Verslag (initiatief)wetsvoorstel (nader) : Verslag
36 328 Raming der voor de Tweede Kamer in 2024 benodigde uitgaven, alsmede aanwijzing en raming van de ontvangsten
Nr. 4
VERSLAG
Vastgesteld 6 april 2023
De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken, belast met het voorbereidend onderzoek
van de Raming van de Tweede Kamer voor het jaar 2024 (Kamerstuk 36 328, nrs. 1 t/m 3), heeft de eer als volgt Verslag uit te brengen van haar bevindingen.
Onder het voorbehoud dat het Presidium de gestelde vragen tijdig en genoegzaam zal
hebben beantwoord, acht de commissie de openbare beraadslaging over de Raming voldoende
voorbereid.
Inhoudsopgave
blz.
1.
Inleiding
1
2.
Borgen en versterking van het Parlementaire proces
2
3.
Integrale veiligheid
6
4.
Inclusie en diversiteit
7
5.
Duurzaamheid
7
6.
Overig
8
1. Inleiding
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de Raming
der voor de Tweede Kamer in 2024 benodigde uitgaven, alsmede aanwijzing en raming
van de ontvangsten, met de daarbij behorende documenten. Graag willen deze leden daarover
een aantal vragen stellen.
De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de Raming der voor
de Tweede Kamer in 2024 benodigde uitgaven, alsmede aanwijzing en raming van de ontvangsten
willen nog enkele vragen voorleggen.
Ten eerste vragen de leden van de D66-fractie zich af hoe het staat met de evaluatie
van het College van onderzoek integriteit en de Regeling Toezicht en handhaving Gedragscode
Leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Kan de voorzitter een gedetailleerd
tijdpad geven van de ontwikkelingen daaromtrent en toezeggen dat deze op zijn laatst
voor de behandeling van de Raming op 19 juni aan de Kamer is toegekomen?
De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de Raming
voor 2024 en de bijgevoegde stukken. Deze leden hebben daarover de volgende vragen
aan het Presidium.
De leden van de SP-fractie hebben de raming voor het jaar 2024 gelezen en hebben hierover
nog enkele vragen en opmerkingen. Deze zien zowel op de raming als op organisatorische
vragen aangaande de Tweede Kamer.
De leden van de GroenLinks-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de
ramingen van de Tweede Kamer voor het jaar 2024. Deze leden hebben op dit moment enkele
vragen die zij graag aan het Presidium voorleggen.
Het lid van de BBB-fractie heeft kennisgenomen van de brief en het bijgevoegde document
van betreffende de Raming Tweede Kamer 2024. Hier zijn nog een aantal vragen over.
2. Borgen en versterking van het Parlementaire proces
De leden van de VVD-fractie vragen aandacht voor de planning van plenaire debatten.
Zij merken op dat zij eraan hechten dat in principe op een bepaalde dag (nu de woensdag)
wetgeving wordt geagendeerd. De leden van de VVD-fractie vragen het Presidium in te
gaan op de planning van plenaire debatten. Hoe gaat die planning in zijn werk, gelet
op de grote hoeveelheid dertigledendebatten, andere debatten en de behandeling van
wetgeving? In hoeverre wordt er bij de planning van debatten rekening mee gehouden
dat het onderwerp van een dertigledendebat dan wel een gewoon debat nog niet zo lang
geleden in een commissiedebat aan de orde is geweest dan wel spoedig in een commissiedebat
aan de orde zal komen? Graag krijgen de leden van de VVD-fractie een reactie van het
Presidium.
Kamercommissies houden commissiedebatten, maar organiseren daarnaast ook werkbezoeken,
rondetafelgesprekken en technische briefings. Afgesproken is dat, willen deze bijeenkomsten
doorgang vinden, er een minimumaantal leden bij aanwezig moet zijn. Leden wordt dan
ook gevraagd zich van tevoren daarvoor op te geven. Wat zijn de ervaringen met het
van tevoren opgeven? Voldoet dit aanmeldsysteem, zo vragen de leden van de VVD-fractie.
Een aanmeldsysteem wordt ook wel gebruikt bij het opgeven van spreektijden voor debatten
in commissies. Ook hier vragen de leden van de VVD-fractie of dit van tevoren opgeven
van indicatieve spreektijden, met name geldt dit voor wetgevingsoverleggen, voldoet.
Zou het overigens voor commissiedebatten te overwegen zijn dat leden van tevoren (digitaal)
aangeven of zij aan een commissiedebat willen deelnemen of niet, zodat van tevoren
duidelijk is hoeveel sprekers er zijn? Dat gebeurt nu niet. Waarom niet? Dan zou er
in zo’n commissiedebat flexibeler met spreektijden kunnen worden omgegaan. Gaarne
krijgen de leden van de VVD-fractie een reactie van het Presidium.
Leden hebben niet alleen nationaal een taak, maar ook internationaal doordat sommige
leden deel uitmaken van Nederlandse delegaties, zoals bijvoorbeeld delegaties naar
de Parlementaire Assemblee van de Raad van Europa, de NAVO Parlementaire Assemblee
en de Benelux Parlementaire Assemblee. Het gaat hier om officiële Kamerdelegaties.
Deze buitenlandse verplichtingen brengen met zich mee dat deze leden niet altijd bij
stemmingen in de Kamer aanwezig kunnen zijn. Waarom is er voor deze leden niet een
gegarandeerde pairmogelijkheid? Het komt de leden van de VVD-fractie voor dat er voor
deze leden een gegarandeerde pairmogelijkheid zou moeten zijn. Het gaat immers om
een officiële buitenlandse verplichting. Zou het Presidium daarnaar willen kijken
en met een oplossing voor deze situatie willen komen? Graag krijgen de leden van de
VVD-fractie een reactie van het Presidium.
De leden van de VVD-fractie vragen aandacht voor de wijze waarop het Reglement van
Orde van de Kamer wordt gewijzigd. De leden van de VVD-fractie vragen het Presidium
toe te lichten hoe een wijziging van het Reglement van Orde van de Kamer tot stand
komt. De Kamer stemt in meerderheid over een wijziging, dat is helder. Wat niet helder
is, is wie c.q. welk gremium bevoegd is om een wijziging te initiëren en uit te werken.
Hoe is de procedure hiervan? Wat is in dezen de rol, bevoegdheid en verantwoordelijkheid
van het Presidium? Wat is de rol, bevoegdheid en verantwoordelijkheid van een individueel
lid? Wat is de rol, bevoegdheid en verantwoordelijkheid van de commissie voor de Werkwijze?
Hoe kan structuur in dit proces worden aangebracht? Graag krijgen de leden van de
VVD-fractie een reactie van het Presidium.
Met betrekking tot de commissie voor de Werkwijze vragen de leden van de VVD-fractie
wat de precieze bevoegdheden zijn van deze commissie. Klopt het dat over inhoudelijke
voorstellen die bij de commissie voor de Werkwijze in behandeling zijn niet kan worden
gestemd, maar dat dat aan de Kamer als geheel is? Hoe verhouden het Presidium van
de Kamer, de commissie voor de Werkwijze en de Kamer als geheel zich tot elkaar? Graag
krijgen de leden van de VVD-fractie een reactie van het Presidium.
In november 2022 heeft de Werkgroep Effectief Opereren in crisissituaties onder leiding
van het lid Sneller (D66) verslag uitgebracht. Daarin staan aanbevelingen, gericht
aan het Presidium. De leden van de VVD-fractie zijn benieuwd naar het vervolg van
dit rapport. Hoe gaat dit verder? Moet het Reglement van Orde dan wel een andere regeling
worden aangepast? Zo ja, op welke termijn kan de Kamer daartoe een voorstel tegemoetzien?
Sinds juni 2022 is er in de Kamer een nieuw toezeggingenregistratiesysteem. De leden
van de VVD-fractie vragen zich af wat de ervaringen daarmee tot nu toe zijn. In hoeverre
voldoet dit systeem of zijn er verbeteringen nodig? Gaarne krijgen zij een reactie
van het Presidium.
In 2021 is er een werkgroep informatie-afspraken onder leiding van het lid Inge van
Dijk (CDA) ingesteld. Kan het Presidium aangeven wanneer deze werkgroep met haar rapport
komt? Graag krijgen de leden van de VVD-fractie een reactie van het Presidium.
De leden van de D66-fractie lezen dat er nog een eindrapportage van de werkgroep «Versterking
functies Tweede Kamer» komt. Daarover zijn de leden positief, en zij vragen zich af
wat daar nog van verwacht wordt. Het is positief om te lezen dat het «rapport Versterking
functies Tweede Kamer» heeft bijgedragen aan het verbeteren van het functioneren van
de Tweede Kamer. Kan er inzicht gegeven worden in welke aanbevelingen al te hand zijn
genomen uit dat rapport, en welke verwacht worden nog verder opgepakt te worden door
het Presidium? Verwacht de Voorzitter uit het eindrapport nog voorstellen of suggesties
die het Presidium ter hand zal nemen? In de vorige vergadering van de commissie voor
de Werkwijze heeft de Voorzitter aangegeven nogmaals met Ministers in gesprek te gaan
over het vaker overnemen van moties in plaats van oordeel Kamer te verstrekken. De
hoeveelheid moties lijkt dit jaar opnieuw toe te nemen ten opzichte van de ruim 4000
van vorig parlementair jaar. De werkgroep «Versterking functies Tweede Kamer» beveelt
ook aan om terughoudendheid te betrachten met het indienen van moties. Kan de Voorzitter
toelichten hoe haar gesprekken met Ministers hierover lopen tot nu toe, en welke stappen
zij hier nog voorziet? Ook valt het deze leden op dat op een aantal beleidsterreinen
de hoeveelheid aangevraagde dertigleden-debatten weer aanzienlijk toeneemt. Bijvoorbeeld
op zorg staan er nu al tot het eind van het parlementair jaar dertigleden-debatten
op de agenda. Hoe kijkt de Voorzitter hier tegenaan?
De leden van de D66-fractie zijn positief gestemd over het feit dat woensdagwettendag
naar aanleiding van de motie van de leden Paternotte en Bisschop (Kamerstuk 35 992, nr. 5), zijn vaste intrede op de Kameragenda heeft gemaakt. De leden zijn verheugd dat
de Voorzitter voornemens is om dit uitgangspunt te handhaven in de aankomende periode.
Tegelijk geeft de Voorzitter aan dat het niet altijd strookt met de wens van de Kamer
en/of de agenda van bewindspersonen. Kan de Voorzitter hier aangeven wat zij van de
Kamerleden nodig heeft om woensdagwettendag verder te bestendigen? En deelt zij de
mening van de leden van de D66-fractie dat formalisering van dit gebruik juist voor
ruimte in elk geval in de agenda’s van bewindspersonen kan zorgen? Welke voornemens
heeft de Voorzitter hier om woensdagwettendag te bestendigen en waar nodig te formaliseren?
Ten derde lezen de leden van de D66-fractie enkele punten over de Wet open overheid,
waar de Kamer sinds vorig jaar ook onder valt. De Wet open overheid vinden deze leden
zeer belangrijk, en willen dan ook dat deze zo goed als mogelijk uitgevoerd kan worden.
Zij begrijpen dat openbaarmaking veel capaciteit vraagt. Dat is een vraag die in de
vorige Raming ook aan de orde is geweest. Klopt het dat de Kamer op dit moment vooral
bezig is met passieve openbaarmakingen? Is de Voorzitter voornemens om vaker actief
informatie te delen. Juist omwille van de capaciteit. Ervaring leert dat hoeveelheid
verzoeken om passief beschikbare informatie vaak afnemen op het moment dat er meer
informatie actief beschikbaar wordt gesteld. Is dit een overweging die de Voorzitter
heeft gemaakt? Welke stappen is zij voornemens te zetten op het punt van actieve informatiedeling?
Acht de Voorzitter meer actieve informatiedeling wenselijk?
Recent heeft de Kamer een debat gevoerd over het openbaar maken van het door fracties
gevoerde arbeidsomstandighedenbeleid. Die wijziging van het Reglement van Orde is
aangenomen op 14 februari jl. Kan de Voorzitter iets zeggen over de inwerkingtreding
van deze wijziging? Vanaf welke datum gaat deze wijziging van kracht? Heeft de Kamer
al een centrale online plek ingericht waar fracties deze informatie openbaar kunnen
maken? Hebben fracties deze informatie inmiddels openbaar gemaakt, of aangegeven dat
zij voornemens zijn dat te doen? Zo niet, welke instrumenten heeft het Presidium tot
haar beschikking om deze wijziging te handhaven? Dit is uiteraard ook een vraag geweest
in het debat omtrent deze wijziging, en de leden vragen zich af of daar inmiddels
een passend antwoord op is gevonden?
Het Presidium heeft een pilot gestart om de ambtelijke ondersteuning te versterken
met een aantal beleidsjuristen, met als doel het bieden van politiek-neutrale inhoudelijke
advisering aan de Kamer en de commissies bij de behandeling van wetsvoorstellen van
de regering en bij de evaluatie van recent in werking getreden wetgeving. De leden
van de CDA-fractie vragen het Presidium deze pilot nader toe te lichten. Om welke
dienstverlening gaat het precies? En op welke wijze wordt de effectiviteit van deze
pilot beoordeeld?
De leden van de CDA-fractie vragen wat precies wordt bedoeld met de zin: «De commissie
[voor de Verzoekschriften en Burgerinitiatieven] is inmiddels bezig hoe ze haar stimulerende
en coördinerende rol vorm kan geven.». Welke doelen heeft de commissie zich gesteld?
Hoe kan de Kamer als geheel profijt hebben van een betere vindbaarheid van de commissie?
De leden van de CDA-fractie vragen wat wordt bedoeld met «het verschil tussen het
huidige personeelsbestand en het gewenste personeelsbestand».
De Voorzitter heeft in haar overleg met de Minister-President onderstreept dat het
voortijdig bekend maken van informatie aan de media aanleiding kan zijn om de betrokken
bewindspersoon te vragen tijdens het eerstvolgende mondelinge vragenuur in de Kamer
verantwoording af te leggen. De leden van de CDA-fractie vragen hoeveel keer de Voorzitter
al gebruik heeft gemaakt van deze mogelijkheid.
Deze leden verwachten dat de werkgroep informatie-afspraken Tweede Kamer op korte
termijn haar resultaten zal presenteren. Zij rekenen erop dat de aanbevelingen ook
van de kant van het kabinet met hoge prioriteit zullen worden behandeld. Deze leden
vragen de Voorzitter hierin een stevige rol te pakken en de Kamer te helpen meer aan
het stuur te komen.
De leden van de CDA-fractie vragen welke vruchten zij kunnen plukken van het programma
Verbetering Informatiehuishouding Tweede Kamer (VITK). Wat wordt bedoeld met modernisering
van de werkplek? Deze leden vragen op welke wijze gebruikers worden betrokken bij
verbeteringen in de informatiehuishouding en modernisering van de werkplek. Deze leden
hebben goede ervaringen met de wijze waarop verbeteringen in het informatiesysteem
Parlis worden doorgevoerd in overleg met een klankbordgroep van gebruikers.
De leden van de CDA-fractie vragen op welke wijze de ambtelijke organisatie van de
Tweede Kamer betrokken is geweest bij een beoordeling van de uitvoerbaarheid in de
praktijk van de Wet open overheid. Deze leden vragen het Presidium nader in te gaan
op de inleiding van prof. Johan Wolleswinkel, «De open Tweede Kamer: tussen openbaarheid
en transparantie», op 30 november 2022 in het kader van de Week van de Informatie.
«De planning en de samenloop van de parlementaire enquêtes wordt nauwlettend in de
gaten gehouden.» De leden van de CDA-fractie vragen wat daarmee precies wordt bedoeld
en wie hierop kan worden aangesproken.
De leden van de SP-fractie willen allereerst, gezien de roerige tijden die de Kamerorganisatie
kent, hun waardering uitspreken voor het werk van de ondersteunde staf kamermedewerkers.
De leden van de SP-fractie vragen in dit kader naar de huidige stand van zaken met
betrekking tot de griffie-organisatie. De leden van de SP-fractie hechten belang aan
ervaring binnen de Kamerorganisatie en ervaring met de werkzaamheden van de griffie,
en vragen in dat kader of het Presidium het wenselijk acht dat een nieuw aan te stellen
griffier beschikt over deze vaardigheden en kennis en niet noodzakelijkerwijs van
de Algemene Bestuursdienst hoeft te komen? Kan de voorzitter aangeven hoe zij samen
met de waarnemend griffier zorg voor draagt dat er draagvlak wordt gezocht voor een
nieuwe griffier?
De leden van de SP-fractie vragen naar de taken van de griffier en of het klopt dat
de voormalig griffier overleg heeft gepleegd met de secretaris-generaal van een of
meerdere ministeries? Zo ja, met welk oogpunt hebben deze gesprekken plaatsgevonden?
Kan de voorzitter aangeven hoe vaak die gesprekken hebben plaatsgevonden en met welk
mandaat?
De leden van de SP-fractie hechten veel waarde aan transparantie en openbaarheid van
bestuur. Zij vragen in dat naar de stand van zaken met betrekking tot het implementeren
van de Wet open overheid (Woo). Kan er een overzicht gegeven worden waarin wordt weergegeven
hoeveel Woo-verzoeken er zijn binnen gekomen, hoeveel er afgehandeld zijn en bij hoeveel
van de verzoeken de termijn voor afhandeling overschreden is? Daarnaast vragen de
leden of ambtelijke stukken die ter voorbereiding door Kamerleden kunnen worden gebruikt,
zoals bijvoorbeeld stafnotities, onder de Woo vallen? Kan worden toegelicht waarom
dit wel of niet het geval is?
Het lid van de BBB-fractie constateert dat in de geleidende brief staat dat de ambtelijke
organisatie verder wordt uitgebreid. Hiervoor wil de stafdienst HR van de Tweede Kamer
inzetten op een strategische personeelsplanning. Er wordt een grote aanpak uitgerold
waar vervolgens een cijfermatige aanpak uitkomt dat het mogelijk maakt om op basis
van data, beleid te ontwikkelen. Waarom moet er op cijfermatige manier inzicht verkregen
worden in personeelstekorten? Als er te weinig mensen zijn om alle vacatures op te
vullen, dan zijn er toch gewoon te weinig mensen? Wat is precies het nut van een heel
cijfermatige aanpak?
Verder valt te lezen dat het Presidium later in 2023 met resultaten komt van een werkgroep
over de informatievoorziening van de Kamer. Dit lid hoopt dat hieruit komt dat de
informatievoorziening van de Kamer een stuk beter moet. Is het Presidium dit met BBB
eens?
Over digitaliseren staat ook veel beschreven. Is hier ook een langetermijnvisie op?
3. Integrale veiligheid
In het kader van sociale veiligheid in de Tweede Kamer lopen twee onderzoeken. Het
onderzoek naar aanleiding van binnengekomen anonieme brieven wordt gedaan door Bureau
Hoffman, het andere onderzoek naar sociale veiligheid binnen de Kamer wordt uitgevoerd
door de Universiteit Utrecht. De leden van de VVD-fractie vragen het Presidium wanneer
de rapporten klaar zijn en naar de Kamer worden gestuurd. Hoe ziet het vervolgtraject
eruit? Hoe staat het overigens met de invulling van de in het najaar van 2022 ontstane
vacatures in het managementteam van de Kamer? Graag krijgen de leden van de VVD-fractie
een reactie van het Presidium.
De afgelopen periode waren er klachten over de parkeergarage onder het gebouw (B67)
van de Kamer. Soms is de toegang tot de parkeergarage geblokkeerd door bestelwagens
en vrachtauto’s. Kamerleden kunnen dan de parkeergarage niet inrijden. Gelet op de
veiligheid van de Leden is dat een onwenselijke situatie. Ook de indeling van de parkeergarage
was een punt van aandacht. De leden van de VVD-fractie vragen of beide problemen zijn
opgelost. Wat wordt er gedaan om de problemen te verhelpen? Graag krijgen deze leden
een reactie van het Presidium.
De leden van de CDA-fractie vragen op welke wijze het beveiligings- en veiligheidsbewustzijn
van de Kamerbewoners is vergroot.
De leden van de CDA-fractie delen het uitgangspunt van het Presidium, dat de Tweede
Kamer een plek moet zijn waar medewerkers hun werk op een prettige en veilige manier
kunnen uitvoeren en zich durven uitspreken als zij zich zorgen maken. Wat is de stand
van zaken van het onderzoek naar sociale veiligheid binnen de Tweede Kamer, zo vragen
deze leden.
4. Inclusie en diversiteit
De leden van de CDA-fractie zijn blij dat de Tweede Kamer verbeteringen blijft doorvoeren
op het gebied van de toegankelijkheid van het gebouw. Deze leden vragen of er bij
ontruiming(soefeningen) voldoende kennis is om mensen met een beperking op een snelle
en veilige manier uit het gebouw te loodsen.
De leden van de CDA-fractie constateren dat de Kamer het tweede jaarverslag van het
College van onderzoek integriteit nog niet heeft ontvangen. Deze leden vragen het
Presidium naar de stand van zaken, mede gelet op de aanloopproblemen waarmee het college
te kampen heeft gehad.
5. Duurzaamheid
De leden van de CDA-fractie missen in de paragraaf over duurzaamheid het aspect «groen
in de stad». Deze leden herinneren aan de Initiatiefnota van de leden Bromet en Boswijk
over groen in de stad (Kamerstuk 35 742, nr. 2). Deze leden zijn van mening dat de overheid zelf het goede voorbeeld moet geven
door de mogelijkheden te verkennen welke daken van de gebouwen die onder het Rijksvastgoedbedrijf
vallen op korte termijn vergroend kunnen worden en dit dan ook daadwerkelijk te realiseren.
In het notaoverleg heeft de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
laten weten dat het Rijksvastgoedbedrijf onderzoekt onder welke voorwaarden groene
daken voor rijksgebouwen mogelijk zijn. Wat is de stand van zaken met betrekking tot
de tijdelijke huisvesting van de Tweede Kamer?
De leden van de CDA-fractie constateren dat er in 2022 veel meer commissievergaderingen
hebben plaatsgevonden dan in voorgaande jaren (blz. 6). Deze leden vragen of de Kamer
in de tijdelijke huisvesting over voldoende zaalruimte beschikt. Wordt bij de plannen
voor de renovatie van het Binnenhof rekening gehouden met een toenemend aantal commissievergaderingen?
Deze leden vragen, of het aantal procedurebesluiten via e-mail in 2019 correct is
weergegeven in het staafdiagram. Klopt het aantal niet of klopt de weergave in het
diagram niet?
De leden van de CDA-fractie constateren dat er van de 185 verzoekschriften die de
Kamer in 2022 heeft ontvangen, slechts 2 behandeld zijn. Kan het Presidium die score
toelichten?
Deze leden zeggen het Presidium dank voor het overzicht van wetenschappelijke publicaties
per commissie (blz. 13–14), waarbij aan elke publicatie een korte duiding is toegevoegd.
De leden van de CDA-fractie zeggen het Presidium dank voor het overzicht van moties
gericht aan het Presidium en de stand van zaken met betrekking tot de uitvoering daarvan.
Deze leden constateren dat bij uiteenlopende debatten moties worden ingediend, die
zijn geadresseerd aan het Presidium. Daarom vragen deze leden de tekst van een motie
aan te vullen met informatie over het debat waarin deze motie is ingediend en de datum.
Met die informatie wordt het overzicht beter bruikbaar.
6. Overig
De leden van de SP-fractie vragen voorts naar de kosten die gemaakt worden voor de
beveiliging en verbouwing. Kunt u aangeven in hoeverre vallen hier ook kosten onder
de gemaakt worden voor en/of door Nieuwspoort? Zijn er andere gedeelde kosten met
Nieuwspoort die op de begroting van de Tweede Kamer staan en zo ja, welke zijn dit
en om wat voor bedragen gaat dit?
De leden van de SP-fractie vragen waarom er in 2025 een verlaging van de apparaatsuitgaven
in de raming staat. Ook willen zij weten waarom de «diverse ontvangsten» lager geraamd
zijn.
De leden van de GroenLinks-fractie lezen in de meerjarenramingen dat voor de jaren
2027 en 2028 hetzelfde bedrag staat voor fractiekosten als voor het jaar 2024. Deze
leden vragen wat de reden is dat voor deze jaren hetzelfde bedrag wordt geraamd, terwijl
de kans groot is dat door indexering deze bedragen hoger zullen zijn?
In de toelichting op de raming staat dat de regering de raming opneemt in de begrotingsstaten
voor de Staten-Generaal, tenzij de regering evident zwaarwegende redenen ziet om dit
niet te doen. Voor zover de leden van de GroenLinks-fractie zich kunnen herinneren
is dit recentelijk niet voorgekomen. Is dit in het verdere verleden weleens voorgekomen,
zo vragen deze leden?
De leden van de GroenLinks-fractie constateren dat in het tijdelijke Kamergebouw regelmatig
alle vergaderzalen gereserveerd zijn en het voor fracties lastig is om een vergaderzaal
te reserveren. Tegelijkertijd zijn gereserveerde zalen ook met enige regelmaat leeg.
Kan het Presidium aangeven of het huidige aantal vergaderzalen toereikend is en of
het reserveringsbeleid duidelijk genoeg is om te voorkomen dat zalen wel gereserveerd
zijn, maar niet gebruikt worden?
De voorzitter van de commissie, Hagen
De adjunct-griffier van de commissie, Kling
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.B. Hagen, voorzitter van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken -
Mede ondertekenaar
Y.C. Kling, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.