Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over de kabinetsreactie AIV-advies 'De Oekraïne-oorlog als geopolitieke tijdschok' (Kamerstuk 36045-132)
2023D06532 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken hebben de onderstaande fracties
de behoefte vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister van Buitenlandse
Zaken over de kabinetsreactie op het adviesrapport «De Oekraïne-oorlog als geopolitieke
tijdschok» van de Adviesraad Internationale Vraagstukken (AIV) van 23 december 2022
(Kamerstuk 36 045, nr. 132).
De voorzitter van de commissie,
Rudmer Heerema
De adjunct-griffier van de commissie,
Koerhuis
Inhoudsopgave
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie
II Antwoord / Reactie van de Minister
III Volledige agenda
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de kabinetsreactie
op het adviesrapport «De Oekraïne-oorlog als geopolitieke tijdschok» van de Adviesraad
Internationale Vraagstukken (AIV). Deze leden hebben hierover nog de volgende vragen
en opmerkingen.
De leden van de VVD-fractie delen de opvatting van het kabinet dat de oorlog in Oekraïne
verreikende gevolgen heeft en een directe bedreiging vormt voor de veiligheid van
heel Europa. Deze leden vragen het kabinet dit dan ook uit te blijven dragen in alle
nationale en internationale gremia. Deze leden ondersteunen de constatering dat de
Russische agressie een grove schending van het internationaal recht is en dat Oekraïne
het recht heeft op zelfverdediging. Het blijft essentieel dat Nederland Oekraïne samen
met een brede coalitie van landen blijft steunen. Zowel politieke en militaire steun
om de Oekraïense verdediging te steunen, als humanitaire steun en hulp bij wederopbouw.
Het is voor de leden van de VVD-fractie van groot belang dat het draagvlak voor steun
aan Oekraïne behouden blijft, zowel nationaal als internationaal. De internationale
rechtsorde, en daarmee onze veiligheid, vrijheid en stabiliteit zou immers ernstige
schade oplopen indien Rusland geen halt toegeroepen wordt. Deze leden vragen dan ook
om de maximale inzet van het kabinet om dit draagvlak te behouden.
De leden van de VVD-fractie hechten belang aan het constant monitoren van scenario’s
van escalatie en mogelijkheden tot de-escalatie. Wordt er hier optimaal samengewerkt
met Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO)-partners en wordt alle relevantie
informatie hierover gedeeld? Ziet het kabinet hier nog mogelijkheden tot verbetering?
In hoeverre wordt er ook samengewerkt met landen in de regio die geen NAVO-lid zijn
op het gebied van monitoring? Recent zijn er zorgen om mogelijke verbreding van de
Russische agressie richting andere landen, zoals bijvoorbeeld Moldavië. In hoeverre
houdt de monitoring ook rekening met mogelijke verbreding van het conflict? De leden
van de VVD-fractie ondersteunen de lijn van het kabinet dat het aan Oekraïne is om
te bepalen wanneer en onder welke voorwaarden daadwerkelijke vredesbesprekingen mogelijk
zijn.
De leden van de VVD-fractie steunen de lijn van het kabinet om Oekraïne te steunen
met militaire wapensystemen die snel ingezet kunnen worden. Deze leden vragen zich
echter af of het kabinet in deze fase van de oorlog ook bereid is om vooruit te kijken
naar steun met materieel waar nog geen groen licht voor is, maar waar Oekraïense militairen
wel alvast voor opgeleid kunnen worden. Naast wapensystemen is er een grote behoefte
aan munitie en deze leden vragen het kabinet te reflecteren op de mogelijkheden om
de productiecapaciteit van NAVO-partners te vergroten, alsmede het treffen van voorbereidingen
om ook de productie in Nederland weer op te starten.
De leden van de VVD-fractie begrijpen de keuze om een middellange en lange termijn
strategie te ontwikkelen voor militaire steun aan Oekraïne. Deze leden vragen zich
af wanneer deze strategieën klaar zijn en de Kamer daarover geïnformeerd zal worden.
De leden van de VVD-fractie zijn verheugd te lezen dat ook binnen de NAVO wordt vooruitgekeken
naar de middellange en lange termijn steun voor Oekraïne. Deze leden ondersteunen
een nog hechter partnerschap tussen Oekraïne en de NAVO, omdat dit bijdraagt aan de
verdediging van Oekraïne en daarmee de veiligheid van het NAVO-gebied en Nederland.
Deze leden juichen het verhogen van de defensie-uitgaven net als doel om in 2024 en
2025 aan de 2%-norm te voldoen van harte toe.
De leden van de VVD-fractie zijn verheugd over de vorming van de Nationale Veiligheidsraad.
Deze leden kijken dan ook met interesse uit naar de Rijksbrede Veiligheidsstrategie.
Kan het kabinet aangeven welke (buitenlandse) dreigingen meegenomen zullen worden
in deze strategie? De leden van de VVD-fractie achten het van bijzonder belang dat
de strategische autonomie van Nederland versterken rijksbreed en interdepartementaal
een prioriteit wordt. Deelt het kabinet deze mening? Het kabinet geeft aan maatregelen
te treffen om mogelijke negatieve effecten van de oorlog in Oekraïne op de Nederlandse
economische, politieke en sociale stabiliteit te mitigeren dan wel te voorkomen. Met
welke negatieve effecten houdt het kabinet rekening? In hoeverre werkt Nederland samen
met (EU-)partners om deze negatieve effecten te mitigeren dan wel te voorkomen?
De leden van de VVD-fractie achten een goede relatie tussen de EU en Oekraïne van
groot belang. Daarbij willen deze leden echter wel benadrukken dat Oekraïne geen lid
kan worden van de EU, zolang het land nog in oorlog is en niet aan de toetredingscriteria
voldoet. Op democratie en rechtsstaat kunnen geen concessies worden gedaan. Het is
ook goed dat dat het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid (GBVB) een
steeds grotere rol gaat spelen in verhouding van de EU ten opzichte van haar buren.
De oorlog in Oekraïne heeft het belangrijker dan ooit gemaakt dat kandidaat-lidstaten
en EU-lidstaten in de pas lopen met het GBVB van de EU. Afstemming tot het GBVB is
geen bijzaak meer, maar tegenwoordig van cruciaal geopolitiek belang om de veiligheid
op het Europese continent te waarborgen. Zijn er al gesprekken geweest tussen de Europese
Commissie (EC) en het kabinet om afstemming tot het GBVB een groter onderdeel te maken
van het toetredingsproces tot de EU conform de motie Van Wijngaarden c.s. (Kamerstuk
21 501-02)?
De leden van de VVD-fractie delen de zorgen van het kabinet over de stemonthouders
binnen de Verenigde Naties (VN) en de negatieve invloed van Rusland en China op het
multilaterale systeem. Op welke wijze probeert het kabinet deze negatieve invloed
op het multilaterale systeem en op derde landen te verminderen dan wel mitigeren?
Deze leden ondersteunen de rol die Nederland speelt in het tegengaan van straffeloosheid
binnen deze oorlog. Welke eerste stappen zijn al gezet voor de oprichting van het
speciaal onderzoekscentrum voor de Russische agressie tegen Oekraïne (International
Center for the Prosecution of the Crime of Aggression in Ukraine)? Wanneer verwacht
het kabinet dat dit onderzoekscentrum actief zal zijn? Eerder al heeft Nederland samen
met andere landen de situatie in Oekraïne bij de aanklager van het Internationaal
Strafhof aangegeven. Wat is de stand van zaken van dit proces? Welke andere accountability-initiatieven lopen er op dit moment?
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de geagendeerde
stukken. Deze leden hebben daar nog enkele vragen over.
De leden van de D66-fractie zijn van mening dat Nederland en bondgenoten Oekraïne
nu al zo snel mogelijk moeten helpen met de wederopbouw. Deze leden vragen of er al
een wederopbouw-coördinator is op EU-niveau. Zo nee, waarom niet? Daarnaast vragen
deze leden of het kabinet een reactie kan geven op de aanbevelingen die in het najaar
door het Den Haag Centrum voor Strategische Studies (HCSS) zijn gepresenteerd.
De leden van de D66-fractie vragen nu naar de stand van zaken rondom de winterization van Oekraïne. Zijn er voldoende middelen, goederen en diensten om Oekraïners te laten
overleven? Wat zijn hierbij de grootste uitdagingen? Op welke manier zet het kabinet
Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen (MATRA)-middelen in voor de implementatie
van overeengekomen hervormingen van de Oekraïense rechtsstaat?
De leden van de D66-fractie maken zich zorgen over de kwetsbaarheid van de EU voor
heimelijke en hybride aanvallen vanuit Rusland, om de Europese maatschappij te verstoren.
Zijn de cyber-toolboxen van de EU en NAVO operationeel en is de weerbaarheid daarmee
voldoende gewaarborgd? Welk departement coördineert de strategie die nodig voor het
beschermen van onze kritieke infrastructuur in de Noordzee?
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de kabinetsreactie op het AIV-advies
«De Oekraïne-oorlog als geopolitieke tijdschok». Deze leden hebben nog enkele vragen
en opmerkingen.
De leden van de CDA-fractie onderschrijven de noodzaak om de urgentie van deze oorlog
te blijven benadrukken. De belangen zijn immers groot. Het AIV stelt terecht dat onze
waarden, onze belangen en de internationale rechtsorde op het spel staan. De leden
van de CDA-fractie zijn trots dat er in Nederland een enorm maatschappelijk draagvlak
is voor de steunpakketten voor Oekraïne en de sanctiepakketten tegen Rusland. De afschuw
over de Russische inval in Oekraïne wordt breed gevoeld. Tegelijkertijd wringt het
dat de premier, in tegenstelling tot andere westerse regeringsleiders, het land nooit
heeft toegesproken over de Russische invasie in Oekraïne en de gevolgen daarvan voor
Nederland. Waarom is hiervoor gekozen, vragen de leden van de CDA-fractie.
De leden van de CDA-fractie lezen dat dit jaar de «European Defence Industry Reinforcement
through common Procurement Act» (EDIRPA) wordt opgericht. Wat behelst deze Act en
wat is de stand van zaken, vragen deze leden. De leden van de CDA-fractie zijn tevens
benieuwd of er binnen de NAVO wordt gesproken over het ophogen van de 2%-NAVO norm.
De leden van de CDA-fractie vragen de Minister te reflecteren op de acute winterhulp
die afgelopen maanden door Nederland en de Europese Unie aan Oekraïne is geboden.
Welke lessen kunnen worden getrokken (mocht het volgende winter weer noodzakelijk
zijn om hulp te bieden)?
Tevens zijn de leden van de CDA-fractie benieuwd hoe het staat met de aanstelling
van een mogelijk speciale EU-gezant voor Oekraïne en de invulling van een nationale
Speciaal Gezant voor betrokkenheid van het Nederlandse bedrijfsleven bij de wederopbouw
van Oekraïne.
De leden van de CDA-fractie constateren dat in de kabinetsreactie niet wordt ingegaan
op het voorstel van de AIV om met een Nederlandse Defensiewet te komen, waarin een
kabinet overstijgende, meer verplichtende defensieplanning met een langjarige looptijd
wordt vastgelegd. Wat is hiervoor de reden, vragen deze leden.
De leden van de CDA-fractie constateren dat sinds het uitbreken van de oorlog in Oekraïne
er ogenschijnlijk meer cyberaanvallen vanuit Rusland op Europese en Nederlandse vitale
infrastructuur hebben plaatsgevonden dan voor de oorlog. Kan de Minister dit bevestigen
en met cijfers onderbouwen? Bestaat er een overzicht van de Russische cyberaanvallen
op Nederlandse vitale infrastructuur en kan dit overzicht met de Kamer worden gedeeld?
De leden van de CDA-fractie constateren dat Nederland, mede door de zachte winter,
niet tegen gastekorten is aangelopen. Ruwweg een jaar na de Russische inval komt er
vrijwel geen Russische energie meer naar Nederland. Welke maatregelen worden er genomen
om ook de volgende winter voldoende gas te hebben, vragen deze leden.
De leden van de CDA-fractie vragen wat de stand van zaken is omtrent de Europese Politieke
Gemeenschap (EPG). Wanneer volgt de volgende bijeenkomst? En welke invulling wil het
kabinet geven aan de EPG in de toekomst?
Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie
De leden van de SP-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de reactie
van het kabinet op het AIV-rapport.
De leden van de SP-fractie delen de analyse dat de Russische agressieoorlog tegen
het internationaal recht ingaat en dat Oekraïne het recht heeft zich te verdedigen
met militaire middelen en met het inroepen van hulp daarbij. Het kabinet geeft terecht
aan dat ook andere middelen dan militaire bij deze aanval worden gebruikt. Het gaat
daarbij met name om het voedselwapen en het energiewapen. Dat zijn ernstige feiten
die naar het oordeel van de leden van de SP-fractie de militaire aanval op Oekraïne
overstijgen en de wereldgemeenschap voor belangrijke dilemma’s plaatsen.
De leden van de SP-fractie constateren dat de secretaris-generaal van de VN Guterres
bij herhaling heeft gewaarschuwd voor de gevolgen van het voedselwapen. Die gevolgen
zijn hongersnoden in grote delen van de wereld, waarbij de hongersnood in Somalië
al aan de oorlog in Oekraïne wordt toegedicht. Naar het oordeel van de leden van de
SP-fractie is het belangrijk het oordeel van de VN serieus te nemen en is het nodig
de gevolgen hiervan meer aandacht te geven in een strategische aanpak. Guterres heeft
met het oog hierop gepleit voor een staakt-het-vuren zodat voedsel uit Oekraïne en
kunstmest uit Rusland over de wereld kunnen worden verspreid. Hoe denkt het kabinet
over dit dilemma? Deelt het kabinet de opvatting dat de gevolgen van de inzet van
dit wapen vergaande gevolgen heeft voor grote delen van de burgerbevolking in de wereld
en hoe kan dit probleem strategisch worden opgelost? Deelt het kabinet de oproep van
Guterres?
Daarnaast is er het gebruik van het energiewapen, stellen de leden van de SP-fractie.
Inmiddels zijn de pijpleidingen van zowel Nordstream II en Nordstream I opgeblazen.
De oorzaak van de ontploffingen zijn onderzocht door Duitsland en andere landen. Kent
het kabinet de rapporten die uit deze onderzoeken voort zijn gekomen? Deelt het kabinet
de mening van de leden van de SP-fractie dat het belangrijk is de conclusies te kennen
en die ook te delen met de parlementen van de diverse landen? Dit kan belangrijke
gevolgen hebben voor de analyse en strategie voor de komende jaren.
Het energiewapen werd ook gebruikt als vorm van embargo en sanctiepolitiek, constateren
de leden van de SP-fractie. Het Internationaal Monetair Fonds (IMF) heeft recentelijk
voorspeld dat de Russische economie in 2022 weliswaar gekrompen is, maar verwacht
een kleine groei van de Russische economie. Deelt het kabinet, zo vragen deze leden,
de conclusie van het IMF en wat zijn de lessen daaruit voor de sanctiepolitiek? Acht
het kabinet de sanctiepolitiek na een jaar oorlog effectief en zo nee, wat zou er
moeten veranderen?
In het licht van deze drieledige aanval (militair, voedsel en energie) vragen de leden
van de SP-fractie te reflecteren op de proportionaliteit en hoe deze overwegingen
in de strategie kunnen worden ingevoegd. Deze leden bepleiten een grotere rol voor
de VN in het beoordelen van de ontwikkelingen en ook het oplossen van zowel de oorlog
in Oekraïne als de wereldwijde praktische en politieke gevolgen. Deze leden delen
de conclusie van zowel de AIV als het kabinet dat gevolgen buitengewoon groot zijn.
Dat leidt tot de vraag of het kabinet niet ook andere landen in de wereld, verenigd
in de VN of bijvoorbeeld de Brazilië, Rusland, India, China en Zuid-Afrika (BRICS)
moeten betrekken bij de oplossing van de gevolgen van deze oorlog.
De leden van de SP-fractie delen de opvatting dat moet worden nagedacht over een beleid
dat zich over een lange periode uitstrekt, tot 2030. Deze leden zijn ook van mening
dat nieuwe ideeën over een veiligheidsarchitectuur in Europa met spoed moeten worden
voorbereid om ingevoerd te kunnen worden als de aanvalsoorlog in Oekraïne is beëindigd.
Deze leden zijn echter ook van mening dat een langetermijnstrategie mondiaal moet
zijn. De VN zal daarin hoe dan ook een belangrijke rol moeten spelen, hoezeer Rusland
ook een effectieve VN heeft verstoord als gevolg van de invasie in Oekraïne.
II Antwoord/ Reactie van de Minister
III Volledige agenda
Kabinetsreactie op het adviesrapport «De Oekraïne-oorlog als geopolitieke tijdschok»
van de Adviesraad Internationale Vraagstukken (AIV) van 23 december 2022 (Kamerstuk
36 045, nr. 132).
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.J. (Rudmer) Heerema, voorzitter van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken -
Mede ondertekenaar
T.H.F. Koerhuis, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.