Lijst van vragen : Lijst van vragen over de Najaarsnota 2022 (Kamerstuk 36250-1)
2022D51950 LIJST VAN VRAGEN
De vaste commissie voor Financiën heeft over een brief van de Minister van Financiën
– Najaarsnota 2022 de navolgende vragen ter beantwoording aan de Minister voorgelegd.
De voorzitter van de commissie,
Tielen
Adjunct-griffier van de commissie,
Lips
Nr
Vraag
1
Kan het kabinet een overzicht geven van de totale gerealiseerde en geplande uitgaven
aan energiesteun vanaf Prinsjesdag 2021, uitgesplitst naar begrotingswet en naar specifiek
doel en maatregel?
2
Kan een totaaloverzicht worden gegeven van de maatregelen en bedragen die nog dekking
behoeven in 2023?
3
In tabel 2.1.1. (pagina 6) staat dat 888 miljoen euro van de onderuitputting kasschuiven
zijn, net als in tabel 2.1.3 (pagina 11). Hoe komt dit overeen met de 918 miljoen
euro die wordt genoemd als kasschuif naar 2023 op pagina 8?
4
Kan het kabinet een historisch overzicht geven van wanneer de rentelasten binnen het
uitgavenkader vielen en wanneer erbuiten?
5
Welke structurele hervormingen komen volgens het kabinet onder druk te staan door
de oplopende inflatie, een hoger rentetarief en aanhoudende schaarste van arbeid en
ruwe materialen?
6
Welke gevolgen heeft het nieuwe beeld van de economie, de oploop van de rente en overheidsfinanciën
voor de nog in te stellen fondsen, gegeven dat deze mede onderbouwd zijn aan de hand
van lage financieringskosten?
7
Ziet het kabinet mogelijkheden om bij beleidskeuzes over energiemaatregelen, en de
dekking daarvoor, de dilemma’s te expliciteren die samenhangen met afruilen in dimensies
van brede welvaart (zoals koopkracht versus klimaat en intergenerationele effecten,
en optimale marktwerking versus meer strategische autonomie)?
8
Waarom is er niet voor gekozen om de extra prijsbijstelling over 2022 te gebruiken
voor de steunmaatregelen aan zwembaden en amateursportverenigingen?
9
Kan het kabinet per departement aangeven welke maatschappelijke organisaties in aanmerking
komen voor de specifieke regelingen gedekt vanuit de extra prijsbijstelling over 2022?
10
Wat zijn de laatste inzichten in de ontwikkeling van het saldo in 2023, 2024 en 2025?
11
Op welke manier wordt in het kader van de sterk gestegen energierekeningen gerichte
steun verleend of voorbereid aan maatschappelijke voorzieningen, verenigingen en religieuze
instellingen?
12
Hoe kan het dat er tegelijkertijd sprake is van 88 miljoen euro meevaller op de EU-afdrachten
door de traditionele eigen middelen (TEM), terwijl er ook een tegenvaller is op de
TEM van 135 miljoen euro?
13
Is er al een budgettaire raming te geven van de inframarginale heffing?
14
Wat zijn de risico’s van het expansieve begrotingsbeleid van het kabinet en op welke
wijze wil het kabinet deze risico’s zo veel mogelijk beperken?
15
Kan het kabinet een overzicht geven van de tien grootste mee- en tegenvallers, inclusief
de bijbehorende bedragen?
16
Komt het oprichten van de investeringsfondsen, bijvoorbeeld het Klimaatfonds, meer
onder druk te staan vanwege de hogere rentestand dan er eerst vanuit werd gegaan,
waardoor het tijdelijk veel geld lenen duurder wordt? Is het kabinet van plan verder
te korten op de investeringsfondsen?
17
Welke onderdelen van het kabinetsbeleid zorgen voor een hogere inflatie? Op welke
wijze levert het kabinet een bijdrage om de inflatie te beteugelen?
18
Met hoeveel stijgt de boodschappenrekening in 2022 en 2023?
19
Met hoeveel zijn de huizenprijzen in 2022 gestegen en wat is de verwachting voor 2023?
20
Met hoeveel stijgt de inflatie in 2022 en 2023?
21
Kan het kabinet een update geven van de mediane koopkrachtgroei in 2022 en 2023 en
tevens een uitsplitsing geven van de koopkrachtgroei van modale inkomens, twee keer
modaal en gepensioneerden?
22
Kan het kabinet per maatregel in het kader van energiesteun in 2023 aangeven of de
maatregel tussentijds stopgezet kan worden en wanneer? Kan dit zowel ten aanzien van
de maatregelen aan de uitgaven- als ten aanzien van de maatregelen aan de lastenkant?
Kan het kabinet, indien dit kan, aangeven wat het per maatregel budgettair zou opleveren?
23
Kan het kabinet een geactualiseerde lijst maken van besparingsopties in de ouderenzorg
en de langdurige zorg?
24
Hoeveel levert het op wanneer de tweede schijf van de vennootschapsbelasting (vpb)
wordt verhoogd naar 36 procent?
25
Hoeveel levert het op wanneer de tweede schijf van de vpb wordt verhoogd naar 37,07
procent (IB tarief in 2022)?
26
Hoeveel levert het op wanneer de tweede schijf van de vpb wordt verhoogd naar 36,93
procent (IB tarief in 2023)?
27
Hoeveel levert het werkenden maximaal per jaar op wanneer de eerste schijf inkomstenbelasting
wordt verlaagd naar 36 procent?
28
Hoeveel levert het op wanneer – naast het verhogen van de tweede schijf van de vpb
naar 36 procent – een extra tariefschijf in de vpb wordt toegevoegd die winsten van
750.000 euro of meer belast met 50 procent? Wat levert het op als dit 60 procent is?
Wat levert dit op als dit 70 procent is? Wat levert dit op als dit 80 procent is?
Wat levert dit op als dit 90 procent is?
29
Hoeveel levert het op wanneer – naast het verhogen van de tweede schijf van de vpb
naar 36 procent – een extra tariefschijf in de vpb wordt toegevoegd die winsten van
1 miljoen euro of meer belast met 50 procent? Wat levert dit op indien dit 60 procent,
70 procent, 80 procent en 90 procent is?
30
Hoeveel levert het op wanneer – met het huidige en toekomstig vpb-tarief van 25,8
procent- een extra tariefschijf in de vpb wordt toegevoegd die winsten van 750.000
euro of meer belast met 50 procent? Wat levert dit op indien dit 60 procent, 70 procent,
80 procent en 90 procent is?
31
Hoeveel levert het op wanneer met het huidige en toekomstig vpb-tarief van 25,8 procent
– een extra tariefschijf in de vpb wordt toegevoegd die winsten van 1 miljoen euro
of meer belast met 50 procent? Wat levert dit op indien dit 60 procent, 70 procent,
80 procent en 90 procent is?
32
Kan het kabinet een overzicht geven op basis van cijfers van het Centraal Bureau voor
de Statistiek (CBS) van de winsten van niet-financiële bedrijven sinds 1980, uitgesplist
per jaar? Kan het kabinet dit ook doen per sector?
33
Kan het kabinet een overzicht geven van de winstcijfers van 2021 van de Nederlandse
beursgenoteerde bedrijven? Kan het kabinet dit zowel ten aanzien van de bruto als
de nettowinsten verstrekken?
34
Kan het kabinet een overzicht geven van de winstcijfers van het eerste halfjaar van
2022 van de Nederlandse beursgenoteerde bedrijven, zowel ten aanzien van de bruto
als de nettowinsten?
35
Hoeveel levert het op om een vermogensbelasting van één procent te introduceren in
box 3 voor vermogens hoger dan 1 miljoen? Hoeveel levert het op als dit twee procent
is, vijf procent, tien procent, 20 procent en 50%?
36
Hoeveel levert het op om een vermogensbelasting van 20 procent te introduceren in
box 3 voor vermogens hoger dan 1 miljard? Hoeveel levert dit op als dit 30 procent
is, 40 procent, 50 procent, 60 procent, 70 procent, 80 procent en 90 procent?
37
Hoeveel miljonairs zijn er in Nederland?
38
Hoeveel miljardairs zijn er in Nederland?
39
Kan het kabinet een overzicht geven van hoe de vermogensongelijkheid sinds 2000 heeft
ontwikkeld en daarbij niet verwijzen naar de IBO Vermogensdeling?
40
Welke bedrijven hebben er geen winstbelasting betaald in Nederland die wel een vestiging
hebben in Nederland?
41
Hoeveel belastinggeld heeft de Staat misgelopen door het niet betalen van winstbelasting
door bepaalde bedrijven?
42
Kan het kabinet de raming van de rentelasten over 2022 afzetten ten opzichte van de
realisatie?
43
Kan het kabinet een overzicht geven welke budgetten van de Aanvullende Post over heel
2022 worden doorgeschoven naar 2023?
44
Welke mogelijkheden zijn er om rekeningrijden te versnellen?
45
Kan met het aanpassen van de energiebelasting een zelfde effect worden bereikt als
door het ophogen van de CO2-heffing?
46
Welke opties zijn er om rekeningrijden te versnellen zonder dat de inwerkingtredingsdatum
naar achteren gaat?
47
Welke opties zijn er om een vleesbelasting te introduceren? Hoeveel CO2-besparing heeft elke optie? Welke optie is uitvoerbaar?
48
Hoeveel CO2-besparing levert een uitvoerbare plasticbelasting op?
49
Komt de additionele prijsbijstelling voor het Gemeentefonds bovenop de «bevroren»
accressen? Wordt deze prijsbijstelling structureel doorgetrokken?
50
Hoeveel levert het afschaffen van de hypotheekrenteaftrek op?
51
Wordt in de meicirculaire deze reeks apart weergegeven? Zo nee, hoe wordt dit dan
inzichtelijk gemaakt?
52
Klopt het dat bij het Gemeentefonds elk van de accrestranches voor de loon- en prijsontwikkelingen
voor de jaren 22, 23, 24 en 25 vanaf het jaar 2026 gaan schommelen en wel neerwaarts?
En dat dit in 2027 daarbij ook voor de accrestranche loon- en prijsontwikkeling 2026
geldt? Geldt dit ook voor de additionele prijsbijstelling?
53
Wat zijn de voor- en nadelen van een vlakke CO2-heffing, marginale heffing en een bodemprijs? Kan het kabinet hierbij graag specifiek
de verschillen toelichten tussen marginaal in combinatie met vlakke heffing versus
bodemprijs en marginale heffing versus vlakke heffing verhogen. Kan het kabinet op
dit punt in algemene zin ingaan op financiële aspecten, CO2-reductie en eventueel uitvoerbaarheid (als daar verschillen in zitten)?
54
Klopt het dat de neerwaartse bijstelling komt door bijvoorbeeld de opschalingskorting
die in 2026 wordt geeffectueerd en door het terughalen van een deel van het cumulatief
volume-accres 2022–2025?
55
Wat zijn de COCO2-reductie, de financiële opbrengsten en het weglekeffect bij een vlakke heffing van
10 euro en 20 euro?
56
Kan het kabinet aangeven met welk bedrag deze vier accrestranches (en eventueel die
van de additionele prijsbijstelling) in 2026 dalen? Hoeveel bedraagt de daling van
de vijf accrestranches (en eventueel die van de additionele prijsbijstelling) voor
de loon- en prijsontwikkeling 2022–2026 in het jaar 2027?
57
Waar en wanneer is, gelet op het feit dat tijdens de «bevriezingsperiode» de accressen
nog «plat» worden doorgetrokken, zoals tot en met 2021 gebruikelijk was, besloten
tot wijziging van de systematiek voor de berekening van de accrestranches voor de
loon- en prijsbijstelling vanaf 2026?
58
Wat is het effect op CO2 reductie, de financiële opbrengsten en weglekeffect van een marginale heffing van
125 euro/ton CO2, 150 euro/ton CO2 en 175 euro/ton CO2?
59
In hoeverre zijn de middelen uit de additionele prijsbijstelling vrij besteedbaar?
Zijn er bestuurlijke afspraken gemaakt over (de wijze van) compensatie van gemeenten
aan getroffen instellingen en organisaties?
Is deze nieuwe berekeningswijze van bestuurlijk besproken met de Vereniging Nederlandse
Gemeenten (VNG)?
60
Wanneer krijgen gemeenten zekerheid over de definitieve compensatie voor de gemeentelijke
en particuliere opvang van Oekraïners?
61
Welke maatregelen in het kader van belastingontwijking zijn nog mogelijk in het vennootschapsbelasting-domein
en hoeveel leveren deze op?
62
Kan het kabinet de onderbouwing delen van het bedrag voor de tussenvariant van het
prijsplafond (3,2 miljard euro) en de raming van het prijsplafond (9,8 miljard euro)?
63
Kan het kabinet aangegeven, gelet op het feit dat het plafond Rijksbegroting een overschrijding
laat zien van 1,3 miljard euro, of het kabinet verwacht dat deze overschrijding ook
bij Jaarverslag nog te zien zal zijn? Klopt het dat deze overschrijding in de realisatie
loopt?
64
Hoeveel bedragen de uitgaven aan ontwikkelingssamenwerking volgens de laatste stand
per jaar voor de aankomende kabinetsperiode in percentage van het bruto nationaal
inkomen (bni) en hoeveel bedraagt het verschil per jaar met de norm van 0,7% van het
bni in miljarden euro's?
65
Hoeveel bedragen de uitgaven aan defensie volgens de laatste stand per jaar voor de
aankomende kabinetsperiode (conform de definitie voor de NAVO-norm) in percentage
van het bruto binnenlands product (bbp) en hoeveel bedraagt het verschil met de NAVO-norm
per jaar in miljarden euro's?
66
Wat is de meest recente raming van de benodigde middelen om de klassengrootte in het
primair onderwijs naar 21, 23 of 25 leerlingen aan te passen?
67
Wat zouden de budgettaire effecten zijn als er een bestuurlijk akkoord gesloten zou
worden dat de totale salarissen in het onderwijs met één extra procentpunt verhoogd
zouden worden?
68
Wat zouden de budgettaire effecten zijn als er een bestuurlijk akkoord gesloten zou
worden dat de totale salarissen bij de politie met één extra procentpunt verhoogd
zouden worden?
69
Kan het kabinet een actualisatie geven van de leerlingenramingen voor 2023 en het
budgettaire effect van deze actuele raming?
70
Wordt er al nagedacht over een strategie van tijdelijke en doelgerichte maatregelen
na 2023, en zo ja, door welke departementen?
71
Zorgt het expansieve uitgavenbeleid voor structurele uitgaven, en zo ja, op welke
onderdelen?
72
Wat zijn de consequenties van de onderuitputting op klimaat, stikstof en defensie
voor investeringen in latere jaren?
73
Wat zouden in een crisissituatie als deze reële begrotingsankers kunnen zijn?
74
Wat kunnen de gevolgen vanuit Europa zijn voor het niet voldoen aan de Europese afspraken
om alleen tijdelijke en gerichte maatregelen te nemen?
75
Is het kabinet bezig met strategieën voor langetermijnproblemen, met name vergrijzing
en de invloed daarvan op arbeidsaanbod?
76
Kan het kabinet aangeven of de Najaarsnota in het vervolg (evenals de Voorjaarsnota)
een meerjarig aspect zal bevatten? Zo ja, wat zijn volgens het kabinet de gevolgen
daarvan voor een ordentelijk begrotingsproces, waarbij zoveel mogelijk de verschillende
begrotingsjaren apart worden behandeld?
77
Heeft het kabinet overwogen een meer realistische ontwerpbegroting in te dienen bij
de Europese Commissie (deadline 15 oktober), dan de «vertaalde versie van de Miljoennota»
waarvan al bij de Algemene Politieke Beschouwingen duidelijk was dat dit niet het
meest realistische beeld gaf? Zo ja, waarom is dat niet gebeurd? Zo nee, waarom niet?
78
Overweegt het kabinet, naar aanleiding van het oordeel van de Europese Commissie hierover,
de ontwerpbegroting 2023 aan te passen? Zo ja, op welke manier? Zo nee, waarom niet?
79
Kloppen volgens het kabinet de groeiramingen van de Europese Commissie, het IMF en
de OESO van 0,6 procent tot 0,8 procent voor 2023, of die van het CPB?
80
Hoe beoordeelt het kabinet de inflatiecijfers van de Europese Commissie, het IMF en
OESO ten opzichte van die van het CPB?
81
Hoe kan het kabinet bijdragen aan het beteugelen van de inflatie?
82
Welke structurele hervormingen komen volgens het kabinet onder druk te staan door
de oplopende inflatie, een hoger rentetarief en aanhoudende schaarste van arbeid en
ruwe materialen?
83
Welke gevolgen heeft het nieuwe beeld van de economie, de oploop van de rente en overheidsfinanciën
voor de nog in te stellen fondsen, gegeven dat deze mede onderbouwd zijn aan de hand
van lage financieringskosten (staatsleningen tegen een rente van om en nabij 0 procent)?
84
Hoe is het kabinet van plan de Kamer periodiek en tijdig te informeren over het integrale
beeld van de impact van hoge energiekosten op de Rijksbegroting, gegeven de complexe
doorwerking hiervan en de grote risico’s, in het bijzonder als deze verder lijken
toe te nemen?
85
Ziet het kabinet mogelijkheden om bij beleidskeuzes over energiemaatregelen en de
dekking daarvoor, de dilemma’s te expliciteren die samenhangen met afruilen in dimensies
van brede welvaart (zoals koopkracht versus klimaat, intergenerationele effecten en
optimale marktwerking versus meer strategische autonomie)?
86
Kan het kabinet per departement aangeven welke (maatschappelijke) organisaties mogelijk
in aanmerking komen voor de specifieke regelingen gedekt vanuit de extra prijsbijstelling
over 2022?
87
Kan het kabinet aangeven met welke onderuitputting de in=uit-taakstelling voor 2022
en de aanvullende taakstelling tot nog toe is ingevuld?
88
Kan het kabinet een inschatting geven van de totale grootte van de eindejaarsmarge
die het kabinet bij de Voorjaarsnota zal toekennen?
89
Kan het kabinet een historisch overzicht geven van welke kabinetten sinds 1990 de
rentelasten onder het uitgavenplafond hebben geplaatst?
90
Welke van de volgende landen: Duitsland, het Verenigd Koninkrijk, België, Denemarken,
Zweden, Finland en Oostenrijk, werken met een uitgavenplafond en welke van deze landen
heeft de rentelasten onder het uitgavenplafond geplaatst?
91
Wat zegt de economische literatuur over de voor- en nadelen van het plaatsen van rente-uitgaven
onder het uitgavenplafond?
92
Klopt het dat het incidentele dekkingsgat voor aankomend jaar afhankelijk is van de
energieprijzen? Wat zijn daarbij de laatste scenario-berekeningen? Van welk incidenteel
dekkingsgat wil het kabinet uitgaan en waarom?
93
Klopt het volgens het kabinet dat de vraag over rentelasten en budgettair verkrappen
of verruimen over conjunctuurcyclus gaat en investeringen, zoals in onderwijs en klimaat
over structuur? Wat is daarvan de beleidsmatige consequentie?
94
Wat is de budgettaire opbrengst van het vervroegd opheffen van de accijnsverlaging
per 1 juli 2023?
95
Kan worden toegelicht hoe het kabinet komt tot de stijgende rentelasten van 5,8 tot
9,2 miljard euro? Met welk lange rentetarief wordt gerekend? Wat is de huidige rentestand?
96
Waarop is de raming van de stijgende rentelasten met 5,8 miljard tot 9,2 miljard euro
structureel gebaseerd en op welke termijn doet deze tegenvaller zich voor?
97
Is bij de geraamde rentelastenstijging uitgegaan van een nominale of een reële stijging
van deze lasten?
98
Van welke staatsdeelnemingen vallen de geraamde dividenden hoger uit?
99
Hoe verhoudt de meevaller op de rente-uitgaven zich met de tegenvaller van 158 miljoen
euro die gemeld wordt in de begrotingsstaat van de Nationale Schuld (IXA)?
100
Waarom wordt maar 160 miljoen euro van de tegenvaller in de asielopvang gedekt door
het officiële ontwikkelingshulp (ODA)-budget en niet het volledige bedrag?
101
Wat zijn de verwachtingen omtrent het uit te keren dividend door staatsdeelnemingen
voor 2023? Kan het kabinet de volgende scenario’s uitwerken:
1) Dividenduitkering bij lagere gasprijzen (–10 procent en –20 procent);
2) Dividenduitkering bij huidige gasprijzen; en
3) Dividenduitkeringen bij hogere gasprijzen (+10 procent en +20 procent)?
102
Kan tabel 2.1.2 worden uitgebreid met daarin de informatie over welk bedrag via de
eindejaarsmarge naar 2023 gaat en welk bedrag niet?
103
Welk deel van de onderuitputting gaat naar de algemene middelen?
104
Waaruit bestaat de meevaller op het gebied van «intra- en extramurele sanctie-uitvoering»
bij het Ministerie van Justitie en Veiligheid?
105
Waaruit bestaat de meevaller op «ondermijning» bij het Ministerie van Justitie en
Veiligheid?
106
Kan het kabinet in tabelvorm een uitsplitsing geven van de onderuitputting bij departement
van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Defensie, Economische Zaken en Klimaat
en op de Aanvullende Post? Kan het kabinet daarbij aangeven in hoeverre deze onderuitputting
zich ook in 2023 zal voordoen en een inschatting geven van de omvang?
107
Waaruit bestaat de meevaller vanuit niet-belastingontvangsten bij het Ministerie van
Financiën?
108
Welk deel van de onderuitputting bij Defensie doet zich voor in het defensiematerieelbegrotingsfonds
(DMF) en wordt doorgeschoven naar latere jaren?
109
Kan het kabinet toelichten waarom er sprake is van twee verschillende bedragen voor
de voorziene kasschuiven; 918 miljoen euro (pagina 8) en 888 miljoen euro (tabel 2.1.3).
110
Worden er buiten de in de Najaarsnota vermelde kasschuiven (tabel 2.1.3) middelen
doorgeschoven naar 2023?
111
Op welke wijze worden de vermelde kasschuiven (tabel 2.1.3) in 2023 ingepast binnen
het uitgavenplafond?
112
Kan het kabinet toelichten hoe de bedragen rondom de inzet van onderuitputting optellen?
Klopt het dat van de 2,7 miljard euro onderuitputting, 2,1 miljard euro is gebruikt
als taakstellende onderuitputting en 186 miljoen euro is gebruikt als in=uit-taakstelling?
Wat gebeurt er met de rest van de onderuitputting?
113
Wat is, gelet op het feit dat de relevante uitgaven voor 2022 niet volledig zijn geïndexeerd
en dit structureel doorwerkt op de begroting, het effect hiervan op de inflatoire
druk van de overheidsbestedingen? Immers, hogere overheidsbestedingen leiden tot een
hogere effectieve vraag waardoor de opwaartse druk op het algemeen prijspeil toeneemt.
114
Ligt het niet of deels uitkeren van de indexatie boven de CEP (Centraal Economisch
Plan)-inflatie van 5,2 procent als optie op tafel bij de Voorjaarsbesluitvorming?
115
Waarom is de extra prijsbijstelling indicatief en niet taakstellend opgenomen?
116
Wanneer kunnen departementen en gemeenten verplichtingen aangaan op basis van de aangekondigde
extra prijsbijstelling en klopt het dat de Kamer zich hier pas bij het debat over
de Voorjaarsnota 2023 formeel over kan uitspreken?
117
Kan het kabinet toelichten wat de Tegemoetkoming Energiekosten energie-intensief mkb
(TEK) inhoudt, welke bedrijven precies onder «energie-intensief mkb» vallen, wat de
voorwaarden zijn om aanspraak te kunnen maken op een tegemoetkoming en van wanneer
tot wanneer deze regeling loopt? Welk deel van de (semi) collectieve sector kan hier
tevens aanspraak op maken? Hoeveel bedraagt de drempelprijs waarboven energie-intensieve
mkb’ers een tegemoetkoming kunnen ontvangen?
118
Kan het kabinet per departement aangeven welke maatschappelijke organisaties in aanmerking
kunnen komen voor de specifieke regelingen die gedekt zijn vanuit de extra prijsbijstelling
over 2022?
119
Waarom is de extra prijsbijstelling van 1,6 miljard euro structureel niet opgenomen
in het overzicht van de dekkingsopgave?
120
Hoeveel is de geschatte resterende dekkingsopgave na inzet van de dekkingsbronnen,
rekenend met de gasprijzen van vandaag?
121
Aan welke dekkingsbronnen zit het kabinet zoal te denken als het gaat om het bedrag
van 7,5 miljard euro?
122
Hoe hoog zijn de stijgende rente-uitgaven die in het voorjaar gedekt zullen worden
en aan welke dekkingsbronnen zit het kabinet zoal te denken?
123
Welke energiemaatregelen uit tabel 2.3.1 hebben nog geen dekking? Kan het kabinet
dit per onderdeel uitsplitsen, inclusief bijbehorende bedragen?
124
Kan het kabinet per jaar een compleet overzicht geven van alle ongedekte maatregelen
die nog openstaan (energiemaatregelen, rente-uitgaven, corona-gerelateerde uitgaven,
etc.)? Kan het kabinet dit per onderdeel uitsplitsen, inclusief bijbehorende bedragen?
125
Waarom is specifiek gekozen voor een rente van 2,6 procent en 4 procent?
126
Welke maatregelen neemt het kabinet om de gevolgen van een rentestijging voor de rentelasten
te verzachten?
127
Wat zijn de indirecte uitgaven van Nederland aan Oekraïne via internationale organisaties?
Kan het kabinet dit per onderdeel uitsplitsen?
128
Wanneer zal de definitieve nacalculatie van de bijdrage aan gemeenten voor gemeentelijke
en particuliere opvang plaatsvinden?
129
Hoeveel zal Nederland jaarlijks aan het Defensiefonds Verenigd Koninkrijk bijdragen?
Kan het kabinet dit per jaar aangeven?
130
Hoe is het mogelijk dat er eerst geschat werd dat het prijsplafond 20 miljard euro
zou kosten en dat de schatting nu 11,2 miljard euro bedraagt? Kan het kabinet toelichten
waarop de berekening van 20 miljard euro was gebaseerd was? Kan het kabinet hetzelfde
doen voor het bedrag van 11,2 miljard euro?
131
Waar is het bedrag van 3,15 miljard euro voor de tussenvariant prijsplafond op gebaseerd
en hoe is dit berekend?
132
Waar is het bedrag van 1,45 miljard euro voor het voorschot tijdelijk prijsplafond
op gebaseerd en hoe is dit berekend?
133
Hoeveel gaan huishoudens er gemiddeld op vooruit met het prijsplafond in vergelijking
met de verlaging van de energiebelasting met 5,4 miljard euro? Kan het kabinet dit
graag uitdrukken in euro’s?
134
Welke sectoren moeten tevens een solidariteitsbijdrage leveren, anders dan de gassector?
Kan het kabinet het bedrag van de solidariteitsbijdrage uitsplitsen in verschillende
sectoren?
135
Kan het kabinet de onderschrijding van 4,469 miljard euro nader uitsplitsen?
136
Kan het kabinet het bedrag van 669 miljoen euro voor het Norg Akkoord nader uitsplitsen?
Klopt het dat de 669 miljoen euro een netto betaling is op het Norg Akkoord en dat
er geen andere inkomsten tegenover staan?
137
Hoe komt het dat er een tegenvaller is van 669 miljoen euro voor het Norg Akkoord,
terwijl de gasprijzen dalen?
138
De raming van de totale belasting- en premieontvangsten voor 2022 is bijgesteld. Deze
bijstelling bestaat onder andere uit een negatief endogeen effect van 3,3 miljard
euro. Kan het kabinet dit nader toelichten?
139
Waarom rekent het kabinet de opbrengst op EMU-basis toe aan 2022, ook al komen de
daadwerkelijke kasontvangsten pas in 2024 binnen?
140
Kan het kabinet, gelet op het feit dat er wordt gesteld dat de groei van de btw-opbrengsten
lager is dan verwacht, de tegenvaller aangaande de omzetbelasting nader toelichten?
Kan het kabinet, gelet op het feit dat de tegenvaller betreffende de loon- en inkomensheffing
niet wordt toegelicht in de Najaarsnota, een nadere toelichting alsnog verschaffen?
141
Kan het kabinet een overzicht geven met daarin eveneens opgenomen de extra prijsbijstelling
van 1,6 miljard euro structureel?
142
Valt, gelet op het feit dat bedrijven waarvan 7 procent van de omzet bestaat uit energiekosten
in aanmerking kunnen komen voor compensatie uit de TEK, de horeca die tijdens de coronacrisis
al harde klappen heeft gekregen, hieronder? Bij hoeveel procent van de horecabedrijven
wordt deze drempel van 7 procent gehaald?
143
Kan het kabinet bij tabel 3.3. aangeven wat de redenen zijn waarom het hier om niet-EMU
relevante uitgaven gaat en wat argumenten zijn om een uitgave wel of niet EMU-relevant
te laten zijn?
144
Kan het kabinet toelichten hoe de 359 miljoen euro onderuitputting op de Aanvullende
Post in tabel 2.1.2. zich verhoudt tot de onderuitputting coalitieakkoordmiddelen
op de Aanvullende Post in tabel 6.1?
145
Kan het kabinet toelichten of en hoe de resterende bedragen op de Aanvullende Post
in Tabel 6.2 (onder EZK «Klimaat- en transitiefonds» en onder LNV «Transitiefonds»)
zich verhouden tot de geplande middelen in het klimaatfonds (35 miljard euro) en het
stikstoffonds (25 miljard euro) respectievelijk?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.Z.C.M. Tielen, voorzitter van de vaste commissie voor Financiën -
Mede ondertekenaar
W.A. Lips, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.