Amendement (gewijzigd/nader/vervangend) : Gewijzigd amendement van het lid Omtzigt ter vervanging van nr. 22 over het omzetten van ouderdomspensioen naar partnerpensioen
36 067 Wijziging van de Pensioenwet, de Wet inkomstenbelasting 2001 en enige andere wetten in verband met herziening van het pensioenstelsel, standaardisering van het nabestaandenpensioen, aanpassing van de fiscale behandeling van pensioen en enige andere wijzigingen ten aanzien van pensioen (Wet toekomst pensioenen)
Nr. 73 GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID OMTZIGT TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 22
Ontvangen 10 november 2022
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In artikel I wordt na onderdeel I een onderdeel ingevoegd, luidende:
IA
Na artikel 16 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 16a. Omzetting in partnerpensioen
1. Indien de pensioenovereenkomst niet voorziet in een partnerpensioen dan wel voorziet
in een partnerpensioen dat minder bedraagt dan 40% van het laatstgenoten pensioengevend
loon, bedoeld in artikel 18b, eerste lid, van de Wet op de loonbelasting, wordt bij
het overlijden van de deelnemer die nog niet de pensioengerechtigde leeftijd heeft
bereikt, het tot op dat moment bestaande vermogen of kapitaal bestemd voor de uitkering
van het ouderdomspensioen van die deelnemer omgezet naar een vermogen of kapitaal
bestemd voor de uitkering van een partnerpensioen dan wel aanvulling van de uitkering
van het partnerpensioen tot 50% van het laatstgenoten pensioengevend loon, bedoeld
in artikel 18b, eerste lid, van de Wet op de loonbelasting.
2. Van een gewezen deelnemer die geen dekking uit hoofde van een partnerpensioen heeft
en die overlijdt voor het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd, wordt het
op het moment van overlijden bestaande vermogen of kapitaal bestemd voor de uitkering
van het ouderdomspensioen van die deelnemer omgezet naar een vermogen of kapitaal
bestemd voor de uitkering van een partnerpensioen tot 50% van het laatstgenoten pensioengevend
loon, bedoeld in artikel 18b, eerste lid, van de Wet op de loonbelasting.
3. Op de gewezen deelnemer van wie de dekking uit hoofde van het partnerpensioen wordt
voortgezet op grond van artikel 55, vierde lid, is het eerste lid van overeenkomstige
toepassing.
4. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld
met betrekking tot dit artikel.
II
In artikel III, onderdeel C, wordt aan het voorgestelde artikel 18b, tweede lid, een
zin toegevoegd, luidende:
«Een partnerpensioen bij overlijden voor pensioendatum kan ook geheel of gedeeltelijk
worden gefinancierd door de omzetting van vermogen of kapitaal als bedoeld in artikel 16a
van de Pensioenwet of als bedoeld in artikel 32a van de Wet verplichte beroepspensioenregeling.»
III
In artikel VII wordt na onderdeel L een onderdeel ingevoegd, luidende:
LA
Na artikel 32 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 32a. Omzetting in partnerpensioen
1. Indien de beroepspensioenregeling niet voorziet in een partnerpensioen dan wel voorziet
in een partnerpensioen dat minder bedraagt dan 40% van het laatstgenoten pensioengevend
loon, bedoeld in artikel 18b, eerste lid, van de Wet op de loonbelasting, wordt bij
het overlijden van de deelnemer die nog niet de pensioengerechtigde leeftijd heeft
bereikt, het tot op dat moment bestaande vermogen of kapitaal bestemd voor de uitkering
van het ouderdomspensioen van die deelnemer omgezet naar een vermogen of kapitaal
bestemd voor de uitkering van een partnerpensioen dan wel aanvulling van de uitkering
van het partnerpensioen tot 50% van het laatstgenoten pensioengevend loon, bedoeld
in artikel 18b, eerste lid, van de Wet op de loonbelasting.
2. Van een gewezen deelnemer die geen dekking uit hoofde van een partnerpensioen heeft
en die overlijdt voor het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd, wordt het
op het moment van overlijden bestaande vermogen of kapitaal bestemd voor de uitkering
van het ouderdomspensioen van die deelnemer omgezet naar een vermogen of kapitaal
bestemd voor de uitkering van een partnerpensioen tot 50% van het laatstgenoten pensioengevend
loon, bedoeld in artikel 18b, eerste lid, van de Wet op de loonbelasting.
3. Op de gewezen deelnemer van wie de dekking uit hoofde van een partnerpensioen wordt
voortgezet op grond van artikel 66, vierde lid, is het eerste lid van overeenkomstige
toepassing.
4. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld
met betrekking tot dit artikel.
Toelichting
Dit amendement regelt dat wanneer de pensioenregeling niet voorziet in een partnerpensioen
en de deelnemer komt te overlijden voor de pensioendatum, het tot op dat moment bestaande
vermogen of kapitaal bestemd voor de uitkering van het ouderdomspensioen van die deelnemer
wordt omgezet naar een vermogen of kapitaal bestemd voor de uitkering van een partnerpensioen.
Hierbij moet de fiscale grens van 50% van het laatstgenoten pensioengevend loon in
acht worden genomen. Als de pensioenregeling voorziet in een partnerpensioen dat minder
bedraagt dan 40% van het laatstgenoten pensioengevend loon, dan wordt het opgebouwde
ouderdomspensioen van die deelnemer aangewend voor de aanvulling van de uitkering
van het partnerpensioen tot maximaal 50% van het laatstgenoten pensioengevend loon.
Dit amendement regelt verder dat wanneer de gewezen deelnemer geen dekking uit hoofde
van een partnerpensioen (meer) heeft, het tot op dat moment bestaande vermogen of
kapitaal bestemd voor de uitkering van het ouderdomspensioen van die gewezen deelnemer
wordt omgezet naar een vermogen of kapitaal bestemd voor de uitkering van een partnerpensioen.
Ook hier moet de fiscale grens van 50% van het laatstgenoten pensioengevend loon in
acht worden genomen. Ook wordt geregeld dat wanneer van een gewezen deelnemer de dekking
van partnerpensioen, dat minder bedraagt dan 40% van het laatstgenoten pensioengevend
loon, wordt voortgezet, het opgebouwde ouderdomspensioen van die gewezen deelnemer
wordt aangewend voor de aanvulling van de uitkering tot 50% van het laatstgenoten
loon, indien de gewezen deelnemer tijdens de voortzetting overlijdt.
Omtzigt
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
P.H. Omtzigt, Tweede Kamerlid
Stemmingsuitslagen
Verworpen met handopsteken
Fracties | Zetels | Voor/Tegen |
---|---|---|
VVD | 34 | Tegen |
D66 | 24 | Tegen |
PVV | 17 | Voor |
CDA | 14 | Tegen |
PvdA | 9 | Tegen |
SP | 9 | Voor |
GroenLinks | 8 | Tegen |
PvdD | 6 | Voor |
ChristenUnie | 5 | Tegen |
FVD | 5 | Voor |
DENK | 3 | Voor |
Groep Van Haga | 3 | Voor |
JA21 | 3 | Voor |
SGP | 3 | Voor |
Volt | 2 | Tegen |
BBB | 1 | Voor |
BIJ1 | 1 | Voor |
Fractie Den Haan | 1 | Voor |
Gündogan | 1 | Voor |
Omtzigt | 1 | Voor |