstroom op de mutaties in de staat van baten en lasten en een lagere verwachte omvang van de investeringen dan in de oorspronkelijk vastgestelde begroting zoals opgenomen in de agentschapsparagraaf RIVM. Er wordt in 2023 geen beroep gedaan op de leenfaciliteit.
6 Financieel Beeld Zorg
6.1 Inleiding
Het Financieel Beeld Zorg (FBZ) geeft een actueel beeld van de zorguitgaven en de ontwikkeling van het Uitgavenplafond Zorg. In deze eerste suppletoire begroting 2023 worden de budgettaire ontwikkelingen voor de jaren 2023-2027 vanaf de stand ontwerpbegroting 2023 toegelicht binnen de Zorgverzekeringswet (Zvw), de Wet langdurige zorg (Wlz) en de begrotingsgefinancierde zorguitgaven.
Het FBZ bestaat uit de volgende onderdelen:
• Paragraaf 6.1: Inleiding
• Paragraaf 6.2: Ontwikkeling van de netto zorguitgaven en het Uitgavenplafond Zorg.
In deze paragraaf wordt ingegaan op de ontwikkeling van de netto zorguitgaven, de ontwikkeling van het Uitgavenplafond Zorg en de toetsing van de netto zorguitgaven aan het Uitgavenplafond Zorg.
• Paragraaf 6.3: Verticale ontwikkeling van de zorguitgaven
In deze paragraaf wordt de verticale ontwikkeling van de Zvw, Wlz en begrotingsgefinancierde zorguitgaven toegelicht.
Verdieping van de zorguitgaven in deelsectoren
Het verdiepingshoofdstuk wordt integraal als open data beschikbaar gesteld op: Overzicht Datasets | Ministerie van Financiën - Rijksoverheid (rijksfinancien.nl) . Hierin worden de financiële bijstellingen per sector tussen de ontwerpbegroting 2023 en de 1e suppletoire begroting 2023 voor de jaren 2023-2027 gepresenteerd en toegelicht.
6.2 Ontwikkeling van de netto zorguitgaven en het Uitgavenplafond Zorg
In deze paragraaf wordt ingegaan op de ontwikkeling van de netto zorguitgaven, de ontwikkeling van het Uitgavenplafond Zorg en de toetsing van de netto zorguitgaven aan het Uitgavenplafond Zorg.
6.2.1 Ontwikkeling van de netto zorguitgaven
De netto zorguitgaven zijn de bruto zorguitgaven verminderd met de ontvangsten (eigen risico Zvw en eigen bijdragen Wlz).
In tabel 1 is vanaf de stand ontwerpbegroting 2023 de ontwikkeling van de netto zorguitgaven voor de jaren 2023-2027 op hoofdlijnen te zien.
Tabel 1 Ontwikkeling van de netto zorguitgaven 2023-2027 (bedragen x € 1 miljoen)1
2023
2024
2025
2026
2027
1
Netto zorguitgaven ontwerpbegroting 2023
89.432
95.011
99.587
104.969
109.905
2
Bijstellingen
‒ 420
1.781
2.284
3.182
4.248
Zorgverzekeringswet
201
2.024
2.258
2.713
3.073
Wet langdurige zorg
‒ 270
493
717
1.139
1.595
Begrotingsgefinancierd
‒ 351
‒ 736
‒ 691
‒ 671
‒ 420
3
Netto zorguitgaven stand 1e suppletoire begroting 2023 (= 1+2)
89.012
96.791
101.871
108.151
114.152
1 Door afronding kan de som der delen afwijken van het totaal.
Bron: VWS
Toelichting
Ten opzichte van de stand ontwerpbegroting 2023 zijn de netto zorguitgaven in 2023 neerwaarts bijgesteld met € 0,4 miljard en vanaf 2024 opwaarts bijgesteld met € 1,8 miljard oplopend tot € 4,2 miljard in 2027.
In paragraaf 6.3 wordt de ontwikkeling van de netto zorguitgaven verder toegelicht.
6.2.2 Ontwikkeling van het Uitgavenplafond Zorg
Het Uitgavenplafond Zorg is bij de start van het kabinet Rutte IV voor de periode 2022-2025 vastgesteld bij Startnota (Kamerstukken II, 35 788, nr. B). Bij de Voorjaarsnota 2022 zijn de Uitgavenplafonds herijkt en definitief vastgesteld (Kamerstukken II, 36 120, nr. 1). Gedurende deze kabinetsperiode wordt het Uitgavenplafond alleen nog aangepast voor loon- en prijsontwikkelingen, overboekingen tussen de Uitgavenplafonds en maatregelen in verband met corona.
In tabel 2 is de ontwikkeling van het Uitgavenplafond Zorg vanaf de stand ontwerpbegroting 2023 te zien.
Tabel 2 Ontwikkeling Uitgavenplafond Zorg 2023-2025 (bedragen x € 1 miljoen)1
2023
2024
2025
1
Uitgavenplafond Zorg stand ontwerpbegroting 2023
89.956
95.187
99.876
2
Bijstellingen
‒ 322
1.673
2.337
- Waarvan loon- en prijsontwikkeling
‒ 114
2.007
2.804
- Waarvan overboekingen tussen Uitgavenplafonds
‒ 206
‒ 333
‒ 467
- Waarvan maatregelen corona
‒ 3
3
Uitgavenplafond Zorg stand 1e suppletoire begroting 2023 (= 1+2)
89.634
96.860
102.214
1 Als gevolg van afronding kan de som der delen afwijken van het totaal.
Bron: VWS
Toelichting
Loon- en prijsontwikkeling
Het Uitgavenplafond Zorg is op basis van actuele macro-economische inzichten van het Centraal Planbureau (CPB) inzake de verwachte loon- en prijsontwikkeling in 2023 neerwaarts bijgesteld met € 0,1 miljard en vanaf 2024 opwaarts bijgesteld met € 2 miljard oplopend tot € 2,8 miljard in 2025. De neerwaartse bijstelling in 2023 met € 0,1 miljard is het gevolg van de jaarlijkse technische aanpassing van de grondslag van de loon- en prijsontwikkeling. De grondslag is nu verlegd van de stand ontwerpbegroting 2022 naar de stand ontwerpbegroting 2023. Er is sprake van een kleine neerwaartse bijstelling van de grondslag en daarmee een kleine neerwaartse bijstelling van de loon- en prijsbijstelling in 2023. De totale loon- en prijsbijstelling voor 2023 die aan de Zvw, Wlz en Wmo beschermd wonen wordt toebedeeld, komt met deze correctie uit op € 6,3 miljard.
Overboekingen tussen de Uitgavenplafonds
Het Uitgavenplafond Zorg is verlaagd met € 206 miljoen in 2023, oplopend tot € 467 miljoen in 2025, als gevolg van diverse overboekingen tussen het Uitgavenplafond Zorg en de VWS-begroting (Uitgavenplafond Rijksbegroting). Het gaat hierbij om de onderstaande overboekingen:
• Overheveling op basis van IZA
Op basis van het Integraal Zorg Akkoord ( IZA) wordt vanaf 2023 € 150 miljoen structureel beschikbaar gesteld voor gemeenten om bij te dragen aan de IZA-doelstellingen. Voornemen is om deze middelen door middel van een specifieke uitkering beschikbaar te stellen aan gemeenten.
• Overheveling 20-wekenecho
De Tweede Termijn Structureel Echoscopisch Onderzoek (TTSEO) ofwel de 20-wekenecho wordt momenteel bekostigd uit de Zvw. Het Zorginstituut heeft geadviseerd om deze prenatale screening zonder medische indicatie niet meer binnen het Zvw-pakket te financieren. Vanaf 1 januari 2024 wordt daarom de TTSEO aangeboden via het landelijke programma prenatale screening en bekostigd via de rijksbegroting. Daarvoor wordt vanaf het jaar 2024 een bedrag van € 27,7 miljoen structureel overgeheveld vanuit het Uitgavenplafond Zorg naar de VWS-begroting.
• Transitiemiddelen scheiden wonen en zorg
Dit betreft de overheveling van € 22 miljoen in 2025 naar de VWS-begroting voor de inzet van een aanvullend deel van de transitiemiddelen scheiden wonen en zorg ten behoeve van het realiseren van geclusterde woonvormen voor ouderen. Dit is onderdeel van het programma ‘Wonen en zorg voor ouderen’ van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK).
• Pandemische paraatheid/onderdeel Zorg
Dit betreft de overheveling van middelen vanuit de aanvullende post van het ministerie van Financiën (Uitgavenplafond Rijksbegroting), naar het Uitgavenplafond Zorg (€ 5,5 miljoen in 2023, € 28,7 miljoen in 2024 en € 33,1 miljoen in 2025) voor de Zvw en Wlz.
• Overboekingen coalitieakkoord-maatregelen
Dit betreft de overheveling van verschillende intensiveringsmiddelen op basis van het coalitieakkoord vanuit de aanvullende post van het ministerie van Financiën (Uitgavenplafond Zorg) naar de VWS-begroting (Uitgavenplafond Rijksbegroting):
- Standaardisatie gegevensuitwisseling (€ 24,3 miljoen in 2023, € 70,1 miljoen in 2024 en € 81,4 miljoen in 2025).
- Juiste zorg op de juiste plek (transformatiemiddelen) (€ 22,7 miljoen in 2023, € 73,9 miljoen in 2024 en € 74,7 miljoen in 2025).
- Passende zorg als norm in Zvw (investeringsmiddelen) (€ 6,5 miljoen in 2023, € 36,5 miljoen in 2024 en € 84,9 miljoen in 2025).
• Ramingsbijstelling Wlz
Dit betreft een neerwaartse bijstelling van de Wlz-uitgaven op de begroting die mogelijk is zonder het Wlz-kader bij te stellen. Voor 2023 en 2024 betreft dit een deel van de dekking van de intensivering op VG7 (gehandicap tenzorg). Voor 2025 en volgende jaren betreft dit een deel van de dekking voor de compensatie aan gemeenten voor de hoger dan geraamde aanzuigende werking voor het abonnementstarief.
• Het restant betreft diverse kleinere overboekingen.
Maatregelen corona
Het Uitgavenplafond Zorg is in 2023 per saldo met € 2,7 miljoen verlaagd als gevolg van de onderstaande corona maateregel:
• Niet geleverde pgb-zorg
Door het Zorginstituut is op basis van de rapportages van de Wlz-uitvoerders en de NZa geconstateerd dat er sprake is van lagere uitgaven van € 3,5 miljoen voor de compensatie voor niet geleverde pgb-zorg. De ontvangstenraming wordt met deze mutatie bijgesteld.
• Er is een bedrag van € 0,8 miljoen in 2023 overgeboekt vanuit de VWS-begroting naar het Uitgavenplafond Zorg ten behoeve van de zorg, welzijn en jeugdzorg op Caribisch Nederland.
6.2.3 Toetsing van de netto zorguitgaven aan het Uitgavenplafond Zorg
In deze paragraaf wordt getoetst of de verwachte netto zorguitgaven binnen het vastgestelde Uitgavenplafond Zorg blijven gedurende de huidige kabinetsperiode.
Tabel 3 laat de toetsing van de netto zorguitgaven aan het Uitgavenplafond Zorg zien voor de jaren 2022-2025.
Tabel 3 Toetsing netto zorguitgaven aan het Uitgavenplafond Zorg 2023-2025 (bedragen x € 1 miljoen)1
2023
2024
2025
A
Netto zorguitgaven
1
Stand ontwerpbegroting 2023
89.432
95.011
99.587
2
Bijstellingen
‒ 420
1.781
2.284
3
Stand 1e suppletoire begroting 2023
89.012
96.791
101.871
B
Uitgavenplafond Zorg
4
Stand ontwerpbegroting 2023
89.956
95.187
99.876
5
Bijstellingen
‒ 322
1.673
2.337
6
Stand 1e suppletoire begroting 2023
89.634
96.860
102.214
C
+ Overschrijding/- Onderschrijding
7
Stand ontwerpbegroting 2023 (= 1-4)
‒ 524
‒ 177
‒ 289
8
Bijstelling bij 1e suppletoire begroting 2023 (=9-7)
‒ 98
108
‒ 53
9
Stand 1e suppletoire begroting 2023 (= 3-6 )
‒ 622
‒ 69
‒ 342
1 Als gevolg van afronding kan de som der delen afwijken van het totaal.
Toelichting
Ten opzichte van de ontwerpbegroting 2023 is er sprake van een toename van de onderschrijding met € 98 miljoen in 2023, een afname van € 108 miljoen in 2024 en een toename van € 53 miljoen in 2025 (regel 8).
De stand van de onderschrijding van het Uitgavenplafond Zorg bij de 1e suppletoire begroting 2023 bedraagt daarmee € 622 miljoen in 2023, € 69 miljoen in 2024 en € 342 miljoen in 2025 (regel 9).
De bijstellingen van de netto zorguitgaven en het Uitgavenplafond Zorg zijn opgenomen in de paragrafen 6.2.1 (tabel 1) en 6.2.2 (tabel 2).
6.3 Verticale ontwikkeling van de zorguitgaven en -ontvangsten
De verticale toelichting geeft een cijfermatig overzicht van de budgettaire veranderingen voor de jaren 2023 tot en met 2027, sinds het opstellen van de ontwerpbegroting 2023.
De afzonderlijke posten worden toegelicht als het hiermee gepaard gaande bedrag hoger is dan € 10 miljoen.
6.3.1 Verticale ontwikkeling van de Zvw-uitgaven en -ontvangsten
Tabel 4 laat vanaf de stand ontwerpbegroting 2023 de verticale ontwikkeling van de zorguitgaven en -ontvangsten op basis van de Zvw zien. Onder de tabel is een toelichting van de verschillende mutaties opgenomen.
Tabel 4 Verticale ontwikkeling van de Zvw-uitgaven en -ontvangsten 2023-2027 (bedragen x € 1 miljoen) 1
2023
2024
2025
2026
2027
Bruto Zvw-uitgaven ontwerpbegroting 2023
58.946,5
61.829,8
64.673,3
67.566,1
70.607,8
Bijstellingen
Autonoom
‒ 16,8
1.307,8
1.761,2
2.282,6
2.819,3
Actualisering Zvw-uitgaven (zie tabel 4A)
54,8
54,8
54,8
54,8
54,8
Loon- en prijsontwikkeling
‒ 71,6
1.253,1
1.706,4
2.227,8
2.764,6
Beleidsmatig
217,7
737,5
523,0
461,1
289,0
Overheveling 20-wekenecho
0,0
‒ 27,7
‒ 27,7
‒ 27,7
‒ 27,7
GVS-modernisering
140,0
140,0
0,0
0,0
0,0
Dekking GVS: Overschot LPO genees- en hulpmiddelen
‒ 140,0
0,0
0,0
0,0
0,0
Resterende groeiruimte Zvw
0,0
‒ 88,5
0,0
0,0
0,0
Besparingsverlies maatregel sturing op doelmatigheid via de tarieven
0,0
60,0
0,0
0,0
0,0
Paramedische herstelzorg covid
21,0
50,0
0,0
0,0
0,0
MTVP (Meer Tijd Voor de Patiënt): kader huisartsen
0,0
0,0
0,0
2,7
20,1
MTVP (Meer Tijd Voor de Patiënt): extra huisartsen opleiden
0,0
0,0
0,0
30,3
48,9
Pandemische paraatheid, onderdeel Zorg
1,0
17,4
20,6
16,1
16,1
Overboeking prijsbijstelling
31,6
75,5
64,5
50,9
0,0
Inzet prijsbijstelling voor knelpunten
‒ 31,6
‒ 75,5
‒ 64,5
‒ 50,9
0,0
IZA-transformatiemiddelen premie (coalitieakkoordmiddelen Integraal Zorgakkoord en Juiste zorg op de juiste plek)
195,7
586,4
595,3
584,9
377,5
MSZ opleidingen
0,7
1,1
1,1
1,1
0,4
Maatregelen buiten IZA
0,0
0,0
‒ 65,0
‒ 145,0
‒ 145,0
Overig beleidsmatig
‒ 0,7
‒ 1,2
‒ 1,3
‒ 1,3
‒ 1,3
Totaal bijstellingen
200,9
2.045,4
2.284,2
2.743,7
3.108,4
Bruto Zvw-uitgaven 1e suppletoire begroting 2023
59.147,3
63.875,2
66.957,5
70.309,8
73.716,1
Zvw-ontvangsten ontwerpbegroting 2023
3.338,1
3.389,4
3.366,5
3.519,3
3.673,6
Bijstellingen
Autonoom
0,0
21,8
26,1
30,3
35,3
Actualisering opbrengst eigen risico Zvw
0,0
21,8
26,1
30,3
35,3
Totaal bijstellingen
0,0
21,8
26,1
30,3
35,3
Zvw-ontvangsten 1e suppletoire begroting 2023
3.338,1
3.411,2
3.392,6
3.549,6
3.708,9
Netto Zvw-uitgaven ontwerpbegroting 2023
55.608,4
58.440,4
61.306,8
64.046,8
66.934,2
Bijstellingen in de netto Zvw-uitgaven
200,9
2.023,5
2.258,1
2.713,4
3.073,1
Netto Zvw-uitgaven 1e suppletoire begroting 2023
55.809,3
60.464,0
63.564,9
66.760,2
70.007,2
1 Door afronding kan de som der delen afwijken van het totaal.
Bron: VWS, Zorginstituut Nederland en NZa.
Toelichting
Uitgaven
Autonoom
Actualisering Zvw-uitgaven
Tabel 4A Actualisering Zvw-uitgaven 2023-2027 (bedragen x € 1 miljoen)
2023
2024
2025
2026
2027
Eerstelijnszorg
‒ 24,6
‒ 24,6
‒ 24,6
‒ 24,6
‒ 24,6
Tweedelijnszorg
‒ 50,2
‒ 50,2
‒ 50,2
‒ 50,2
‒ 50,2
Geneesmiddelen
117,0
117,0
117,0
117,0
117,0
Ziekenvervoer
12,6
12,6
12,6
12,6
12,6
Bijstellingen 1e suppletoire begroting 2023
54,8
54,8
54,8
54,8
54,8
Bron: VWS, Zorginstituut Nederland en NZa.
In tabel 4A is de post ‘Actualisering Zvw-uitgaven' uit tabel 4 naar sectoren uitgesplitst. Op basis van gegevens uit de vierde kwartaalrapportage 2022 van het Zorginstituut en informatie van de NZa zijn de Zvw-uitgaven 2020-2022 geactualiseerd. De actualisatie leidt tot een structurele doorwerking van per saldo € 55 miljoen hogere uitgaven voor de niet-IZA-sectoren. Bij de IZA-sectoren bepalen de in het IZA overeengekomen kaders de hoogte van de uitgaven onder het Uitgavenplafond Zorg; voor deze sectoren worden actualisatiecijfers daarom incidenteel verwerkt. Een toelichting per sector is te vinden in het verdiepingshoofdstuk van het Financieel Beeld Zorg (FBZ), dat als open data beschikbaar wordt gesteld.
Loon- en prijsontwikkeling
De raming van de loon- en prijsontwikkeling is voor 2024 en verder aangepast op basis van actuele macro-economische inzichten van het Centraal Planbureau (CPB). De neerwaartse bijstelling in 2023 met € 71,6 miljoen is het gevolg van de jaarlijkse technische aanpassing van de grondslag van de loon- en prijsontwikkeling. De grondslag is nu verlegd van de stand ontwerpbegroting 2022 naar de stand ontwerpbegroting 2023. Er is sprake van een kleine neerwaartse bijstelling van de grondslag en daarmee een kleine neerwaartse bijstelling van de loon- en prijsbijstelling in 2023. De totale loon- en prijsbijstelling voor 2023 die aan de Zvw wordt toebedeeld, komt met deze correctie uit op € 4,2 miljard.
Beleidsmatig
Overheveling 20-wekenecho
De Tweede Termijn Structureel Echoscopisch Onderzoek (TTSEO) ofwel de 20-wekenecho wordt momenteel bekostigd uit de Zvw. Het Zorginstituut heeft geadviseerd om deze prenatale screening zonder medische indicatie niet meer binnen het Zvw-pakket te financieren. Vanaf 1 januari 2024 wordt daarom de TTSEO aangeboden via het landelijke programma prenatale screening en bekostigd via de begroting. Daarvoor wordt vanaf het jaar 2024 een bedrag van € 27,7 miljoen structureel overgeheveld vanuit het Uitgavenplafond Zorg naar de VWS-begroting.
GVS-modernisering
Dit betreft een besparingsverlies vanwege het niet uitvoeren de maatregel modernisering geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS).
Dekking GVS: Overschot LPO genees- en hulpmiddelen
Het besparingsverlies dat ontstaat bij de maatregel modernisering GVS wordt in 2023 gedekt uit het overschot van de loon- en prijsontwikkeling genees- en hulpmiddelen.
Resterende groeiruimte Zvw
Na de verwerking van de meerjarige financiële afspraken in het Integraal Zorgakkoord (IZA) en rekening houdend met de reguliere verdeling van de groeiruimte en taakstellingen voor de niet-IZA sectoren, resteert voor 2024 incidenteel € 88,5 miljoen groeiruimte op de sector Nominaal en onverdeeld Zvw.
Besparingsverlies maatregel sturing op doelmatigheid via de tarieven
De uitwerking van de coalitieakkoord-maatregel over het verhogen van de doelmatigheid door normatieve elementen toe te voegen aan de tariefstelling in Zvw-sectoren met vaste of maximumtarieven loopt vertraging op, waardoor een besparingsverlies ontstaat van € 60 miljoen in 2024.
Paramedische herstelzorg covid
De regeling paramedische herstelzorg wordt verlengd tot 1 januari 2025, zodat ook de patiënten die sinds het najaar 2022 besmet zijn, gebruik kunnen maken van deze regeling. De Voorwaardelijke Toelating tot het Zvw-pakket van deze regeling wordt verlengd tot 1 januari 2025, tegelijkertijd wordt duiding en advies van het Zorginstituut verwacht over de effectiviteit van paramedische herstelzorg en zal het besluit worden genomen of de zorg instroomt in het basispakket per 1 januari 2025. De voorwaardelijke toelating tot 1 januari 2025 leidt tot kosten in de paramedische sectoren die worden geraamd op € 21 miljoen in 2023 en € 50 miljoen in 2024.
MTVP (Meer Tijd Voor de Patiënt): kader huisartsen/extra huisartsen opleiden
De middelen die op de aanvullende post bij het ministerie van Financiën zijn gereserveerd voor Meer Tijd Voor de Patiënt worden overgeheveld naar de Zvw om het aantal opleidingsplekken voor huisartsen stevig te vergroten. Een deel van de middelen wordt voorlopig gereserveerd op nominaal en onverdeeld Zvw. Het doel hiervan is dat er meer tijd komt in de spreekkamer van de huisarts.
Pandemische paraatheid/onderdeel Zorg
Overheveling vanaf de aanvullende post van het ministerie van Financiën van middelen voor pandemische paraatheid (onderdeel Zorg) op basis van het coalitieakkoord. Het betreft middelen:
• voor onderhoud en opslag van in ziekenhuizen aanwezige inventaris en apparatuur voor IC-opschaling boven de operationele basiscapaciteit van 1.150 IC-bedden;
• om voldoende reservecapaciteit te realiseren voor medisch vervoer om snel te kunnen opschalen tijdens een pandemie;
• voor de versterking van de regionale coördinatiestructuur door onderzoek en organisatie van regiobeelden en regioplannen in ROAZ-regio’s (Regionaal Overleg Acute Zorgketen);
• voor de versterking van de regionale coördinatiestructuur door overname van COVID-activiteiten met betrekking tot continuïteit van zorg van GGD GHOR (de brancheorganisatie van gemeentelijke gezondheidsdiensten en geneeskundige hulpverleningsorganisaties in de regio) door ROAZ en Landelijk Netwerk Acute Zorg (LNAZ).
Overboeking prijsbijstelling
Dit betreft de overheveling van middelen voor prijsbijstelling vanuit de begrotingsgefinancierde zorguitgaven.
Inzet prijsbijstelling voor knelpunten
De overgehevelde middelen voor prijsbijstelling worden intertemporeel ingezet als (onderdeel van de) dekking voor het besparingsverlies bij de maatregel sturing op doelmatigheid via de tarieven, GVS-modernisering en paramedische herstelzorg covid binnen de Zvw (zie hiervoor) en voor de EMB-regeling en VG7 (gehandicaptenzorg) binnen de Wlz (zie paragraaf 6.3.2).
IZA-transformatiemiddelen premie (coalitieakkoordmiddelen Integraal Zorgakkoord en Juiste zorg op de juiste plek)
Middelen die op de aanvullende post bij het ministerie van Financiën stonden gereserveerd voor het Integraal Zorgakkoord en Juiste zorg op de juiste plek worden naar het premiegefinancierde Uitgavenplafond zorg overgeheveld om uitvoering te geven aan het coalitieakkoord en het Integraal Zorgakkoord. IZA-partijen kunnen transformatieplannen indienen bij de marktleider zorgverzekeraar om aanspraak te maken op deze middelen. Het transformatieplan moet dan voldoen aan het beoordelingskader voor impactvolle transformaties. Bij de vaststelling van het macroprestatiebedrag 2023 is rekening gehouden met een bedrag van € 280 miljoen aan transformatiemiddelen, een deel hiervan was bij ontwerpbegroting 2023 nog niet budgettair verwerkt. Middels de mutatie ad € 196 miljoen in 2023 wordt dat alsnog gedaan.
MSZ opleidingen
Vanuit de middelen die op de aanvullende post bij het ministerie van Financiën (Uitgavenplafond Zorg) zijn gereserveerd voor het Integraal Zorgakkoord en Juiste zorg op de juiste Plek wordt budget toegevoegd aan de beschikbaarheidbijdrage medische vervolgopleidingen voor de ontwikkeling van de medisch-specialistische vervolgopleidingen.
Maatregelen buiten IZA
Het Integraal Zorgakkoord (IZA) beperkt reeds de volumegroei van de meeste Zvw-actoren. Deze taakstelling zal nader worden ingevuld met een maatregel buiten het IZA.
Overig beleidsmatig
Deze post is het saldo van kleine beleidsmatige mutaties.
Ontvangsten
Autonoom
Actualisering opbrengst eigen risico Zvw
De raming van de opbrengsten eigen risico 2024-2027 is aangepast op basis van actuele macro-economische inzichten van het Centraal Planbureau (CPB).
6.3.2 Verticale ontwikkeling van de Wlz-uitgaven en -ontvangsten
Tabel 5 laat vanaf de stand ontwerpbegroting 2023 de verticale ontwikkeling van de zorguitgaven en -ontvangsten op basis van de Wlz zien. Onder de tabel is een toelichting van de verschillende mutaties opgenomen.
Tabel 5 Verticale ontwikkeling van de Wlz-uitgaven en -ontvangsten 2023-2027 (bedragen x € 1 miljoen)1
2023
2024
2025
2026
2027
Bruto Wlz-uitgaven ontwerpbegroting 2023
33.519,2
35.570,9
37.618,4
40.249,5
42.615,4
Bijstellingen
Autonoom
‒ 27,7
725,4
1.072,1
1.547,3
2.035,0
Actualisering Wlz-uitgaven
‒ 8,1
‒ 5,4
‒ 3,8
‒ 2,3
‒ 2,2
Loon- en prijsontwikkeling
‒ 19,6
730,8
1.075,9
1.549,6
2.037,3
Beleidsmatig
‒ 132,0
‒ 122,4
‒ 240,9
‒ 251,8
‒ 277,0
Transitiemiddelen scheiden wonen en zorg
0,0
0,0
‒ 22,0
‒ 33,0
0,0
Overheveling IZA doelstellingen
‒ 150,0
‒ 150,0
‒ 150,0
‒ 150,0
‒ 150,0
EMB-regeling
0,0
5,0
5,0
5,0
0,0
VG7 (gehandicaptenzorg)
40,0
40,0
0,0
0,0
0,0
Ramingsbijstelling Wlz
‒ 27,5
‒ 27,5
‒ 55,0
‒ 55,0
‒ 55,0
Pandemische paraatheid/Zorg
3,5
9,5
10,5
10,5
8,0
Maatregelen Wmo
0,0
0,0
0,0
30,0
30,0
Maatwerk PGB
0,0
0,0
‒ 30,0
‒ 60,0
‒ 110,0
Overig beleidsmatig
2,0
0,6
0,6
0,7
0,0
Technisch
‒ 108,6
‒ 108,6
‒ 108,6
‒ 108,7
‒ 108,7
Loon- en prijsindexatie Wmo beschermd wonen
‒ 108,6
‒ 108,6
‒ 108,6
‒ 108,7
‒ 108,7
Totaal bijstellingen
‒ 268,3
494,4
722,6
1.186,7
1.649,3
,
Bruto Wlz-uitgaven 1e suppletoire begroting 2023
33.251,0
36.065,3
38.341,1
41.436,2
44.264,8
Wlz-ontvangsten ontwerpbegroting 2023
2.155,5
2.231,2
2.437,8
2.537,5
2.619,4
Bijstellingen
Autonoom
1,3
1,4
5,6
47,3
54,7
Actualisatie eigen bijdragen Wlz
1,3
1,4
5,6
47,3
54,7
Totaal bijstellingen
1,3
1,4
5,6
47,3
54,7
Wlz-ontvangsten 1e suppletoire begroting 2023
2.156,8
2.232,6
2.443,4
2.584,8
2.674,1
Netto Wlz-uitgaven ontwerpbegroting 2023
31.363,7
33.339,7
35.180,6
37.712,0
39.996,0
Bijstellingen in de netto Wlz-uitgaven
‒ 269,6
493,0
717,0
1.139,4
1.594,6
Netto Wlz-uitgaven 1e suppletoire begroting 2023
31.094,1
33.832,7
35.897,7
38.851,4
41.590,7
1 Door afronding kan de som der delen afwijken van het totaal.
Bron: VWS, Zorginstituut Nederland en NZa.
Toelichting
Uitgaven
Autonoom
Actualisering Wlz-uitgaven
Op basis van de vierde kwartaalrapportage van het Zorginstituut zijn de uitgaven Wlz buiten contracteerruimte en de beheerskosten geactualiseerd. De uitgaven Wlz buiten contracteerruimte betreffen onder andere de hulpmiddelen, de tandheelkundige zorg en de beschikbaarheidbijdrage opleidingen Wlz. De ramingen zijn neerwaarts bijgesteld met in totaal € 8,1 miljoen in 2023 aflopend tot 2,2 miljoen in 2027.
Loon- en prijsontwikkeling
De raming van de loon- en prijsontwikkeling is voor 2024 en verder aangepast op basis van actuele macro-economische inzichten van het Centraal Planbureau (CPB). De neerwaartse bijstelling in 2023 met €19,6 miljoen is het gevolg van de jaarlijkse technische aanpassing van de grondslag van de loon- en prijsontwikkeling. De grondslag is nu verlegd van de stand ontwerpbegroting 2022 naar de stand ontwerpbegroting 2023. Deze wijziging kent een kleine neerwaartse bijstelling van de grondslag en daarmee een kleine neerwaartse bijstelling van de loon- en prijsbijstelling in 2023. De totale loon- en prijsbijstelling voor 2023 die aan Wlz wordt toebedeeld, komt met deze correctie uit op € 2,0 miljard.
Beleidsmatig
Transitiemiddelen scheiden wonen en zorg
Dit betreft de overheveling van in totaal € 55 miljoen (€ 22 miljoen in 2025 en € 33 miljoen in 2026) naar de VWS-begroting voor de inzet van een aanvullend deel van de transitiemiddelen scheiden wonen en zorg ten behoeve van het realiseren van geclusterde woonvormen voor ouderen. Dit is onderdeel van het programma ‘Wonen en zorg voor ouderen’ van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK). Hiermee komt de totale inzet voor geclusterde woonvormen op € 312 miljoen.
Overheveling IZA doelstellingen
Vanuit het Integraal Zorgakkoord (IZA) wordt er € 150 miljoen structureel beschikbaar gesteld voor gemeenten om bij te dragen aan de IZA-doelstellingen. Het voornemen is om deze middelen door middel van een specifieke uitkering beschikbaar te stellen aan gemeenten. Om dit te realiseren zijn de benodigde middelen overgeheveld van het Uitgavenplafond Zorg naar de VWS-begroting.
EMB-regeling
Sinds 2019 is voor leerlingen die met een EMB (ernstig meervoudige beperking) staan ingeschreven in het speciaal onderwijs een tijdelijke regeling van kracht. De regeling helpt EMB-scholen om snel en effectief zorg te organiseren in de klassen met leerlingen met een EMB. De bestaande regeling wordt verlengd voor de jaren 2024 tot en met 2026 zodat er, tot een structurele oplossing is vormgegeven, een passende tijdelijke oplossing is.
VG7 (gehandicaptenzorg)
De compensatie voor geleverde VG7-zorg in de gehandicaptenzorg leidt ertoe dat in toenemende mate aanbieders terughoudend zijn met het leveren van deze zorg. Het kostprijsonderzoek van de NZa leidt niet eerder dan in 2025 tot herijkte tarieven. Om in 2023 en 2024 de compensatie voor geleverde VG7 zorg te kunnen verhogen, wordt de contracteerruimte in de Wlz met € 40 miljoen verhoogd. Hierdoor hebben zorgkantoren de ruimte om, door middel van maatwerkafspraken een lager kortingspercentage af te spreken met aanbieders, waardoor de vergoeding voor de geleverde gehandicaptenzorg hoger wordt.
Ramingsbijstelling Wlz
Dit betreft een neerwaartse bijstelling van de Wlz-uitgaven op de begroting die mogelijk is zonder het Wlz-kader bij te stellen. Voor 2023 en 2024 betreft dit een deel van de dekking van de intensivering op VG7 (gehandicaptenzorg). Voor 2025 en volgende jaren betreft dit een deel van de dekking voor de compensatie aan gemeenten voor de hoger dan geraamde aanzuigende werking voor het abonnementstarief. In het kader van het Integraal Zorgakkoord (IZA) is afgesproken dat de hoger dan geraamde aanzuigende werking van het abonnementstarief in de Wmo 2015 per 2025 door het Rijk wordt gecompenseerd. Deze compensatie betreft € 110 miljoen vanaf 2025. Hiervan wordt € 55 miljoen gedekt uit de overdekking op het Wlz-budget. Deze middelen worden overgeheveld naar het gemeentefonds.
Pandemische paraatheid/Zorg
Dit betreft de overheveling vanaf de Aanvullende post van het ministerie van Financiën van middelen voor pandemische paraatheid (onderdeel Zorg) op basis van het coalitieakkoord. Het betreft middelen:
• om een adequate RAOZ coördinatiestructuur voor langdurige zorg per ROAZ-regio in te richten;
• voor het opleiden, trainen en oefenen in de langdurige zorg ter voorbereiding op crises en rampen.
Maatregelen Wmo
Voor de uitvoering van de Wmo zijn middelen beschikbaar.
Maatwerk PGB
Pgb-houders die zelf Wlz-zorg inkopen krijgen momenteel een maximumbedrag op basis van een zorgprofiel toegekend. Het komt niet vaak voor dat cliënten het volledige ter beschikking gestelde bedrag opmaken. Deze maatregel heeft als doel het pgb-budget in de Wlz beter aan te laten sluiten op de daadwerkelijke zorgvraag van cliënten. De doelmatigheidswinst is geschat op 4% van de uitgaven en kent een ingroeiperiode vanwege het overgangsrecht van de bestaande budgethouders. De maatregel levert structureel € 110 miljoen op, inclusief € 5 miljoen uitvoeringskosten.
Overig beleidsmatig
Deze post is het saldo van kleine beleidsmatige mutaties.
Technisch
Loon- en prijsindexatie Wmo beschermd wonen
Dit betreft het overboeken van de loon- en prijsindexatie naar het budget voor beschermd wonen in het gemeentefonds.
Ontvangsten
Autonoom
Actualisatie eigen bijdragen Wlz
Dit betreft de actualisering van de opbrengst eigen bijdragen Wlz op basis van de vierde kwartaalrapportage van het Zorginstituut.
6.3.3 Verticale ontwikkeling begrotingsgefinancierde zorguitgaven
Bij de begrotingsgefinancierde zorguitgaven gaat het met name om middelen die op grond van de Wmo beschermd wonen onder het Uitgavenplafond Zorg beschikbaar zijn. Naast de Wmo beschermd wonen vallen enkele andere begrotingsgefinancierde posten onder de zorguitgaven. Tot deze categorie behoren een deel van de uitgaven voor zorgopleidingen, de uitgaven voor zorg, jeugd en welzijn in Caribisch Nederland, de subsidie(regelingen) NIPT, abortusklinieken, overgang integrale tarieven medische-specialistische zorg (MSZ) en kwaliteit, transparantie en patiëntveiligheid. Deze uitgaven worden op de begrotingsartikelen 1, 2, 3 en 4 verantwoord en toegelicht. Ten slotte zijn op de aanvullende post van het Ministerie van Financiën een aantal maatregelen uit de Startnota opgenomen, die onder de zorguitgaven vallen.
In tabel 6 wordt de ontwikkeling van de begrotingsgefinancierde zorguitgaven weergegeven. De bijstellingen voor beschermd wonen en de aanvullende post van het Ministerie van Financiën worden respectievelijk in tabel 6A en tabel 6B gespecificeerd en toegelicht.
Tabel 6 Verticale ontwikkeling van de begrotingsgefinancierde zorguitgaven 2023-2027 (bedragen x € 1 miljoen)1
2023
2024
2025
2026
2027
Bruto begrotingsgefinancierde zorguitgaven ontwerpbegroting 2023
2.459,9
3.230,6
3.100,0
3.210,1
2.974,7
Bijstellingen
Beschermd wonen (gemeentefonds), zie tabel 6A
108,6
108,6
108,6
108,7
108,7
Aanvullende post Financiën, zie tabel 6B
‒ 406,5
‒ 794,3
‒ 758,8
‒ 777,0
‒ 597,2
Autonoom
‒ 22,6
22,8
21,6
45,3
66,9
Loon- en prijsontwikkeling
‒ 22,6
22,8
21,6
45,3
66,9
Beleidsmatig
‒ 27,4
‒ 72,9
‒ 62,6
‒ 47,9
1,5
Zorg, jeugd en welzijn in Caribisch Nederland (Artikel 4)
4,1
2,5
1,6
2,0
0,9
Zorgopleidingen (Artikel 4)
‒ 0,5
0,3
0,5
1,1
1,1
Overboeking prijsbijstelling
‒ 31,6
‒ 75,5
‒ 64,5
‒ 50,9
Overig
0,4
‒ 0,2
‒ 0,2
‒ 0,1
‒ 0,4
Totaal bijstellingen
‒ 348,0
‒ 735,8
‒ 691,1
‒ 671,0
‒ 420,1
Bruto begrotingsgefinancierde zorguitgaven 1e suppletoire begroting 2023
2.111,9
2.494,8
2.408,8
2.539,2
2.554,5
Ontvangsten ontwerpbegroting 2023
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
Bijstelling ontvangsten langdurige zorg en ondersteuning (Artikel 3)
3,5
0,0
0,0
0,0
0,0
Ontvangsten 1e suppletoire begroting 2023
3,5
0,0
0,0
0,0
0,0
Netto begrotingsgefinancierde zorguitgaven ontwerpbegroting 2023
2.459,9
3.230,6
3.100,0
3.210,1
2.974,7
Bijstellingen in de netto begrotingsgefinancierde zorguitgaven
‒ 351,5
‒ 735,8
‒ 691,1
‒ 671,0
‒ 420,1
Netto begrotingsgefinancierde zorguitgaven 1e suppletoire begroting 2023
2.108,4
2.494,8
2.408,8
2.539,2
2.554,5
1 Als gevolg van afronding kan de som der delen afwijken van het totaal.
Bron: VWS.
In tabel 6A wordt de ontwikkeling van de zorguitgaven Wmo beschermd wonen gepresenteerd en toegelicht.
Tabel 6A Verticale ontwikkeling beschermd wonen 2023-2027 (bedragen x € 1 miljoen)1
2023
2024
2025
2026
2027
Netto uitgaven beschermd wonen ontwerpbegroting 2023
1.532,9
1.533,4
1.534,0
1.534,6
1.534,6
Bijstellingen
Technisch
108,6
108,6
108,6
108,7
108,7
Loon- en prijsindexatie Wmo beschermd wonen
108,6
108,6
108,6
108,7
108,7
Totaal bijstellingen
108,6
108,6
108,6
108,7
108,7
Netto uitgaven beschermd wonen 1e suppletoire begroting 2023
1.641,5
1.642,0
1.642,6
1.643,3
1.643,3
1 Als gevolg van afronding kan de som der delen afwijken van het totaal.
Bron: VWS.
Toelichting
Technisch
Loon- en prijsindexatie Wmo beschermd wonen
Dit betreft het toevoegen van de loon- en prijsindexatie 2023 op het budget voor beschermd wonen in het gemeentefonds.
In tabel 6B wordt de verticale ontwikkeling van de zorguitgaven op de aanvullende post van het Ministerie van Financiën gepresenteerd en toegelicht. De middelen maken onderdeel uit van het Uitgavenplafond Zorg. In de tabel zijn de middelen uit de Startnota opgenomen die overgeheveld zijn naar het Uitgavenplafond Zorg (Zvw en Wlz) en de VWS-begroting opgenomen en toegelicht. Daarnaast zijn er enkele overige bijstellingen in de tabel verwerkt.
Tabel 6B Verticale ontwikkeling zorguitgaven aanvullende post Financiën 2023-2027 (bedragen x € 1 miljoen) 1
2023
2024
2025
2026
2027
Netto Zorguitgaven aanvullende post Financiën ontwerpbegroting 2023
411,1
1.122,8
944,3
1.001,2
776,2
Bijstellingen
Beleidsmatig
Overhevelingen naar het Uitgavenplafond Zorg
‒ 196,4
‒ 587,5
‒ 596,4
‒ 619,0
‒ 446,9
MTVP (Meer Tijd Voor de Patiënt): extra huisartsen opleiden
0,0
0,0
0,0
‒ 30,3
‒ 48,9
MTVP (Meer Tijd Voor de Patiënt): kader huisartsen
0,0
0,0
0,0
‒ 2,7
‒ 20,1
Integraal Zorgakkoord (transformatiemiddelen)
‒ 263,5
‒ 262,0
‒ 261,5
Juiste zorg op de juiste plek (transformatiemiddelen)
‒ 195,7
‒ 322,9
‒ 333,3
‒ 323,4
‒ 377,5
Juiste zorg op de juiste plek (transformatiemiddelen/opleidingen medisch specialisten)
‒ 0,7
‒ 1,1
‒ 1,1
‒ 1,1
‒ 0,4
Overhevelingen naar de VWS-begroting
‒ 59,6
‒ 190,1
‒ 229,9
‒ 257,9
‒ 150,7
Standaardisatie gegevensuitwisseling
‒ 24,3
‒ 70,1
‒ 81,4
‒ 96,6
‒ 32,2
Juiste zorg op de juiste plek (transformatiemiddelen)
‒ 19,3
‒ 83,5
‒ 73,2
‒ 83,0
‒ 29,6
Passende zorg als norm in Zvw (investeringsmiddelen)
‒ 16,0
‒ 36,5
‒ 75,4
‒ 75,2
‒ 85,8
Meer opleiden physician assistants/verpleegkundig specialisten
0,0
0,0
0,0
‒ 3,0
‒ 3,0
Overige
‒ 150,5
‒ 16,6
67,6
99,8
0,4
Kasschuif: vertraging standaardisatie gegevensuitwisseling
‒ 135,0
0,0
67,5
67,5
0,0
Kasschuif: Passende zorg
‒ 15,6
‒ 16,7
0,0
32,3
0,0
Loon- en prijsbijstelling
0,0
0,1
0,1
0,1
0,4
Totaal bijstellingen
‒ 406,5
‒ 794,3
‒ 758,8
‒ 777,0
‒ 597,2
Netto zorguitgaven aanvullende post Financiën 1e suppletoire begroting 2023
4,5
328,5
185,5
224,2
179,0
1 Als gevolg van afronding kan de som der delen afwijken van het totaal.
Bron: VWS.
Toelichting
Beleidsmatig
Overhevelingen naar het Uitgavenplafond Zorg
MTVP (Meer Tijd Voor de Patiënt): extra huisartsen opleiden/kader huisartsen
De middelen die op de aanvullende post bij het ministerie van Financiën zijn gereserveerd voor Meer Tijd Voor de Patiënt worden overge heveld naar de Zvw om het aantal opleidingsplekken voor huisartsen stevig te vergroten en om het uitgavenkader voor huisartsenzorg te kunnen verhogen. Het doel hiervan is dat er meer tijd komt in de spreekkamer van de huisarts.
Integraal Zorgakkoord (transformatiemiddelen)
De middelen die op de aanvullende post bij het ministerie van Financiën (Uitgavenplafond Zorg) stonden gereserveerd voor het Integraal Zorgakkoord en Juiste zorg op de juiste plek worden naar het Uitgavenplafond zorg overgeheveld om uitvoering te geven aan het coalitieakkoord en het Integraal Zorgakkoord. IZA-partijen kunnen transformatieplannen indienen bij de marktleider zorgverzekeraar om aanspraak te maken op deze middelen. Het transformatieplan moet dan voldoen aan het beoordelingskader voor impactvolle transformaties. Bij de vaststelling van het macroprestatiebedrag 2023 is rekening gehouden met een bedrag van € 280 miljoen aan transformatiemiddelen, een deel hiervan was nog niet budgettair verwerkt. Middels de mutatie van € 196 miljoen in 2023 wordt dat gedaan.
Juiste zorg op de juiste plek (transformatiemiddelen)
Deze post wordt samen overgeheveld met de middelen van het Integraal Zorgakkoord, ten behoeve van dezelfde doelen.
Juiste zorg op de juiste plek (transformatiemiddelen/ opleidingen medisch specialisten)
Vanuit de middelen die op de aanvullende post bij het ministerie van Financiën zijn gereserveerd voor het Integraal Zorgakkoord en Juiste Zorg op de Juiste Plek wordt budget toegevoegd aan de beschikbaarheidbijdrage medische vervolgopleidingen voor de ontwikkeling van de medisch-specialistische vervolgopleidingen.
Overhevelingen naar de VWS-begroting
Standaardisatie gegevensuitwisseling
Middelen die op de aanvullende post bij het ministerie van Financiën zijn gereserveerd voor de standaardisatie van gegevensuitwisseling worden overgeheveld naar de VWS-begroting (Uitgavenplafond Rijksbegroting); zie de artikelsgewijze toelichting op de begrotingsartikelen.
Juiste zorg op de juiste plek (transformatiemiddelen)
Een deel van de middelen die op de aanvullende post bij het ministerie van Financiën zijn gereserveerd voor het IZA wordt uitgegeven via de VWS-begroting, omdat in een aantal gevallen financiering via VWS logischer is dan via een zorgverzekeraar. De middelen worden ingezet om randvoorwaarden te creëren voor impactvolle transformaties.
Passende zorg als norm in Zvw (investeringsmiddelen)
Een deel van de op de aanvullende post bij het ministerie van Financiën gereserveerde middelen voor passende zorg wordt overgeheveld naar de VWS-begroting om uitvoering te geven aan het coalitieakkoord. Met deze middelen worden stappen gezet met de beweging naar passende zorg door fors in te zetten op doelmatigheidsonderzoek. Daarnaast vergroten we de capaciteit van het Zorginstituut, waardoor meer duidingen van verzekerde aanspraken mogelijk worden. Ten slotte zetten we in op implementatie, zodat de kennis uit de doelmatigheidsstudies in de praktijk kan worden gebracht. Tegelijkertijd gaan we verder met het verbeteren en verbreden van de toets op het basispakket.
Meer opleiden physician assistants/verpleegkundig specialisten
Vanuit de middelen die op de aanvullende post bij het ministerie van Financiën zijn gereserveerd voor Meer Tijd Voor de Patiënt wordt budget overgeheveld naar de VWS-begroting (Uitgavenplafond Rijksbegroting) om het opleiden van physican assistants/verpleegkundig specialisten in de praktijk te stimuleren.
Overige
Kasschuif: vertraging standaardisatie gegevensuitwisseling
Met deze schuif worden de middelen in het juiste kasritme geplaatst om de doelstellingen op het gebied van standaardisatie gegevensuitwisseling te kunnen bereiken.
Kasschuif: Passende zorg
Met deze schuif worden de middelen in het juiste kasritme geplaatst om de doelstellingen op het gebied van passende zorg te kunnen bereiken.
Loon- en prijsbijstelling
Dit betreft de verwerking van de loon- en prijsbijstelling op de aanvullende post van Financiën.
In tabel 6C is de stand van de middelen op de aanvullende post van het Ministerie van Financiën opgenomen na verwerking van de overhevelingen naar het Uitgavenplafond Zorg (Zvw en Wlz), de VWS-begroting en de overige bijstellingen.
Tabel 6C Stand van de aanvullende post Financien (bedragen x € 1 miljoen) 1
2023
2024
2025
2026
2027
Standaardisatie gegevensuitwisseling
0,0
328,4
185,4
170,7
167,8
Valpreventie bij 65-plussers
4,5
0,0
0,0
0,0
0,0
Passende zorg als norm in Zvw (investeringsmiddelen)
0,0
0,0
0,0
53,4
5,5
Loon- en prijsbijstelling
0,0
0,1
0,1
0,1
5,7
Stand aanvullende post Financiën 1e suppletoire begroting 2023
4,5
328,5
185,5
224,2
179,0
1 Door afronding kan de som der delen afwijken van het totaal.
Bron: VWS.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.J. Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Stemmingsuitslagen
Aangenomen met handopsteken
Fracties | Zetels | Voor/Tegen |
---|---|---|
VVD | 34 | Voor |
D66 | 24 | Voor |
PVV | 17 | Voor |
CDA | 14 | Voor |
PvdA | 9 | Voor |
SP | 9 | Tegen |
GroenLinks | 8 | Voor |
PvdD | 6 | Tegen |
ChristenUnie | 5 | Voor |
FVD | 5 | Tegen |
DENK | 3 | Voor |
Groep Van Haga | 3 | Tegen |
JA21 | 3 | Voor |
SGP | 3 | Voor |
Volt | 2 | Voor |
BBB | 1 | Voor |
BIJ1 | 1 | Tegen |
Fractie Den Haan | 1 | Voor |
Gündogan | 1 | Voor |
Omtzigt | 1 | Voor |
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.