Memorie van toelichting : Memorie van toelichting
Tweede Kamer der Staten-Generaal
InhoudsopgaveA. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL B. BEGROTINGSTOELICHTING1 Leeswijzer2 Beleid2.1 Overzicht belangrijkste uitgaven- en ontvangstenmutaties IXB2.2 Overzicht belangrijkste uitgaven- en ontvangstenmutaties IXA2.3 Overzicht Coronamaatregelen3 Beleidsartikelen Ministerie van Financiën (IXB)3.1 Artikel 1 Belastingen3.2 Artikel 2 Financiële markten3.3 Artikel 3 Financieringsactiviteiten publiek-private sector 3.4 Artikel 4 Internationale financiële betrekkingen3.5 Artikel 5 Exportkredietverzekeringen, -garanties en investeringsverzekeringen3.6 Artikel 6 Btw-compensatiefonds3.7 Artikel 9 Douane3.8 Artikel 13 Toeslagen4 Beleidsartikelen Nationale Schuld (IXA)4.1 Artikel 11 Financiering staatsschuld4.2 Artikel 12 Kasbeheer5 Niet-beleidsartikelen5.1 Artikel 8 Apparaat Kerndepartement5.2 Artikel 10 Nog onverdeeld
36 250 IX Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Financiën (IXB) en de begrotingsstaat van Nationale Schuld (IXA) voor het jaar 2022 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota)
Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING
Vergaderjaar 2022‒2023
A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL
Wetsartikelen 1 en 2
De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2022 wijzigingen aan te brengen in:
1. de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Financiën (IXB);
2. de begrotingsstaat inzake de Nationale Schuld (IXA).
De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).
De Minister van Financiën,S.A.M.Kaag
B. BEGROTINGSTOELICHTING
1 Leeswijzer
De voorliggende suppletoire begroting bevat de voorgestelde wijzigingen ten opzichte van de eerste suppletoire begroting 2022 inclusief incidentele suppletoire begrotingen (ISB's) van het ministerie van Financiën (IXB) en Nationale Schuld (IXA).
In hoofdstuk 2 zijn de overzichten opgenomen met de belangrijkste mutaties: in paragraaf 2.1 voor artikel 1 t/m 13 van IXB en in paragraaf 2.2 voor artikel 11 en 12 van IXA.
Hoofdstuk 3 en hoofdstuk 4 bevatten per beleidsartikel een budgettaire tabel. Conform de Rijksbegrotingsvoorschriften (RBV) worden per artikel de mutaties die groter of gelijk zijn aan de ondergrenzen in de onderstaande staffel (tabel 1) toegelicht. Dit betreft zowel mutaties die reeds in de Ontwerpbegroting 2023 zijn gemeld als overige mutaties uit de tweede suppletoire begroting. Vanwege de staffel kan de som van de toegelichte mutaties afwijken van de totale mutatie op het artikel.
Tabel 1 Ondergrenzen conform RBV
Omvang begrotingsartikel (stand ontwerpbegroting) in € miljoen
Beleidsmatige mutaties (ondergrens in € miljoen)
Technische mutaties (ondergrens in € miljoen)
< 50
1
2
=> 50 en < 200
2
4
=> 200 en < 1000
5
10
=> 1000
10
20
Beleidsmatige mutaties zijn het gevolg van nieuw beleid. Technische mutaties zijn het gevolg van bestaand beleid (bijvoorbeeld overboekingen en ramingsbijstellingen).
De toelichting op de mutatie van de belastingontvangsten is in de Najaarsnota opgenomen.
2 Beleid
2.1 Overzicht belangrijkste uitgaven- en ontvangstenmutaties IXB
In onderstaande tabellen worden de belangrijkste suppletoire uitgaven- (tabel 2) en ontvangstenmutaties (tabel 3) weergegeven. Dit zijn de wijzigingen ten opzichte van de eerste suppletoire begroting 2022 inclusief incidentele suppletoire begrotingen (ISB's) van het ministerie van Financiën (IXB) en Nationale Schuld (IXA) en bevatten zowel de in de Ontwerpbegroting 2023 gemelde mutaties voor 2022 als nieuwe mutaties voor 2022.
Tabel 2 Belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties 2022 (Tweede suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
Artikelnummer
Uitgaven 2022
Vastgestelde begroting 2022
11.183.192
Stand 1e suppletoire begroting 2022
12.500.424
Belangrijkste suppletoire mutaties
1) Overheveling WAU middelen vanuit AP
1
17.000
2) Vertraging uitvoering MSNP
1
‒ 28.079
3) Apparaatsuitgaven Belastingdienst
1
‒ 16.200
4) Kapitaalinjectie Invest-NL
3
‒ 130.000
5) Kapitaalinjectie Invest International
3
‒ 37.000
6) Schade-uitkering EKV
5
33.000
7) Storting begrotingsreserve EKV
5
69.000
8) Bijstelling btw-compensatiefonds (BCF)
6
106.863
9) Nog onverdeeld
10
‒ 33.169
10) Apparaatsuitgaven Toeslagen
13
‒ 18.000
11) Bijdrage aan het generale beeld
div
‒ 76.000
12) Kasschuiven
div
378.848
13) Overige mutaties
‒ 29.082
Stand 2e suppletoire begroting 2022
12.737.605
Toelichting
1. Overheveling WAU middelen vanuit AP
In het coalitieakkoord Rutte IV zijn middelen gereserveerd op de Aanvullende Post (AP) voor dienstverlening, Werk aan Uitvoering (WAU) en ICT om de dienstverlening te verbeteren en te versterken. Deze middelen worden bij de tweede suppletoire begroting overgeheveld naar artikel 1 Belastingen ter financiering van IV-capaciteit.
2. Vertraging uitvoering MSNP
Gedupeerden zijn ten onrechte afgewezen voor de regeling Minnelijke Schuldsanering Natuurlijke Personen (MSNP), als gevolg van registratie in de Fraude Signalering Voorziening (FSV). Bij het compenseren van de gedupeerden dient een zorgvuldig proces gevolgd te worden.1 Daarnaast duurt het langer om de impact en het aantal gedupeerden te onderzoeken dan eerder gedacht, waardoor er in 2022 nog geen schadevergoedingen uitgekeerd worden. Hierdoor valt € 28 mln. in 2022 vrij.
3. Apparaatsuitgaven Belastingdienst
De uitgaven van de Belastingdienst vallen € 16,2 mln. lager uit als gevolg van een krappe arbeidsmarkt. Werkzaamheden worden opgevangen binnen de bestaande formatie van de Belastingdienst en er wordt minder ingehuurd op projecten. De hiermee samenhangende facilitaire uitgaven vallen daarom ook lager uit.
4. Kapitaalinjectie Invest-NL
In 2022 zal € 130 mln. minder kapitaal worden gestort voor Invest NL. Het totaal van de beoogde kapitaalinjectie wijzigt niet, alleen in de kasreeks vindt een verschuiving plaats naar latere jaren.
5. Kapitaalinjectie Invest International
In 2022 wordt € 37 mln. minder kapitaal gestort dan geraamd. Het totaal van de beoogde kapitaalinjectie wijzigt niet, alleen in de kasreeks vindt een verschuiving plaats naar latere jaren.
6. Schade-uitkering EKV
In 2022 valt het totaal aan schade-uitkeringen naar verwachting € 33 mln. hoger uit dan begroot. Dit heeft onder meer te maken met onverwachte schade uitkeringen op Sri Lanka, waar sprake is van een instabiele politieke situatie.
7. Storting begrotingsreserve EKV
De begrotingsreserve EKV wordt gevoed door ontvangen premies. Bij deze tweede suppletoire begroting wordt de raming van de begrotingsreserve met € 69 mln. verhoogd. Dit komt door de ontvangst van een relatief groot premiebedrag door een transactie op de Filipijnen.
8. Bijstelling btw-compensatiefonds (BCF)
Als gevolg van overhevelingen van budget van ministeries naar decentrale overheden wordt een bedrag in het gemeente of provinciefonds gestort. Het geraamde btw-deel van dit bedrag wordt in het BCF gestort. Gemeentes en provincies kunnen de betaalde btw daarna weer terugvragen bij het BCF (€ 106,9 mln.). Tegenover deze extra uitgaven staan gelijke ontvangsten.
9. Nog onverdeeld
Niet alle middelen op artikel 10 Nog onverdeeld zijn in 2022 benodigd. De op artikel 10 Nog onverdeeld restererende middelen van € 33 mln. vallen daarom vrij.
10. Apparaatsuitgaven Toeslagen
Door personeelsverloop en krapte op de arbeidsmarkt duurt het langer om vacatures te vervullen. Als gevolg hiervan komt er € 18 mln. bij aan onderuitputting op de apparaatsuitgaven.
11. Bijdrage aan het generale beeld
In de Ontwerpbegroting 2023 is reeds aangegeven dat de apparaats- en programmauitgaven lager uitvallen dan verwacht. Dit wordt onder andere veroorzaakt door personeelsverloop en krapte op de arbeidsmarkt, waardoor het langer duurt om vacatures te vervullen. Deze onderuitputting (€ 76 mln.) is ten goede gekomen aan het generale beeld. Aanvullend hierop treedt bij de Najaarsnota additioneel een onderuitputting op van per saldo € 148 mln., verdeeld over diverse artikelen van de Financiënbegroting (onder andere artikel 1 Belastingen, artikel 9 Douane, artikel 10 Nog onverdeeld en artikel 13 Toeslagen).
12. Kasschuiven
Er wordt een aantal kasschuiven doorgevoerd om middelen in het gewenste meerjarige ritme te plaatsen. Deze kasschuiven zijn reeds in de Ontwerpbegroting 2023 gemeld:
– Artikel 13 Toeslagen: Dit betreft ten eerste middelen voor Toeslagenherstel (artikel 13 Toeslagen), waarbij circa € 784 mln. vanuit 2022 naar latere jaren wordt geschoven. Dit komt voornamelijk omdat een aantal regelingen later starten dan aanvankelijk voorzien.
– Artikel 3 Financieringsactiviteiten publiek-private sector: Op artikel 3 Financieringsactiviteiten publiek-private sector worden middelen uit latere jaren naar voren gehaald (waaronder € 1,2 mld. naar 2022), in verband met de kapitaalbehoefte van TenneT.
– Overige kasschuiven: Voor de handhaving van de door het kabinet afgekondigde sanctiemaatregelen tegen Rusland en Belarus, als gevolg van de oorlog in Oekraïne, worden tot en met 2026 extra middelen (€ 49 mln. cumulatief) toegevoegd aan de Douane (artikel 9 Douane). Met een kasschuif worden deze additionele middelen in het juiste meerjarige ritme gezet. Tot slot worden nog kasschuiven verwerkt ten behoeve van de herstelactie ‘invorderingsrente’, WAU-middelen (beide artikel 1 Belastingen) en het project Digitale Snelweg Douane (DSD) (artikel 10 Nog onverdeeld).
Tabel 3 Belangrijkste suppletoire ontvangstenmutaties 2022 (Tweede suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
Artikelnummer
Ontvangsten 2022
Vastgestelde begroting 2022
187.834.085
Stand 1e suppletoire begroting 2022
183.317.992
Belangrijkste suppletoire mutaties
1) Belastingontvangsten
1
3.369.173
2) Kasschuif project invorderingsrente
1
40.000
3) Boetes en schikkingen
1
25.000
4) Dividenden staatsdeelnemingen
3
90.051
5) Aflossing lening KLM
3
277.083
6) Renteontvangsten lening KLM
3
‒ 25.681
7) Mutaties premies EKV
5
69.000
8) Bijstelling btw-compensatiefonds (BCF)
6
106.863
9) Overige mutaties
7.846
Stand 2e suppletoire begroting 2022
187.277.327
Toelichting
1. Belastingontvangsten
Zie voor een toelichting van deze mutatie de Najaarsnota 2022.
2. Kasschuif project invorderingsrente
Naar aanleiding van het onjuist toepassen van wetgeving rondom de invorderingsrente wordt de herstelactie «invorderingsrente» opgestart. Er zijn middelen gereserveerd in 2022 en 2023, omdat de invorderingsrente moet worden terugbetaald. Met deze kasschuif worden de middelen in het juiste ritme gezet.
3. Boetes en schikkingen
Op basis van de realisaties wordt er € 25 mln. meer ontvangsten door boetes en schikkingen verwacht dan eerder geraamd.
4. Dividenden staatsdeelnemingen
Op basis van de actuele inzichten en definitieve vaststellingen van de dividenden worden de dividendramingen van de staatsdeelnemingen voor het jaar 2022 naar boven bijgesteld (€ 90 mln.).
5. Aflossing lening KLM
KLM maakt gebruik van de mogelijkheid om vervroegd af te lossen en lost de uitstaande lening van € 277 mln. in 2022 af.
6. Renteontvangsten lening KLM
Omdat KLM alleen rente betaalt over het getrokken deel van de lening, wijzigen de renteontvangsten na de vervroegde aflossing van € 277 mln. Voor 2022 worden de renteontvangsten naar beneden bijgesteld, vanaf 2023 worden de renteontvangsten bijgesteld en op nul geraamd.
7. Mutaties premies EKV
De premies voor de EKV worden met € 69 mln. naar boven bijgesteld. Dit komt door de ontvangst van een relatief groot premiebedrag door een transactie op de Filipijnen.
8. Bijstelling btw-compensatiefonds (BCF)
Dit betreft de jaarlijkse bijstelling van de raming van het BCF. Zie hiervoor de toelichting bij tabel 2 belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties 2022.
2.2 Overzicht belangrijkste uitgaven- en ontvangstenmutaties IXA
In onderstaande tabellen worden de belangrijkste suppletoire uitgaven- (tabel 4) en ontvangstenmutaties (tabel 5) weergegeven.
Tabel 4 Belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties 2022 (Tweede suppletoire begroting) (bedragen x € 1000)
Artikelnummer
Uitgaven 2022
Vastgestelde begroting 2022
36.145.806
Stand 1e suppletoire begroting 2022
36.646.485
Belangrijkste suppletoire mutaties
1) Rente vaste schuld
11
158.000
2) Aflossing vaste schuld
11
89.401
3) Rentelasten kasbeheer
12
91.597
4) Verstrekte leningen
12
1.000.000
5) Overige mutaties
1.862
Stand 2e suppletoire begroting 2022
37.987.345
Toelichting
1. Rente vaste schuld
De rentelasten vallen in 2022 naar verwachting hoger uit dan eerder geraamd (€ 158,0 mln.). Bij de uitgifte van nieuwe schuld worden de rentetarieven vastgelegd tegen het dan geldende rentetarief. Aangezien de rentetarieven nu hoger zijn dan eerder geraamd, levert dit een tegenvaller op.
2. Aflossing vaste schuld
De aflossingen op de vaste schuld zijn naar verwachting hoger (€ 89,4 mln.) als gevolg van het vervroegd aflossen van obligaties in 2022. Vervroegd aflossen wordt gedaan uit hoofde van cashmanagement.
3. Rentelasten kasbeheer
De raming van de rentelasten is hoger dan geraamd als gevolg van de instroom van middelen op rekeningen-courant en de nieuwe rentestanden van het Centraal Planbureau (CPB).
4. Verstrekte leningen
Naar verwachting worden in 2022 meer leningen verstrekt aan de deelnemers van het schatkistbankieren dan eerder geraamd. De raming wordt daardoor met € 1,0 mld. naar boven bijgesteld.
Tabel 5 Belangrijkste suppletoire ontvangstenmutaties 2022 (Tweede suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
Artikelnummer
Ontvangsten 2022
Vastgestelde begroting 2022
62.666.360
Stand 1e suppletoire begroting 2022
78.745.218
Belangrijkste suppletoire mutaties
1) Rente vlottende schuld
11
‒ 137.000
2) Rente derivaten
11
‒ 57.000
3) Uitgifte vaste schuld
11
‒ 2.500.000
4) Mutatie vlottende schuld
11
‒ 13.196.000
5) Aflossingen op leningen
12
146.540
6) Mutatie in rekening courant en deposito
12
4.846.738
7) Overige mutaties
2.634
Stand 2e suppletoire begroting 2022
67.851.130
Toelichting
1. Rente vlottende schuld
De rentebaten op de vlottende schuld vallen naar verwachting € 137,0 mln. lager uit als gevolg van wijzigingen in de omvang van de kortlopende schuld en de hoogte van de korte rente.
2. Rente derivaten
Er worden € 57,0 mln. minder rentebaten op derivaten verwacht dan eerder geraamd als gevolg van gerealiseerde rentepercentages van derivaten en de nieuwe rentestanden van het CPB.
3. Uitgifte vaste schuld
De raming voor de uitgifte van vaste schuld is met € 2,5 mld. naar beneden bijgesteld als gevolg van het gewijzigde financieringsplan 2022. Het financieringsplan geeft een beschrijving van de geschatte omvang en de totstandkoming van de financieringsbehoefte van de Nederlandse Staat voor 2022 en een overzicht van de manier waarop het Agentschap van plan is deze in te vullen.
4. Mutatie vlottende schuld
De raming van de mutatie vlottende schuld daalt met € 13,2 mld. Dit is het gevolg van een lagere financieringsbehoefte doordat de raming van het kastekort voor het lopende begrotingsjaar sterk is afgenomen. Schommelingen in de financieringsbehoefte in een lopend begrotingsjaar worden zo veel mogelijk opgevangen op de geldmarkt.
5. Aflossingen op leningen
Op basis van de actuele inzichten wordt verwacht dat de aflossingen op de leningen € 146,5 mln. hoger uitvallen dan eerder geraamd. Dit zijn leningen die door agentschappen, rechtspersonen met een wettelijke taak (RWT's) en derden in het kader van
schatkistbankieren zijn afgesloten.
6. Mutatie in rekening courant en deposito
De wijziging in de geraamde mutatie van het saldo op de rekeningen- courant en deposito’s van de deelnemers van schatkistbankieren is het gevolg van het actualiseren van de geraamde uitgaven en inkomsten van RWT’s, sociale fondsen en decentrale overheden (€ 4,8 mld.). De mutaties in rekeningen-courant en deposito’s worden veroorzaakt door de uitgaven en ontvangsten van de deelnemers van het schatkistbankieren.
2.3 Overzicht Coronamaatregelen
In onderstaande tabel worden de coronagerelateerde uitgaven- en ontvangsten weergegeven per begrotingsartikel. Bijbehorende kamerstukken zijn opgenomen voor verdere toelichting. Ook is een uitgebreid overzicht terug te vinden op de pagina Overheidsfinanciën op www.Rijksfinanciën.nl.
Tabel 6 Coronamaatregelen op de begroting van het Ministerie van Financiën (bedragen x € 1 mln.)
Art.
Naam maatregel/regeling
Bedrag verplichtingen 2022
Bedrag uitgaven 2022
Bedrag ontvangsten 2022
Relevante Kamerstukken
1
Belasting- en invorderingsrente
‒ 16,0
‒ 16,0
‒ 217,0
Kamerstukken II 2020-2021, 35 420 nr. 348
1
Boetes en schikkingen
0,0
0,0
‒ 90,0
Kamerstukken II 2020-2021, 35 420 nr. 348
1
Kosten vervolging
0,0
0,0
‒ 85,0
Kamerstukken II 2020-2021, 35 420 nr. 348
3
Steunmaatregelen KLM
‒ 877,1
722,9
316,1
Kamerstukken II 2020-2021, 29 232, nr. 41
4
EIB pan-Europees Garantiefonds
0,0
96,4
0,0
Kamerstukken II 2019-2020, 35 492 nr. 1
4
SURE
112,9
0,0
0,0
Kamerstukken II 2019-2020, 35 466, nr. 1
4
NGEU
5.934,4
0,0
0,0
Kamerstukken II 2019-2020, 21 501-20, nr. 1575
5
Herverzekering leverancierskredieten
0,7
20,7
20,0
Kamerstukken II 2019-2020, 35 433, nr. 1
3 Beleidsartikelen Ministerie van Financiën (IXB)
3.1 Artikel 1 Belastingen
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 7 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 1 Belastingen (bedragen x € 1.000)
Omschrijving
Vastgestelde begroting (incl. ISB 1+2, NvW) (1)
Stand 1e suppletoire begroting (incl. ISB 3 t/m 5) (2)
Mutaties 2e suppletoire begroting (3)
Stand 2e suppletoire begroting (4)=(2+3)
Mutaties Miljoenennota
Overige mutaties 2esuppletoire begroting
Verplichtingen
3.288.160
3.297.931
112.679
‒ 101.075
3.309.535
Uitgaven (1) + (2)
3.098.706
3.102.777
16.195
‒ 46.075
3.072.897
Apparaatsuitgaven (1)
2.850.155
2.862.618
59.729
‒ 23.577
2.898.770
Personele uitgaven
2.392.398
2.447.500
78.779
‒ 8.310
2.517.969
Eigen personeel
2.010.149
2.010.491
67.940
19.458
2.097.889
Inhuur externen
374.109
429.449
10.598
‒ 27.768
412.279
Overig personeel
8.140
7.560
241
0
7.801
Materiële uitgaven
457.757
415.118
‒ 19.050
‒ 15.267
380.801
ICT
31.591
25.591
1.519
13.560
40.670
Bijdrage aan SSO's
322.432
296.823
‒ 7.338
‒ 42.777
246.708
Overig materieel
103.734
92.704
‒ 13.231
13.950
93.423
Programma-uitgaven (2)
248.551
240.159
‒ 43.534
‒ 22.498
174.127
Bekostiging
1.250
3.200
51
0
3.251
Vergoeding proceskosten
1.250
3.200
51
0
3.251
Garanties
250
161
10
0
171
Garantie procesrisico's
250
161
10
0
171
Bijdrage aan ZBO's/RWT's
12.089
14.476
495
0
14.971
Waarderingskamer
2.381
2.349
97
0
2.446
Kadaster
2.045
2.765
84
0
2.849
Kamer van Koophandel
430
321
18
0
339
Overige bijdrage ZBO's/RWT's
7.233
9.041
296
0
9.337
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
453
460
18
3.407
3.885
Internationale Douaneraad
178
178
7
0
185
Overige internationale organisaties
275
282
11
3.407
3.700
Opdrachten
374.126
354.560
9.285
‒ 17.205
346.640
ICT opdrachten
318.910
294.027
4.728
‒ 17.205
281.550
Overige opdrachten
55.216
60.533
4.557
0
65.090
Bijdrage aan agentschappen
77.667
79.679
‒ 14.824
0
64.855
Bijdrage Logius
75.257
78.379
‒ 14.923
‒ 2.000
61.456
Bijdrage overige agentschappen
2.410
1.300
99
2.000
3.399
(Schade)vergoeding
5.163
18.701
211
‒ 8.700
10.212
(Schade)vergoedingen
5.163
18.701
211
‒ 8.700
10.212
Rente
141.000
132.369
0
0
132.369
Belasting- en invorderingsrente
141.000
132.369
0
0
132.369
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken
‒ 363.447
‒ 363.447
‒ 38.780
0
‒ 402.227
Toerekening uitgaven aan Douane
‒ 171.745
‒ 171.745
‒ 22.800
0
‒ 194.545
Toerekening uitgaven aan Toeslagen
‒ 191.702
‒ 191.702
‒ 15.980
0
‒ 207.682
Ontvangsten (3) + (4)
182.309.112
177.279.914
8.029.799
‒ 4.600.526
180.709.187
Programma-ontvangsten (3)
182.216.879
177.164.171
8.046.699
‒ 4.600.526
180.610.344
waarvan: Belastingontvangsten
181.202.055
176.582.078
7.994.699
‒ 4.625.526
179.951.251
Bekostiging
135.644
7.000
0
0
7.000
Doorbelasten kosten vervolging
135.644
7.000
0
0
7.000
Rente
665.616
423.071
52.000
0
475.071
Belasting- en invorderingsrente
665.616
423.071
52.000
0
475.071
Boetes en schikkingen
213.564
152.022
0
25.000
177.022
Ontvangsten boetes en schikkingen
213.564
152.022
0
25.000
177.022
Apparaatsontvangsten (4)
92.233
115.743
‒ 16.900
0
98.843
Tabel 8 Uitsplitsing verplichtingen (bedragen x € 1.000)
Vastgestelde begroting (incl. ISB 1+2, NvW) (1)
Stand 1e suppletoire begroting (incl. ISB 3 t/m X) (2)
Mutaties 2e suppletoire begroting (3)
Stand 2e suppletoire begroting (4)=(2+3)
Mutaties Miljoenennota
Overige mutaties 2esuppletoire begroting
Verplichtingen
3.288.160
3.297.931
112.679
‒ 101.075
3.309.535
waarvan betalingsverplichtingen
3.287.755
3.297.615
112.669
‒ 101.075
3.309.209
waarvan garantieverplichtingen
405
316
10
0
326
Garantie procesrisico's
405
316
10
0
326
Toelichting
Verplichtingen
De verplichtingen vallen in 2022 naar verwachting per saldo € 11,6 mln. hoger uit ten opzichte van de eerste suppletoire begroting. De belangrijkste mutaties:
– Bij de controle van het jaarverslag 2021 heeft de Auditdienst Rijk (ADR) geconstateerd dat verplichtingen ter grootte van € 96,5 mln ten onrechte in het jaar 2021 zijn verantwoord. Deze verplichtingen komen daardoor ten laste van de ruimte in 2022 en de raming van de aan te gane verplichtingen in 2022 wordt daarvoor gecorrigeerd. De mutatie heeft geen effect op de kasraming.
– Het verplichtingenbudget wordt met € 100 mln. naar beneden bijgesteld, aangezien de verplichting voor de mobiliteitskaart al in 2021 is aangegaan en niet in 2022.
– Het verplichtingenbudget wordt met € 45 mln. opgehoogd ten behoeve van het afsluiten van inhuurcontracten, welke nodig zijn voor de opdrachten in 2023.
– Voor de overige € 30 mln. geldt dat de verplichtingen gelijk zijn aan de kasuitgaven. Zie hiervoor de toelichtingen bij de de uitgaven.
Uitgaven
Personele uitgaven
Per saldo stijgen de personele uitgaven naar verwachting met € 70,5 mln. De belangrijkste mutaties:
– Bij de Miljoenennota 2023 is loonbijstelling toegerekend in verband met een stijging in de cao-lonen en de sociale premies (€ 68,5 mln.).
– Lagere verwachte uitgaven van € 30 mln. aan inhuur als gevolg van een krappe arbeidsmarkt.
– Een toename in uitgaven aan eigen personeel van € 17,5 mln. om de bedrijfsvoering binnen de Belastingdienst te versterken, in het bijzonder voor kritische activiteiten zoals personeelsadvisering en werving.
– Voor de inhuur voor het programma Buitengewone Zaken Blauw is € 14 mln. beschikbaar gesteld. Dit programma informeert onder andere mensen over hun registratie in de Fraude Signalering Voorziening (FSV) en de gevolgen daarvan. Verder is er gestart met een analyse van mogelijke onterechte afwijzingen van verzoeken tot Minnelijke Schuldsanering Natuurlijke Personen (MSNP).
– Gedupeerden zijn ten onrechte afgewezen voor de regeling MSNP, als gevolg van registratie in de FSV. Bij het compenseren van de gedupeerden dient een zorgvuldig proces gevolgd te worden.2 Daarnaast duurt het langer om de impact en het aantal gedupeerden te onderzoeken dan eerder gedacht, waardoor er in 2022 nog geen schadevergoedingen uitgekeerd worden. Hierdoor valt het grootste gedeelte van het beschikbare budget in 2022 vrij, waarvan € 11 mln. aan geraamde personele uitgaven.
– Vanuit de middelen bestemd voor Werk aan Uitvoering uit het coalitieakkoord is € 10,1 mln. naar het personele budget van artikel 1 Belastingen overgeheveld om de dienstverlening te verbeteren en te versterken. Deze middelen worden ingezet ter financiering van IV-capaciteit.
Materiële uitgaven
De materiële uitgaven vallen naar verwachting € 34,3 mln. lager uit. Van het budget komt € 37 mln. niet tot besteding in 2022 aangezien de overheadkosten zoals huisvesting lager uitvallen. Daarnaast vinden er herschikkingen plaats tussen de verschillende onderdelen op artikel 1 Belastingen. Van het materieel budget wordt € 17,5 mln. overgeheveld naar het personeelsbudget (zie de toelichting onder 'Personele uitgaven') en er vindt een technische herschikking van € 13,5 mln. plaats van Opdrachten ICT naar ICT materieel.
Bijdrage aan agentschappen
De bijdrage aan agentschappen valt € 14,8 mln. lager uit. Dit heeft onder andere te maken met het vervallen van een geraamd voorschot van € 18 mln. aan Logius voor de diensten die zij leveren in 2023. In 2023 wordt Logius centraal gefinancierd door BZK.
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken
Met de toerekening van uitgaven die de Belastingdienst ten behoeve van de Douane en Toeslagen doet, wordt inzicht gegeven in de integrale uitgaven die voor de Douane en Toeslagen worden gemaakt. Deze uitgaven zijn voor 2022 naar actuele inzichten geactualiseerd en opwaarts bijgesteld (€ 22,8 mln. voor Douane en € 16 mln. voor Toeslagen).
Ontvangsten
Belastingontvangsten
In de Najaarsnota 2022 worden de mutaties van de Belastingontvangsten toegelicht. De aansluiting met de bedragen in de begrotingstoelichting (artikel 1 Belastingen, tabel budgettaire gevolgen van beleid) ziet er als volgt uit:
Tabel 9 Belastingontvangsten (bedragen x € 1.000)
Vastgestelde begroting (incl. ISB 1+2, NvW) (1)
Stand 1e suppletoire begroting (incl. ISB 3 t/m 5) (2)
Mutaties 2e suppletoire begroting (3)
Stand 2e suppletoire begroting (4) = (2) + (3)
Totaal belastingontvangsten
223.125.918
221.741.657
5.539.660
227.281.317
– /– Afdracht Gemeentefonds
35.677.115
38.636.151
2.002.210
40.638.361
– /– Afdracht Provinciefonds
2.540.680
2.796.975
46.457
2.843.432
– /– Afdracht BES-fonds
42.390
47.316
14.957
62.273
– /– Belastingontvangsten artikel 6 Btw-compensatiefonds
3.663.678
3.679.137
106.863
3.786.000
Belastingontvangsten artikel 1 Belastingen
181.202.055
176.582.078
3.369.173
179.951.251
Rente
De ontvangsten van belasting- en invorderingsrente worden € 52 mln. hoger geraamd. De realisaties laten hogere ontvangsten zien dan eerder geraamd en de openstaande schuld is toegenomen na uitstel van betaling in verband met corona. Hierdoor worden in de tweede helft van het jaar ook meer rente-inkomsten verwacht.
Boetes en schikkingen
Op basis van de realisaties worden meer boeteontvangsten verwacht dan eerder geraamd.
Apparaatsontvangstsen
In 2022 was besloten een pilot uit te voeren waarbij de Belastindienst aan de Douane factureert voor facilitaire werkzaamheden en levering van uniformen (vanuit de directie Centrum voor Facilitaire Dienstverlening, CFD). Op basis van de opzet van de pilot is besloten tot het terugdraaien hiervan en dus het terugdraaien van ontvangsten op artikel 1 Belastingen (€ 16,9 mln.) en uitgaven op artikel 9 Douane. De uitgaven worden meegenomen onder 'toerekening uitgaven aan Douane'.
3.2 Artikel 2 Financiële markten
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 10 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 2 Financiële markten (bedragen x € 1.000)
Omschrijving
Vastgestelde begroting (incl. ISB 1+2, NvW) (1)
Stand 1e suppletoire begroting (incl. ISB 3 t/m 5) (2)
Mutaties 2e suppletoire begroting (3)
Stand 2e suppletoire begroting (4)=(2+3)
Mutaties Miljoenennota
Overige mutaties 2esuppletoire begroting
Verplichtingen
‒ 540.904
‒ 515.553
1.466
159
‒ 513.928
Uitgaven
27.997
53.548
1.466
159
55.173
Bekostiging
5.462
8.208
534
‒ 300
8.442
Accountantskamer
1.376
1.376
56
0
1.432
Muntcirculatie
3.787
4.533
478
0
5.011
IMVO convenanten
57
57
0
0
57
Overig
242
2.242
0
‒ 300
1.942
Opdrachten
9.421
35.201
632
159
35.992
Wijzer in geldzaken
1.698
1.698
69
230
1.997
Vakbekwaamheid
4.600
5.000
666
0
5.666
Uitvoeringskosten SRH
1.500
1.000
0
0
1.000
Schadeloosstelling SRH
0
650
0
0
650
Convertibiliteit Oekraïense hryvnia
0
23.250
0
0
23.250
Uitvoeringskosten omwisselen Oekraïense hryvnia
0
450
0
0
450
Overig
1.623
3.153
‒ 103
‒ 71
2.979
Bijdrage aan ZBO's/RWT's
10.935
7.960
300
300
8.560
Bijdrage AFM BES-toezicht
705
705
0
0
705
Bijdrage DNB toezicht en DGS BES
2.003
2.003
0
0
2.003
Bijdrage toezicht en handhaving MIF
460
10
0
0
10
Bijdrage PSD II
558
363
0
0
363
Bijdrage FEC
2.954
3.724
300
300
4.324
Overig
4.255
1.155
0
0
1.155
Storting/onttrekking begrotingsreserve
1.625
1.625
0
0
1.625
Dotatie begrotingsreserve DGS BES
1.000
1.000
0
0
1.000
Dotatie begrotingsreserve NHT
625
625
0
0
625
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
554
554
0
0
554
IASB
420
420
0
0
420
(Caribean) Financial Action Task Force
134
134
0
0
134
Ontvangsten
9.705
34.145
0
0
34.145
Bekostiging
2.000
2.746
0
0
2.746
Ontvangsten muntwezen
2.000
2.746
0
0
2.746
Opdrachten
1.455
24.705
0
0
24.705
Wijzer in geldzaken
1.455
1.455
0
0
1.455
Convertibiliteit Oekraïense hryvnia
0
23.250
0
0
23.250
Ontvangsten
6.250
6.694
0
0
6.694
Overig
6.250
6.694
0
0
6.694
Tabel 11 Uitsplitsing verplichtingen (bedragen x € 1.000)
Vastgestelde begroting (incl. ISB 1+2, NvW) (1)
Stand 1e suppletoire begroting (incl. ISB 3 t/m X) (2)
Mutaties 2e suppletoire begroting (3)
Stand 2e suppletoire begroting (4)=(2+3)
Mutaties Miljoenennota
Overige mutaties 2esuppletoire begroting
Verplichtingen
‒ 540.904
‒ 515.553
1.466
159
‒ 513.928
waarvan garantieverplichtingen
‒ 568.901
‒ 569.101
0
0
‒ 569.101
Garantie WAKO (kernongevallen)
‒ 568.901
‒ 568.901
0
0
‒ 568.901
Garantie DGS BES
0
‒ 200
0
0
‒ 200
waarvan overige verplichtingen
27.997
53.548
1.466
159
55.173
Muntcirculatie
3.787
4.533
478
0
5.011
Vakbekwaamheid
4.600
5.000
666
0
5.666
Bijdrage DNB toezicht en DGS BES
2.003
2.003
0
0
2.003
Bijdrage FEC
2.954
3.724
300
300
4.324
Convertibiliteit Oekraïense hryvnia
0
23.250
0
0
23.250
Uitvoeringskosten omwisselen Oekraïense hryvnia
0
450
0
0
450
Overige betalingsverplichtingen
14.653
14.588
22
‒ 141
14.469
Toelichting
De mutaties op het niveau van de financiële instrumenten komen niet boven de ondergrenzen uit binnen de staffel (conform de RBV). Toelichting van deze mutaties blijft daarom achterwege.
3.3 Artikel 3 Financieringsactiviteiten publiek-private sector
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 12 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 3 Financieringsactiviteiten publiek-private sector (bedragen x € 1.000)
Omschrijving
Vastgestelde begroting (incl. ISB 1+2, NvW) (1)
Stand 1e suppletoire begroting (incl. ISB 3 t/m 5) (2)
Mutaties 2e suppletoire begroting (3)
Stand 2e suppletoire begroting (4)=(2+3)
Mutaties Miljoenennota
Overige mutaties 2esuppletoire begroting
Verplichtingen
5.028.425
5.287.451
‒ 3.895.804
‒ 177.381
1.214.266
Uitgaven
618.425
1.560.368
1.231.279
‒ 166.040
2.625.607
Garanties
20
20
0
0
20
Regeling Bijzondere Financieringen
20
20
0
0
20
Leningen
0
722.917
0
0
722.917
Lening KLM
0
722.917
0
0
722.917
Opdrachten
6.309
6.309
1.279
960
8.548
Uitvoeringskosten staatsdeelnemingen
3.678
3.678
1.279
960
5.917
Opstart Invest International
2.631
2.631
0
0
2.631
Vermogensverschaffing/-onttrekking
607.000
827.000
1.230.000
‒ 167.000
1.890.000
Kapitaalinjectie TenneT
0
0
1.230.000
0
1.230.000
Aan-/verkoop vermogenstitels
0
220.000
0
0
220.000
Afdrachten Staatsloterij
100.000
100.000
0
0
100.000
Kapitaalinjectie Invest-NL
330.000
330.000
0
‒ 130.000
200.000
Kapitaalinjectie Invest International
177.000
177.000
0
‒ 37.000
140.000
Bijdrage aan ZBO's/RWT's
5.096
4.122
0
0
4.122
NLFI
5.096
4.122
0
0
4.122
Ontvangsten
1.499.963
1.814.203
270.846
70.051
2.155.100
Garanties
24.000
25.020
‒ 783
0
24.237
Premieontvangsten garantie KLM
24.000
24.000
‒ 783
0
23.217
Premieontvangsten Gasunie
0
1.020
0
0
1.020
Leningen
41.463
41.463
251.402
0
292.865
Renteontvangsten lening KLM
41.463
41.463
‒ 25.681
0
15.782
Aflossing lening KLM
0
0
277.083
0
277.083
Vermogensverschaffing/-onttrekking
1.430.000
1.743.658
20.227
70.051
1.833.936
Aan-/verkoop vermogenstitels
0
281.300
0
0
281.300
Afdrachten Staatsloterij
100.000
100.000
0
0
100.000
Dividenden staatsdeelnemingen
1.315.000
1.347.358
20.000
70.051
1.437.409
Winstafdracht DNB
15.000
15.000
227
0
15.227
waarvan: Griekse inkomsten SMP
0
0
0
0
0
waarvan: rente-inkomsten ESM
15.000
15.000
227
0
15.227
Bijdrage aan ZBO's/RWT's
4.500
4.062
0
0
4.062
NLFI
4.500
4.062
0
0
4.062
Tabel 13 Uitsplitsing verplichtingen (bedragen x € 1.000)
Vastgestelde begroting (incl. ISB 1+2, NvW) (1)
Stand 1e suppletoire begroting (incl. ISB 3 t/m X) (2)
Mutaties 2e suppletoire begroting (3)
Stand 2e suppletoire begroting (4)=(2+3)
Mutaties Miljoenennota
Overige mutaties 2esuppletoire begroting
Verplichtingen
5.028.425
5.287.451
‒ 3.895.804
‒ 177.381
1.214.266
waarvan garantieverplichtingen
160.000
200.000
‒ 600.000
0
‒ 400.000
Garanties en vrijwaringen staatsdeelnemingen
160.000
200.000
‒ 600.000
0
‒ 400.000
waarvan overige verplichtingen
4.868.425
5.087.451
‒ 3.295.804
‒ 177.381
1.614.266
Lening KLM
0
0
‒ 277.083
0
‒ 277.083
Lening SRH
0
0
0
‒ 11.341
‒ 11.341
Kapitaalinjectie TenneT
4.250.000
4.250.000
‒ 3.020.000
0
1.230.000
Aan-/verkoop vermogenstitels
0
220.000
0
0
220.000
Afdrachten Staatsloterij
100.000
100.000
0
0
100.000
Kapitaalinjectie Invest-NL
330.000
330.000
0
‒ 130.000
200.000
Kapitaalinjectie Invest International
177.000
177.000
0
‒ 37.000
140.000
Overige betalingsverplichtingen
11.425
10.451
1.279
960
12.690
Toelichting
Verplichtingen
Garantie en Lening KLM
KLM maakt gebruik van de mogelijkheid om vervroegd af te lossen en heeft daarmee de uitstaande leningen terugbetaald, maar niet opgezegd. De maximale hoogte van de directe lening is door de aflossing van € 277 mln. verlaagd naar € 723 mln. en de maximale hoogte van de kredietfaciliteit bij de banken is verlaagd naar € 1,735 mld. (Revolving Credit Facility, RCF). De Nederlandse Staat staat garant voor 90% van de omvang van de RCF. De garantie wordt daarom met € 600 mln. bijgesteld naar € 1,56 mld. (90% van € 1,735 mld., de omvang van de RCF na verlaging).
Lening SRH
SRH heeft een vordering op de Nederlandse staat. Sinds oktober 2020 is hierop een negatieve rente van toepassing. Conform de afspraken in de leningdocumentatie wordt de rente (€ 11,3 mln.) niet betaald maar afgeboekt op de vordering.
Kapitaalinjectie TenneT
Uit de berekeningen van TenneT, gevalideerd door een externe adviseur, blijkt dat TenneT een totale eigenvermogensbehoefte heeft van circa € 9,3 mld. voor de periode 2022 t/m 2031 om haar A-rating te behouden. Dit is circa € 4,2 mld. hoger dan de € 5,1 mld. die gereserveerd is voor TenneT. TenneT heeft hiervan tot en met 2023 € 3,1 mld. aan eigen vermogen nodig (€ 1,2 mld. in 2022 en € 1,8 mld. in 2023), dit is € 2,6 mld. meer dan de € 490 mln. die was begroot. Ook voor de jaren 2024 en 2025 vallen de ingeschatte bedragen anders uit. Via een kasschuif in 2023 in de Ontwerpbegroting 2023 is zowel het ritme van het verplichtingenbudget als het kasbudget aangepast om dit te ondervangen.
Kapitaalinjectie Invest-NL en Invest International
In 2022 wordt minder kapitaal gestort dan geraamd (€ 130 mln. minder in Invest NL en € 37 mln. minder in Invest International). Het totaal van de beoogde kapitaalinjecties wijzigt niet, alleen in de kasreeks vindt een verschuiving plaats naar latere jaren.
Uitgaven
Vermogensverschaffing/onttrekking
Zie de toelichtingen op de kapitaalinjecties onder 'Verplichtingen'.
Ontvangsten
Leningen
Zie ook de toelichting onder 'Verplichtingen'. KLM maakt gebruik van de mogelijkheid om vervroegd af te lossen en lost de uitstaande lening van € 277 mln. in 2022 af. Omdat KLM alleen rente betaalt over het getrokken deel van de lening, wijzigen de renteontvangsten na de vervroegde aflossing van € 277 mln. Voor 2022 worden de renteontvangsten naar beneden bijgesteld, vanaf 2023 worden de renteontvangsten bijgsteld en op nul geraamd.
Vermogensverschaffing/onttrekking
Een actualisatie van de dividendramingen van de staatsdeelnemingen geeft voor het jaar 2022 een positieve bijstelling (€ 90 mln.).
3.4 Artikel 4 Internationale financiële betrekkingen
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 14 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 4 Internationale financiële betrekkingen (bedragen x € 1.000)
Omschrijving
Vastgestelde begroting (incl. ISB 1+2, NvW) (1)
Stand 1e suppletoire begroting (incl. ISB 3 t/m 5) (2)
Mutaties 2e suppletoire begroting (3)
Stand 2e suppletoire begroting (4)=(2+3)
Mutaties Miljoenennota
Overige mutaties 2esuppletoire begroting
Verplichtingen
1.043.419
1.746.183
5.934.057
84
7.680.324
Uitgaven
402.972
602.883
291
0
603.174
Garanties
96.352
96.352
0
0
96.352
EIB pan-Europees garantiefonds
96.352
96.352
0
0
96.352
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
276.883
276.794
227
0
277.021
Multilaterale ontwikkelingsbanken en fondsen
0
40
0
0
40
Rentecompensatie ESM
15.000
15.000
227
0
15.227
Wereldbank
261.883
261.754
0
0
261.754
Leningen
27.920
227.920
0
0
227.920
Teruggave winsten
27.920
27.920
0
0
27.920
Lening aan Oekraïne
0
200.000
0
0
200.000
Opdrachten
1.817
1.817
64
0
1.881
Technische assistentie
1.817
1.817
64
0
1.881
Ontvangsten
165.107
325.026
0
0
325.026
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
5.188
5.188
0
0
5.188
Ontvangsten IFI's
1.998
1.998
0
0
1.998
Ontvangsten ESM Kapitaal
3.190
3.190
0
0
3.190
Leningen
159.919
319.838
0
0
319.838
Aflossing lening Griekenland
159.919
319.838
0
0
319.838
Tabel 15 Uitsplitsing verplichtingen (bedragen x € 1.000)
Vastgestelde begroting (incl. ISB 1+2, NvW) (1)
Stand 1e suppletoire begroting (incl. ISB 3 t/m X) (2)
Mutaties 2e suppletoire begroting (3)
Stand 2e suppletoire begroting (4)=(2+3)
Mutaties Miljoenennota
Overige mutaties 2esuppletoire begroting
Verplichtingen
1.043.419
1.746.183
5.934.057
84
7.680.324
waarvan garantieverplichtingen
75.290
672.142
5.979.766
84
6.651.992
Garantie aan DNB inzake IMF
0
614.568
0
84
614.652
EFSM
0
0
‒ 67.507
0
‒ 67.507
AIIB
0
‒ 2.226
0
0
‒ 2.226
Wereldbank
100.000
84.510
0
0
84.510
ESM
‒ 24.710
‒ 24.710
0
0
‒ 24.710
SURE
0
0
112.898
0
112.898
NGEU
0
0
5.934.375
0
5.934.375
waarvan overige verplichtingen
968.129
1.074.041
‒ 45.709
0
1.028.332
Lening aan Oekraïne
0
200.000
0
0
200.000
Rentecompensatie ESM
15.000
15.000
‒ 45.773
0
‒ 30.773
Wereldbank
923.392
829.264
0
0
829.264
Teruggave winsten SMP/ANFA
27.920
27.920
0
0
27.920
Technische assistentie kiesgroeplanden
1.817
1.817
64
0
1.881
Overige betalingsverplichtingen
0
40
0
0
40
Toelichting
Verplichtingen
Europees Financieel Stabilisatiemechanisme (EFSM)
De uitstaande Nederlandse garantie voor het EFSM wordt naar beneden bijgesteld (€ 67,5 mln.). Deze neerwaartse bijstelling komt voort uit een gedeeltelijk herfinanciering van een afgelopen lening. Hierdoor is het totale uitstaande bedrag onder dit instrument afgenomen. Daarnaast is de rente die over deze lening betaald moet worden lager dan de rente op de lening die is afgelopen.
Temporary Support to mitigate Unemployment Risks in an Emergency (SURE)
De garantie voor SURE wijzigt door een bijstelling van de renteverwachting en een aanpassing op basis van de gerealiseerde rente bij de uitgifte van een nieuwe lening. Voorheen werden renteverwachtingen gebruikt die de Commissie in 2018 heeft gecommuniceerd. Omdat deze niet meer realistisch zijn, wordt de renteverwachting nu berekend op basis van actuele rentestanden. Deze aanpassingen zorgen voor een opwaartse bijstelling van de garantie voor SURE (€ 112,9 mln.).
Next Generation EU (NGEU)
De NGEU garantie wordt bijgesteld naar aanleiding van nieuwe renteverwachtingen en een aanpassing op basis van de gerealiseerde rente bij de uitgifte van een nieuwe leningen. Voorheen werden renteverwachtingen gebruikt die de Commissie in 2018 heeft gecommuniceerd. Omdat deze niet meer realistisch zijn, wordt de renteverwachting nu berekend op basis van actuele rentestanden. Deze aanpassing zorgt voor een aanzienlijke verhoging van de garantie voor NGEU (€ 5,9 mld.).
Rentecompensatie Europees Stabiliteitsmechanisme (ESM)
De Nederlandsche Bank compenseert het ESM voor de negatieve rente die het over haar deposito bij DNB moet betalen. Het ESM wordt achteraf gecompenseerd voor de rente die het in het voorgaande jaar heeft betaald. In 2022 hebben er twee mutaties ten aanzien van de ESM rentecompensatie plaatsgevonden. Ten eerste is de compensatie aan het ESM in 2022 met ca. € 0,2 mln. naar boven bijgesteld. Daarnaast is de rente sinds 27 juli 2022 niet meer negatief. Daarom is de toekomstige compensatie naar beneden bijgesteld en de eerder opgenomen verplichting afgewaardeerd. De huidige verwachting is dat het ESM in 2022 ongeveer € 9 mln. rente aan DNB heeft betaald waarvoor het in 2023 gecompenseerd zal worden. Voor de jaren na 2023 is de verwachte compensatie aangepast naar € 0.
3.5 Artikel 5 Exportkredietverzekeringen, -garanties en investeringsverzekeringen
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 16 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 5 Exportkredietverzekeringen, -garanties en investeringsverzekeringen (bedragen x € 1.000)
Omschrijving
Vastgestelde begroting (incl. ISB 1+2, NvW) (1)
Stand 1e suppletoire begroting (incl. ISB 3 t/m 5) (2)
Mutaties 2e suppletoire begroting (3)
Stand 2e suppletoire begroting (4)=(2+3)
Mutaties Miljoenennota
Overige mutaties 2esuppletoire begroting
Verplichtingen
10.089.941
10.089.926
0
‒ 3.431.026
6.658.900
Uitgaven
221.941
221.926
0
101.974
323.900
Opdrachten
19.697
19.682
0
‒ 26
19.656
Kostenvergoeding Atradius DSB
18.900
18.900
0
0
18.900
Uitvoeringskosten herverzekering leverancierskredieten
650
650
0
0
650
Overige uitgaven
147
132
0
‒ 26
106
Garanties
132.000
132.000
0
33.000
165.000
Schade-uitkering EKV
112.000
112.000
0
33.000
145.000
Schade-uitkering herverzekering leverancierskredieten
20.000
20.000
0
0
20.000
Storting/onttrekking begrotingsreserve
70.244
70.244
0
69.000
139.244
Mutatie begrotingsreserve EKV
70.244
70.244
0
69.000
139.244
Ontvangsten
131.076
129.391
0
69.000
198.391
Garanties
107.119
105.359
0
69.000
174.359
Premies EKV
70.244
70.244
0
69.000
139.244
Schaderestituties EKV
16.875
15.115
0
0
15.115
Schaderestituties herverzekering leverancierskredieten
20.000
20.000
0
0
20.000
Storting/onttrekking begrotingsreserve
23.957
24.032
0
0
24.032
Mutatie begrotingsreserve EKV
23.957
24.032
0
0
24.032
Tabel 17 Uitsplitsing verplichtingen (bedragen x € 1.000)
Vastgestelde begroting (incl. ISB 1+2, NvW) (1)
Stand 1e suppletoire begroting (incl. ISB 3 t/m X) (2)
Mutaties 2e suppletoire begroting (3)
Stand 2e suppletoire begroting (4)=(2+3)
Mutaties Miljoenennota
Overige mutaties 2esuppletoire begroting
Verplichtingen
10.089.941
10.089.926
0
‒ 3.431.026
6.658.900
waarvan garantieverplichtingen
10.000.000
10.000.000
0
‒ 3.500.000
6.500.000
Exportkredietverzekeringen
10.000.000
10.000.000
0
‒ 3.500.000
6.500.000
waarvan: aangegane garantieverplichtingen
10.000.000
10.000.000
0
‒ 3.500.000
6.500.000
waarvan: vervallen garantieverplichtingen
0
0
0
0
0
waarvan overige verplichtingen
89.941
89.926
0
68.974
158.900
Kostenvergoeding Atradius DSB
18.900
18.900
0
0
18.900
Uitvoeringskosten herverzekering leverancierskredieten
650
650
0
0
650
Storting begrotingsreserve EKV
70.244
70.244
0
69.000
139.244
Overige betalingsverplichtingen
147
132
0
‒ 26
106
Toelichting
Verplichtingen
Exportkredietverzekeringen
Het plafond van € 10 mld. aan maximaal in een jaar aan te gane verplichtingen zal naar alle waarschijnlijkheid niet volledig worden benut in 2022. Op basis van de verplichtingen die op dit moment zijn aangegaan en de transacties die nog in 2022 worden verwacht, wordt € 3,5 mld. aan verplichtingen afgeboekt.
Storting begrotingsreserve EKV
De raming van de begrotingsreserve wordt met € 69 mln. naar boven bijgesteld. Dit komt door de ontvangst van een relatief groot premiebedrag door een transactie op de Filipijnen.
Uitgaven
Garanties
In 2022 valt het totaal aan schade-uitkeringen naar verwachting € 33 mln. hoger uit dan begroot. Dit heeft onder meer te maken met onverwachte schade-uitkeringen op Sri Lanka waar er sprake is van een instabiele politieke situatie.
Storting/onttrekking begrotingsreserve
Zie de toelichting storting begrotingsreserve EKV onder 'Verplichtingen'.
Ontvangsten
Garanties
Zie de toelichting storting begrotingsreserve EKV onder 'Verplichtingen'.
3.6 Artikel 6 Btw-compensatiefonds
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 18 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 6 Btw-compensatiefonds (bedragen x € 1.000)
Omschrijving
Vastgestelde begroting (incl. ISB 1+2, NvW) (1)
Stand 1e suppletoire begroting (incl. ISB 3 t/m 5) (2)
Mutaties 2e suppletoire begroting (3)
Stand 2e suppletoire begroting (4)=(2+3)
Mutaties Miljoenennota
Overige mutaties 2esuppletoire begroting
Verplichtingen
3.664.380
3.679.137
81.701
25.162
3.786.000
Uitgaven
3.664.380
3.679.137
81.701
25.162
3.786.000
Bijdrage aan medeoverheden
3.664.380
3.679.137
81.701
25.162
3.786.000
Bijdragen aan gemeenten
3.254.618
3.264.004
92.178
22.742
3.378.924
Bijdragen aan provincies
409.762
415.133
‒ 10.477
2.420
407.076
Ontvangsten
3.664.380
3.679.137
81.701
25.162
3.786.000
Toelichting
Verplichtingen, uitgaven en ontvangsten
Bijdrage aan medeoverheden
Als gevolg van overhevelingen van budget van ministeries naar decentrale overheden, wordt een bedrag in het gemeente- of provinciefonds gestort. Het geraamde btw-deel wordt in het BCF gestort. Gemeentes en provincies kunnen de betaalde btw daarna weer terugvragen bij BCF (€ 106,9 mln.). Per saldo is de mutatie neutraal.
3.7 Artikel 9 Douane
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 19 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 9 Douane (bedragen x € 1.000)
Omschrijving
Vastgestelde begroting (incl. ISB 1+2, NvW) (1)
Stand 1e suppletoire begroting (incl. ISB 3 t/m 5) (2)
Mutaties 2e suppletoire begroting (3)
Stand 2e suppletoire begroting (4)=(2+3)
Mutaties Miljoenennota
Overige mutaties 2esuppletoire begroting
Verplichtingen
670.411
675.112
20.131
‒ 11.086
684.157
Uitgaven (1) + (2)
670.411
675.112
20.131
‒ 11.086
684.157
Apparaatsuitgaven (1)
466.201
473.370
‒ 3.815
‒ 282
469.273
Personele uitgaven
443.947
448.021
12.228
358
460.607
Eigen personeel
430.136
428.291
11.855
358
440.504
Inhuur externen
13.599
19.468
367
0
19.835
Overig personeel
212
262
6
0
268
Materiële uitgaven
22.254
25.349
‒ 16.043
‒ 640
8.666
ICT
1.510
1.510
49
0
1.559
Bijdrage aan SSO's
150
150
6
0
156
Overig materieel
20.594
23.689
‒ 16.098
‒ 640
6.951
Programma-uitgaven (2)
204.210
201.742
23.946
‒ 10.804
214.884
Bekostiging
50
50
2
0
52
Overige bekostiging
50
50
2
0
52
Bijdrage aan ZBO's/RWT's
1.350
1.350
55
0
1.405
Overige bijdrage ZBO's/RWT's
1.350
1.350
55
0
1.405
Opdrachten
27.878
25.410
924
‒ 10.804
15.530
ICT opdrachten
6.035
5.021
237
‒ 2.455
2.803
Overige opdrachten
21.843
20.389
687
‒ 8.349
12.727
Bijdrage aan agentschappen
3.187
3.187
165
0
3.352
Bijdrage overige agentschappen
3.187
3.187
165
0
3.352
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken
171.745
171.745
22.800
0
194.545
Toegerekende uitgaven van Belastingen
171.745
171.745
22.800
0
194.545
Ontvangsten
605
605
0
11.500
12.105
Apparaatsontvangsten
605
605
0
11.500
12.105
Toelichting
Verplichtingen en uitgaven
Personele uitgaven
De Douane verwacht € 12,6 mln. meer personele uitgaven dan eerder geraamd (€ 12,2 mln. op eigen personeel en € 0,4 mln. op inhuur externen). Dit komt hoofdzakelijk door hogere loonkosten vanwege een stijging in de cao-lonen en een stijging van de sociale premies (ca. € 12,3 mln.), waarvoor bij Miljoenennota loonbijstelling is toegekend.
Materiële uitgaven
In 2022 was besloten een pilot uit te voeren waarbij de Belastingdienst aan de Douane factureert voor facilitaire werkzaamheden en levering van uniformen (vanuit de directie Centrum voor Facilitaire Dienstverlening, CFD). Op basis van de opzet van de pilot is besloten tot het terugdraaien hiervan en dus het terugdraaien van ontvangsten op artikel 1 Belastingen en uitgaven op artikel 9 Douane (€ 16,9 mln.).
Opdrachten
De geraamde uitgaven op opdrachten worden neerwaarts bijgesteld (€ 9,9 mln.). Dit komt grotendeels doordat de uitgaven voor (body)scans en andere detectiemiddelen dit jaar niet worden gerealiseerd. Deze uitgaven worden naar verwachting in komende jaren alsnog gerealiseerd.
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken
Met de toerekening van uitgaven die de Belastingdienst ten behoeve van de Douane doet, wordt inzicht gegeven in de integrale uitgaven die voor de Douane worden gemaakt. Deze uitgaven zijn naar actuele inzichten geactualiseerd en opwaarts bijgesteld (€ 22,8 mln.).
Ontvangsten
Apparaatsontvangsten
Dit jaar is een eerste tranche van een Europese subsidie voor scan- en detectie-apparatuur ontvangen (€ 11,5 mln.). De tweede tranche volgt in het jaar 2024 voor een gelijk bedrag. Tegenover deze ontvangst staan geen uitgaven in 2022. Dit resulteert in een positieve bijstelling van € 11,5 mln.
3.8 Artikel 13 Toeslagen
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 20 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 13 Toeslagen (bedragen x € 1.000)
Omschrijving
Vastgestelde begroting (incl. ISB 1+2, NvW) (1)
Stand 1e suppletoire begroting (incl. ISB 3 t/m 5) (2)
Mutaties 2e suppletoire begroting (3)
Stand 2e suppletoire begroting (4)=(2+3)
Mutaties Miljoenennota
Overige mutaties 2esuppletoire begroting
Verplichtingen
1.289.239
1.823.373
55.792
‒ 833
1.878.332
Uitgaven (1) + (2)
2.006.544
1.962.485
‒ 738.835
‒ 15.573
1.208.077
Apparaatsuitgaven (1)
335.864
354.355
‒ 5.997
‒ 15.573
332.785
Personele uitgaven
326.123
343.476
‒ 2.600
‒ 24.850
316.026
Eigen personeel
163.438
169.745
‒ 31.840
‒ 9.608
128.297
Inhuur externen
161.685
172.681
29.210
‒ 15.706
186.185
Overig personeel
1.000
1.050
30
464
1.544
Materiële uitgaven
9.741
10.879
‒ 3.397
9.277
16.759
ICT
213
213
‒ 177
200
236
Bijdrage aan SSO's
0
628
600
‒ 1.228
0
Overige materiële uitgaven
9.528
10.038
‒ 3.820
10.305
16.523
Programma-uitgaven (2)
1.670.680
1.608.130
‒ 732.838
0
875.292
Bijdrage aan ZBO's/RWT's
102
102
4
0
106
Bijdrage overige ZBO's/RWT's
102
102
4
0
106
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
0
3.300
630
‒ 72
3.858
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties
0
3.300
630
‒ 72
3.858
Opdrachten
39.526
45.026
‒ 11.982
717
33.761
ICT opdrachten
26
26
1.621
204
1.851
Overige opdrachten
39.500
45.000
‒ 13.603
513
31.910
Bijdrage aan medeoverheden
52.445
84.445
‒ 49.000
0
35.445
Bijdrage aan medeoverheden
52.445
84.445
‒ 49.000
0
35.445
(Schade)vergoeding
1.386.905
1.283.555
‒ 688.470
‒ 645
594.440
Compensatie toeslagengedupeerden
555.705
383.605
‒ 77.022
9.523
316.106
Kwijtschelden private schulden
304.200
308.700
‒ 143.714
‒ 513
164.473
Herstelprogramma voor kinderen
420.000
420.000
‒ 345.000
0
75.000
Herstelregeling voor ex-partners
60.000
60.000
‒ 60.000
0
0
Herstelregeling voor gedupeerden andere toeslagen
47.000
47.000
‒ 47.000
0
0
Overige (schade)vergoedingen
0
64.250
‒ 15.734
‒ 9.655
38.861
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken
191.702
191.702
15.980
0
207.682
Toegerekende uitgaven van Belastingen
191.702
191.702
15.980
0
207.682
Ontvangsten
0
0
0
0
0
Toelichting
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget wordt in 2022 per saldo verhoogd met circa € 55 mln. Deels hangt dit samen met de uitgavenmutaties (zie de toelichting onder 'Uitgaven') en deels betreft het specifieke verplichtingenmutaties. De belangrijkste mutaties:
– Er wordt € 113,2 mln. verplichtingenruimte toegevoegd aan het personele budget van UHT. De reden hiervoor is met name om meer verplichtingen voor externe inhuur te kunnen aangaan.
– Er wordt € 4 mln. verplichtingenruimte aan Bijdrage aan medeoverheden toegevoegd in verband met uitbreiding van de SPUK voor de hersteloperatie toeslagen.
– De verplichtingenruimte op (Schade)vergoeding wordt met circa € 142,6 mln. naar beneden bijgesteld. Dit budget wordt geschoven naar 2023 en 2024 in verband met verplichtingen die naar verwachting pas later zullen worden aangegaan voor emotioneel herstel en de private schulden oplossing.
Uitgaven
Personele uitgaven
Dit budget wordt in 2022 met circa € 27,5 mln. naar beneden bijgesteld. Dit heeft verschillende redenen:
– Door personeelsverloop en krapte op de arbeidsmarkt duurt het langer om vacatures te vervullen. Hierdoor vallen de personele uitgaven € 37,4 mln. lager uit.
– Er is bij de Ontwerpbegroting 2023 loonbijstelling uitgekeerd ter dekking van gestegen cao-lonen en werkgeverspremies. Hierdoor wordt het personele budget in 2022 verhoogd met € 8,1 mln. Daarnaast is in het kader van de tijdelijke tegemoetkoming kinderopvang (TTKO) € 2,9 mln. toegevoegd aan dit budget.
– Tot slot is er € 7,1 mln. intern herschikt binnen artikel 13 Toeslagen van het personele budget naar andere financiële instrumenten (onder andere naar materiële uitgaven, omdat een deel van de werkzaamheden zijn uitbesteed aan externe partijen) en is er circa € 5,9 mln. vanuit andere artikelen binnen de begroting van het ministerie van Financiën naar dit budget overgeheveld (met name de teruggave vanuit artikel 1 Belastingen van ongebruikte ketenbudgetten).
Opdrachten
De verwachte uitvoeringskosten van de private schuldenoplossing en ouders in het buitenland zijn in 2022 lager dan begroot. Dit komt onder andere door vertraging in de opstart. Het budget (- € 14,5 mln.) wordt daarom deels doorgeschoven. Verder is er circa € 0,8 mln. prijsbijstelling toegevoegd aan Opdrachten en wordt er voor circa € 2,4 mln. binnen artikel 13 Toeslagen herschikt naar Opdrachten.
Bijdrage aan medeoverheden
De budgetten voor de brede hulp via gemeenten worden met een kasschuif 1 jaar opgeschoven, omdat deze pas later nodig zijn (- € 48 mln. in 2022). Deze budgetten zijn gericht aan de kinderen en ex-partners van gedupeerden van de problemen met de kinderopvangtoeslag en voor de verwachte kosten van medeoverheden ten behoeve van de herijking van de aanpak van de hersteloperatie toeslagen. Daarnaast wordt, naar aanleiding van de controles van de ADR op het jaarverslag 2021, het budget voor het VNG (Vereniging voor Nederlandse Gemeenten) steunpunt (€ 1 mln.) herschikt van Bijdrage aan medeoverheden naar Bijdrage aan (inter)nationale organisaties.
(Schade)vergoeding
In de Ontwerpbegroting 2023 is reeds aangegeven dat dit budget in 2022 met circa € 689,1 mln. naar beneden wordt bijgesteld. Dit heeft verschillende redenen:
– Kasschuiven: Enkele regelingen in het kader van de hersteloperatie toeslagen gaan later van start dan eerder voorzien. De budgetten voor deze regelingen (het herstelprogramma voor kinderen, de herstelregeling voor ex-partners en de herstelregeling voor gedupeerden andere toeslagen) worden doorgeschoven naar 2023 en 2024. Het grootste deel van deze kasschuiven wordt gevormd door de kasschuif in de middelen van het herstelprogramma voor kinderen (- € 345 mln. in 2022). Het herstelprogramma voor kinderen is van start gegaan in het vierde kwartaal van 2022. Dit betekent dat de meeste middelen in 2023 nodig zullen zijn. Voor de herstelregeling voor ex-partners wordt € 60 mln. doorgeschoven naar 2023 en 2024. Voor de herstelregeling voor gedupeerden andere toeslagen wordt het budget van € 47 mln. voor 2022 doorgeschoven. Daarnaast wordt ook circa € 78,9 mln. van het budget voor de forfaitaire compensatieregeling en de integrale beoordeling en € 154,9 mln. van het budget voor de private schuldenoplossing doorgeschoven naar 2023 en 2024. Tot slot vinden er nog enkele kleinere kasschuiven plaats (totaal circa € 35,8 mln. van 2022 naar 2023 en 2024). Van de totale kasschuif wordt circa € 422 mln. naar 2023 doorgeschoven en circa € 299,6 mln. naar 2024. Een uitgebreider overzicht van de financiële stand van zaken van de hersteloperatie toeslagen is te vinden in de financiële paragraaf van de 12e voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen3 en bijlage 7: Herstel toeslagen van de Najaarsnota.
– Prijsbijstelling: Vanwege prijsbijstelling wordt dit budget met circa € 34 mln. opgehoogd in 2022.
– Overboekingen met andere begrotingen: Sinds 1 maart 2021 kunnen gedupeerden van de problemen met de kinderopvangtoeslag via de Raad voor Rechtsbijstand adequate en kosteloze rechtsbijstand krijgen. De benodigde middelen voor deze regeling staan meerjarig geserveerd op de begroting van het ministerie van Financiën. Ten behoeve van de budgettaire afwikkeling over 2021 wordt er circa € 0,9 mln. naar JenV overgeboekt.
– Herschikkingen: Er vindt een klein aantal herschikkingen naar andere financiële instrumenten binnen artikel 13 Toeslagen plaats.
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken
Met de toerekening van uitgaven die de Belastingdienst ten behoeve van Toeslagen doet wordt inzicht gegeven in de integrale uitgaven die voor Toeslagen worden gemaakt. Deze toerekening wordt jaarlijks herijkt in de Ontwerpbegroting. Op basis van de meest recente inzichten wordt de toerekening in 2022 verhoogd met circa € 16 mln.
4 Beleidsartikelen Nationale Schuld (IXA)
4.1 Artikel 11 Financiering staatsschuld
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 21 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 11 Financiering staatsschuld (bedragen x € 1 mln.)
Omschrijving
Vastgestelde begroting (incl. ISB 1+2, NvW) (1)
Stand 1e suppletoire begroting (incl. ISB 3 t/m 5) (2)
Mutaties 2e suppletoire begroting (3)
Stand 2e suppletoire begroting (4)=(2+3)
Mutaties Miljoenennota
Overige mutaties 2esuppletoire begroting
Verplichtingen
34.615
34.812
263
‒ 16
35.059
Uitgaven
34.615
34.812
263
‒ 16
35.059
Opdrachten
17
21
0
0
21
Overige kosten
17
21
0
0
21
Rente
3.887
4.081
174
‒ 16
4.239
Rente vaste schuld
3.887
4.081
174
‒ 16
4.239
Leningen
30.711
30.710
89
0
30.799
Aflossing vaste schuld
30.711
30.710
89
0
30.799
Ontvangsten
55.418
68.617
‒ 21.780
5.890
52.727
Rente
1.402
873
‒ 180
‒ 14
679
Rente vlottende schuld
481
246
‒ 141
4
109
Rente derivaten lang
921
627
‒ 39
‒ 18
570
Leningen
54.016
67.744
‒ 21.600
5.904
52.048
Uitgifte vaste schuld
54.016
45.000
‒ 2.500
0
42.500
Mutatie vlottende schuld
0
22.744
‒ 19.100
5.904
9.548
Toelichting
Verplichtingen en uitgaven
Rente
De rentelasten vallen in 2022 naar verwachting hoger uit dan eerder geraamd (€ 158,0 mln.). Bij de uitgifte van nieuwe schuld worden de rentetarieven vastgelegd tegen het dan geldende rentetarief. Aangezien de rentetarieven nu hoger zijn dan eerder geraamd, levert dit een tegenvaller op.
Leningen
De aflossingen op de vaste schuld zijn naar verwachting hoger (€ 89,4 mln.) als gevolg van het vervroegd aflossen van obligaties in 2022. Vervroegd aflossen wordt gedaan uit hoofde van cashmanagement.
Ontvangsten
Rente
Per saldo vallen de renteontvangsten naar verwachting € 194,0 mln. lager uit. De belangrijkste verklaringen hiervoor zijn:
– Rente vlottende schuld
De rentebaten op de vlottende schuld vallen naar verwachting € 137,0 mln. lager uit als gevolg van wijzigingen in de omvang van de kortlopende schuld en de hoogte van de korte rente.
– Rente derviaten lang
Er worden € 57,0 mln. minder rentebaten op derivaten verwacht dan eerder geraamd als gevolg van gerealiseerde rentepercentages van derivaten en de nieuwe rentestanden van het CPB.
Leningen
Per saldo zijn de leningen naar verwachting € 15,7 mld. lager. De belangrijkste verklaringen hiervoor zijn:
– Uitgifte vaste schuld
De raming voor de uitgifte van vaste schuld is met € 2,5 mld. naar beneden bijgesteld als gevolg van het gewijzigde financieringsplan 2022. Het financieringsplan geeft een beschrijving van de geschatte omvang en de totstandkoming van de financieringsbehoefte van de Nederlandse Staat voor 2022 en een overzicht van de manier waarop het Agentschap van plan is deze in te vullen.
– Mutatie vlottende schuld
De raming van de mutatie vlottende schuld daalt met € 13,2 mld. Dit is het gevolg van een lagere financieringsbehoefte doordat de raming van het kastekort voor het lopende begrotingsjaar sterk is afgenomen. Schommelingen in de financieringsbehoefte in een lopend begrotingsjaar worden zo veel mogelijk opgevangen op de geldmarkt.
4.2 Artikel 12 Kasbeheer
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 22 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 12 Kasbeheer (bedragen x € 1 mln.)
Omschrijving
Vastgestelde begroting (incl. ISB 1+2, NvW) (1)
Stand 1e suppletoire begroting (incl. ISB 3 t/m 5) (2)
Mutaties 2e suppletoire begroting (3)
Stand 2e suppletoire begroting (4)=(2+3)
Mutaties Miljoenennota
Overige mutaties 2esuppletoire begroting
Verplichtingen
1.531
1.834
287
807
2.928
Uitgaven
1.531
1.834
287
807
2.928
Rente
31
34
87
7
128
Rente kasbeheer
31
34
87
5
126
Voortijdige beëindiging binnen kasbeheer
0
0
0
2
2
Leningen
1.500
1.800
200
800
2.800
Verstrekte leningen
1.500
1.800
200
800
2.800
Ontvangsten
7.248
10.128
4.080
916
15.124
Rente
87
93
1
2
96
Rente kasbeheer
87
93
0
2
95
Voortijdige beëindiging binnen kasbeheer
0
0
1
0
1
Leningen
1.206
1.119
109
37
1.265
Ontvangen aflossingen
1.206
1.119
109
37
1.265
Mutaties in rekening-courant en deposito's
5.955
8.916
3.970
877
13.763
Mutaties in rekening courant en deposito
5.955
8.916
3.970
877
13.763
Toelichting
Verplichtingen en uitgaven
Rente
De raming van de rentelasten is € 94 mln. hoger dan geraamd als gevolg van de instroom van middelen op rekeningen-courant en de nieuwe rentestanden van het CPB.
Leningen
Naar verwachting worden in 2022 meer leningen verstrekt aan de deelnemers van het schatkistbankieren dan eerder geraamd. De raming wordt daardoor met € 1,0 mld. naar boven bijgesteld.
Ontvangsten
Leningen
Op basis van de actuele inzichten wordt verwacht dat de aflossingen op de leningen € 146,0 mln. hoger uitvallen dan eerder geraamd. Dit zijn leningen die door agentschappen, rechtspersonen met een wettelijke taak (RWT's) en derden in het kader van schatkistbankieren zijn afgesloten.
Mutaties in rekening-courant en deposito's
De wijziging in de geraamde mutatie van het saldo op de rekeningen-courant en deposito’s van de deelnemers van schatkistbankieren is het gevolg van het actualiseren van de geraamde uitgaven en inkomsten van RWT’s, sociale fondsen en decentrale overheden (€ 4,8 mld.). De mutaties in rekeningen-courant en deposito’s worden veroorzaakt door de uitgaven en ontvangsten van de deelnemers van het schatkistbankieren.
5 Niet-beleidsartikelen
5.1 Artikel 8 Apparaat Kerndepartement
Tabel 23 Apparaatsuitgaven Kerndepartement (bedragen x € 1.000)
Omschrijving
Vastgestelde begroting (incl. ISB 1+2, NvW) (1)
Stand 1e suppletoire begroting (incl. ISB 3 t/m 5) (2)
Mutaties 2e suppletoire begroting (3)
Stand 2e suppletoire begroting (4)=(2+3)
Mutaties Miljoenennota
Overige mutaties 2esuppletoire begroting
Verplichtingen
332.766
373.358
10.985
‒ 5.723
378.620
Uitgaven
332.766
373.358
10.985
‒ 5.723
378.620
Personele uitgaven
213.422
233.461
5.427
‒ 2.676
236.212
Eigen personeel
205.067
219.694
2.753
‒ 746
221.701
Inhuur externen
7.820
13.344
2.008
‒ 1.866
13.486
Overig personeel
535
423
666
‒ 64
1.025
Materiële uitgaven
119.344
139.897
5.558
‒ 3.047
142.408
ICT
16.688
46.437
‒ 24.784
‒ 2.533
19.120
Bijdrage aan SSO's
44.623
54.650
624
34
55.308
Overig materieel
58.033
38.810
29.718
‒ 548
67.980
Ontvangsten
54.137
55.571
2.997
‒ 1.195
57.373
Apparaatsontvangsten
54.137
55.571
2.997
‒ 1.195
57.373
Toelichting
De mutaties op het niveau van de financiële instrumenten komen niet boven de ondergrenzen uit binnen de staffel (conform de RBV, zie ook de Leeswijzer op pagina 4). Toelichting van deze mutaties blijft derhalve achterwege.
5.2 Artikel 10 Nog onverdeeld
Tabel 24 Nog onverdeeld (bedragen x € 1.000)
Omschrijving
Vastgestelde begroting (incl. ISB 1+2, NvW) (1)
Stand 1e suppletoire begroting (incl. ISB 3 t/m 5) (2)
Mutaties 2e suppletoire begroting (3)
Stand 2e suppletoire begroting (4)=(2+3)
Mutaties Miljoenennota
Overige mutaties 2esuppletoire begroting
Verplichtingen
147.901
277.681
‒ 227.823
‒ 49.858
0
Uitgaven
139.050
268.830
‒ 227.823
‒ 41.007
0
Nog te verdelen
139.050
268.830
‒ 227.823
‒ 41.007
0
Loonbijstelling-programma
2.340
2.340
0
‒ 2.340
0
Loonbijstelling-apparaat
11.459
113.722
‒ 97.740
‒ 15.982
0
Prijsbijstelling-apparaat
11.383
103.766
‒ 86.634
‒ 17.132
0
Onvoorzien-programma
40.614
36.089
‒ 34.563
‒ 1.526
0
Onvoorzien-apparaat
73.254
12.913
‒ 8.886
‒ 4.027
0
Ontvangsten
0
0
0
0
0
Toelichting
Verplichtingen en uitgaven
Nog te verdelen
De nog te verdelen uitgaven zijn met in totaal € 268,8 mln. afgeboekt, waarvan € 228 mln. eerder bij de Ontwerpbegroting 2023 is toegelicht. Van dit bedrag is bij de Ontwerpbegroting 2023 € 2 mln. en bij de tweede suppletoire begroting 2022 € 33 mln. vrijgevallen, omdat deze middelen niet in 2022 zijn benodigd of ingezet. De overige afboekingen betreffen overhevelingen naar andere artikelen of begrotingen. De belangrijkste mutaties:
– De tranche 2022 van de loon- en prijsbijstelling is in de eerste suppletoire begroting toegevoegd aan artikel 10 Nog onverdeeld. De loon- en prijsbijstelling wordt naar rato verdeeld over de (beleids)artikelen, wat leidt tot een overheveling van in totaal € 182,4 mln. naar de andere artikelen.
– Er wordt € 14,5 mln. overgeheveld naar artikel 1 Belastingen ten behoeve van het programma Buitengewone Zaken Blauw van de Belastingdienst voor het inhuren van personeel.
– Voor het project Digitale Snelweg Douane (DSD) ten behoeve van het aangifteproces van de Douane zijn middelen gereserveerd op artikel 10 Nog onverdeeld. Een deel van het budget (€ 18 mln.) komt naar verwachting niet tot besteding in 2022 maar in latere jaren en is als kasschuif opgenomen in de Ontwerpbegroting 2023.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A.M. Kaag, minister van Financiën
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.