Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over de geannoteerde Agenda Landbouw- en Visserijraad van 18 juli 2022
2022D30856 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit hebben de onderstaande
fracties de behoefte vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister van Landbouw,
Natuur en Voedselkwaliteit over de geannoteerde agenda van de Landbouw- en Visserijraad
op 18 juli (Kamerstuk 21 501-32, nr. 1452). De volledige agenda is opgenomen aan het einde van het verslag.
De voorzitter van de commissie, Geurts
De griffier van de commissie, Jansma
Inhoudsopgave
Blz.
I
Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
2
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
2
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
2
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie
3
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-fractie
5
Vragen en opmerkingen van de leden van de PvdD-fractie
6
Vragen en opmerkingen van de leden van de CU-fractie
9
Vragen en opmerkingen van het lid van de BBB-fractie
11
II
Antwoord / Reactie van de Minister
13
III
Volledige agenda
13
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda voor de
aankomende landbouw- en visserijraad. Deze leden hebben daarbij nog enkele vragen.
De leden van de VVD-fractie spreken hun waardering uit voor het feit dat het nieuwe
Tsjechische voorzitterschap prioriteit legt bij het duurzaam gebruik van gewasbeschermingsmiddelen.
Deze leden spreken hun zorgen uit over het behalen van de doelen in 2030, aangezien
de toelating van nieuwe middelen vertraging oploopt bij de European Food Safety Authority
(EFSA) en het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden
(Ctgb). Deelt de Minister deze zorg? Zo ja, wat gaat hij daaraan doen? Zo nee, waarom
niet? Hoe gaat de Minister er voorts voor zorgen dat ook andere lidstaten hun verantwoordelijkheid
nemen ten aanzien van de toelating van nieuwe middelen?
De leden van de VVD-fractie vragen de Minister hoe boeren zich moeten voorbereiden
op het insturen van hun aanpak voor de gecombineerde opgave begin volgend jaar, als
de eco-regelingen van het Nationaal Strategisch Plan (NSP) nog niet zijn vastgesteld.
Hoeveel flexibiliteit zal er voor de landbouwpraktijk zijn om tussentijds bij te sturen
en afwegingen te maken?
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben met veel interesse kennisgenomen van de agenda
voor dit overleg. Deze leden hebben hier nog enkele vragen over.
Gewasbeschermingsmiddelen
De leden van de D66-fractie hebben met veel interesse kennisgenomen van het ambitieuze
voorstel van de Europese Commissie om het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen te
halveren in 2030. Deze leden ondersteunen de lijn om chemische middelen en de meest
risicovolle pesticiden sterk terug te dringen, ten behoeve van de impact op het milieu,
de biodiversiteit en de menselijke gezondheid. Kan een uiteenzetting worden gegeven
van hoe het Europese beleid verschilt van wat Nederland op nationaal beleid heeft
voorgenomen? Deze leden lezen dat de Minister zal pleiten voor een kritische beoordeling
van het voorstel met studievoorbehoud. Kan worden aangegeven over welke aspecten Nederland
zich specifiek kritisch zal uitlaten? Op welk onderdeel of welke onderdelen van het
voorstel zou de regering een studievoorbehoud willen maken? Wanneer wordt het BNC-fiche
verwacht?
Ontbossingsstrategie
De leden van de D66-fractie betreuren het dat verschillende voorstellen van Nederland
om de ontbossingsstrategie ambitieuzer te maken niet zijn meegenomen in het akkoord
van de Raad. Kan de Minister aangeven of hij nog mogelijkheden ziet om deze wensen
later gedurende het onderhandelingsproces in Brussel alsnog in te brengen? Zo ja,
wanneer? Zo nee, waarom niet? Hoe verwacht de Minister dat het Europees Parlement
zich zal opstellen over de uitbreiding van het voorstel? Welke afspraken zijn er concreet
gemaakt met betrekking tot het beter verankeren van mensenrechten en samenwerking
met producerende landen?
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de achterliggende stukken voor
het schriftelijk overleg over de Landbouw- en Visserijraad van 18 juli 2022 en hebben
nog enkele vragen.
Ontbossingsvrije producten
Kan de Minister een inschatting maken van de positie die het Europese Parlement zal
innemen ten aanzien van het voorstel betreffende ontbossingsvrije producten? Op welke
manier gaat de Minister de voorstellen die Nederland heeft gedaan ten aanzien van
ontbossingsvrije producten alsnog inbrengen?
Gedachtewisseling over de ontwikkelingen op de landbouwmarkten
De leden van de CDA-fractie vinden het goed en noodzakelijk dat de Europese Commissie
de marktsituatie nauwgezet monitort, temeer omdat Nederland afhankelijk is van import
van voedsel en grondstoffen en zonder import zelfs niet genoeg voedsel heeft om de
Nederlandse bevolking te kunnen voeden.1Kortom, de voedselzekerheid in Nederland is voor een aanzienlijk deel afhankelijk
van wat er in het buitenland gebeurt. Is de Minister hiervan op de hoogte en op welke
manier wordt onze onafhankelijkheid ten opzichte van het buitenland zo klein mogelijk
gemaakt? Deze leden lezen dat de Commissie eerder al stelde dat een reeks maatregelen
ervoor zou moeten zorgen dat de voedselzekerheid wereldwijd verhoogd wordt. Wat voor
rol is hierin weggelegd voor Nederland? Ook wordt gesteld dat landbouwers en consumenten
moeten worden gesteund voor de stijgende kosten voor onder meer energie en meststoffen.
Is de Minister het met deze uitspraak eens? Zo ja, waarom is het dan in Nederland
tot op heden niet of nauwelijks mogelijk om de boeren, tuinders en vissers financieel
te steunen? Op welke manier neemt de Minister de internationale concurrentiepositie
en het vestigingsklimaat van Nederland voor tuinders, vissers en boeren mee in beleidsvorming?
GLB- Nationaal Strategische Plannen
De leden van de CDA-fractie benadrukken nogmaals het belang van een snelle goedkeuring
en steunen de uitspraak van de Minister waarin hij zegt van mening te zijn dat de
goedkeuring zich moet focussen op het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) en niet
op de bredere inzet die Nederland heeft voor het nationale beleid.
Gewasbeschermingsmiddelen
Het voorstel voor het verminderen van gewasbeschermingsmiddelen met 50% op EU-niveau
is zeer ambitieus, vooral omdat de toelating van alternatieven erg langzaam verloopt,
zo merken de leden van de CDA-fractie op. Een voorwaarde voor het halen van de doelen
is dat de toelatingsprocedure van alternatieve middelen sneller verloopt en moderne
veredelingstechnieken snel worden toegestaan. Wat wordt de inzet van de Minister op
dit punt? Is de Minister het met deze leden eens dat de chemische middelen beschikbaar
moeten blijven totdat er bewezen effectieve en betaalbare alternatieven beschikbaar
zijn? Heeft de Minister de gevolgen op bedrijfsniveau in beeld? Heeft de Minister
ook de politieke gevoeligheden als gevolg van het voorstel voor 50% reductie in beeld,
zoals de opbrengstenderving die dit mogelijk tot gevolg heeft (in relatie tot de voedselzekerheid
die momenteel onder druk staat)? Ook kan het zo zijn dat de voedselprijzen in de EU
nog meer stijgen als gevolg van het voorstel, waardoor mogelijk meer vanuit niet-EU-landen
wordt geïmporteerd, daar waar lagere eisen zijn op het gebied van duurzaamheid en
gewasbeschermingsmiddelen. Wat wordt de inzet van de Minister op beide punten? Welke
(mogelijk negatieve) gevolgen voorziet de Minister nog meer? Deelt de Minister de
mening van deze leden dat het gaat om het terugdringen van de milieubelasting van
de chemische gewasbeschermingsmiddelen in plaats van het terugdringen van het gebruik
van chemische gewasbeschermingsmiddelen? Zo ja, wat wordt de inzet van de Minister
in de komende Landbouw- en Visserijraad op dit punt? Is de Minister bereid om voor
te stellen om uit te gaan van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen per kilogram
geoogst product in plaats van per hectare? Is de Minister daarnaast ook bereid om
te pleiten voor een langere referentieperiode dan de voorgestelde 2015-2017?
Conclusies van de Raad over strategische richtsnoeren voor aquacultuur
In de raadsconclusies vragen EU-lidstaten om maatregelen van de Commissie ter ondersteuning
van de aquacultuursector, zo lezen de leden van de CDA-fractie. Inmiddels is bekend
dat er een miljard euro wordt vrijgemaakt uit het vorige visserijfonds (EMFF) om visserijbedrijven
te ondersteunen. Uit EU-ramingen blijkt dat als de brandstofprijzen op dit niveau
blijven, de vissersvloot van de EU 27,3 miljard euro misloopt, waardoor de duurzaamheid
van de vloot in gevaar komt. Ook in Nederland is de situatie in de visserij kritiek.
Deze leden gaan er dan ook van uit dat de Minister met grote spoed gebruik zal maken
van de regeling(en) om vissers financieel te ondersteunen. Graag ontvangen zij een
toezegging en een concrete planning van de Minister dienaangaande.
Herziening van de EU-verordening dierenwelzijn bij transport (AOB)
De leden van de CDA-fractie lezen dat in het eindrapport over de herziening van de
EU-verordening allerlei aanbevelingen genoemd worden om het dierenwelzijn bij transport
te verhogen. Kan de Minister reflecteren op de aanbevelingen? Wat wordt de inzet van
de Minister ten aanzien van de aanbevelingen en houdt hij hierbij rekening met de
praktische uitvoerbaarheid en verhoogde kosten die dit mogelijk met zich meebrengt?
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-fractie
De leden van de GroenLinks-fractie hebben kennisgenomen van de stukken op de agenda
voor dit schriftelijk overleg en hebben hier nog enkele vragen en opmerkingen over.
De leden van de GroenLinks-fractie maken zich zorgen over de vele problemen en uitdagingen
die de oorlog in de Oekraïne ook in andere landen veroorzaakt. Met name de stijgende
voedselprijzen zijn een groot probleem voor MENA-landen (landen in het Midden-Oosten
en Noord-Afrika) die afhankelijk zijn van import. De inspanningen van de EU om hierop
te reageren met een hogere eigen productie of een vermindering van de eigen vraag
door bijvoorbeeld minder biobrandstoffen of diervoeders, is verwaarloosbaar. Daarmee
heeft Europa en Nederland een verwijtbaar aandeel in de honger elders en in de mogelijke
sociale onrust die dit gaat veroorzaken. De oorlog heeft ook gevolgen voor boeren
in Nederland, met name in de sectoren die veel energie en kunstmest verbruiken en
de sectoren die veel granen voor diervoeders verwerken of gebruiken. Dat zijn in de
meeste gevallen dezelfde sectoren van de landbouw die omwille van het klimaat en de
natuur hun energieverbruik en andere emissies moeten beperken. Om nu deze sectoren
met extra subsidies in staat te stellen te blijven vervuilen, is het paard achter
de wagen spannen. Hoge energieprijzen zouden juist een stimulans moeten zijn om zuiniger
met energie om te gaan. De bedrijven die eerder op energiezuinige technieken zijn
overgestapt krijgen hierdoor een terecht concurrentievoordeel. De EU stelt voorwaarden
aan een extra uitkering, maar de geannoteerde agenda gaat hier niet verder op in.
Is het zo dat het geld alleen voor klimaatvriendelijke productiemethoden gebruikt
mag worden, of is het inkomenssteun voor boeren die reeds klimaatvriendelijk werken?
En wat is dan klimaatvriendelijk? Waarom is daarmee niet de gehele veehouderij uitgesloten,
of minimaal alle veehouders uit veenweidegebieden en rundvee, pluimvee en varkenshouders
die niet grondgebonden werken? Hoe worden de andere criteria toegepast? Sluit dit
aan bij een bestaande systematiek? Waarom zou het steunbedrag verdeeld moeten of kunnen
worden onder alle (of een derde) van alle glastuinbouwbedrijven als slechts een heel
klein deel hiervan klimaat- en milieuvriendelijk werkt?
De leden van de GroenLinks-fractie vragen wat nog de waarde van het NSP is nu Nederland
op basis van de stikstofplannen en budgetten de veehouderij grondig gaat saneren en
tegelijkertijd de niet-verlengde derogatie voor een enorme afname van de veestapel
zal zorgen. Wat is nou nog de waarde van het NSP? Moet er niet een nieuw plan komen?
Met het begeleiden van de transitie en het einde van de intensieve veehouderij als
beleidsdoel? Hoe kan het dat het GLB wordt beschouwd als onvoorwaardelijk en de Minister
het los wil zien van het bredere beleidsdoel? Horen de middelen niet hetzelfde doel
te versterken? Is het niet redelijk dat de EU niet alleen wil weten wat er met het
EU-geld gebeurt maar ook hoe dit bijdraagt aan alle doelen en dus hoe het hele beleid
eruit ziet?
Wat de gewasbeschermingsmiddelen betreft, zijn de leden van de GroenLinks-fractie
van mening dat we zonder voorbehoud moeten streven naar een stevige afname van het
gebruik ervan. Deze leden steunen initiatieven voor strengere keurings- en toepassingsregels.
De vrees dat extra eisen aan de toepassing leidden tot minder gebruik, kan geen vrees
zijn, dat is immers een doel. Nederland, een van de grootverbruikers van landbouwgif
én het land met de slechtste waterkwaliteit, zou strengere toepassingsnormen juist
moeten toejuichen. Deze leden hopen dat de Minister zijn verantwoordelijkheid neemt
en de kant kiest van een gifvrije toekomst
Vragen en opmerkingen van de leden van de PvdD-fractie
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie hebben kennisgenomen van de stukken
op de agenda van dit overleg en hebben nog vragen en opmerkingen.
Landbouwgif
Tijdens deze Landbouw- en Visserijraad zal het voorzitterschap de lidstaten vragen
hoe zij de nieuwe Verordening inzake duurzaam gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
beoordelen. Waarom geeft de Minister aan voornemens te zijn om te pleiten voor een
kritische beoordeling van het voorstel? Kan hij eenduidig uitleggen wat hij hiermee
bedoelt? Op welke manier is hij kritisch en op welke punten? Kan hij uitleggen wat
de implicaties zijn van het maken van een studievoorbehoud?
In het commissiedebat Visserij en tuinbouw van 6 juli 2022 heeft het lid van de fractie
van de Partij voor de Dieren gevraagd of de Nederlandse inzet is om per lidstaat meerdere
onderhandelaars (en waarnemers) te hebben om in Brussel over dit voorstel te onderhandelen.
Zo kan het dossier door meerdere ministeries/beleidsterreinen gedragen worden, dus
naast LNV ook VWS en I&W. Tijdens het debat heeft de Minister geen antwoord gegeven
op deze vraag. Kan de Minister alsnog antwoorden wat de Nederlandse positie is ten
aanzien van het aantal onderhandelaars? Kan hij daarnaast aangeven wanneer dit besproken
is of wordt in een COREPER-vergadering?
GLB-NSP
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie merken op dat het directoraat-generaal
Milieu van de Europese Commissie er in een gelekte brief2 op wijst dat het Nederlandse NSP voor het GLB nog grote tekortkomingen kent voordat
de EC het plan kan goedkeuren. Zo zijn onder andere de conditionaliteiten nummers
4 en 6 (voor bufferstroken en bodembedekking) niet in lijn met de Europese Verordening.
Gaat de Minister deze GLMC’s aanpassen aan de minimale Europese voorwaarden, om zo
een gelijk speelveld te creëren voor alle Europese boeren? Zo nee, waarom niet? Kan
hij uitleggen wat de mogelijke consequenties daarvan zijn?
Ook noemt het DG Milieu de Nederlandse doelen voor biologische landbouw «notoir laag».
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie beamen dat en vinden het doel voor slechts
5% biologische landbouw in 20273 (terwijl het Europese doel op 25% in 2030 staat) bijna beschamend. Waarom wil de
Minister dat Nederland zó achter blijft lopen in de EU als het gaat om biologische
landbouw? Graag ontvangen deze leden daar een reactie op. Zij roepen de Minister op
om het doel voor zowel biologische productie als consumptie flink te verhogen en Nederlandse
boeren hiermee perspectief te bieden op een duurzaam verdienmodel. Tevens roepen zij
de Minister op om volledige en correcte aanpassingen te maken aan het concept-NSP
om deze in lijn te brengen met de afspraken die op Europees niveau gemaakt zijn op
sociaal en ecologisch vlak, en de pogingen om hier onderuit te komen direct te staken.
Ontbossingsverordening
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie lezen dat er een akkoord is over de
Raadspositie met betrekking tot de Ontbossingsverordening. Nederland geeft aan dat
het in het bijzonder succes heeft behaald met het beter verankeren van mensenrechten
en samenwerking met producerende landen. Kan de Minister nader toelichten hoe mensenrechten
beter zijn verankerd en welke afspraken hierover binnen de Raad zijn gemaakt?
Strategische richtsnoeren voor aquacultuur: Raadsconclusies
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie merken op dat Europa een toekomst ziet
voor viskwekerijen binnen een «duurzaam» voedselsysteem. Hierbij wijzen deze leden
erop dat een kweekvissector niet duurzaam kan zijn wanneer er visetende vissen worden
gekweekt op basis van vis, afkomstig uit zeeën en oceanen. Dit stimuleert namelijk
dat er meer wordt gevist, met als gevolg overbevissing. Bovendien is veel vismeel,
bestemd als voer voor de aquacultuur, afkomstig uit wateren rondom Afrika, waar de
vis weg wordt gevangen van de lokale bevolking om dan hier te gebruiken als voer in
de aquacultuur. Hiermee stimuleert vismeel voor de viskwekerijen niet alleen overbevissing,
maar verstoort het ook lokaal voedselaanbod. Is de Minister ervan op de hoogte dat
20 tot 25 procent van alle uit het wild gevangen vissen wordt gebruikt om vismeel
en visolie te maken?4 In hoeverre acht de Minister de praktijk van het vangen van vissen uit het wild om
deze te voeren aan vissen in viskwekerijen duurzaam? Beaamt de Minister dat een «duurzame
viskwekerij» betekent dat er geen vis uit het wild gevangen wordt om die vervolgens
als visvoer in de viskwekerij te voeren? Zo nee, waarom niet? Zo ja, in hoeverre steunt
de Minister het uitfaseren van de fok en kweek van visetende vissoorten, zodat uiteindelijk
geen uit het wild gevangen vis gevoerd wordt aan viskwekerijen? Is de Minister het
eens dat Europese viskwekerijen, zolang deze nog visetende soorten houden, geen vismeel
zouden moeten gebruiken dat afkomstig is uit wateren van ontwikkelingslanden? Zo nee,
waarom niet? Zo ja, wat is de Minister voornemens hieraan te ondernemen?
Vissenwelzijn
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie maken zich zorgen over grote aantasting
van het welzijn van dieren die gehouden worden in Europese viskwekerijen, tijdens
het kweken, houden, transporteren en het slachten van deze dieren. Heeft de Minister
kennis genomen van deze welzijnsproblemen en van het rapport «Fish Welfare in European
Aquaculture»5 van Eurogroup for Animals? Zo ja, wat is de reactie van de Minister op het rapport?
Is de Minister van mening dat deze welzijnsproblemen, die ontstaan door onder andere
slechte waterkwaliteit, hoge visdichtheid, het houden van vissen in kooien en pijnlijke
slachtmethodes, aangepakt moeten worden? Is de Minister van mening dat enkel het vrijblijvend
toepassen van «beste praktijken» tot nu toe niet heeft gezorgd voor verbetering van
dierenwelzijn in de Europese viskwekerijen? Gaat de Minister zich inzetten voor bindende
regelgeving op het gebied van dierenwelzijn in de visserij en in viskwekerijen? Zo
nee, waarom niet? Zo ja, per wanneer en hoe gaat de Minister dit actief in Europa
aankaarten? Is de Minister van mening dat het aankomend Europese verbod op het houden
van dieren in kooien tevens moet gelden voor zalm en andere vissen en zal hij zich
hier in EU-verband voor inzetten? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe gaat de Minister
zich hiervoor hard maken? Gaat de Minister zich inzetten voor het verplicht toepassen
van adequate slachtmethodes die ervoor zorgen dat vissen onmiddellijk bewusteloos
en ongevoelig voor pijn zijn op het moment van slacht? Zo nee, waarom niet? Zo ja,
hoe gaat de Minister zich hiervoor inzetten?
Octopussen
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie merken verder op dat momenteel ‘s werelds
eerste octopuskwekerij op Gran Canaria wordt gebouwd. Deze leden vinden dat de octopus
helemaal niet thuishoort in een kwekerij. Octopussen zijn hyperintelligente dieren,
die solitair leven. In kale massale kwekerijen is er geen enkele ruimte voor hun natuurlijke
gedrag. Bovendien moeten octopussen gevoed worden met andere vissen en bestaat er
geen methode om de dieren pijnloos te doden. Kortom, het bouwen van een octopuskwekerij
is een zeer dieronvriendelijk en niet-duurzaam plan en zou volgens deze leden verboden
moeten worden. Is de Minister ervan op de hoogte dat octopussen vissen eten en in
gevangenschap gevoerd moeten worden met vismeel en visolie? Deelt de Minister de zorg
dat het starten van octopuskwekerijen bijdraagt aan verdere biodiversiteits- en voedselzekerheidsproblemen
in West-Afrika, zoals beschreven in het rapport «Octopus factory farming: a recipe
for disaster?»6 van Compassion in World Farming? Deelt de Minister de conclusie uit dit rapport dat
het openen van octopuskwekerijen niet compatibel is met de Strategische richtsnoeren
voor een duurzamere en concurrerendere EU-aquacultuur (SAGs) omdat deze richtlijnen
de reductie van vismeelgebruik nastreven en octopuskwekerijen juist een toename van
vismeelgebruik veroorzaken? Deelt de Minister de conclusies uit het rapport dat octopussen
niet geschikt zijn om gehouden te worden in kwekerijen, omdat dit leidt tot ernstige
verstoring van hun welzijn? Is de Minister het er verder mee eens dat een octopuskwekerij
niet thuishoort in een «duurzame aquacultuurstrategie»? Zo nee, waarom niet en op
basis van welk onderzoeksgegevens over het welzijn en het natuurlijk gedrag van octopussen
baseert de Minister zijn goedkeuring? Zo ja, is de Minister bereid in Europa actief
te pleiten tegen de komst van octopuskwekerijen?
Aalscholvers
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie merken op dat in de «Strategische richtsnoeren
voor een duurzamere en concurrerendere EU-aquacultuur» wordt verwezen naar co-existentie
van viskwekerijen en aalscholvers, die worden aangetrokken door de viskwekerijen.
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie lezen verder dat mogelijke economische
schade door aalscholvers en andere beschermde vogels en roofdieren aan de orde zal
komen en zijn bezorgd over het feit dat afschot van aalscholvers als optie wordt gezien
in het document «INTERCAFE Cormorant Management Toolbox»7, gepubliceerd op de website van de Europese Commissie. Klopt het dat afschot van
aalscholvers een optie is? Zo ja, wat is de positie van Nederland hieromtrent? Welke
andere voorstellen worden er gemaakt in het document om mogelijke economische schade
te voorkomen? Welke voorstellen steunt Nederland? Deelt de Minister de opvatting dat
viskwekerijen economische schade dienen te voorkomen door het nemen van preventieve,
diervriendelijke en dus niet-dodelijke maatregelen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe
gaat de Minister er in Europa voor zorgen dat er ingezet wordt op het voorkomen van
economische schade in plaats van beschermde dieren te schieten? In antwoord op eerdere
vragen van deze leden gaf de Minister aan geen aanleiding te zien om verandering te
brengen in de beschermde status van de aalscholver. Kan de Minister daarom toezeggen
dat hij zich in Europees verband inzet voor handhaving van de beschermde status van
de aalscholver onder de Europese Vogelrichtlijn en tegen het afschieten van aalscholvers?
Import van kangoeroeproducten
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie vragen tot slot naar de stand van zaken
met betrekking tot de aangenomen motie van het lid Wassenberg die de regering oproept
om de toegang van omstreden producten zoals kangoeroevlees tot de Europese markt aan
te kaarten bij de Europese Commissie (Kamerstuk 21 501-32, nr. 1376). De Minister maakte eerder duidelijk dat hij de zorgen over de gruwelijke jacht
op kangoeroes in Australië deelt. Toch worden er ook in Nederland nog altijd kangoeroeproducten
op de markt gebracht en speelt de EU als de grootste importeur van kangoeroevlees
en kangoeroeleer een grote rol bij het in stand houden van de jacht. Deze leden wijzen
de Minister op het plan van de Europese Commissie om bij de import van producten gelijke
productiestandaarden te eisen van niet EU-landen.8 Kan de Minister bevestigen dat dit mogelijkheden geeft om EU-normen voor dierenwelzijn
te laten gelden voor geïmporteerde dierlijke producten, zonder dat dit in strijd is
met juridische bepalingen van de Wereldhandelsorganisatie (WTO)? Welke mogelijkheden
ziet de Minister hierbij voor het weren van kangoeroeproducten van de Europese markt
en hoe gaat hij zich hier voor inzetten?
Vragen en opmerkingen van de leden van de CU-fractie
De leden van de fractie van de ChristenUnie hebben kennisgenomen van de geannoteerde
agenda voor de Landbouw- en Visserijraad van 18 juli en andere brieven van de Minister.
Alvorens deze leden overgaan tot het meegeven van enkele punten voor de raad zelf,
willen zij stilstaan bij derogatie en visserij in EU-verband.
De leden van de ChristenUnie-fractie vernemen zorgwekkende berichten van de Minister
en via de media over het voortzetten van de derogatie voor Nederland. Deze leden zijn
vóór behoud van de derogatie, met het oog op gezonde bodem, duurzaam landgebruik,
milieu en klimaat en gezonde melkveehouderijen. Aangezien de Minister de Kamer de
afgelopen maanden meermaals op de hoogte heeft gesteld van de beroerde stand van zaken
komt dit niet als een verassing. Wil de Minister zich blijven inzetten voor zoveel
mogelijk behoud van de derogatie? Verlies hiervan kent veel nadelen die ook de Minister
zelf noemt in zijn brieven, zoals stijging in het gebruik van kunstmest, omzetting
van blijvend grasland naar bouwland, meer maïsteelt en groter risico op mestfraude.
Het gebrek aan integraliteit bij de Europese Commissie wanneer het gaat om de transitie
naar een landbouwmodel dat vol te houden is frustreert deze leden. Wil de Minister
blijven hameren op een integraal gesprek met de Commissie, waarbij derogatie, het
actieprogramma Nitraatrichtlijn, klimaat en boer-tot-bord-strategie én bescherming
van de Natura 2000-gebieden gezamenlijk bekeken worden, zodat niet versmalling van
de norm bij het ene vlak, bijvoorbeeld op derogatie, gaat zorgen voor problemen op
een ander vlak, zoals klimaat? Bovendien zou het zo moeten zijn dat een transitie
aangejaagd door natuurbescherming, de andere uitdagingen, te weten water, klimaat
en luchtkwaliteit, maximaal mee kan nemen. Wil de Minister er in gesprek met collega’s
op wijzen dat goed landbouwbeleid niet alleen voedsel- of natuurbelangen beschermt,
maar ook sociaal-culturele belangen?
De leden van de ChristenUnie-fractie zouden ook dit bezoek aan Brussel van de Minister
willen aangrijpen om nogmaals in te gaan op de noodsituatie in de Nederlandse visserijsector.
Wil de Minister blijven knokken voor brandstofsteun uit het Brexit Adjustment Reserve
(BAR) en in Europa benadrukken dat een gelijk Europees speelveld ook gelijke doorlooptijden
van procedures zou moeten betekenen? Wil hij bovendien inzetten op een Europese, gezamenlijke
verduurzamingsstrategie van met name de kottervloot, waarvoor puls-technologie, zeker
gezien de brandstofcrisis, dé uitkomst kan bieden?
De leden van de ChristenUnie-fractie vernemen dat op de Landbouw- en Visserijraad
gesproken zal worden over het Tsjechische EU-voorzitterschap, ontbossingsvrije producten,
ontwikkeling op de landbouwmarkten, het proces rondom de NSP’s, gewasbeschermingsmiddelen,
strategische richtsnoeren voor aquacultuur en diertransporten. Deze leden willen de
Minister hier nog enkele zaken over meegeven. Ten aanzien van ontbossing zijn verschillende
voorstellen van Nederland niet meegenomen in het akkoord van de Raad. Wil de Minister
deze alsnog onder de aandacht van de LenV-raad en Commissie brengen? Niet alleen bossen
staan onder druk, ook andere ecosystemen zijn kwetsbaar. Voorziet de Minister een
uitbreiding van de ontbossingsverordening naar andere ecosystemen dan wel gelijksoortige
verordeningen voor andere kwetsbare gebieden? Handhaving van internationale afspraken
tussen landen of bedrijven ten aanzien van bescherming van bossen en mensenrechten
is het grote gat tussen ambities en werkelijkheid. Kan de Minister de Commissie vragen
de ontbossingsverordening hierop te versterken?
Ten aanzien van ontwikkeling op de landbouwmarkten vragen de leden van de ChristenUnie-fractie
welke actie Europa concreet voorstelt om voedselzekerheid veilig te stellen met name
in landen die afhankelijk zijn van graan uit Oekraïne. Hoe wordt voorkomen dat voor
menselijke consumptie geschikt graan nog eerder ingezet wordt als veevoer in Europa
dan verscheept wordt naar Noord-Afrika en Midden-Oosten?
De leden van de ChristenUnie-fractie vragen hoe bij de Europese voorstellen rondom
gewasbeschermingsmiddelen precisielandbouw en de opschaling van high tech-landbouw
meegenomen worden. Deze leden zouden graag voorkomen zien dat verminderen van gebruik
van gewasbeschermingsmiddelen alleen voorzien wordt met volledige omschakeling naar
een biologisch bedrijfsmodel; ook binnen de reguliere akkerbouw is nog veel winst
te behalen in het verminderen van gebruik van gewasbeschermingsmiddelen.
De leden van de ChristenUnie-fractie zijn blij met de aandacht voor een duurzame groei
van aquacultuur en het verzoek om meer samenhang tussen EU-milieuwetgeving en aquacultuur.
Wil de Minister dit verzoek ondersteunen?
De leden van de ChristenUnie-fractie merken op dat het beheer van predatoren soms
een onvermijdelijke rol speelt bij bescherming van een bedreigde soort of kwetsbaar
natuurgebied, maar dat hierbij ook altijd gekeken zal moeten worden naar de impact
op de bejaagde soort zelf, zeker wanneer deze net van een beschermde status af is,
zoals de aalscholver. Bovendien zou het uitgangspunt altijd moeten zijn dat gestreefd
wordt naar een ecosysteem in balans, en moet voorkomen worden dat de impact van menselijke
activiteit op een ecosysteem wordt afgeschoven op een natuurlijke, inheemse predaterende
soort. Wil de Minister deze kanttekeningen meegeven bij het verzoek aan de Europese
Commissie?
Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie
Het lid van de BBB heeft kennisgenomen van de geannoteerde agenda van de Landbouw-
en Visserijraad en heeft daarbij nog enkele vragen.
Ontbossingsvrije producten
Het lid van de BBB-fractie heeft kennisgenomen van het voorstel «Ontbossing en bosdegradatie
veroorzaakt door EU-consumptie en productie te minimaliseren en daarnaast om de vraag
op de Europese markt naar goederen en producten die legaal en ontbossingsvrij zijn
geproduceerd te vergroten». Welke gevolgen heeft het voorstel voor Nederland? Welke
stappen heeft Nederland hier al in gezet?
Gedachtenwisseling over de ontwikkelingen op de landbouwmarkten
Het lid van de BBB-fractie vindt dat de blokkades in de haven van Oekraïne zo snel
mogelijk opgeheven moeten worden om verdere gevolgen te voorkomen. Kan de Minister
toelichten wat er wordt gedaan om de blokkades in de havens van Oekraïne op te heffen
en welke maatregelen er momenteel worden getroffen om de uitvoer van grondstoffen
vanuit Oekraïne te vergroten? Kan de Minister ook toelichten welke bijdrage hij zelf
hieraan gaat leveren om de uitvoer van grondstoffen vanuit Oekraïne te vergroten zodat
deze grondstoffen niet verloren gaan en dat er opslagruimte komt voor de nieuwe oogst?
Ook merkt het lid van de BBB-fractie op dat door de aanhoudende hoge prijzen van grondstoffen
de kosten voor boeren op blijven lopen. Ook zijn binnen verschillende sectoren de
opbrengstprijzen dermate laag dat er geld bijgelegd met worden. Kan en gaat de Minister
gebruikmaken van de mogelijkheid van steunmaatregelen om deze ondernemers te ondersteunen?
Zo nee, waarom niet?
Het lid van de BBB-fractie constateert dat veel vissers ernstig leiden onder de huidige
situatie. De Minister geeft aan dat er op dit moment geen gebruik kan worden gemaakt
van steunmaatregelen om de visserij te ondersteunen, wat mede komt door het goedkeuringsproces
van de EU hiervoor. Wat doet de Minister eraan om dit goedkeuringsproces te versnellen
en om zo snel mogelijk over te gaan op het geven van steun aan de vissers? Wat gaat
de Minister doen om ervoor te zorgen dat er door deze vertraging van het verlenen
van steun aan de visserijsector geen koude sanering van deze sector wordt gecreëerd?
Het lid van de BBB-fractie maakt zich grote zorgen over het voortbestaan van de Nederlandse
visserijsector. De Minister geeft aan dat hij wil overgaan naar een duurzame vloot
en hier 440 miljoen euro voor klaar heeft liggen om dit toe te gaan passen. Het is
goed om de visserijvloot te verduurzamen, maar het verduurzamen van de vloot is niet
in één dag geregeld. De vissers zitten op dit moment in een financiële crisis. Is
de Minister het ermee eens dat er zonder onmiddellijke steun, bijvoorbeeld ter compensatie
voor de hoge brandstofprijzen, een koude sanering gaat ontstaan? Hoe kijkt de Minister
aan tegen deze koude sanering en hoe is hij van plan om er per direct voor te zorgen
dat deze koude sanering niet plaats zal vinden?
Het lid van de BBB-fractie maakt zich erg zorgen over de inkrimping van de visserijsector
en de gevolgen hiervan. Als gevolg van deze inkrimping zal er een kleinere vloot ontstaan.
Deze kleinere vloot zal leiden tot minder vangst van vis in Nederland aangezien de
vraag van voedsel stijgt mede door de groei van de wereldbevolking. Hierdoor zal er
waarschijnlijk meer vis gevangen gaan worden in landen waar er mogelijk op een minder
duurzame manier gevist wordt. Is de Minister het ermee eens dat de inkrimping van
de visserij een verslechtering op levert van de impact van de visserij op het milieu
wereldwijd gezien? Kan de Minister toelichten hoe de Europese Unie tegen deze inkrimping
van de Nederlandse visserijsector aan kijkt en of het doel van de Europese is om de
visserij in te krimpen?
Gewasbeschermingsmiddelen
De Minister geeft aan dat de Europese Commissie op 22 juni 2022 een voorstel heeft
gepubliceerd voor een verordening inzake duurzaam gebruik van gewasbeschermingsmiddelen.
Welke veranderingen brengt dit voorstel mee voor de Nederlandse landbouwsector en
hoe kijkt de Minister op dit moment tegen dit voorstel aan?
Het lid van de BBB-fractie verwacht dat de voedselprijzen kunnen gaan stijgen door
het voorstel voor een verordening inzake duurzaam gebruik van gewasbeschermingsmiddelen,
wat zou kunnen leiden tot een toename van de invoer uit niet-EU-landen met minder
strenge voorschriften voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. Hoe gaat de
Europese Unie ervoor zorgen dat er door deze waarschijnlijke prijsstijgingen van voedsel
niet leidt tot import vanuit landen met minder strenge voorschriften? Brengt de Minister
dit punt ter sprake tijdens de Landbouw- en Visserijraad en hoe gaat de Minister zich
inzetten om dit te voorkomen? Hoe kijkt de Minister naar deze mogelijke prijsstijging
van voedsel door het reduceren van gewasbeschermingsmiddelen? Is de Minister het ermee
eens dat het geen zin heeft om te gaan reduceren in gewasbeschermingsmiddelen als
de consument niet een hogere prijs gaat betalen voor hun voedsel. Hoe gaat de Minister
ervoor zorgen dat er een eerlijk inkomen voor de boeren wordt gegarandeerd en op welke
manier gaat hij de Europese Unie hierbij betrekken?
Het lid van de BBB-fractie maakt zich ook grote zorgen over de voedselzekerheid in
de wereld naar aanleiding van dit voorstel. Het reduceren van gewasbeschermingsmiddelen
brengt ook met zich mee dat de opbrengst per hectare wordt verminderd. Deze verminderde
opbrengst zorgt ervoor dat er meer grond nodig is om hetzelfde aantal voedsel te produceren.
De recente ontwikkelingen in de wereld geven maar weer eens aan hoe belangrijk de
voedselzekerheid is in de wereld. Het reduceren van gewasbeschermingsmiddelen zorgt
ervoor dat er minder geproduceerd kan gaan worden ten opzichte van de huidige situatie.
Is de Minister het ermee eens dat dit voorstel de voedselzekerheid in de wereld verslechterd?
Wil de Minister dit gaan aankaarten tijdens de Landbouw- en Visserijraad en zich sterk
maken voor een wereldwijde voedselzekerheid? De Minister geeft voorts aan dat hij
wil pleiten voor een kritische beoordeling voor dit voorstel. Op welke punten gaat
de Minister dit dan doen?
Het lid van de BBB-fractie verwacht dat de aanvragen voor de stilligregeling fors
het beschikbare budget overstijgen, waardoor er een tekort aan budget zal ontstaan,
aangezien de Minister geen gebruik wil maken van het extra budget van 1 miljard euro
dat is vrijgemaakt vanuit het Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij (EFMZV)
van de EU. Erkent de Minister dat dit tekort mogelijk tot problemen kan leiden? Op
welke manier gaat de Minister dit probleem voorkomen zodat er geen overschrijding
van dit budget zal ontstaan? Is de Minister bereid alsnog onderzoeken hoe hij het
EFMZV toch in kan zetten?
Uitwerking landbouwcrisisreserve
Het lid van de BBB-fractie is van menig dat het gebruik van het landbouwcrisisreserve
zeer beperkt is. De Minister geeft aan dat het doel van de inzet van de landbouwcrisisreserve,
die als gevolg van de Oekraïne-crisis voor het eerst is ingezet, is om de voedselzekerheid
veilig te stellen en waar mogelijk te bevorderen of marktverstoringen aan te pakken
als gevolg van deze crisis. De Minister geeft aan dat het budget wordt besteed aan
landbouwers met substantiële aantallen varkens en pluimvee. De varkens- en pluimveebedrijven
met grond die directe betalingen hebben aangevraagd en de vergroening toepassen zullen
eenmalig een extra bedrag ontvangen. Hoe denkt de Minister over de stelling dat door
het op deze manier gebruiken van het budget het een bijdrage levert om de voedselzekerheid
veilig te stellen en waar mogelijk te bevorderen of marktverstoringen aan te pakken?
Kan dit budget niet beter over meerdere soorten agrarische bedrijven verdeeld worden
die bij kunnen dragen aan het voorkomen van een voedselcrisis of een marktverstoring?
Op welke manier draagt Nederland bij aan het voorkomen van een voedselcrisis of marktverstoring,
aangezien de plannen zijn om de productie in Nederland te reduceren?
II Antwoord / Reactie van de Minister
III Volledige agenda
Geannoteerde agenda van de Landbouw- en Visserijraad op 18 juli 2022
Kamerstuk (21 501-32, nr. 1452) – Brief d.d. 05-07-2022, Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, H. Staghouwer
Verslag van de Landbouw- en Visserijraad op 13 juni 2022
Kamerstuk (2022Z14144) – Brief d.d. 05-07-2022, Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, H. Staghouwer
Voorstel voor wijziging van Plattelandsontwikkelingsverordening tijdelijke steun naar
aanleiding van de gevolgen van de Russische invasie in Oekraïne
Kamerstuk (28 625, nr. 340) – Brief d.d. 21-06-2022, Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, H. Staghouwer
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.L. Geurts, voorzitter van de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit -
Mede ondertekenaar
R.P. Jansma, griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.