Brief regering : Ophoging financieringsplafond Europese Vredesfaciliteit
21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken
Nr. 2557
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 december 2022
Bij brief van 1 december heeft u de Minister van Buitenlandse Zaken, namens de Vaste
Commissie voor Buitenlandse Zaken, verzocht u te informeren over het voorstel van
de Europese Dienst voor Extern Optreden (EDEO) over de ophoging van het financieringsplafond
van de Europese Vredesfaciliteit (EPF) en de positie van het kabinet hieromtrent.
Via deze brief reageer ik op dit verzoek, mede namens de Minister van Defensie. Het
voorstel van EDEO is vanwege de rubricering vertrouwelijk bijgevoegd en is voor Kamerleden
ook in te zien via het Delegates Portal van de EU.1
De EPF wordt gebruikt voor het financieren van de gemeenschappelijke kosten van militaire
EU missies en operaties, en voor steunmaatregelen (lethale en non-lethale capaciteitsopbouw
in derde landen). Het financiële plafond van de EPF is EUR 5.692 miljoen (2021–2027).
Van dit bedrag is reeds EUR 4.882 miljoen gecommitteerd, waaronder EUR 3,1 miljard
steun aan de Oekraïense strijdkrachten. Dit betekent dat er nog EUR 810 miljoen (14%)
te besteden is tot en met 2027. Dit bedrag is onvoldoende om in overeenstemming met
de Europese ambities de Oekraïense strijdkrachten via de EPF te blijven steunen alsook
in andere regio’s van de wereld actief te blijven op het gebied van veiligheid en
defensie.
Op verzoek van EU lidstaten, waaronder Nederland, heeft de EDEO opties gepresenteerd
voor ophoging van het financieringsplafond. Het voorstel wordt besproken tijdens de
Raad Buitenlandse Zaken op 12 december, en de EDEO zet in op een politiek besluit
tijdens de Europese Raad van 15–16 december. De eerste optie is een eenmalige ophoging
van EUR 5,5 miljard. De tweede optie is een initiële ophoging van EUR 2 miljard en
een finale ophoging later.2 Voor beide opties, welke hieronder verder worden toegelicht, geldt dat de Nederlandse
bijdrage ca. 5,9% bedraagt en wordt uitgespreid over de aankomende jaren tot en met
2027.
In de vertrouwelijke bijlage staat meer informatie over de EUR 4.882 miljoen die reeds
aan steunmaatregelen en missies en operaties is gecommitteerd. Na de ophoging van
het financieringsplafond zal het kabinet de jaarlijkse EPF terug- en vooruitblik naar
uw Kamer sturen met daarin meer informatie over de inzet van de EPF.
Optie 1: Eenmalige ophoging van EUR 5,5 mld.
Ten grondslag aan deze optie ligt een inschatting van de EDEO van het bedrag dat nodig
is om Oekraïne te blijven steunen, en om tot en met 2027 op het huidige niveau door
te gaan met missies en operaties en steunmaatregelen in de rest van de wereld. In
de berekening van de EDEO wordt EUR 3 mld. voorzien voor additionele steun aan Oekraïne
en EUR 2,5 mld. voor steunmaatregelen en missies en operaties elders. In de bijlage
treft u meer gedetailleerdere informatie over de opbouw van dit bedrag. De EDEO benadrukt
dat het om ruwe schattingen gaat, gebaseerd op de jaren 2021 en 2022. De voordelen
van deze optie zijn onder andere dat het voor een langere periode financiële voorspelbaarheid
biedt voor militaire steun aan Oekraïne en andere voor de EU belangrijke regio’s in
de wereld en dat maar één keer de procedure hoeft te worden doorlopen voor ophoging
van het financieringsplafond. Daarnaast wordt op deze manier een krachtig politiek
signaal gegeven over de inzet en ambities van de EU.
Optie 2: Initiële ophoging van EUR 2 mld. en latere finale ophoging
De tweede optie is om het financieringsplafond gradueel op te hogen. Volgens de EDEO
kan een initiële ophoging van EUR 2 mld. voorkomen dat de steun aan Oekraïne nu abrupt
wordt onderbroken. Wel is een ophoging van EUR 2 mld. onvoldoende om ook in de rest
van de wereld op het huidige niveau actief te blijven. Additionele middelen zijn dus
vereist voor EU-missies -en operaties en steunmaatregelen tot en met 2027. De EDEO
geeft aan dat een nieuw besluit over een nog nader te bepalen aanvullende ophoging
van het EPF financieringsplafond nodig zal zijn in de loop van 2023 of begin 2024.
Deze tweede optie maakt het enerzijds mogelijk om Oekraïne op de korte termijn te
kunnen blijven steunen. Anderzijds biedt het de tijd en ruimte om aankomend jaar op
basis van actuele prognoses te bepalen hoeveel financiële ruimte er tot 2027 nodig
zal zijn.
Inzet kabinet
Het kabinet beraadt zich momenteel over de twee opties en is voornemens hier binnenkort
over te besluiten, in samenhang met de bredere steun van Nederland voor Oekraïne en
de ambities voor de rol van de EU in de wereld. Het Europese krachtenveld is nog in
ontwikkeling en zal mede bepalend zijn voor de vorm en het moment van het besluit.
Een deel van de lidstaten neigt naar een eenmalige substantiële ophoging waarmee de
EPF naar verwachting tot en met 2027 vooruit kan, terwijl andere lidstaten bij voorkeur
gefaseerd ophogen. Naar verwachting zal een groot deel van de lidstaten pas bij de
ER 15–16 december een definitieve voorkeur uitspreken.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
W.B. Hoekstra
Indieners
-
Indiener
W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken