Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg inzake openbaarmaking actieplannen en nulmetingen Open op Orde (Kamerstuk 29362-310)
2022D40427 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken hebben de onderstaande fracties
enkele vragen en opmerkingen over de brieven van de Staatssecretaris van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties d.d. 20 juli 2022 inzake Openbaarmaking actieplannen
en nulmetingen Open op Orde (Kamerstuk 29 362, nr. 310) en d.d. 12 september 2022 inzake Nazending nulmeting MIN IenW Open op Orde (Kamerstuk
29 362, nr. 311).
De voorzitter van de commissie, Hagen
De adjunct-griffier van de commissie, Muller
Inhoudsopgave
blz.
I
Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
2
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
2
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
3
Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie
3
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-fractie
4
II
Antwoord/ reactie van de Staatssecretaris
4
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de brieven
met bijlagen van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
d.d. 20 juli jl. en 12 september jl. Graag willen deze leden de Staatssecretaris hierover
een aantal vragen stellen.
Allereerst merken de leden van de VVD-fractie op dat een goede informatievoorziening
en een goede informatiehuishouding van groot belang is. Uit de actieplannen blijkt
dat niet alle ambities met de beschikbare middelen gerealiseerd kunnen worden. Kan
in het algemeen worden aangegeven welke ambities niet gerealiseerd kunnen worden met
de beschikbare middelen? Is er daarbij een rangorde aan te brengen in de ambities
die daadwerkelijk gerealiseerd moeten worden met het oog op een goede informatievoorziening
en een goede informatiehuishouding, en ambities die wellicht minder urgent zijn? Welke
prioritering wordt aangebracht en op welke gronden? Graag krijgen zij een reactie
van de Staatssecretaris.
In de brief van 20 juli jl. wordt aangegeven dat er een verschil is tussen het beschikbare
budget voor de verbetering van de informatiehuishouding en het aangevraagde budget.
Het totaal aangevraagde budget voor de looptijd is 1.435 miljoen euro, waarvan er
787 miljoen euro tot en met het jaar 2026 beschikbaar is. Het gaat hier om een niet
onaanzienlijk verschil, zo constateren de leden van de VVD-fractie. Daarnaast hebben
nog niet alle Rijksorganisaties hun totaal verwachte investering in hun actieplan
opgenomen. Het is dus niet ondenkbaar dat dit verschil nog verder zal toenemen. Deze
leden vragen of ervoor wordt gezorgd dat het proces qua financiën beheersbaar blijft.
In 2026 stopt het Rijksbrede programma Open op Orde, maar ook na 2026 is voorzien
in structurele gelden voor het op orde houden van de informatiehuishouding en informatievoorziening.
Hoe reëel is het om dat programma in 2026 te stoppen als in de jaren vanaf 2026 ook
nog voorzien is in structurele gelden, zo vragen de leden van de VVD-fractie?
In hoofdstuk 2.1 van het «Programma BZK Transparant» d.d. 27 januari 2022 wordt gesteld
dat doorzettingsmacht nodig is. Wat wordt in dit geval onder «doorzettingsmacht» verstaan
en waar wordt die doorzettingsmacht belegd? Graag krijgen deze leden een reactie van
de Staatssecretaris.
Elk departement is verantwoordelijk voor zijn eigen informatievoorziening en informatiehuishouding.
Het ligt in de lijn der verwachtingen dat de departementen tegen dezelfde soort problemen
aanlopen. Hoe wordt ervoor gezorgd dat de departementen niet allemaal opnieuw het
wiel hoeven uit te vinden, leren van elkaars oplossingen en er meer generieke oplossingen
komen, zo vragen de leden van de VVD-fractie.
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie vinden het belangrijk dat de departementen voldoende financiële
middelen en capaciteit hebben om de ambities uit de actieplannen Open op Orde daadwerkelijk
te kunnen realiseren. Deze leden hebben uit de brief van de Staatssecretaris d.d.
20 juli vernomen dat het huidige budget ontoereikend is en dat een latere realisatie
van de niet-geprioriteerde maatregelen in de lijn der verwachtingen is. Deze leden
hebben daarom met gemengde gevoelens kennisgenomen van de genoemde actieplannen en
nulmetingen Open op Orde, en willen de Staatssecretaris nog een vraag voorleggen.
De leden van de D66-fractie willen weten hoe de voortgang van de informatiehuishouding
zich verhoudt tot de voortgang van de nog te behandelen Archiefwet 2021. Deze leden
vragen aan de Staatssecretaris of zij in de brief met het geactualiseerde Generieke
Actieplan Open op Orde – dat in het vierde kwartaal wordt toegezonden naar de Kamer
– ook kan toelichten wat de stand van zaken is van de behandeling van het wetsvoorstel
Archiefwet 2021.
Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie
De leden van de SP-fractie hebben de nulmetingen met betrekking tot het project Open
op Orde gelezen en hebben hierover nog enkele vragen en opmerkingen. De informatiehuishouding
binnen de rijksoverheid dient op orde te zijn. Dat hier in de afgelopen jaren te weinig
waarde aan gehecht is, heeft grote gevolgen gehad voor mensen. Deze leden zijn er
echter nog onvoldoende van overtuigd dat dit kabinet doordrongen is van het belang
hiervan. De plannen zoals meegestuurd tonen volgens hen een gebrek aan onderlinge
samenhang en afstemming. Delen de Staatssecretaris en de Minister deze mening en zo
ja, kunnen zij aangeven wat zij hierop ondernemen? Kunnen zij aangeven waarom de brief
is ondertekend door de Staatssecretaris terwijl de Minister verantwoordelijk is voor
de rijksoverheid?
De leden van de SP-fractie vragen de Minister waarom over de plannen van het Ministerie
van Justitie en Veiligheid het volgende vermeld staat: «De doelstellingen van alle
initiatieven moeten verbonden zijn met de visie van JenV dat een goed functionerende
overheid begint bij volledige, betrouwbare en transparante overheidsinformatie»? Gelden
deze uitgangspunten niet voor andere ministeries? Kunnen deze leden hieruit opmaken
dat er per ministerie andere uitgangspunten gelden? Waarom is er niet gekozen voor
Rijksbrede uitgangspunten? Het lijkt deze leden zinloos en te kostbaar om elk ministerie
dezelfde open deur in te laten trappen of hetzelfde wiel uit te laten vinden. Daarbij
is, door de verschillende uitgangspunten, het controleren van deze plannen ingewikkeld.
Is de Staatssecretaris bereid meer uniformiteit in dit project aan te brengen? Zo
nee, waarom niet?
De leden van de SP-fractie vragen de Minister en de Staatssecretaris nader in te gaan
op de redenen waarom het bedrag dat is uitgetrokken voor het project Open op Orde
niet toereikend zou zijn en zelfs bijna verdubbeld dient te worden om aan de vraag
te voldoen? Kunnen de Minister en de Staatssecretaris aangeven waarom er 787 miljoen
euro voor het project is uitgetrokken en de kosten nu al zijn gestegen naar 1435 miljoen
euro? Kan er een uitgesplitste begroting en de aangebrachte mutaties worden gestuurd?
Deze leden willen daarbij ook helder aangegeven zien welke posten nieuw zijn of welke
eerder onder ander beleid vielen.
De leden van de SP-fractie vragen of de Staatssecretaris nader in kan gaan op hoe
er wordt toegezien dat de nulmetingen uitgaan van de juiste aannames en wettelijke
grondslagen zoals de Archiefwet en de Wet Open Overheid? Zo lezen deze leden bijvoorbeeld
in de nulmeting van haar eigen ministerie over een Rijksbrede visie op openbaarmaking
van informatie: «Het is duidelijk welke informatie bewaard moet blijven en duurzaam
toegankelijk moet zijn en voor hoe lang. Dit geldt zowel voor traditionele tekstdocumenten
als andere vormen van digitale informatie, en de bijbehorende procesinformatie (zoals
aantekeningen en handtekeningen). Er zijn instrumenten beschikbaar om onderzoek te
doen in grote hoeveelheden informatie. Nieuwe ontwikkelingen worden op de voet gevolgd
zodat tijdig duidelijk is welke maatregelen nodig zijn om informatie toegankelijk
te houden». Inmiddels heeft de Inspectie Overheidsinformatie en Erfgoed immers geconcludeerd
dat de richtlijnen van het ministerie in strijd zijn met de Archiefwet. Hoe wordt
met dit soort inzichten omgegaan in het kader van dit project? Deze leden ontvangen
daarover vraag een reflectie.
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-fractie
De leden van de GroenLinks-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de
actieplannen nulmetingen «Open op Orde». Deze leden zijn blij dat de rijksoverheid
werk maakt van het verbeteren van de informatiehuishouding. Zij constateren evenwel
dat er nog heel veel werk te verzetten is alvorens de informatiehuishouding van de
rijksoverheid daadwerkelijk op orde is. Zij maken zich dan ook zorgen als zij in de
brief van de Staatssecretaris lezen dat er veel meer middelen nodig zijn om de ambities
te realiseren. Zij zijn daarom zeer benieuwd naar het geactualiseerde Generieke Actieplan
«Open op Orde» dat in het vierde kwartaal naar de Kamer wordt gestuurd.
Voor dit moment hebben de leden van de GroenLinks-fractie enkele vragen aan de Staatssecretaris.
Allereerst willen deze leden graag weten hoe het kan dat de budgetten zo afwijken
van de benodigde middelen om de ambities te realiseren. Kan de Staatssecretaris aangeven
op grond van welke informatie gekomen is tot het bedrag van 787 miljoen euro voor
de periode 2021–2026? De Staatssecretaris schrijft in de brief dat het feit dat er
minder budget beschikbaar is ertoe leidt dat «bij meerdere organisaties tot een stevige
prioritering en een latere realisatie van de niet-geprioriteerde maatregelen». Kan
de Staatssecretaris aangeven op grond van welke criteria wordt bepaald hoe er wordt
geprioriteerd en op basis waarvan bepaalde realisatie in de tijd naar achter wordt
doorgeschoven? Hoe zorgt de Staatssecretaris ervoor dat niet iedere overheidsinstantie
een eigen prioritering maakt die ertoe leidt dat verschillende instanties die nauw
met elkaar samenwerken langs elkaar heen gaan werken?
Tot slot hebben de leden van de GroenLinks-fractie nog de vraag op welke wijze de
Staatssecretaris de doelen uit het coalitieakkoord die samenhangen met het verbeteren
van de informatiehuishouding denkt te kunnen bewerkstelligen? Kan de Staatssecretaris
concreet per doelstelling aangeven wat de effecten zijn van het feit dat er op dit
moment onvoldoende budget beschikbaar is?
II Antwoord/Reactie van de Staatssecretaris
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.B. Hagen, voorzitter van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken -
Mede ondertekenaar
S.R. Muller, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.