Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over de Geo-economische monitor
2023D03716 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking hebben
de onderstaande fracties de behoefte vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister
voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over de Geo-economische monitor,
(Kamerstuk 36 180, nr. 31).
De voorzitter van de commissie,
Wuite
De adjunct-griffier van de commissie,
De Mare
Inhoudsopgave
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Inbreng VVD-fractie
Inbreng D66-fractie
II Antwoord / Reactie van de Minister
III Volledige agenda
I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Inbreng leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie danken de Minister voor de Geo-economische monitor. Zij
hebben daarover de volgende vragen en opmerkingen.
De leden van de VVD-fractie vragen of dit onderzoek frequenter uitgevoerd gaat worden
zodat trends vastgesteld kunnen worden. Zo ja, hoe frequent? Zo nee, waarom niet?
De leden van de VVD-fractie vragen of het kabinet actie ondernomen heeft om Nederland
economisch weerbaar te maken en te anticiperen op een toenemend gebruik van geo-economische
drukmiddelen. Zo ja, welke acties heeft het kabinet ondernomen? Zo nee, waarom niet?
De leden van de VVD-fractie constateren dat het TNO-vervolgonderzoek reeds in gang
is gezet. Zij vragen daarom of de Kamer geïnformeerd gaat worden over de opschaalbare
methodiek voor het in kaart brengen van complexe waardeketens en mogelijke risico’s.
De leden van de VVD-fractie vragen aan het kabinet wat het ziet als het verdienvermogen
van de toekomst voor Nederland. Welke sectoren, zoals de maritieme-, landbouw- en
lithografiesector en andere sleuteltechnologieën, zijn van strategisch belang voor
Nederland? Wat doet het kabinet eraan om voor het behoud van het verdienmodel, de
strategische sectoren in de toekomst te behouden en te ondersteunen?
De leden van de VVD-fractie constateren dat het aantal elektrische auto’s de komende
tien jaar hard zal groeien. Welke rol kan Nederland spelen om de productie van accu’s
en elektrische auto’s te stimuleren in de EU om zo bestaande (klimaat)doelen te bereiken?
De leden van de VVD-fractie vragen aan het kabinet hoe handelsverdragen met derde
landen kunnen helpen om strategische onafhankelijkheden te verminderen. Hoe zou een
handelsverdrag met bijvoorbeeld Zuid-Amerikaanse landen de Europese strategische afhankelijkheid
van een land als China kunnen verminderen?
De leden van de VVD-fractie constateren dat toenemende concurrentie uit China ervoor
zorgt dat de relatieve kennispositie van Nederland achteruit gaat. Zij vragen daarom
of het kabinet van plan is actie te ondernemen om de relatieve kennispositie van Nederland
te verbeteren. Zo ja, welke acties gaat het kabinet ondernemen? Zij vragen ook of
het kabinet van plan is actie te ondernemen in samenwerking met de Europese Unie om
gezamenlijk minder afhankelijk te worden van Chinese goederen. Zo ja, welke acties
gaat het kabinet ondernemen? De leden van de VVD-fractie constateren ook dat de Geo-economische
monitor ertoe leidt dat economische beïnvloeding voor geopolitieke doeleinden in toenemende
mate toegepast wordt. Een tweede constatering is dat China in toenemende mate economische
beïnvloeding als instrument inzet. De leden van de VVD-fractie vragen daarom welke
maatregelen het kabinet neemt als China economische beïnvloeding inzet tegen Nederland.
De leden van de VVD-fractie vragen welke acties het kabinet genomen heeft om, met
behoud van de vriendschappelijke relatie, meer onafhankelijk te worden van de Verenigde
Staten op het gebied van nationale veiligheid.
De leden van de VVD-fractie constateren dat de positie van India steeds dominanter
wordt. Zij vragen daarom hoe het kabinet aankijkt tegen de positie van India. Gelet
op het gegeven dat India dit jaar G20 voorzitter is, vragen de leden van de VVD-fractie
ook wat voor onderwerpen Nederland inbrengt in de bilaterale contacten met India.
De leden van de VVD-fractie vragen tot slot hoe een versterking van de relatie tussen
India en de EU bijdraagt aan een afname van afhankelijkheden van zowel India als de
EU tegenover Rusland en China. Liggen hier concrete plannen voor op tafel binnen de
EU-instituten en de Nederlandse regering?
Inbreng leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de eerste
Geo-economische monitor en danken via deze weg de organisaties voor het verrichte
onderzoek. Naar aanleiding van het rapport hebben deze leden nog enkele zorgen en
vragen aan de Minister. Zij lezen dat het kabinet werkt aan een plan van aanpak en
vragen zich af welke sectoren en/of landen hierbij prioriteit krijgen. Voorts vragen
deze leden hoe lang het volgens de Minister zal duren voordat Nederland en Europa
de strategische afhankelijkheden dusdanig hebben kunnen afbouwen dat zij uit de huidige
gevarenzone zijn.
De auteurs van het rapport hebben enkele aanbevelingen gedaan voor vervolgonderzoek.
Is het kabinet van plan deze aanbevelingen op te volgen, zo vragen de aan het woord
zijnde leden. Zij vragen de Minister per aanbeveling onderbouwd aan te geven hoe zij
deze zal opvolgen.
Hoewel de leden van de D66-fractie hechten aan verder onderzoeken, sporen zij de Minister
ook aan om zo snel mogelijk stappen te ondernemen om strategische afhankelijkheden
af te bouwen. Deze leden stellen niet voor om volledig te stoppen met de handel met
onder andere China, maar zij vragen de Minister wel te komen tot een toekomstbestendige
relatie en te doen wat in haar macht ligt om te voorkomen dat Nederland en Europa
net zo hard kunnen worden geraakt door strategische afhankelijkheden van China als
momenteel door strategische afhankelijkheden van Rusland.
De aan het woord zijnde leden lezen dat er in totaal 21 strategische afhankelijkheden
en 12 mogelijke strategische afhankelijkheden zijn geconstateerd. Zij sporen de Minister
aan om de 12 mogelijke strategische afhankelijkheden op de kortst mogelijke termijn
verder te onderzoeken. Daarnaast hebben deze leden enkele vragen over de specifieke
strategische afhankelijkheden van China. Nederland is in hoge mate afhankelijk van
China als het gaat om lithium, een onmisbare grondstof voor de twin transition. De leden van de D66-fractie maken zich dan ook grote zorgen over deze afhankelijkheid
vanwege het essentiële belang van deze grondstof voor de energietransitie. De gevolgen
voor de klimaatambities van dit kabinet zullen naar verwachting immens zijn als China
vandaag zou stoppen met het exporteren van lithium. Kan de Minister hierop reflecteren?
De afhankelijkheid van lithium kan worden beperkt door het stimuleren van hergebruik
van deze grondstof, zo lezen deze leden. Wanneer denkt de Minister dat Nederland en
Europa in dergelijke mate circulair zijn, dat een stop op de export van lithium door
China niet zal leiden tot grote acute of sluimerende schade? Welke alternatieven zijn
er en op welke termijn zijn deze beschikbaar? De leden van de D66-fractie lezen ook
dat Nederland op het gebied van diphosphorus pentoxide, een belangrijk bestanddeel
van kunstmest, strategisch afhankelijk is van China. Op welke termijn denkt de Minister
dat de landbouwsector ver genoeg is op het gebied van fosfaatkringloop om acute of
sluimerende schade te voorkomen? Welke alternatieven zijn er en op welke termijn zijn
deze beschikbaar? Over antibiotica lezen de aan het woord zijnde leden dat productie
op korte termijn kan worden opgestart indien China zou stoppen met leveren. Kan de
Minister bevestigen dat er scenario’s zijn uitgewerkt om dit te realiseren? Kan de
Minister daarnaast een korte reflectie geven op de overige genoemde strategische afhankelijkheden
van China die in de monitor niet zijn uitgewerkt als casus? De leden van de D66-fractie
zouden graag inzicht krijgen in de mate van afhankelijkheid van China en de alternatieven
op korte, middellange en lange termijn.
De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van het overzicht van
infrastructurele knooppunten in de Geo-economische monitor. Zij vragen de Minister
om haar collega’s in Brussel aan te sporen een dergelijk onderzoek uit te voeren op
Europees niveau en op die manier zo goed mogelijk in kaart te brengen waar landen
als China en de VS invloed hebben en welke risico’s hier aan zitten. Deze leden denken
hierbij niet alleen aan fysieke infrastructuur, maar ook aan bijvoorbeeld netwerken
in havens en van energievoorzieningen.
II. Antwoord / Reactie van de Minister
III. Volledige agenda
Geo-economische monitor.
2022Z25955 – Brief regering d.d. 21-12-2022 Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,
E.N.A.J. Schreinemacher
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J. Wuite, voorzitter van de vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking -
Mede ondertekenaar
O.T. de Mare, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.