Voorstel van wet : Voorstel van wet
36 275 Regels aangaande een tijdelijke uitwisseling van persoonsgegevens ter identificering van de ouders die gedupeerd zijn als gevolg van problemen bij de uitvoering van de kinderopvangtoeslag en geconfronteerd zijn met uithuisplaatsing van kinderen (Tijdelijke wet uitwisseling persoonsgegevens UHP KOT)
Artikel 1 Begripsbepalingen
Artikel 2 Taak en doel verstrekken en verwerken van persoonsgegevens
Artikel 3 Verstrekken persoonsgegevens door de Belastingdienst/Toeslagen aan Onze
Minister
Artikel 4 Verstrekken persoonsgegevens door de raad voor de kinderbescherming, de
Raad voor de rechtspraak en de gerechten aan Onze Minister
Artikel 5 Totstandkoming lijsten van UHP KOT-kinderen en UHP KOT-ouders door Onze
Minister
Artikel 6 Verstrekken lijsten van UHP KOT-kinderen en UHP KOT-ouders door Onze Minister
aan de organisaties
Artikel 7 Vernietiging persoonsgegevens UHP KOT-ouders en UHP KOT-kinderen
Artikel 8 Vernietiging persoonsgegevens vóór het vervallen van de wet
Artikel 9 Inwerkingtreding en verval
Artikel 10 Citeertitel
Nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om regels te stellen over
een tijdelijke uitwisseling van persoonsgegevens van de bij de uitvoering van de kinderopvangtoeslag
gedupeerde ouders en hun uithuisgeplaatste kinderen en deze regels onder te brengen
in één wet;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen
overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden
en verstaan bij deze:
Artikel 1 Begripsbepalingen
In deze wet wordt verstaan onder:
Burgerlijk Wetboek (oud):
het Burgerlijk Wetboek zoals dat gold in de periode tussen 1 januari 2005 en 1 januari
2015;
gecertificeerde instelling:
gecertificeerde instelling als bedoeld in artikel 1.1 van de Jeugdwet;
gedupeerde aanvrager van een kinderopvangtoeslag:
de aanvrager van een kinderopvangtoeslag die in aanmerking komt voor toepassing van
een herstelmaatregel en daarvoor voor 1 januari 2024 een aanvraag heeft ingediend
of recht heeft op toepassing van een herstelmaatregel als bedoeld in de Wet van 2 november
2022, houdende regels ten behoeve van de hersteloperatie toeslagen (Wet hersteloperatie
toeslagen) (Stb. 2022, 433);
gerechten:
de rechtbanken en de gerechtshoven;
kind van een gedupeerde aanvrager van een kinderopvangtoeslag:
kind of pleegkind, zoals omschreven in de Wet van 2 november 2022, houdende regels
ten behoeve van de hersteloperatie toeslagen (Wet hersteloperatie toeslagen) (Stb. 2022, 433), van een gedupeerde aanvrager van een kinderopvangtoeslag;
kind waarvoor een verzoek tot uithuisplaatsing is gedaan:
de persoon waarvoor in de periode vanaf 1 januari 2005 een verzoek is gedaan dat strekt
tot:
a. het verlenen van een machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige als bedoeld
in artikel 265b van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek of als bedoeld in artikel 261
van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek (oud);
b. het beëindigen van het ouderlijk gezag over een minderjarige als bedoeld in artikel
266, eerste lid, van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek of het ontheffen of ontzetten
van een ouder van de ouderlijke macht over dan wel het gezag over een of meer van
zijn kinderen als bedoeld in de artikelen 266 en 269 van Boek 1 van het Burgerlijk
Wetboek (oud); of
c. het verlenen van een machtiging om de jeugdige in een gesloten accommodatie te doen
opnemen en te doen verblijven als bedoeld in de artikelen 6.1.2, 6.1.3 of 6.1.4 van
de Jeugdwet of het verlenen van een machtiging om een jeugdige in een accommodatie
te doen opnemen en te doen verblijven als bedoeld in de artikelen 29b en 29c van de
Wet op de Jeugdzorg.
Onze Minister:
Onze Minister voor Rechtsbescherming;
ouder:
een ouder of stiefouder van een kind of een ander die het kind als behorend tot zijn
gezin verzorgt en opvoedt of heeft verzorgd en opgevoed;
UHP KOT-kind:
het uithuisgeplaatste kind van een UHP KOT-ouder;
UHP KOT-ouder:
een gedupeerde aanvrager van een kinderopvangtoeslag, die tevens ouder is van het
uithuisgeplaatste kind;
uithuisgeplaatst kind:
de persoon waarvoor in de periode vanaf 1 januari 2005:
a. een machtiging tot uithuisplaatsing als bedoeld in artikel 265b van Boek 1 van het
Burgerlijk Wetboek of als bedoeld in artikel 261 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek
(oud), is verleend;
b. van zijn ouder het ouderlijk gezag is beëindigd als bedoeld in artikel 266, eerste
lid, van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek of zijn ouder van de ouderlijke macht dan
wel het gezag is ontheven of ontzet als bedoeld in de artikelen 266 en 269 van Boek
1 van het Burgerlijk Wetboek (oud); of
c. een machtiging is verleend om de jeugdige in een gesloten accommodatie te doen opnemen
en te doen verblijven als bedoeld in de artikelen 6.1.2, 6.1.3 of 6.1.4 van de Jeugdwet
of een machtiging is verleend om een jeugdige in een accommodatie te doen opnemen
en te doen verblijven als bedoeld in de artikelen 29b en 29c van de Wet op de Jeugdzorg.
Artikel 2 Taak en doel verstrekken en verwerken van persoonsgegevens
1. Onze Minister heeft, ten behoeve van de in het tweede lid bedoelde doelen, tot taak:
a. het verkrijgen van inzicht in de groep van UHP KOT-ouders en de UHP KOT-kinderen,
en
b. het doen van een ondersteuningsaanbod aan de UHP KOT-ouders.
2. Deze wet strekt ertoe de volgende doelen voor verwerking en verstrekking van persoonsgegevens
vast te stellen:
a. het verkrijgen van inzicht in de groep van UHP KOT-ouders en de UHP KOT-kinderen;
b. het doen van een ondersteuningsaanbod aan de UHP KOT-ouders, en
c. het reflecteren op het eigen handelen door de raad voor de kinderbescherming, gecertificeerde
instellingen en de gerechten inzake de dossiers van de UHP KOT-kinderen.
Artikel 3 Verstrekken persoonsgegevens door de Belastingdienst/Toeslagen aan Onze
Minister
De Belastingdienst/Toeslagen verstrekt aan Onze Minister de burgerservicenummers,
namen, geboortedata, geslacht en adresgegevens van de gedupeerde aanvragers van een
kinderopvangtoeslag en hun kinderen, ten behoeve van de in artikel 2, tweede lid,
genoemde doelen.
Artikel 4 Verstrekken persoonsgegevens door de raad voor de kinderbescherming, de
Raad voor de rechtspraak en de gerechten aan Onze Minister
1. De raad voor de kinderbescherming verstrekt aan Onze Minister de burgerservicenummers,
namen, geboortedata, geslacht en adresgegevens van de kinderen waarvoor een verzoek
tot uithuisplaatsing is gedaan en de uithuisgeplaatste kinderen, ten behoeve van de
in artikel 2, tweede lid, genoemde doelen.
2. De Raad voor de rechtspraak en de gerechten verstrekken aan Onze Minister de burgerservicenummers,
namen, geboortedata, geslacht en adresgegevens van de kinderen waarvoor een verzoek
tot uithuisplaatsing is gedaan en de uithuisgeplaatste kinderen, en de door de gerechten
ten behoeve van die kinderen aangemaakte zaaknummers, ten behoeve van de in artikel
2, tweede lid, genoemde doelen.
Artikel 5 Totstandkoming lijsten van UHP KOT-kinderen en UHP KOT-ouders door Onze
Minister
1. Onze Minister draagt zorg voor een lijst van UHP KOT-kinderen en een lijst van UHP
KOT-ouders, door de op grond van artikel 3 van de Belastingdienst/Toeslagen ontvangen
persoonsgegevens te koppelen aan de op grond van artikel 4 van de raad voor de kinderbescherming
en de Raad voor de rechtspraak en de gerechten ontvangen persoonsgegevens, ten behoeve
van de in artikel 2, tweede lid, genoemde doelen.
2. De lijst van UHP KOT-ouders bestaat uit de burgerservicenummers, namen, geslacht
en adresgegevens van de UHP KOT-ouders.
3. De lijst van UHP KOT-kinderen bestaat uit de burgerservicenummers en geboortedata
van de UHP KOT-kinderen.
Artikel 6 Verstrekken lijsten van UHP KOT-kinderen en UHP KOT-ouders door Onze Minister
aan de organisaties
1. Onze Minister verstrekt aan de gecertificeerde instellingen de lijst van UHP KOT-kinderen,
ten behoeve van de in artikel 2, tweede lid, onderdelen a en c, genoemde doelen.
2. Onze Minister verstrekt aan de raad voor de kinderbescherming, de Raad voor de rechtspraak
en de gerechten de lijst van UHP KOT-kinderen, ten behoeve van het in artikel 2, tweede
lid, onderdeel c, genoemde doel.
Artikel 7 Vernietiging persoonsgegevens UHP KOT-ouders en UHP KOT-kinderen
1. Onmiddellijk na ontvangst van de op grond van artikel 6, eerste lid, verstrekte lijst
van UHP KOT-kinderen, vernietigt de gecertificeerde instelling de persoonsgegevens
van de UHP KOT-kinderen waarbij de gecertificeerde instelling niet betrokken is of
is geweest.
2. Onze Minister verwijdert de persoonsgegevens van de UHP KOT-ouder of het UHP KOT-kind
van de lijst van UHP KOT-ouders of de lijst van UHP KOT-kinderen, op een daartoe strekkend
verzoek van een UHP KOT-ouder. Op verzoek van Onze Minister vernietigen de in deze
wet genoemde organisaties de op grond van deze wet verstrekte persoonsgegevens van
die UHP KOT-ouder of dat UHP KOT-kind.
Artikel 8 Vernietiging persoonsgegevens vóór het vervallen van de wet
Onze Minister en de in deze wet genoemde organisaties vernietigen vóór het vervallen
van de wet de op grond van deze wet verstrekte persoonsgegevens, de lijst van UHP
KOT-kinderen en de lijst van UHP KOT-ouders.
Artikel 9 Inwerkingtreding en verval
1. Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het
Staatsblad waarin zij wordt geplaatst en vervalt op 1 januari 2025.
2. Het tijdstip waarop deze wet vervalt kan bij koninklijk besluit telkens met een jaar
worden verlengd indien daarvoor dringende redenen zijn die samenhangen met de uitoefening
van de taak, bedoeld in artikel 2, eerste lid, of het bereiken van de doelen, bedoeld
in artikel 2, tweede lid. Een verlenging kan ten hoogste twee maal plaatsvinden.
3. De voordracht voor het koninklijk besluit wordt niet eerder gedaan dan vier weken
nadat het ontwerp aan beide Kamers van de Staten-Generaal is overgelegd.
Artikel 10 Citeertitel
Deze wet wordt aangehaald als: Tijdelijke wet uitwisseling persoonsgegevens UHP KOT.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries,
autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering
de hand zullen houden.
Gegeven,
De Minister voor Rechtsbescherming,
Stemmingsuitslagen
Aangenomen met handopsteken
Fracties | Zetels | Voor/Tegen |
---|---|---|
VVD | 34 | Voor |
D66 | 24 | Voor |
PVV | 17 | Voor |
CDA | 14 | Voor |
PvdA | 9 | Voor |
SP | 9 | Tegen |
GroenLinks | 8 | Voor |
PvdD | 6 | Tegen |
ChristenUnie | 5 | Voor |
FVD | 5 | Voor |
DENK | 3 | Voor |
Groep Van Haga | 3 | Voor |
JA21 | 3 | Voor |
SGP | 3 | Voor |
Volt | 2 | Voor |
BBB | 1 | Voor |
BIJ1 | 1 | Tegen |
Fractie Den Haan | 1 | Voor |
Gündogan | 1 | Voor |
Omtzigt | 1 | Voor |
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.