Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over de uitvoering van de motie van het lid Marijnissen c.s. over een voorstel hoe binnen overheidsinstellingen vervuilde data worden opgeruimd (Kamerstuk 35510-21) en de motie van het lid Klaver c.s. over opzetten van een algoritmeregister (Kamerstuk 35510-16)
2023D10758 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
De vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat heeft een aantal vragen en opmerkingen
aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat voorgelegd over de uitvoering van
de motie van het lid Marijnissen c.s. over een voorstel hoe binnen overheidsinstellingen
vervuilde data worden opgeruimd (Kamerstuk 35 510, nr. 21) en de motie van het lid Klaver c.s. over opzetten van een algoritmeregister (Kamerstuk
35 510, nr. 16) (Kamerstuk 26 643, nr. 978).
De voorzitter van de commissie,
Agnes Mulder
Adjunct-griffier van de commissie,
Van Dijke
Inhoudsopgave
I
Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
2
II
Antwoord / Reactie van de Minister
4
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de onderhavige
stukken en hebben hier enkele vragen en opmerkingen over.
De leden van de VVD-fractie onderschrijven het belang van een juiste uitvoering van
de moties.
De leden van de VVD-fractie lezen dat er door een organisatiewijziging op het Ministerie
van Economische Zaken en Klimaat (EZK) van sommige directoraten-generaal (DG’s) nog
geen informatie bekend is over het gebruik van afkomstgerelateerde gegevens, omdat
deze DG’s gedurende het onderzoek nog in oprichting waren. Is de Minister voornemens
om deze nieuwe DG’s nog te onderzoeken, zodat er inzage verschaft kan worden in het
gebruik van afkomstgerelateerde indicatoren binnen het Ministerie van EZK?
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de onderhavige
stukken. Deze leden vinden het van groot belang dat persoonsgegevens op een juiste
manier worden gehanteerd en dat hier kritisch naar wordt gekeken ter uitvoering van
de moties. Deze leden wensen de Minister nog een enkele vraag voor te leggen.
De leden van de D66-fractie vragen de Minister verder te verduidelijken wat er nu
met deze rapportage gaat gebeuren. Zij lezen dat de Staatssecretaris van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) heeft aangegeven, naar aanleiding van de verworpen
motie van het lid Van Baarle c.s. over een externe toets op de uitkomsten van de opruimactie
van discriminerende algoritmen (Kamerstuk 26 643, nr. 827), de mogelijkheden voor een externe toets te verkennen met de Auditdienst Rijk. Wat
is hiervan de stand van zaken?
De leden van de D66-fractie lezen dat de gefaseerde aanpak bij het Ministerie van
EZK door de organisatieonderdelen zelf is uitgevoerd. Is deze aanpak verschillend
van andere ministeries? Hoe wordt geborgd dat deze aanpak de beoogde resultaten behaald?
Vindt er nog een controle plaats door bijvoorbeeld (het team van) de Chief Information
Officer? De Minister geeft aan dat zij niet kan uitsluiten dat bijvoorbeeld beleidsregels,
registraties in oude systemen of zeldzame uitzonderingssituaties buiten het zicht
van de inventarisatie zijn gebleven. Zij geeft aan dat er adequate actie op wordt
ondernomen indien dit op een later moment toch wordt geconstateerd. Kan de Minister
uitdiepen wat deze «adequate actie» behelst?
Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie
De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de onderhavige stukken en hebben
hierover enkele vragen.
De leden van de SP-fractie vragen of de Minister kan toelichten waarom niet alle zelfstandige
bestuursorganen (zbo’s) en/of rechtspersonen met een wettelijke taak (rwt’s) in tabel
85 van de departementale begroting van EZK voor 2023 zijn betrokken in het onderzoek.
Welke organisaties zijn niet meegenomen, omdat ze niet onder de Kaderwet zelfstandige
bestuursorganen vallen? Genoemde leden vragen wanneer de Minister van EZK verwacht
informatie te ontvangen over het rechtmatig en eigenlijk gebruik van afkomstgerelateerde
indicatoren van DG’s in oprichting. Is de Minister voornemens de Kamer te informeren
over de uitkomst hiervan?
De leden van de SP-fractie vragen of medeoverheden rijksbeleid van het Ministerie
van EZK uitvoeren? Zo ja, zijn deze medeoverheden betrokken in dit onderzoek? Kan
de Minister preciezer toelichten waarom zij beeldmateriaal buiten de scope van dit
onderzoek heeft gehouden? In hoeverre sluit dit aan bij de rijksbrede aanpak van de
uitvoering van de moties? Wat bedoelt de Minister met de zin « [...] en het is, redelijkerwijs,
ook niet te voorzien dat iemand deze data zal gebruiken om afkomstgerelateerde gegevens
in te zetten om onderscheid te maken»?
De leden van de SP-fractie vragen of de Minister kan toelichten waarom zij onderscheid
maakt tussen het verwerken van afkomstgerelateerde gegevens en het mogelijk verwerken
ervan? Kan de Minister per organisatieonderdeel waar afkomstgerelateerde gegevens
mogelijk worden verwerkt aangeven of ze ook daadwerkelijk worden verwerkt?
Vragen en opmerkingen van de leden van de PvdA- en GroenLinksfracties
De leden van de PvdA- en GroenLinksfracties hebben met interesse kennisgenomen van
de onderhavige stukken en zijn verheugd daarin te lezen dat bij de inventarisatie
geen gebruik van afkomstgerelateerde indicatoren is geconstateerd. Deze leden willen
de Minister nog enkele vragen stellen over de brief.
De leden van de PvdA- en GroenLinksfracties lezen in de brief dat met «betrokken»
organisatieonderdelen gesprekken zijn gevoerd voor begeleiding en instructies over
het inventariseren, beoordelen en opruimen van onrechtmatig of onbehoorlijk verwerkte
data. Over welke organisatieonderdelen gaat het dan en over welke niet? Hoe zien deze
gesprekken eruit? Waar kunnen medewerkers terecht als zij het onrechtmatige gebruik
van afkomstgerelateerde data ontdekken? Zijn medewerkers erover ingelicht waar zij
deze informatie in dat geval kunnen melden?
De leden van de PvdA- en GroenLinksfracties lezen in de brief dat dataminimalisatie
een blijvend aandachtspunt moet zijn en dat bij een aantal gegevensverwerkingen, die
niet zien op afkomstgerelateerde indicatoren, is geconstateerd dat het beginsel van
dataminimalisatie continue aandacht behoeft. Hoe gaat de Minister erop toezien dat
op dataminimalisatie toegezien blijft worden. Bij welke gegevensverwerkingen is geconstateerd
dat het beginsel van dataminimalisatie aandacht behoeft? Wat heeft de Minister op
die plekken exact geconstateerd? Welke actie is de Minister voornemens daarop te ondernemen?
De leden van de PvdA- en GroenLinksfracties lezen in de brief dat uit de «grondige
en integere» inventarisatie geen gebruik van afkomstgerelateerde indicatoren is geconstateerd,
maar ook dat beleidsregels, registraties in oude systemen en zeldzame uitzonderingssituaties
mogelijk niet in de inventarisatie zijn meegenomen. Daarmee wordt onvoldoende uitvoering
gegeven aan de aangenomen motie van het lid Klaver c.s. over het opzetten van een
algoritmeregister (Kamerstuk 35 510, nr. 16), waarin de regering wordt verzocht het gebruik van afkomstgerelateerde kenmerken
in alle risicomodellen, -profielen, -systemen, -selectie en zwarte lijsten die binnen
het overheidswezen gebruikt worden volledig uit te sluiten. Wat gaat de Minister doen
om uit te sluiten dat er op welke wijze dan ook onrechtmatig gebruik wordt gemaakt
van afkomstgerelateerde kenmerken? Is de Minister voornemens de inventarisatie uit
te bereiden zodat het risico op discriminerende algoritmen op basis van afkomstgerelateerde
kenmerken volledig uit te sluiten is?
Vragen en opmerkingen van het lid van de BBB-fractie
Het lid van de BBB-fractie heeft kennisgenomen van de onderhavige stukken. Het lid
van de BBB-fractie heeft een aantal vragen als reactie.
Het lid van de BBB-fractie leest in de brief dat dataminimalisatie een blijvend aandachtspunt
zal blijven. Hoe gaat het kabinet hier voor de toekomst concreet vorm aan geven, ook
bij bijvoorbeeld andere ministeries en overheidsinstanties?
Het lid van de BBB-fractie leest ook dat niet geheel kan worden uitgesloten dat beleidsregels,
registraties in oude systemen of zeldzame uitzonderingssituaties buiten het zicht
van de inventarisatie zijn gebleven en dat hier adequate acties op zullen worden ondernomen,
indien dit ontdekt wordt. Het lid van de BBB-fractie begrijpt dat het hier gaat om
acties die in de toekomst nodig kunnen zijn, mochten er situaties buiten de inventarisatie
zijn gebleven, waardoor het niet duidelijk is om wat voor situaties het kan gaan en
welke concrete acties ervoor nodig zouden zijn. Kan de Minister duidelijk maken hoe
het interne proces verloopt indien een situatie aan het licht komt en hoe lang dit
proces ongeveer duurt? Wat zouden adequate acties kunnen omvatten?
II Antwoord / reactie van de Minister
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.H. (Agnes) Mulder, voorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat -
Mede ondertekenaar
D.D. van Dijke, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.