Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over het toepassen van de rijkscoördinatieregeling op het project de Delta Corridor (Kamerstuk 29826-149)
2022D40448 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
De vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat heeft een aantal vragen en opmerkingen
aan de Minister voor Klimaat en Energie over de brief van 9 september 2022 betreffende
het Toepassen van de rijkscoördinatieregeling op het project de Delta Corridor (Kamerstuk
29 826, nr. 149).
De voorzitter van de commissie, Mulder
De adjunct-griffier van de commissie, Reinders
Inhoudsopgave
blz.
I
Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
2
II
Antwoord / Reactie van de Minister/Staatssecretaris
3
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie zijn blij dat het Delta Corridor project wordt opgenomen
in het Meerjarenprogramma Infrastructuur Energie en Klimaat (MIEK). Het Delta Corridor
project is belangrijk voor de verduurzaming van het industriecluster Chemelot. Daarnaast
draagt het bij aan het creëren van een gelijk speelveld voor dit cluster en versterkt
het de samenwerking met Duitsland en de Duitse chemieclusters. Dit bevordert de regionale
positie van Nederland.
De leden van de VVD-fractie vinden het van belang dat het Delta Corridor project vanaf
het begin goed wordt betrokken bij andere relevante nationale projecten en overlegstructuren.
De leden van de VVD-fractie zouden daarom graag van de Minister horen hoe dat op dit
moment wordt geregeld. Kan de Minister hierbij specifiek ingaan op hoe dit project
relateert aan de waterstofbackbone van de Gasunie?
De leden van de VVD-fractie nemen kennis van het voorstel van het kabinet om de bevoegdheid
voor ruimtelijke inpassing van de Delta Corridor in handen van het Rijk te leggen.
De leden van de VVD-fractie zien dat dit de uitvoering van het project ten goede komt.
Versnelling van het Delta Corridor project is belangrijk voor de verduurzaming van
de regio. De leden van de VVD-fractie vragen hoe ervoor wordt gezorgd dat de regio’s
en provincies voldoende betrokken blijven in het proces. Zijn er naast de voorgeschreven
coördinatieprocedures nog andere inspraakmomenten? Gezien het regionale belang van
het project vinden de leden van de VVD-fractie dat de regio’s en provincies goed aangesloten
moeten zijn.
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van onderliggende besluit betreffende
het toepassen van de rijkscoördinatieregeling op het project de Delta Corridor en
hebben daarover nog enkele vragen.
De leden van de CDA-fractie lezen dat het definitief inzetten van de rijkscoördinatieregeling
voor het Delta Corridor project onder andere nog afhangt van het uiteindelijke concrete
voorstel voor het project, gedaan door marktpartijen, de maatschappelijke kosten-batenanalyse
(MKBA) en de besluitvorming rond de voortgang van het project en de rol van het Rijk
hierin. Zij merken daarbij op dat het Delta Corridor project in een eerdere brief
werd genoemd als project van nationaal belang, omdat het de potentie heeft om een
schaalsprong te creëren voor de realisatie van klimaat- en duurzaamheidsdoelstellingen
en vanwege kansen die het project biedt voor Nederland (Kamerstuk 29 826, nr. 134).
De leden van de CDA-fractie vragen, gezien het belang van dit project, of de Minister
kan verduidelijken op welke wijze wordt besloten welke partijen aan het project mee
mogen doen en hoe een redelijke toegang zal worden gewaarborgd op het moment dat de
met het project te realiseren infrastructuur gereed is. Wordt dit geheel aan de betrokken
marktpartijen overgelaten of voorziet de Minister hierbij een rol voor de overheid?
Ook vragen deze leden de Minister om dieper in te gaan op de publieke rol bij dit
project. Deze leden lezen dat de rol van de overheid in het Delta Corridor project
met name het faciliteren van ruimtelijke inpassing en internationale samenwerking
en eventuele cofinanciering van een onrendabele top en volloop- of aanlooprisico’s
betreft. Zij vragen de Minister of een grotere publieke rol, gezien het belang van
het project, voor de hand ligt. Moeten we dit niet (meer) publiek doen?
Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie
De leden van de SP-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het besluit
over het toepassen van de rijkscoördinatieregeling op het project Delta Corridor.
Zij hebben hierover nog enkele vragen.
De leden van de SP-fractie maken zich grote zorgen dat belastinggeld in private zakken
verdwijnt en dat ligt ook bij de rijkscoördinatieregeling op de loer. Hoe wil de Minister
voorkomen dat de samenleving de lasten draagt en private ondernemers de lusten? Op
welke manier wordt ervoor gezorgd dat intellectueel eigendom en/of aangelegde infrastructuur
met publiek geld ook voor het publiek wordt ingezet?
De leden van de SP-fractie constateren dat er een MKBA gemaakt is voor het project
Delta Corridor en dat deze rond de zomer van 2022 afgerond zou zijn. Deze leden vragen
of deze analyse is afgerond en of de MKBA gedeeld kan worden met de Kamer.
De leden van de SP-fractie constateren dat de werkzaam van de rijkcoördinatieregeling
zaken behelzen als het aanvragen van vergunningen voor bedrijven. Kan de Minister
aangeven waarom deze private taak door rijksambtenaren moet worden uitgevoerd? Welke
afwegingen liggen hieraan ten grondslag en kan er een situatie van bevoordeling ontstaan
voor projecten die onder deze regeling vallen ten opzichte van initiatieven daarbuiten?
De leden van de SP-fractie vragen hoeveel capaciteit de overgenomen private taken
kosten. Kan de Minister dat uitsplitsen?
De leden van de SP-fractie vragen de Minister welke extra financiële bijdrage door
het Rijk geleverd wordt dan wel toegezegd is aan het project Delta Corridor. Deze
leden vragen de Minister om te aan te geven of deze financiële «inspanning» noodzakelijk
is voor de totstandkoming van het project en waarom dit in deze fase al is toegezegd.
II Antwoord / Reactie van de Minister/Staatssecretaris
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.H. (Agnes) Mulder, voorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat -
Mede ondertekenaar
R.D. Reinders, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.