Amendement : Amendement van de leden Wassenberg en Kwint over het afschaffen van de rente op studieleningen
36 229 Wijziging van onder meer de Wet studiefinanciering 2000 in verband met de herinvoering van de basisbeurs in het hoger onderwijs, de verstrekking van een tegemoetkoming aan studenten die onder het studievoorschotstelsel hebben gestudeerd en de verruiming van de 1-februariregeling voor ho-studenten die zijn doorgestroomd vanuit het mbo (Wet herinvoering basisbeurs hoger onderwijs)
Nr. 17
AMENDEMENT VAN DE LEDEN WASSENBERG EN KWINT
Ontvangen 15 februari 2023
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
In artikel I, onderdeel A, worden na de aanhef twee onderdelen ingevoegd, luidende:
0. In de begripsbepaling van «lening» wordt «rentedragende» vervangen door «niet-rentedragende».
0a. In de begripsbepaling van «prestatiebeurs» wordt «rentedragende» telkens vervangen
door «niet-rentedragende» en vervalt «waarbij de rente teniet gaat,».
II
In artikel I worden na onderdeel I twee onderdelen ingevoegd, luidende:
Ia
In artikel 4.8, tweede lid, vervalt de derde zin.
Ib
Artikel 4.15 vervalt.
III
In artikel I wordt na onderdeel J een onderdeel ingevoegd, luidende:
Ja
In artikel 5.3, tweede lid, vervalt de derde zin.
IV
In artikel I wordt na onderdeel L drie onderdelen ingevoegd, luidende:
La
Paragraaf 5.8 vervalt.
Lb
In artikel 6.1b vervalt «vermeerderd met de volgens dit hoofdstuk berekende rente».
Lc
Artikel 6.2, derde lid, vervalt, onder vernummering van het vierde en vijfde lid tot
het derde en vierde lid.
V
Artikel I, onderdeel N, komt te luiden:
N
Artikel 6.3 vervalt.
VI
In artikel I wordt na onderdeel N een onderdeel ingevoegd, luidende:
Na
Artikel 6.4 vervalt.
VII
In artikel I wordt na onderdeel O een onderdeel ingevoegd, luidende:
Oa
In artikel 6.8 vervallen het tweede en vierde lid, onder vernummering van het derde
lid tot het tweede lid.
VIII
Artikel I, onderdeel P, wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding «2.» geplaatst en in de tekst wordt «Artikel 6,9,
derde lid,» vervangen door «Het derde lid».
2. Voor onderdeel 2 (nieuw) worden een aanhef en een onderdeel ingevoegd, luidende:
Artikel 6.9 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «Rente en aflossing» vervangen door «Aflossing» en wordt
«vervallen» vervangen door «vervalt».
IX
In artikel I wordt na onderdeel R een onderdeel ingevoegd, luidende:
Ra
Artikel 6.17 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid vervallen de tweede tot en met de vierde zin.
2. Het vierde lid vervalt.
X
Aan artikel I, onderdeel S, onderdeel 1, wordt toegevoegd «en wordt na «paragraaf
6.1» ingevoegd «zoals die luidde op de dag voorafgaand aan de dag van inwerkingtreding
van artikel I, onderdelen Lb, Lc, N, Na, Oa, P en Ra, van de Wet herinvoering basisbeurs
hoger onderwijs»».
Toelichting
De indieners stellen voor om de rente op studieleningen permanent vast te stellen
op nul procent en deze dus los te koppelen van de rente op staatsobligaties.
Het aangaan van een lening werd door de regering, bij het invoeren van het leenstelsel,
gezien als een investering van de student in zichzelf. Lange tijd was de rente op
de studielening nul procent. De regering is van mening dat het in rekening brengen
van rente op de studielening te rechtvaardigen is omdat de overheid financiële middelen
aan moet trekken en daar zelf rente over betaalt. Echter vinden de indieners het principieel
onjuist om deze rente door te berekenen naar studenten. Rechtvaardiger zou zijn om
deze rente te bezien als een investering van de overheid in de student.
Daarnaast is het volgens de indieners niet meer dan logisch dat de rente voordat een
schuld wordt aangegaan vastgesteld wordt. Veel studenten zijn een studielening aangegaan
zonder goed op te hoogte te zijn gesteld van alle renterisico’s en de mogelijke gevolgen
van die lening voor bijvoorbeeld het aangaan van een hypotheek. De rijksoverheid heeft
namelijk verzuimd studenten bij het aangaan van hun studielening een financiële prospectus
te geven met voorlichting over renterisico’s, risicoprofielen, gevolgen voor het aangaan
van hypothecaire verplichtingen enzovoorts. Het ontbreken van dergelijke leningsvoorwaarden
worden bij andere leningen ook niet geaccepteerd. Een lening aangegaan bij een overheidsdienst
zou daarnaast juist voorzien moeten zijn van alle informatie die we van marktpartijen
ook eisen: de overheid heeft hierin een voorbeeldfunctie.
Wassenberg Kwint
Indieners
-
Indiener
F.P. Wassenberg, Tweede Kamerlid -
Medeindiener
J.P. Kwint, Tweede Kamerlid
Stemmingsuitslagen
Verworpen met handopsteken
Fracties | Zetels | Voor/Tegen |
---|---|---|
VVD | 34 | Tegen |
D66 | 24 | Tegen |
PVV | 17 | Voor |
CDA | 14 | Tegen |
PvdA | 9 | Tegen |
SP | 9 | Voor |
GroenLinks | 8 | Tegen |
PvdD | 6 | Voor |
ChristenUnie | 5 | Tegen |
FVD | 5 | Voor |
DENK | 3 | Voor |
Groep Van Haga | 3 | Tegen |
JA21 | 3 | Tegen |
SGP | 3 | Tegen |
Volt | 2 | Voor |
BBB | 1 | Voor |
BIJ1 | 1 | Voor |
Fractie Den Haan | 1 | Voor |
Gündogan | 1 | Tegen |
Omtzigt | 1 | Tegen |